Tijdelijk besluit van 1 april 2021 tot wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB vanwege een grondslag voor afwijkende examinering in verband met de uitbraak van COVID-19

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 4 februari 2021, nr. WJZ/26791664(12210) directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 7.4.3a, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 maart 2021, nr. W05.21.0031/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 maart 2021, nr. WJZ/27310573(12210), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING EXAMEN- EN KWALIFICATIEBESLUIT BEROEPSOPLEIDINGEN WEB

Het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 18b komt te luiden:

Artikel 18b. Tijdelijk afwijkende examenregeling en uitslagbepaling vanwege COVID-19

  • 1. Bij ministeriële regeling kan voor het examenonderdeel rekenen of het examenonderdeel dat een keuzedeel betreft, worden bepaald dat het bevoegd gezag kan beslissen dat het betreffende examenonderdeel geen deel uitmaakt van het examen van een beroepsopleiding.

  • 2. Het bevoegd gezag neemt een beslissing als bedoeld in het eerste lid uitsluitend indien dat noodzakelijk is om de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te beperken voor de studenten of het personeel.

  • 3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels vastgesteld met betrekking tot de bevoegdheid, bedoeld in het eerste lid. Deze regels betreffen in ieder geval:

    • a. het uiterste tijdstip waarop een student zijn diploma moet hebben behaald;

    • b. op welk examenonderdeel de bevoegdheid van toepassing is; en

    • c. de beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 7.2.2 van de wet, waarop de bevoegdheid van toepassing is.

  • 4. Na een beslissing als bedoeld in het tweede lid maakt het betreffende examenonderdeel in afwijking van artikel 3 geen deel uit van het examen en is op de student de uitslagbepaling van artikel 17 van toepassing met dien verstande dat het betreffende examenonderdeel niet behoeft te zijn afgelegd.

  • 5. Indien het gelet op de epidemiologische situatie vanwege de uitbraak van COVID-19 niet in het belang is van studenten om vast te houden aan de gestelde voorschriften omtrent het examen en geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de doelstellingen voor beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van de wet, kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat dit artikel van overeenkomstige toepassing is op een ander generiek examenonderdeel dan rekenen.

B

Artikel 18b vervalt.

ARTIKEL II. WIJZIGING TIJDELIJK BESLUIT VAN 13 OKTOBER 2020 TOT WIJZIGING VAN HET EXAMEN- EN KWALIFICATIEBESLUIT BEROEPSOPLEIDINGEN WEB VANWEGE EEN AFWIJKENDE EXAMINERING VOOR DE KEUZEDELEN IN VERBAND MET DE UITBRAAK VAN COVID-19 VOOR MBO-STUDENTEN DIE VOOR 1 AUGUSTUS 2021 HUN DIPLOMA BEHALEN

Het Tijdelijk besluit van 13 oktober 2020 tot wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB vanwege een afwijkende examinering voor de keuzedelen in verband met de uitbraak van COVID-19 voor mbo-studenten die voor 1 augustus 2021 hun diploma behalen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel D, vervalt.

B

In artikel II vervalt «, en artikel I, onderdeel D, dat in werking treedt met ingang van 1 augustus 2021».

ARTIKEL III. INWERKINGTREDING

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2020, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 april 2021

Willem-Alexander

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de elfde mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Dit besluit betreft de derde tijdelijke wijziging in korte tijd van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB (hierna: Ekb) in het kader van de coronacrisis. Omwille van het snel kunnen inspelen op de gevolgen van die crisis wordt met dit besluit een grondslag geschapen om voortaan bij ministeriële regeling een of meer examenonderdelen aan te wijzen waarop dit besluit van toepassing kan zijn.

Voorgaande besluiten

Sinds maart 2020 heeft het kabinet maatregelen getroffen om de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken en ieders welzijn te bewaken. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zoekt sindsdien samen met vertegenwoordigers van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) binnen deze maatregelen naar een manier om verantwoord het beroepsonderwijs zoveel mogelijk door te laten gaan, en te examineren en diplomeren in een tijd waarin veel activiteiten niet op de manier zoals oorspronkelijk voorzien door kunnen gaan.

