Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 november 2021, nr. WJZ/ 21188813, tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 om extra steun mogelijk te maken voor organisatoren van evenementen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 2, 4, 5, 15, 16, 19, 25, 42 en 50 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Minister verstrekt aan de organisator van een evenement op aanvraag subsidie ter dekking van de kosten voor het organiseren van een evenement dat niet plaatsvindt omdat het moet worden geannuleerd als gevolg van een evenementenverbod.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt de zinsnede ‘indien ten minste twee eerdere edities van het evenement geheel of gedeeltelijk in Nederland hebben plaatsgevonden’ vervangen door ‘indien ten minste één eerdere editie van het evenement geheel of gedeeltelijk in Nederland heeft plaatsgevonden’.

3. In het derde lid wordt de zinsnede ‘indien ten minste twee eerdere edities van het evenement hebben plaatsgevonden’ vervangen door ‘indien ten minste één eerdere editie van het evenement heeft plaatsgevonden’.

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Aanvraag tot subsidieverlening

Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend in de periode vanaf 18 juni 2021 tot en met:

  • a. uiterlijk drie weken na inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 november 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 om extra steun mogelijk te maken voor organisatoren van evenementen (Stcrt. 2021, 45860); of

  • b. indien dit later is dan het tijdstip, bedoeld in onderdeel a, ten minste drie weken voor de geplande datum van het evenement.

C

Artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor evenementen met een geplande einddatum voor 10 juli 2021 of een geplande startdatum na 24 september 2021 geldt, indien subsidie wordt verstrekt voor meer dan 80% van de subsidiabele kosten per aanvrager, voor het deel van de subsidie dat dit percentage te boven gaat een terugbetalingsverplichting als bedoeld in artikel 42 van het Kaderbesluit.

D

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt ‘Derde’ vervangen door ‘Derde of Vierde’.

2. Het negende lid vervalt.

E

In artikel 7, eerste lid, wordt ‘€ 385 miljoen’ vervangen door ‘€ 450 miljoen’.

F

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt onderdeel c, onder vervanging van ‘, of’ aan het slot van onderdeel b door een punt.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot het tweede lid.

G

Artikel 11, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. een exploitatieoverzicht betreffende de meest recent in Nederland gehouden editie van het evenement, dan wel, in geval van een internationaal sportevenement, een exploitatieoverzicht betreffende de meest recent gehouden editie van het evenement;.

H

Artikel 13, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Een aanvraag tot subsidievaststelling wordt door de subsidieontvanger ingediend:

    • a. uiterlijk 13 weken na de datum waarop het evenementenverbod is vastgesteld waardoor het evenement moet worden geannuleerd; of

    • b. indien dit later is dan het tijdstip bedoeld in onderdeel a, uiterlijk dertien weken na inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 3 november 2021 tot wijziging van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 om extra steun mogelijk te maken voor organisatoren van evenementen (Stcrt. 2021, 45860).

I

In artikel 14 wordt in het eerste en in het tweede lid ‘Staatssteunmaatregel SA.62743 (2021/N)’ vervangen door ‘Staatssteunmaatregelen SA.62743 (2021/N) en SA.100223(2021/N)’.

J

Paragraaf 2.2 van bijlage 1 wordt vervangen door de in de bijlage bij deze regeling opgenomen paragraaf 2.2.

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling werkt ten aanzien van artikel I, onderdelen A tot en met C, onderdeel D, subonderdeel 2 en onderdelen E tot en met H terug tot en met 18 juni 2021.

  • 3. Deze regeling werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel D, subonderdeel 1 terug tot en met 24 juli 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 november 2021

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL J

2.2. Betrouwbaarheid en materialiteit controleverklaring

Bij zijn oordeelsvorming over de naleving van de subsidievoorwaarden streeft de accountant naar een redelijke mate van zekerheid. Indien dit begrip voor het gebruik van statistische technieken gekwantificeerd moet worden, wordt een betrouwbaarheid van 95 procent gehanteerd.

