Tijdelijke regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 december 2021, nr. 1211173, houdende vaststelling afwijkende examenregeling mbo vanwege COVID-19 (Tijdelijk afwijkende examenregeling mbo vanwege COVID-19)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 18b, eerste en derde lid, van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB;

Besluit:

Artikel 1. Tijdelijk afwijkende examenregeling

  • 1. Het bevoegd gezag kan beslissen dat het examenonderdeel rekenen of het examenonderdeel dat een keuzedeel betreft, geen onderdeel is van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

  • 2. Het bevoegd gezag neemt deze beslissing alleen indien dit noodzakelijk is in verband met het beperken van de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor de studenten of het personeel en ten behoeve van studenten die vóór 1 oktober 2022 hun diploma behalen.

Artikel 2. Inwerkingtreding en verval

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2020.

  • 2. Deze regeling vervalt op 1 oktober 2022.

Artikel 3. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijk afwijkende examenregeling mbo vanwege COVID-19.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

TOELICHTING

ALGEMEEN DEEL

Inleiding

Met deze ministeriële regeling wordt vastgelegd, in lijn met de in maart en december 2021 gepubliceerde Servicedocumenten 5.1 en 5.41 in verband met de gevolgen van de coronacrisis, dat studenten in het middelbaar beroepsonderwijs (hierna: mbo) die vóór 1 oktober 2022 diplomeren, de mogelijkheid wordt geboden om het diploma te behalen zonder dat examen is afgelegd en daarmee zonder een behaald resultaat voor keuzedelen en rekenen.2 Hierna wordt ingegaan op de achtereenvolgende maatregelen vanwege de lange duur van de crisis en de terugwerkende kracht van deze regeling tot 1 augustus 2020.

Aanleiding en voorgeschiedenis

Vanwege de gevolgen van COVID-19 voor het mbo, is het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (hierna: Ekb) het afgelopen jaar verschillende keren gewijzigd. De eerste algemene maatregel van bestuur (hierna: AMvB) is aan het begin van de crisis vastgesteld. Bij de eerste maatregelen van het kabinet ter beperking van de verspreiding van COVID-19 sinds maart 2020, is een groot beroep gedaan op mbo-instellingen om de examinering aan te passen. Om studenten en instellingen de ruimte te bieden zich te concentreren op de onderdelen van de opleiding die volwaardig meetellen voor het behalen van het diploma en die noodzakelijk zijn voor de drievoudige kwalificatie3 die de kern van het mbo vormt, is er vanaf maart 2020 ruimte geboden in het Ekb middels artikel 18a.4 Met de introductie van dit artikel heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid gekregen om te beslissen dat studenten tot en met 31 december 2020 het mbo-diploma te kunnen behalen zonder dat examen hoeft te zijn afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen of in het generieke examenonderdeel rekenen.5

Omdat het ernaar uitzag dat in het studiejaar 2020-2021 meer ruimte zou zijn om het reguliere onderwijs op te pakken door het teruglopende aantal besmettingen en het afschalen van een aantal maatregelen door het kabinet, is besloten de eerder gegeven ruimte niet volledig te verlengen. In deze periode is besloten om enkel studenten die in het studiejaar 2019-2020 geen onderwijs hadden gevolgd of examen hadden afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen, nog de mogelijkheid te bieden om het diploma te behalen zonder dat het examen was afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen.6 Met een tweede AMvB is het Ekb opnieuw aangepast en is artikel 18b ingevoegd.7 Voor rekenen werd de maatregel niet verlengd, om weer zoveel mogelijk te normaliseren waar het gaat om de eisen die gelden voor de diplomering. Er werd destijds niet voorzien dat de crisis zich nog veel langer zou doorzetten.

Naar aanleiding van wederom oplopende besmettingen heeft het kabinet vanaf het najaar van 2020 meermaals nieuwe maatregelen moeten nemen. Zo waren de mbo-instellingen vanaf 16 december 2020 grotendeels gesloten voor fysiek onderwijs. Deze maatregelen hebben hun impact gehad op het onderwijs. Dit heeft ertoe geleid dat de onderwijskwaliteit verder onder druk is komen te staan, het personeel veel werkdruk ervaart en de ongerustheid en stress bij studenten verder is toegenomen.8 Met het Servicedocument 5.1, gepubliceerd in maart 2021, is mogelijk gemaakt dat studenten tot 1 augustus 2022 kunnen diplomeren zonder een resultaat voor keuzedelen en voor rekenen. Met het Servicedocument 5.4 is dit verlengd naar 1 oktober 2022. Met de voorliggende ministeriële regeling wordt dit vastgelegd.