Daarvoor is de afgelopen periode een groot beroep gedaan op instellingen om de examinering aan te passen. In de periode maart tot en met mei 2020 kon er nagenoeg geen fysiek onderwijs worden verzorgd op de mbo-instellingen en hebben instellingen snel de omslag moeten maken naar digitaal onderwijs, wat voor grote uitdagingen heeft gezorgd. Hoewel het onderwijs daarmee onder de omstandigheden zoveel mogelijk door is gegaan, zijn er wel keuzes gemaakt waar het gaat om de examinering. Om studenten en instellingen de ruimte te bieden zich te concentreren op de onderdelen van de opleiding die volwaardig meetellen voor het behalen van het diploma en die noodzakelijk zijn voor de drievoudige kwalificatie1 die de kern van het mbo vormt, is er vanaf maart 2020 ruimte geboden in het Ekb middels artikel 18a.2 Met de introductie van dit artikel heeft het bevoegd gezag de mogelijkheid gekregen om te beslissen dat studenten vanaf 15 maart 2020 tot en met 31 december 2020 het mbo-diploma te kunnen behalen zonder dat examen hoeft te zijn afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen of in het generieke examenonderdeel rekenen.3

Vanwege de daling van de besmettingen, werden in juni 2020 de meeste landelijke maatregelen versoepeld. Omdat het er daardoor naar uit zag dat in het studiejaar 2020–2021 meer ruimte zou zijn om het reguliere onderwijs op te pakken, is besloten dat studenten die in het studiejaar 2019–2020 geen onderwijs hadden gevolgd of examen hadden afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen de mogelijkheid te bieden om het diploma te behalen zonder dat het examen was afgelegd in het keuzedeel of de keuzedelen.4 Hiertoe is het Ekb opnieuw aangepast.5 Voor rekenen werd de maatregel niet verlengd, om weer zoveel mogelijk te normaliseren waar het gaat om de eisen die gelden voor de diplomering.

Voorliggend wijzigingsbesluit

Aanleiding

Ondertussen zijn we ingehaald door de tijd en ziet de situatie er weer minder rooskleurig uit. In de periode sinds juni 2020 zijn er veel besmettingen geweest en het kabinet heeft naar aanleiding daarvan meermaals maatregelen genomen. Die hebben ook impact gehad op het onderwijs. Dit heeft ertoe geleid dat de onderwijskwaliteit verder onder druk is komen te staan, het personeel binnen de mbo-scholen veel werkdruk ervaart, en de ongerustheid en stress bij studenten verder toenemen.6 Er is dan ook een sterke behoefte bij de instellingen aan meer ruimte voor de goede invulling van het onderwijs voor die onderdelen die direct noodzakelijk zijn gezien de drievoudige kwalificatie in het mbo. Om die reden is in het Servicedocument 5.17 afgesproken dat studenten, in het uiterste geval, tot 1 februari 2022 kunnen diplomeren zonder een resultaat voor keuzedelen en voor rekenen.

Ook is in de afgelopen maanden gebleken dat in deze bijzondere crisisomstandigheden een algemene maatregel van bestuur te weinig flexibiliteit biedt om snel te kunnen inspelen op de gevolgen van de coronacrisis en gebleken is dat deze veranderingen soms slecht te voorzien zijn. Dit heeft in een korte periode geleid tot inmiddels deze derde noodzakelijke wijziging van het Ekb. Het is gewenst om instellingen en studenten sneller duidelijkheid te kunnen bieden, zeker omdat de wijzigingen betrekking kunnen hebben op een lopend studiejaar.

Met dit voorliggende wijzigingsbesluit van het Ekb wordt daarom vastgelegd dat voortaan bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat het bevoegd gezag, indien dit noodzakelijk is in verband met het beperken van de volgen van de coronacrisis voor de studenten of het personeel, kan beslissen dat het examenonderdeel rekenen en/of het examenonderdeel dat een keuzedeel betreft, geen onderdeel is van het examen van een beroepsopleiding. De termijn, de doelgroep en welke generieke examenonderdelen onderdeel zijn van de mogelijkheid om het diploma te kunnen behalen zonder resultaat van enkele onderdelen, worden bij deze ministeriële regeling bepaald. Dit wijzigingsbesluit zorgt voor meer flexibiliteit, zodat er op korte termijn niet wederom een aanpassing van het Ekb plaats hoeft te vinden. De afgelopen tijd heeft namelijk duidelijk gemaakt dat lastig voorspelbaar is hoe de coronacrisis zich op de langere termijn gaat ontwikkelen. De mogelijkheid tot afwijking is altijd gekoppeld aan de gevolgen van deze voor de studenten of het personeel van de desbetreffende opleiding of de instelling als geheel. Het bevoegd gezag dient deze afweging te maken bij het besluit of afwijking noodzakelijk is.