Een controleverklaring met een goedkeurende strekking impliceert dat, gegeven eerder genoemde betrouwbaarheid, de som van de afwijking en de onzekerheid niet groter is dan twee procent van het totaalbedrag aan subsidiabele kosten dat in het financieel verslag wordt verantwoord. De hierna vermelde goedkeuringstoleranties zijn in dit kader van toepassing voor de bepaling van de strekking van de af te geven controleverklaring.

Materialiteitstabel

Goedkeurende

controleverklaring

Verklaring met beperking

Verklaring van oordeelonthouding/

Afkeurende verklaring

Fouten (afwijkingen) in het financieel verslag en onzekerheden in de controle

≤ 2%

> 2% en ≤ 4%

> 4%

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Aanleiding en doel

Op 18 juni 2021 is de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 in werking getreden. De regeling heeft als doel om de evenementensector, die hard wordt geraakt door de COVID-19-crisis, tegemoet te komen in de kosten die worden gemaakt voor het organiseren van een evenement in de tweede helft van 2021 wanneer dat evenement onverhoopt door de overheid wordt verboden vanwege de coronasituatie. Door op deze manier het investeringsverlies te dekken staat de rijksoverheid als het ware garant voor de gemaakte kosten. Het kabinet beoogt op deze manier de levensvatbaarheid van de sector, inclusief de achterliggende keten van betrokken bedrijven, voor de nabije toekomst te bevorderen.

Na de eerdere versoepelingen van de coronamaatregelen, van 24 juni 2021, is sinds begin juli 2021 het aantal coronabesmettingen zodanig opgelopen dat het kabinet op 9 juli 2021 heeft besloten om ongeplaceerde evenementen van 10 juli tot en met 13 augustus te verbieden.

Organisatoren werden door dit abrupte besluit overvallen en hadden veelal al kosten gemaakt in de voorbereiding van een evenement die niet meer teruggedraaid konden worden. Dit gold zowel voor de evenementen die in de eerste dagen na 9 juli 2021 gepland stonden, waarvoor bijvoorbeeld de podia al opgebouwd waren maar ook voor latere evenementen waarvoor reeds aanbetalingen aan artiesten en andere toeleveranciers waren gedaan. Het kabinet heeft daarom bij Kamerbrief van 14 juli 2021 aangekondigd organisatoren die een evenement moeten annuleren als gevolg van het op 9 juli 2021 aangekondigde verbod, een ruimere tegemoetkoming te willen bieden. Vervolgens heeft het kabinet op 2 augustus 2021 kenbaar gemaakt het evenementenverbod op eendaagse evenementen zonder vaste zitplaats te verlengen tot 1 september 2021. Kleinschalige evenementen zonder vaste zitplaats die in de buitenlucht (of open tent) worden gehouden zijn vanaf 14 augustus 2021 onder strikte voorwaarden wel toegestaan (onder andere maximaal 750 bezoekers die een coronatoegangsbewijs hebben). Op 13 augustus 2021 heeft het kabinet kenbaar gemaakt het hiervoor beschreven evenementenverbod te verlengen tot 20 september 2021 waarna dit verbod op 14 september 2021 is verlengd tot 25 september 2021. Op 29 september 2021 is besloten om de voorwaarde te laten vervallen dat een organisator van een evenement dat na 30 september plaatsvindt de subsidie ten minste drie maanden voor de geplande datum van het evenement moet hebben aangevraagd.

Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten de garantieregeling aan te passen.