Grondslag

In de afgelopen maanden is gebleken dat in deze bijzondere crisisomstandigheden een AMvB te weinig flexibiliteit biedt om snel te kunnen inspelen op de gevolgen van de coronacrisis. Daarom is besloten om in artikel 18b van het Ekb een grondslag te creëren waarin voortaan voorlopig per ministeriële regeling de termijn, de doelgroep en welke generieke examenonderdelen onderdeel zijn van de mogelijkheid om het diploma te kunnen behalen zonder resultaat, bepaald kunnen worden. Van deze mogelijkheid wordt slechts gebruik gemaakt indien dit nodig wordt geacht. Wanneer er geen ministeriële regeling is vastgesteld of wanneer deze is ingetrokken, geldt de reguliere uitslagbepaling als bedoeld in artikel 17 Ekb.

Voorliggende regeling

In het Servicedocument 5.1 is afgesproken dat studenten, in het uiterste geval, tot 1 augustus 2022 kunnen diplomeren zonder een resultaat voor keuzedelen en voor rekenen. Omdat een behoorlijk gedeelte van de studenten diplomeert in september, wordt dit met het Servicedocument 5.4. verlengd tot 1 oktober 2022. Met de voorliggende ministeriële regeling wordt dit mogelijk gemaakt.

Deze ministeriële regeling stelt geen beperkingen aan het niveau van beroepsonderwijs of de soort leerweg waarop de afwijking betrekking mag hebben. Dit geeft enerzijds ruimte aan een instelling om hiervan gebruik te maken, maar betekent anderzijds niet dat het bevoegd gezag van de mbo-instelling hiervan zonder enige onderbouwing gebruik mag maken. Het bevoegd gezag kan hiertoe slechts besluiten, indien dit noodzakelijk is om de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te beperken voor de studenten of het personeel. Dit impliceert dat het bevoegd gezag de proportionaliteit in acht dient te nemen. Dit kan betekenen dat een bevoegd gezag de afwijkingsmogelijkheid alleen inzet voor een beperkt aantal beroepsopleidingen of niveaus van beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Hiermee is per instelling maatwerk mogelijk. Wanneer het bevoegd gezag tot de afweging komt dat gebruik van de bevoegdheid noodzakelijk is, onderbouwt het de keuze, communiceert hier duidelijk over met de studenten en past het examenprogramma hierop aan. De wijziging van de onderwijs- en examenregeling kan plaatsvinden door bijvoorbeeld een korte bijlage of oplegger toe te voegen aan de onderwijs- en examenregeling waarin de wijzigingen zijn opgenomen.

Als studenten verzoeken om alsnog examen te doen voor het betreffende examenonderdeel, is afgesproken met de instellingen dat zij zich inspannen om deze verzoeken te honoreren. Voor die studenten die wel resultaten hebben behaald voor keuzedelen en rekenen, geldt dat deze resultaten worden vermeld op de resultatenlijst. Uiteraard kan geen certificaat als bedoeld in de artikelen 7.2.3 WEB en 17c Ekb worden uitgereikt voor een keuzedeel of rekenen als er op basis van dit besluit geen examen is afgelegd.

De voorliggende ministeriële regeling werkt terug tot en met 1 augustus 2020, de start van studiejaar 2020/2021. De grondslag voor deze ministeriële regeling is artikel 18b van het Ekb.9 Artikel 18b van het Ekb is met terugwerkende kracht in werking getreden omdat dit gewijzigde artikel de eerdere maatregel in artikel 18b van het Ekb volledig vervangt vanaf de start van studiejaar 2020/2021. Deze regeling, die de uitwerking betreft van artikel 18b van het Ekb treedt om die reden ook met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2020 in werking.

Deze regeling vervalt met ingang van 1 oktober 2022.

Gevolgen voor de studenten

Met deze maatregel hoeven studenten die tot de doelgroep behoren, wanneer het bevoegd gezag hiertoe besluit, geen examen af te leggen in rekenen en/of keuzedelen. Indien er geen examen hoeft te worden afgelegd, hoeft ook het onderwijs niet te worden gevolgd. Hierdoor worden deze studenten ontlast. Daardoor is er een grotere kans op het behalen van het diploma zonder studievertraging, met geringe gevolgen voor de diplomawaarde, aangezien de hoogte van het resultaat voor de onderdelen rekenen en keuzedelen voor het grootste gedeelte van de met deze ministeriële regeling beoogde doelgroep niet meetelt in de diplomabeslissing.

Gevolgen voor de instellingen

Instellingen krijgen door deze maatregel meer ruimte om in deze zeer uitdagende periode, focus te leggen op het geven van onderwijs en het verzorgen van examens in de onderdelen van de opleiding die meetellen voor het behalen van het diploma. Als hiervoor wordt gekozen, zorgt dit voor vermindering van de werklast. Instellingen moeten deze besluiten wel goed onderbouwen, vastleggen en communiceren aan studenten.

Gevolgen voor Caribisch Nederland

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor Caribisch Nederland, aangezien het Ekb waarop de grondslag voor deze ministeriële regeling berust, uitsluitend van toepassing is in Europees Nederland.

Regeldruk

Met deze ministeriële regeling is er sprake van een verlenging van een al bestaande situatie; op grond van de eerste wijziging van het Ekb konden studenten die uiterlijk 31 december 2020 het diploma behalen zonder examen te hebben afgelegd in de examenonderdelen rekenen en keuzedelen. Daarnaast hebben instellingen al via het Servicedocument 5.0, dat sinds november 2020 breed gepubliceerd is, kennisgenomen van deze optie. Om deze reden zijn de regeldrukkosten voor het kennisnemen en beleid opstellen van het besluit niet substantieel.