Generieke examenonderdelen

Deze grondslag voor een ministeriële regeling geldt voor het examenonderdeel rekenen en de examenonderdelen die een keuzedeel betreffen, zoals vastgelegd in het Servicedocument 5.1. Echter, wanneer de situatie verder verslechtert, kan dit artikel bij ministeriële regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard op de overige generieke examenonderdelen. Daarbij zal maximale terughoudendheid worden betracht, gezien de waarde van de overige generieke examenonderdelen voor het diploma. Het van overeenkomstige toepassing verklaren voor andere generieke examenonderdelen is bedoeld als noodvoorziening en het gebruik ervan is niet voorzien op dit moment. Hiertoe zal slechts worden overgegaan indien de epidemiologische situatie zodanig verslechtert, dat het niet langer in het belang is van studenten om vast te houden aan de huidige diplomaeisen. Deze mogelijkheid is toegevoegd, omdat het verloop van de COVID-19-crisis zich moeilijk laat voorspellen, zodat in het uiterste geval hiervan gebruik gemaakt kan worden voor een zo klein mogelijke groep. Hierbij dient een afweging plaats te vinden tussen de doelen die worden beoogd met de beroepsopleiding enerzijds en anderzijds het voorkomen van studievertraging. In de afweging zal daarbij -naast de gevolgen van de COVID-19-crisis voor studenten en personeel beperken- ook rekening worden gehouden met het belang van de student op korte èn langere termijn, de waarde van het diploma op de arbeidsmarkt en het belang van werkgevers, en het vertrouwen van de samenleving in mbo-diploma’s.

De mogelijkheid tot afwijking van het Ekb kan beperkt worden tot een specifieke groep. Hierbij valt te denken aan instromers vanuit het voortgezet onderwijs die een éénjarige basisberoepsopleiding gaan volgen en recentelijk het eindexamen Nederlands in het voortgezet onderwijs hebben afgelegd op het hetzelfde niveau als nodig voor hun mbo-opleiding. Indien onverhoopt gebruik wordt gemaakt van de grondslag, zal dit zoveel mogelijk gelden voor een zo beperkt mogelijke groep.

Werkingsduur artikel 18b

Wanneer er geen ministeriële regeling is vastgesteld, «werkt» artikel 18b niet en kunnen instellingen ook niet afwijken. In dat geval geldt de reguliere uitslagbepaling als bedoeld in artikel 17 Ekb. Bovendien kan het bevoegd gezag slechts gebruikmaken van de afwijkingsmogelijkheid in de ministeriële regeling indien dit noodzakelijk is om de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te beperken voor de studenten of het personeel. Wanneer niet aan deze eis wordt voldaan, kan het bevoegd gezag niet afwijken. Hiermee is de werking van artikel 18b dus op twee manieren beperkt: er dient een ministeriële regeling te zijn vastgesteld en afwijking door het bevoegd gezag kan slechts in verband met de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 op die betreffende instelling.

Indien blijkt dat afwijking niet (meer) nodig is, zal door middel van een koninklijk besluit artikel 18b komen te vervallen en geldt de reguliere uitslagbepaling als bedoeld in artikel 17 Ekb. Het streven is om dit artikel uiterlijk op 1 januari 2023 te laten vervallen. Dit met als reden dat er, mocht er een eventueel nieuwe maatregel via een ministeriële regeling komen, deze zal gelden voor studiejaar 2021–2022. Met studenten die eventueel uitlopen in hun opleiding, zal de maatregel kunnen gelden tot 1 januari 2023.

Eerste ministeriële regeling

Gelijktijdig met de invoering van dit voorliggende wijzigingsbesluit, wordt een ministeriële regeling vastgesteld waarin, in lijn met het recentelijk opgestelde Servicedocument 5.1, wordt geregeld dat studenten die vóór 1 augustus 2022 diplomeren, de mogelijkheid wordt geboden om het diploma te behalen zonder dat examen is afgelegd voor keuzedelen en rekenen.8

Indien de ministeriële regeling het toestaat, beslist het bevoegd gezag vervolgens of er van deze ruimte gebruik wordt gemaakt, onderbouwt de keuze, communiceert hier duidelijk over met de studenten en past zo nodig het examenprogramma hierop aan. Als studenten verzoeken om alsnog examen te doen voor het betreffende examenonderdeel, is afgesproken met de instellingen dat zij zich wel inspannen om deze verzoeken te honoreren. Voor die studenten die wel resultaten hebben behaald voor de bij ministeriële regeling bepaalde examenonderdelen, geldt dat deze resultaten worden vermeld op de resultatenlijst.

Terugwerkende kracht

Het voorliggende wijzigingsbesluit treedt zo spoedig mogelijk in werking en werkt terug tot en met 1 augustus 2020, de start van het studiejaar. Hiermee komt het nieuwe artikel 18b in de plaats van het huidige artikel 18b. Ook de ministeriële regeling die bepaalt dat keuzedelen en rekenen geen resultaat behoeven voor diplomering, zal terugwerken tot en met 1 augustus 2020. Terugwerkende kracht is hierbij noodzakelijk, zodat deze nieuwe mogelijkheid het huidige artikel 18b volledig vervangt, dat 1 augustus 2020 in werking is getreden. De (eerste) ministeriële regeling op basis van het nieuwe artikel 18b, zal ruimer zijn dan de huidige mogelijkheden, omdat de bevoegdheid ook geldt voor rekenen. Deze ruimere mogelijkheid zal gelden vanaf 1 augustus 2020, alsof het huidige artikel 18b niet heeft bestaan.

Gevolgen voor de studenten

Met deze maatregel hoeven studenten die tot de doelgroep behoren, wanneer het bevoegd gezag hiertoe besluit, geen examen af te leggen in de in de ministeriële regeling bepaalde generieke examenonderdelen. Indien er geen examen hoeft te worden afgelegd, hoeft ook het onderwijs niet te worden gevolgd. Hierdoor worden deze studenten ontlast. Daardoor is er een grotere kans voor het behalen van het diploma zonder studievertraging. Als studenten verzoeken om alsnog examen te mogen doen, en dus onderwijs te mogen volgen, in deze generieke examenonderdelen, dient de instelling zich wel in te spannen om deze verzoeken te honoreren. Als studenten verzoeken om alsnog examen te doen voor de keuzedelen of rekenen, dient de school zich wel in te spannen om deze verzoeken te honoreren.

Gevolgen voor de instellingen

Instellingen krijgen door deze maatregel meer ruimte om in deze zeer uitdagende periode, focus te leggen op het geven van onderwijs en het verzorgen van examens in de onderdelen van de opleiding die meetellen voor het behalen van het diploma. Als hiervoor wordt gekozen, zorgt dit voor vermindering van de werklast. Instellingen moeten deze besluiten wel goed onderbouwen, vastleggen en communiceren aan studenten.

Gevolgen voor Caribisch Nederland

Deze wijziging heeft geen gevolgen voor Caribisch Nederland, aangezien het Ekb uitsluitend van toepassing is in Europees Nederland.

Regeldruk

Omdat dit wijzigingsbesluit alleen de grondslag regelt voor een ministeriële regeling, gaat de regeldruk op dit moment alleen over het kennisnemen van deze wijziging. Deze regeldruk is nihil, ook omdat er via het Servicedocument al eerder kennis van is genomen.

De regeldruk van de eerste ministeriële regeling zal nader worden uitgewerkt in de ministeriële regeling zelf. Omdat er met deze eerste ministeriële regeling sprake is van een verlenging van een al bestaand besluit, zal de regeldruk hiervoor niet substantieel zijn.

