Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 februari 2021, nr. 2021-0000034896, tot wijziging van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid in verband met herstel van een omissie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

In artikel 6, eerste lid, onderdeel d, van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid wordt na ‘derde’ ingevoegd ‘en vierde’ en vervalt ‘vierde en’.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 3 februari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 februari 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

Op 3 februari 2021 is het percentage omzetverlies om in aanmerking te komen voor subsidie op grond van de vierde tranche in de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: NOW 3) verlaagd van 30% naar 20%.1 Hierdoor kunnen ondernemers eerder in aanmerking komen voor een NOW-subsidie. Abusievelijk is met deze wijziging artikel 6, eerste lid, onderdeel d, NOW 3 niet aangepast.

Artikel 6 van de NOW 3 regelt dat een aanvrager die onderdeel uitmaakt van een groep, in afwijking van de hoofdregel van artikel 5, zevende lid, onder bepaalde voorwaarden subsidie kan aanvragen op het niveau van de werkmaatschappij afzonderlijk. Artikel 6, eerste lid, onderdeel d, betreft de voorwaarde die ziet op het omzetverlies van de groep als geheel. Om als werkmaatschappij in aanmerking te komen voor een NOW-subsidie moet bij de aanvrager zelf sprake zijn van een omzetdaling van ten minste 20%, maar geldt tegelijkertijd dat de omzetdaling van de groep minder dan 20% moet zijn. Het uitgangspunt in de NOW-regelingen is namelijk steeds dat als op concernniveau het omzetverlies groot genoeg is om voor subsidie in aanmerking te komen, de hoofdregel geldt dat het omzetverlies op concernniveau wordt vastgesteld.2 Dit uitgangspunt is opgenomen in zowel de Eerste, de Tweede als de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, en geldt nog onverkort.

Vanwege deze koppeling, had bij het verlagen van de omzetdrempel voor de vierde tranche van NOW 3, ook het percentage omzetdaling in artikel 6, eerste lid, onderdeel d, voor de vierde tranche aangepast moeten worden van 30% naar 20%. Dat is abusievelijk niet gebeurd. De onderhavige wijziging van de regeling herstelt dit met terugwerkende kracht tot 3 februari 2021. Vanaf die datum geldt de lagere drempel voor het omzetverlies voor de vierde tranche.

De wijziging ziet op het aanpassen van een omissie, en leidt derhalve niet tot aanvullende regeldruk. Het Adviescollege toetsing regeldruk heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 januari 2021, 2021-0000003918, tot wijziging van de Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid in verband met het aanpassen van percentages van de vierde tranche en een wijziging in de verplichte aansluiting van omzetperiodes van opvolgende tranches en enkele andere wijzigingen in de Eerste, Tweede en Derde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, Stcrt. 2021, 5591.

X Noot
2

Zie de toelichting op de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 mei 2020, 2020-0000061139, tot wijziging van de Tijdelijke noodmaatregel voor behoud van werkgelegenheid, Stcrt. 2020, 25372, waarmee deze afwijkingsmogelijkheid voor het eerst werd ingevoerd.

Naar boven