2. Wijzigingen in het kort

Alleen evenementen die moeten worden geannuleerd vanwege een evenementenverbod komen voor subsidie in aanmerking op grond van de onderhavige regeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat na de verlenging van het evenementenverbod op 13 augustus 2021 tot en met 19 september 2021 en na verlenging van het verbod op 14 september tot 25 september 2021 subsidie kan worden verkregen voor (onder andere) ongeplaceerde evenementen met een bezoekersaantal dat boven de 750 personen ligt (hiervoor geldt een verbod). Kiest de organisator er echter voor om zijn evenement door te laten gaan met minder dan 750 bezoekers dan komt deze organisator niet meer in aanmerking voor compensatie. De eventuele (financiële) nadelen van deze keuze vallen dan onder het eigen ondernemersrisico. Voor geplaceerde evenementen geldt geen verbod; deze zijn onder andere toegestaan met de verplichte 1,5 meter afstand of op 2/3 van de reguliere capaciteit. Deze evenementen vallen niet onder de (compensatiemogelijkheid van de) onderhavige garantieregeling. Vanaf 25 september 2021 geldt alleen nog een verbod voor een geheel of gedeeltelijk ongeplaceerd evenement dat binnen en tussen 0.00 en 06.00 wordt gehouden, en waarbij geen sprake is van doorstroom van de deelnemers. Tegen deze achtergrond wordt de garantieregeling gewijzigd.

Allereerst wordt het vergoedingspercentage verhoogd naar 100% van de subsidiabele kosten waar eerst 80% werd vergoed en voor de overige 20% een terugbetalingsplicht gold. Het kabinet acht het, gelet op de (zeer) korte aankondigingstermijnen van de verboden van 9 juli, 13 augustus en 14 september 2021, niet wenselijk om 20% van de gemaakte projectkosten voor rekening van de organisator te laten komen. Deze aanpassing geldt na het kabinetsbesluit van 14 september 2021 tot 25 september 2021.

De aanvraagtermijn voor de subsidie wordt versoepeld. Tot nog toe gold 30 juni 2021 als uiterste indiendatum voor evenementen die voor 1 oktober 2021 zouden plaatsvinden. Nu de regeling op 18 juni 2021 in werking is getreden, en er op dat moment geen evenementenverbod gold voor de periode na 1 juli 2021, hebben organisatoren van evenementen die kort na 1 juli gepland stonden, zich wellicht onvoldoende gerealiseerd dat zij alsnog het risico liepen dat hun evenement geannuleerd moest worden. Door het voortduren van de coronacrisis met de bijbehorende evenementenverboden geldt hetzelfde voor organisatoren van evenementen die na 30 september 2021 zouden moeten plaatsvinden; deze organisatoren moeten hun aanvraag ten minste drie maanden voor de geplande datum van het evenement hebben gedaan. Vanwege deze reden wordt de uiterlijke datum waarop een aanvraag voor een subsidie kan worden gedaan verschoven naar drie weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling óf tot drie weken voor de geplande datum van het evenement. Daarmee kunnen te laat ingediende aanvragen voor evenementen alsnog worden meegenomen en kunnen organisatoren die tot de doelgroep behoren, maar tot dusverre geen aanvraag ingediend hadden, dit alsnog doen.

Ook de termijn voor het indienen van de subsidievaststelling wordt aangepast. Aanvragen tot subsidievaststelling kunnen uiterlijk 13 weken na het evenementenverbod worden ingediend of 13 weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

De voorwaarde dat op het tijdstip van indienen van de aanvraag geen evenementenverbod is aangekondigd of vastgesteld wordt geschrapt om organisatoren te blijven stimuleren om evenementen te organiseren en om te voorkomen dat zij vervolgens geen aanspraak kunnen maken op subsidie wanneer er weer een plotseling evenementenverbod noodzakelijk is en wordt ingesteld.

Met ingang van de onderhavige regeling kunnen ook de kosten voor artiesten van buiten de EU bij een evenementenverbod gesubsidieerd worden. Dit omdat veel ingehuurde artiesten van buiten de EU komen. Tot nog toe waren de gemaakte kosten voor artiesten uit bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk niet subsidiabel. Deze wijziging geldt voor de hele looptijd van de regeling, dus tot en met 31 december 2021. Om meer evenementen onder de garantieregeling te laten vallen behoeft nog maar één eerdere editie van het evenement te hebben plaatsgevonden om aanspraak te kunnen maken op de garantieregeling, in plaats van twee eerdere edities. Met het oog op de genoemde verruimingen is het subsidieplafond verhoogd naar € 450 miljoen. Deze verhoging is naar verwachting afdoende om de kosten die gepaard gaan met de verruimingen te dekken.

3. Staatssteun

De subsidie wordt verstrekt aan ondernemingen en bevat staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (hierna: VWEU). Om die reden is de tijdelijke regeling van 16 juni 2021 conform artikel 108, derde lid, van het VWEU ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld. De Europese Commissie heeft deze subsidieregeling op 11 juni 2021 goedgekeurd, omdat deze past binnen de voorwaarden van artikel 107, tweede lid, onderdeel b, van het VWEU (SA.62743(2021/N)). Ook de wijzingen opgenomen in deze regeling zijn op 5 oktober 2021 ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld. De Europese Commissie heeft op 21 oktober 2021 de wijzigingen goedgekeurd (SA.100223(2021/N)).

4. Regeldruk

Deze regeling is bedoeld om organisatoren van evenementen subsidie te verstrekken als evenementen verboden worden door de rijksoverheid vanwege een ongunstig epidemiologisch beeld met betrekking tot COVID-19. RVO voert de regeling uit. Het loket voor ondernemers wordt zo ingericht dat de ondernemer stap voor stap met een leeswijzer wordt meegenomen bij het invullen van de aanvraag.

De onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de oorspronkelijke regeling die op 18 juni 2021 in werking is getreden. Een aantal wijzigingen – die terugwerken tot en met 18 juni 2021 – heeft een verhoging van de regeldruk tot gevolg in vergelijking met de oorspronkelijke regeling. Tegelijkertijd is er een beter zicht op het aantal aanvragen voor subsidie, het aantal vaststellingsverzoeken en het aantal wijzigingsverzoeken dat moet worden ingediend vanwege de nieuwe regels. Om deze redenen is ervoor gekozen om in deze paragraaf niet alleen de wijzigingen in regeldruk ten opzichte van de oorspronkelijke regeling op te nemen maar om wederom de totale regeldruk weer te geven.

Aanvraag subsidieverlening

De regeldruk voor de gedupeerde onderneming behelst het kennisnemen van de regeling, het invullen van de aanvraag en het verzamelen en uploaden van de in artikel 11 vereiste bewijsstukken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de kennisneming een kwartier kost en de invulling van de complete aanvraag en het uploaden van bewijs door de organisator een uur aan inzet kost, dus in totaal 5 kwartier per evenement. Uitgaande van 600 aanvragen voor een subsidie die, tegen een gemiddeld uurtarief van € 54, een aanvraag zullen doen, komen de geraamde regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag tot subsidieverlening op € 40.500. Voor een wijzigingsverzoek wordt uitgegaan van een half uur inzet. Voor 100 wijzigingsverzoeken komen de geraamde kosten op € 2.700. De totale geraamde regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag tot subsidieverlening komen hiermee uit op € 43.200.

Aanvraag subsidievaststelling

Indien een evenement daadwerkelijk wordt geannuleerd, zal de organisator een aanvraag tot subsidievaststelling moeten doen. Hiervoor wordt ervan uitgegaan dat het invullen van de aanvraag en het verzamelen en uploaden van de in artikel 13 vereiste bewijsstukken een half uur in beslag neemt. Daarnaast wordt bij de inschatting verondersteld dat van de 600 evenementen 400 niet doorgaan. De geraamde regeldrukkosten van de vaststellingen komen daarmee op € 10.800 (400 evenementen, € 54 per uur). Hierbij is een controleverklaring van een accountant vereist als het subsidiebedrag meer dan € 125.000 bedraagt. Indien het subsidiebedrag tussen de € 25.000 en € 125.000 bedraagt zal gewerkt worden met een derdenverklaring. Deze verklaringen worden geraamd op gemiddeld € 5.000. Dit zijn subsidiabele kosten. In totaal bedragen deze kosten (400 evenementen x € 5.000) € 2.000.000.

De ingeschatte regeldrukkosten voor de organisatoren komen daarmee uit op € 54.000. Voor de accountantsverklaring komen de totale kosten op € 2,0 miljoen.

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

5. Vaste verandermomenten

Met de inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten voor regelgeving, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding.

II. ARTIKELEN

Artikel I, onderdeel A (artikel 3, eerste en tweede lid)

Met de invoering van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 is beoogd organisatoren die een evenement moeten annuleren vanwege een evenementenverbod tegemoet te komen in de gemaakte projectkosten. In het eerste lid van artikel 3 is verduidelijkt dat alleen subsidie wordt verstrekt indien het evenement moet worden geannuleerd als gevolg van een afgekondigd evenementenverbod en ook daadwerkelijk niet plaatsvindt. Het betreft hier een tekstuele verduidelijking, geen inhoudelijke aanpassing. Daarnaast is de eis vervallen dat alleen subsidie kan worden aangevraagd als al twee eerdere edities van het evenement zijn gehouden (tweede lid, onderdeel b, en derde lid). Subsidie kan al worden aangevraagd indien er één eerdere editie van het evenement is gehouden.

Artikel I, onderdeel B (artikel 4)

Met de wijziging van artikel 4 is de periode waarin subsidie kan worden aangevraagd aangepast. Subsidie voor een gepland evenement dat moet worden geannuleerd vanwege een evenementenverbod kan worden aangevraagd tot drie weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling, of, wanneer dit later is, tot drie weken voor de geplande datum van het evenement. In het laatste geval kan voor een evenement dat plaats zal vinden op 22 december uiterlijk op 1 december een aanvraag gedaan worden als dit een later tijdstip oplevert dan drie weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.

Artikel I, onderdeel C (artikel 5, tweede lid)

In dit artikel is geregeld dat de subsidie voor een organisator van een evenement dat plaats zou moeten vinden in de periode vanaf 10 juli 2021 en tot en met 24 september 2021 100% van de subsidiabele kosten bedraagt, zonder dat voor dit bedrag gedeeltelijk een terugbetalingsverplichting bestaat. Voor evenementen met een geplande einddatum voor 10 juli 2021 of een geplande startdatum vanaf 25 september 2021 geldt dat indien subsidie wordt verstrekt voor meer dan 80% van de subsidiabele kosten, voor het deel van de subsidie dat dit percentage te boven gaat een terugbetalingsverplichting geldt.

Artikel I, onderdeel D (artikel 6, zesde en negende lid)

Op 24 juli 2021 is de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid in werking getreden (Strcrt 2021, nr. 36246). Deze vierde noodmaatregel voorziet evenals de derde noodmaatregel in de tegemoetkoming in de loonkosten van werkgevers teneinde de werkgelegenheid onder buitengewone omstandigheden te behouden. Organisatoren die een tegemoetkoming hebben verkregen op grond van deze noodmaatregelen kunnen de kosten waarvoor zij een tegemoetkoming hebben ontvangen vervolgens niet tevens als subsidiabele kosten voor deze regeling opvoeren. Dit was in het zesde lid van artikel 6 reeds geregeld voor de Derde tijdelijke noodmaatregel. Met de onderhavige wijziging is hieraan de Vierde tijdelijke noodmaatregel toegevoegd, nu die inmiddels ook in werking is getreden. Deze toevoeging is noodzakelijk omdat met het oog op de verleende staatssteungoedkeuring onder de onderhavige regeling geen kosten mogen worden vergoed die reeds op een andere wijze vergoed worden.1 Om deze reden werkt deze wijziging ook terug tot en met 24 juli 2021 (de inwerkingtredingsdatum van de Vierde tijdelijke noodmaatregel). Door het vervallen van het negende lid van artikel 6 komen ook de kosten verbonden aan het inhuren van artiesten van buiten de Europese Unie en de Europese Economisch Ruimte nu voor subsidie in aanmerking.