Dit besluit is voorgelegd aan het Adviescollege toetsing regeldruk. Het is echter niet geselecteerd voor formele advisering, omdat dit besluit geen directe gevolgen heeft voor de regeldruk.

Uitvoering en handhaving

DUO en de Inspectie van het Onderwijs achten het besluit uitvoerbaar en handhaafbaar. Een aantal door hen gemaakte opmerkingen zijn in de toelichting verwerkt.

Financiële gevolgen

Dit besluit heeft geen financiële gevolgen voor de rijksbegroting.

Artikelsgewijs deel

Artikel I

Onderdeel A

Artikel 18b geldt thans voor studenten die vóór 1 augustus 2021 hun diploma halen. Dit artikel wordt opnieuw vastgesteld. Hierbij worden de mogelijkheden van het artikel verruimd en flexibeler inzetbaar gemaakt. Met het nieuwe artikel 18b wordt namelijk een grondslag gecreëerd voor een ministeriële regeling. Daarin wordt bepaald voor welke periode en voor welk examenonderdeel het bevoegd gezag van een instelling kan beslissen dat het betreffende examenonderdeel geen onderdeel behoeft te zijn van het examen van een beroepsopleiding. Hiermee is meer maatwerk mogelijk en kan per periode bekeken worden voor welke examenonderdelen (rekenen, keuzedelen of allebei) de afwijking geldt en onder welke voorwaarden. Hierbij geldt in ieder geval de voorwaarde in het tweede lid: de afwijking kan slechts gelden in verband met het beperken van de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 voor studenten of personeel. De werkwijze van artikel 18a en het huidige artikel 18b wordt voortgezet; het is aan het bevoegd gezag of gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden die geboden worden. Het bevoegd gezag dient zelf de afweging te maken of dit nodig is in verband met de gevolgen van COVID-19.

Op grond van het derde lid wordt in de ministeriële regeling in ieder geval opgenomen voor hoelang de afwijkingsbevoegdheid geldt. Concreet betekent dit dat de student moet zijn gediplomeerd vóór het tijdstip dat in de ministeriële regeling zal worden bepaald. Ook wordt in de ministeriële regeling bepaald voor welke examenonderdelen de afwijking geldt en voor welke beroepsopleiding(en) de uitzondering geldt. In het mbo worden immers vier soorten beroepsopleidingen onderscheiden en wordt een onderscheid gemaakt tussen de beroepsopleidende en de beroepsbegeleidende leerweg.

Het vierde lid regelt de toepassing van de uitslagbepaling van artikel 17 indien het bevoegd gezag gebruik maakt van deze bevoegdheid. Dit betekent dat er in voorkomend geval voor de duur van de ministeriële regeling het betreffende examenonderdeel niet hoeft te worden afgelegd om een mbo-diploma te kunnen behalen.

Met het eerste lid wordt in principe de reikwijdte van de bevoegdheid bepaald: het geldt slechts voor de examenonderdelen rekenen en die een keuzedeel betreffen. Voor de uitzonderlijke situatie dat het wenselijk is voor een ander generiek examenonderdeel af te wijken van artikel 3 Ekb, geeft het vijfde lid de mogelijkheid om artikel 18b hierop van overeenkomstige toepassing te verklaren bij ministeriële regeling. Dat artikel 18b slechts in een uitzonderlijke situatie van overeenkomstige toepassing kan worden verklaard op een ander generiek examenonderdeel dan rekenen, volgt uit de in het vijfde lid gestelde eisen. Dit kan namelijk slechts indien de epidemiologische situatie gedurende de coronacrisis zodanig verslechtert dat het niet langer in het belang is van studenten om vast te houden aan de huidige diplomaeisen. Hierbij dient een afweging plaats te vinden tussen de doelen die worden beoogd met de beroepsopleiding enerzijds en anderzijds het voorkomen van studievertraging. Indien aan deze eisen is voldaan, kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat het betreffende examenonderdeel of een deel ervan voor een bepaalde groep studenten niet behoeft te worden afgelegd. De diplomawaarde vloeit voort uit de drievoudige kwalificatieplicht, genoemd in artikel 1.2.1, tweede lid, van de wet. Op deze manier wordt gewaarborgd dat niet lichtvaardig kan worden besloten dat het afleggen van een examenonderdeel Nederlandse taal – of Engels voor mbo-4- tijdelijk niet nodig is. Wanneer afwijking mogelijk wordt gemaakt in een ministeriële regeling, geldt vervolgens ook hier dat ieder bevoegd gezag van een mbo-instelling zelf ook nog zal moeten afwegen of het gebruikmaken van deze mogelijkheid noodzakelijk is om de gevolgen van de uitbraak van COVID-19 te beperken voor de studenten of het personeel van de instelling.