Er blijft wel sprake van regeldrukkosten wanneer er door het bevoegd gezag het besluit wordt genomen dat er geen examen in rekenen en/of keuzedelen afgelegd hoeft te worden. Dit zit met name in de communicatie hierover richting studenten en het vastleggen van de onderbouwing voor de keuze, en eventuele aanpassing van de onderwijs- en examenregeling. De verwachting is dat die instellingsregelingen ongeveer 500 keer zullen moeten worden aangepast. De veronderstelling hierbij is dat de diverse onderwijsteams binnen de instelling met elkaar samenwerken op dit punt, zodat de wijzigingen zoveel mogelijk generiek zijn. De verwachting is dat de wijziging gemiddeld een uur in beslag neemt. Met een tarief van € 50,– per uur komen de regeldrukkosten dan uit op circa € 25.000,-. Dit is eenmalig vanwege het tijdelijke karakter van dit besluit.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

Uitvoering en handhaving

Deze regeling is voorgelegd voor uitvoeringstoets bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). DUO acht de regeling uitvoerbaar en haalbaar. In het kader van het geïntegreerde toezicht is deze uitvoeringstoets ook uitgezet bij de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) en de Auditdienst Rijk (hierna: ADR). De ADR ziet geen aanleiding tot het geven van advies. De inspectie beveelt aan om het afwijken van de verandermomenten te motiveren. Deze aanbeveling is overgenomen. Daarnaast suggereert de inspectie de motiveringsplicht voor het bevoegd gezag om gebruik te maken van deze regeling expliciet te regelen. Er is echter geen noodzaak dit expliciet te bepalen, omdat in artikel 1, tweede lid, van deze regeling al is bepaald dat het bevoegd gezag alleen indien dit noodzakelijk is, gebruik mag maken van deze regeling. De afweging die het bevoegd gezag moet maken of sprake is van de noodzaak zoals opgenomen in het tweede lid van artikel 1, impliceert een motiveringsplicht.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

ARTIKELSGEWIJS DEEL

Artikel 1

In artikel 1 wordt de tijdelijke afwijkende examenregeling opgenomen. Hiermee kan het bevoegd gezag van de mbo-instelling beslissen dat het examenonderdeel rekenen of het examenonderdeel dat een keuzedeel betreft geen onderdeel meer uitmaakt van de beroepsopleiding. Slechts indien het noodzakelijk is in verband met het beperken van de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor de studenten of het personeel, kan het bevoegd gezag overgaan tot deze beslissing. Dit kan betekenen dat de beslissing niet op alle beroepsopleidingen of beide leerwegen betrekking heeft bij een instelling. Deze beslissing kan sowieso enkel gelden voor studenten die vóór 1 oktober 2022 hun diploma behalen.

Artikel 2

Deze afwijkende examenregeling betreft een uitwerking van het gewijzigde artikel 18b van het Ekb. Aangezien 18b met terugwerkende kracht in werking is getreden tot 1 augustus 2020, is het noodzakelijk om ook deze regeling met terugwerkende kracht in werking te laten treden tot 1 augustus 2020. Terugwerkende kracht is toegestaan, omdat er sprake is van begunstigend beleid (studenten komen zonder bepaalde examenonderdelen toch in aanmerking voor een diploma) en ook in verband met de rechtszekerheid. Het beleid waaraan deze regeling juridische handen en voeten geeft, is reeds duidelijk tevoren bekendgemaakt in de diverse Servicedocumenten. Omdat de regeling enkel geldt voor studenten die vóór 1 oktober 2022 hun diploma behalen, vervalt de regeling op 1 oktober 2022.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 5.1, Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 5.4

X Noot
2

Voor de entreeopleiding is het ook mogelijk om ook zonder niveaubepaling op alle of enkele taalvaardigheden voor Nederlandse taal te diplomeren. Die mogelijkheid bestond echter al, hiervoor is geen wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit (Ekb) nodig.

X Noot
3

Zijnde de voorbereiding op de arbeidsmarkt, doorstroom naar het vervolgonderwijs en deelname aan de samenleving.

X Noot
4

Benoemd in het Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 3.0 en het Verantwoord Diplomabesluit versie 2.0, afgestemd met en gesteund worden door de besturen in de mbo sector.

X Noot
5

Stb. 2020, 202.

X Noot
6

Benoemd in het Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 4.0 en het Verantwoord Diplomabesluit versie 3.0 afgestemd met en gesteund door de besturen in de mbo sector.

X Noot
7

Stb. 2020, 392.

X Noot
8

Zie ook de kamerbrief Monitoring gevolgen COVID-19 in mbo en ho van 24 november 2020, Kamerstukken II 2020–2021, 31 524, nr. 479

X Noot
9

Stb 2021, 225.

Naar boven