Artikel I, onderdeel F (artikel 8, eerste en tweede lid)

In artikel 8, eerste lid en onderdeel c, was opgenomen dat de Minister afwijzend op een aanvraag beslist als op het tijdstip van het indienen van de aanvraag reeds een evenementenverbod was aangekondigd of vastgesteld waardoor het evenement geen doorgang kon vinden op de datum waarop het had moeten plaatsvinden. In het tweede lid was een uitzondering opgenomen voor aanvragen tot en met 30 juni 2021. Vanwege het voortduren van de Coronacrisis, de bijbehorende verlengingen van het evenementenverbod en het feit dat het kabinet organisatoren wil blijven stimuleren om evenementen doorgang te laten vinden, vervalt deze afwijzingsgrond. Deze wijziging laat onverlet dat de subsidieontvanger verplicht is alle redelijke maatregelen te nemen om de subsidiabele kosten te beperken (artikel 10, derde lid, van de regeling). Dit geldt temeer op het moment dat het voor een organisator duidelijk is geworden dat er een evenementenverbod gaat worden afgekondigd of al is ingesteld.

Artikel I, onderdeel H (artikel 13, eerste lid)

Op grond van artikel 13, eerste lid (oud), diende een subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling uiterlijk 13 weken na de datum waarop het evenementenverbod was vastgesteld (waardoor het evenement moest worden geannuleerd) in te dienen. Dit betekende dat een aanvraag op grond van het evenementenverbod van 9 juli 2021 uiterlijk op 8 oktober 2021 moest zijn ingediend. In dit onderdeel wordt in artikel 13, eerste lid, onderdeel b, opgenomen dat een aanvraag tot subsidievaststelling ook uiterlijk dertien weken na de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling kan worden ingediend, indien dit tijdstip later is dan het tijdstip bedoeld in onderdeel a. Deze wijziging werkt op grond van artikel II van deze regeling terug tot en met 18 juni 2021.

Artikel I, onderdeel J (paragraaf 2.2 van bijlage 1)

Subsidieverstrekkende departementen hebben met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) afgesproken de rapporteringstoleranties voor fouten en onzekerheden te harmoniseren naar 2% voor fouten en onzekerheden samen. Hiermee sluiten die toleranties aan op wat binnen de Europese Unie gebruikelijk is. Dit heeft geleid tot aanpassing van het protocol dat is opgenomen in bijlage 1.2 bij de Regeling nationale EZK- en LNV subsidies (hierna: RNES) die op 9 juli 2021 in werking is getreden (Stcrt. 2021, 35005). Het protocol bij de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 is zoveel mogelijk gelijkluidend aan het protocol in de RNES. Met de in dit onderdeel opgenomen wijziging wordt in bijlage 1 van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 dan ook dezelfde aanpassing doorgevoerd.

Artikel II

In deze regeling is een aantal wijzigingen opgenomen die ook ten goede moeten komen aan organisatoren die voor het in werking treden van deze wijzigingsregeling reeds een aanvraag hadden ingediend, nog geen aanvraag hadden ingediend of te laat waren met hun aanvraag. Daarom werken de wijzigingen die zijn opgenomen in artikel I, onderdelen A tot en met C, onderdeel D, subonderdeel 2 en onderdelen E tot en met H, terug tot en met 18 juni 2021. De wijziging die is opgenomen in artikel I, onderdeel D, subonderdeel 1, werkt terug tot en met 24 juli 2021. Zie daarover de artikelsgewijze toelichting op artikel I, onderdeel D.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
1

Zie in dit kader overweging 58 van het besluit van de Europese Commissie van 11 juni 2021 met kenmerk: SA.62743(2021/N.

Naar boven