Onderdeel B

Indien artikel 18b niet meer nodig is, zal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om artikel I, onderdeel B, bij koninklijk besluit in werking te laten treden, waardoor artikel 18b vervalt. Naar verwachting zal dit 1 januari 2023 het geval zijn.

Artikel II

Het Tijdelijk besluit van 13 oktober 2020 tot wijziging van het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB vanwege een afwijkende examinering voor de keuzedelen in verband met de uitbraak van COVID-19 voor mbo-studenten die voor 1 augustus 2021 hun diploma behalen voorziet reeds in een vervalbepaling voor artikel 18b. Omdat artikel 18b opnieuw wordt vastgesteld en voor een langere periode gaat gelden, vervallen de vervalbepaling en de inwerkingtreding daarvan in dit tijdelijke besluit.

Artikel III (inwerkingtreding)

Het nieuwe afwijkingsmogelijkheid in artikel 18b zal in de plaats komen van de huidige afwijkingsmogelijkheid in artikel 18b en zal gelden vanaf de start van studiejaar 2020–2021. Daarom treedt deze wijziging zo spoedig mogelijk in werking en werkt deze terug tot 1 augustus 2020, de start van het studiejaar. Zie hiervoor nader paragraaf Terugwerkende kracht in het algemeen deel.

In tegenstelling tot de eerdere besluiten, is nu geen expliciete vervaldatum opgenomen. Deze is niet opgenomen, omdat onduidelijk is tot wanneer de gevolgen van de coronacrisis zullen doorwerken en tot wanneer het wenselijk is om af te wijken van de huidige uitslagbepaling. Uiteraard kan niet blijvend gebruik worden gemaakt van artikel 18b. De bevoegdheid in artikel 18b kan slechts toegepast worden indien dit mogelijk is gemaakt bij ministeriële regeling en de bevoegdheid slechts gebruikt kan worden in verband met het beperken van de gevolgen van de coronacrisis. Wanneer er geen ministeriële regeling meer geldt, is er geen bevoegdheid meer om gebruik te maken van deze uitzonderingsmogelijkheid. Wanneer het niet meer nodig is om in verband met de gevolgen van de coronacrisis af te wijken, zal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om artikel 18b bij koninklijk besluit te laten vervallen. Thans wordt voorzien dat dat uiterlijk op 1 januari 2023 het geval zal zijn.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Zijnde de voorbereiding op de arbeidsmarkt, doorstroom naar het vervolgonderwijs en deelname aan de samenleving.

X Noot
2

Benoemd in het Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 3.0 en het Verantwoord Diplomabesluit versie 2.0, die werden afgestemd met en gesteund worden door de besturen in de mbo sector.

X Noot
3

Stb. 2020, 202.

X Noot
4

Benoemd in het Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 4.0 en het Verantwoord Diplomabesluit versie 3.0 wederom afgestemd met en gesteund door de besturen in de mbo sector.

X Noot
5

Stb. 2020, 392.

X Noot
6

Zie ook de kamerbrief Monitoring gevolgen COVID-19 in mbo en ho van 24 november 2020.

X Noot
7

Servicedocument mbo-aanpak Coronavirus COVID-19 versie 5.1 en het Verantwoord Diplomabesluit versie 5.1, wederom afgestemd met en gesteund door de besturen in de mbo sector.

X Noot
8

Voor de entreeopleiding is het al mogelijk om ook zonder niveaubepaling op alle of enkele taalvaardigheden voor Nederlandse taal te diplomeren. Die mogelijkheid bestond echter al, hiervoor is geen wijziging van het Ekb nodig.

Naar boven