TOELICHTING
Algemeen
Het kabinet heeft onlangs € 7,6 miljard aan extra steun vrijgemaakt voor Europees
Nederland1. Onderdeel van deze steun was het verhogen van het subsidiepercentage in de Derde
tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna NOW)
van 80% naar 85% in het eerste en tweede kwartaal van 2021, om zo banen en bedrijvigheid
te blijven behouden. Het kabinet wil deze intensivering in de NOW ook doorvertalen
naar het werkgeversdeel in het steunpakket voor Caribisch Nederland, met dien verstande
dat is bekeken op welke manier de intensivering in de context van Caribisch Nederland
het meest doelmatig en doeltreffend is. Vanuit dit uitgangspunt wordt ook nu een maatwerkaanpak
voorgestaan, die recht doet aan de lokale eilandelijke context en rekening houdt met
de uitvoerbaarheid.
Het kabinet kiest ervoor om de intensivering op de loonkostensubsidie voor Bonaire,
Sint Eustatius en Saba te vertalen naar meer ruimte voor de meest getroffen werkgevers
om personeel binnen de subsidieregeling te laten werken. Omdat er in de openbare lichamen
– anders dan in Europees Nederland – sprake is van subsidiëring op het niveau van
de individuele werknemer, is het verrichten van arbeid in combinatie met een beroep
op de regeling in beginsel niet toegestaan. Door het verruimen van de mogelijkheid
daartoe worden bedrijven ondersteund om in een situatie waarin (verdere) opstart van
werkzaamheden nog onrendabel is, toch bedrijfsactiviteiten te hervatten of uit te
breiden. Hierbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een hotel dat zonder de mogelijkheid
van doorlopende subsidie niet rendabel zou kunnen opstarten. Door de subsidie te laten
doorlopen wordt een snellere opstart bevorderd, die er uiteindelijk toe kan leiden
dat werknemers eerder uit de subsidieregeling kunnen omdat het bedrijf klaar is voor
de toeristenstroom die hopelijk weer snel naar Caribisch Nederland op gang komt. Zodra
het omzetverlies onder de grens van 20% komt te liggen, vervalt immers de aanspraak
op subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies
CN. Bovendien draagt het bij aan het ‘werkfit’ houden van werknemers, waardoor zij
maximaal inzetbaar blijven.
Bij de vormgeving van de verruiming voor de mogelijkheid om werknemers binnen de subsidieregeling
aan het werk te houden staat voorop dat het moet gaan om bedrijven die door de coronacrisis
zwaar zijn geraakt. Van een algehele versoepeling is geen sprake. Voor het bepalen
van de doelgroep wordt aangesloten bij de Regeling subsidie financiering vaste lasten
getroffen ondernemingen Covid-19 BES (TVL), waarbij de verruiming zich zal beperken
tot ondernemingen met een omzetverlies van minimaal 50% binnen het regime van de TVL,
en die over het derde kwartaal 2020 met succes een beroep op die regeling hebben gedaan.
Op verzoek van de ondernemer kan binnen het tijdvak vanaf de inwerkingtreding van
de onderhavige wijzigingsregeling tot en met de einddatum van de periode waarover
subsidie op grond van de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies
CN kan worden verleend (12 juli 2021), het verrichten van werkzaamheden met behoud
van subsidie worden toegestaan voor maximaal 25 procent van het aantal wekelijkse
arbeidsuren van de binnen de onderneming werkzame werknemers als geheel. De werkgever
dient voor een beroep op deze uitzonderingsbepaling een aparte daartoe strekkende
aanvraag in te dienen bij de RCN-unit SZW.
De RCN-unit SZW heeft de bedrijven die voldoen aan de voorwaarde van tenminste 50%
omzetverlies en subsidie uit de TVL-regeling, nauwkeurig in beeld. Het betreft 115
ondernemingen in Caribisch Nederland, die potentieel een beroep op deze aangepaste
regeling kunnen doen. Er zijn naar verwachting geen extra uitgaven ten opzichte van
de reeds begrote uitgaven, omdat enkel de bedrijven die aan bovengenoemde omschrijving
voldoen en alleen voor werknemers waarvoor al loonkostensubsidie wordt verstrekt,
van deze ruimere regeling gebruik kunnen maken.
De Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN kan worden herzien,
zodra de situatie in Caribisch Nederland daartoe aanleiding geeft. Dit geldt in het
bijzonder voor de onderhavige verruiming op de ruimte om te werken, die kan worden
afgebouwd of ingetrokken zodra de economie in Caribisch Nederland weer substantieel
en duurzaam op niveau komt.
Uitvoering RCN-unit SZW
De lokale RCN-unit SZW, die onderdeel is van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
voert de Tijdelijke subsidieregeling loonkosten en inkomensverlies CN uit. Zoals eerder
toegelicht in de Kamerbrief van 31 maart 20202, worden aanvragen met het oog op de uitvoerbaarheid marginaal getoetst, waarbij achteraf
steekproefsgewijs wordt gecontroleerd. Dit is ook het uitgangspunt voor de nu in te
voeren verbijzondering, waarbij een mogelijk rechtmatigheidsrisico op voorhand wordt
geaccepteerd. Dankzij deze aanpak is de RCN-unit SZW in staat deze voor de schaal
van Caribisch Nederland substantiële uitvoeringstaak op zich te nemen en kan tijdige
uitbetaling worden geborgd. De RCN-unit SZW heeft in de achterliggende periode een
prestatie van formaat geleverd en is zeer gemotiveerd om dat de komende periode te
blijven doen.
Inwerkingtreding
Teneinde zo snel mogelijk uitvoering te geven aan de wijzigingen die met deze regeling
worden doorgevoerd treedt de wijziging de dag na plaatsing in de Staatscourant in
werking. De RCN-unit SZW zal aan de onderhavige verruiming passende bekendheid geven
en stelt formulieren beschikbaar waarmee een beroep op deze uitzonderingsbepaling
kan worden gedaan.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees