TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Aanleiding en doel
Op 18 juni 2021 is de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 in werking
getreden. De regeling heeft als doel om de evenementensector, die hard wordt geraakt
door de COVID-19-crisis, tegemoet te komen in de kosten die worden gemaakt voor het
organiseren van een evenement in de tweede helft van 2021 wanneer dat evenement onverhoopt
door de overheid wordt verboden vanwege de coronasituatie. Door op deze manier het
investeringsverlies te dekken staat de rijksoverheid als het ware garant voor de gemaakte
kosten. Het kabinet beoogt op deze manier de levensvatbaarheid van de sector, inclusief
de achterliggende keten van betrokken bedrijven, voor de nabije toekomst te bevorderen.
Na de eerdere versoepelingen van de coronamaatregelen, van 24 juni 2021, is sinds
begin juli 2021 het aantal coronabesmettingen zodanig opgelopen dat het kabinet op
9 juli 2021 heeft besloten om ongeplaceerde evenementen van 10 juli tot en met 13 augustus
te verbieden.
Organisatoren werden door dit abrupte besluit overvallen en hadden veelal al kosten
gemaakt in de voorbereiding van een evenement die niet meer teruggedraaid konden worden.
Dit gold zowel voor de evenementen die in de eerste dagen na 9 juli 2021 gepland stonden,
waarvoor bijvoorbeeld de podia al opgebouwd waren maar ook voor latere evenementen
waarvoor reeds aanbetalingen aan artiesten en andere toeleveranciers waren gedaan.
Het kabinet heeft daarom bij Kamerbrief van 14 juli 2021 aangekondigd organisatoren
die een evenement moeten annuleren als gevolg van het op 9 juli 2021 aangekondigde
verbod, een ruimere tegemoetkoming te willen bieden. Vervolgens heeft het kabinet
op 2 augustus 2021 kenbaar gemaakt het evenementenverbod op eendaagse evenementen
zonder vaste zitplaats te verlengen tot 1 september 2021. Kleinschalige evenementen
zonder vaste zitplaats die in de buitenlucht (of open tent) worden gehouden zijn vanaf
14 augustus 2021 onder strikte voorwaarden wel toegestaan (onder andere maximaal 750
bezoekers die een coronatoegangsbewijs hebben). Op 13 augustus 2021 heeft het kabinet
kenbaar gemaakt het hiervoor beschreven evenementenverbod te verlengen tot 20 september
2021 waarna dit verbod op 14 september 2021 is verlengd tot 25 september 2021. Op
29 september 2021 is besloten om de voorwaarde te laten vervallen dat een organisator
van een evenement dat na 30 september plaatsvindt de subsidie ten minste drie maanden
voor de geplande datum van het evenement moet hebben aangevraagd.
Tegen deze achtergrond heeft het kabinet besloten de garantieregeling aan te passen.
2. Wijzigingen in het kort
Alleen evenementen die moeten worden geannuleerd vanwege een evenementenverbod komen
voor subsidie in aanmerking op grond van de onderhavige regeling. Dit betekent bijvoorbeeld
dat na de verlenging van het evenementenverbod op 13 augustus 2021 tot en met 19 september
2021 en na verlenging van het verbod op 14 september tot 25 september 2021 subsidie
kan worden verkregen voor (onder andere) ongeplaceerde evenementen met een bezoekersaantal
dat boven de 750 personen ligt (hiervoor geldt een verbod). Kiest de organisator er
echter voor om zijn evenement door te laten gaan met minder dan 750 bezoekers dan
komt deze organisator niet meer in aanmerking voor compensatie. De eventuele (financiële)
nadelen van deze keuze vallen dan onder het eigen ondernemersrisico. Voor geplaceerde
evenementen geldt geen verbod; deze zijn onder andere toegestaan met de verplichte
1,5 meter afstand of op 2/3 van de reguliere capaciteit. Deze evenementen vallen niet
onder de (compensatiemogelijkheid van de) onderhavige garantieregeling. Vanaf 25 september
2021 geldt alleen nog een verbod voor een geheel of gedeeltelijk ongeplaceerd evenement
dat binnen en tussen 0.00 en 06.00 wordt gehouden, en waarbij geen sprake is van doorstroom
van de deelnemers. Tegen deze achtergrond wordt de garantieregeling gewijzigd.
Allereerst wordt het vergoedingspercentage verhoogd naar 100% van de subsidiabele
kosten waar eerst 80% werd vergoed en voor de overige 20% een terugbetalingsplicht
gold. Het kabinet acht het, gelet op de (zeer) korte aankondigingstermijnen van de
verboden van 9 juli, 13 augustus en 14 september 2021, niet wenselijk om 20% van de
gemaakte projectkosten voor rekening van de organisator te laten komen. Deze aanpassing
geldt na het kabinetsbesluit van 14 september 2021 tot 25 september 2021.
De aanvraagtermijn voor de subsidie wordt versoepeld. Tot nog toe gold 30 juni 2021
als uiterste indiendatum voor evenementen die voor 1 oktober 2021 zouden plaatsvinden.
Nu de regeling op 18 juni 2021 in werking is getreden, en er op dat moment geen evenementenverbod
gold voor de periode na 1 juli 2021, hebben organisatoren van evenementen die kort
na 1 juli gepland stonden, zich wellicht onvoldoende gerealiseerd dat zij alsnog het
risico liepen dat hun evenement geannuleerd moest worden. Door het voortduren van
de coronacrisis met de bijbehorende evenementenverboden geldt hetzelfde voor organisatoren
van evenementen die na 30 september 2021 zouden moeten plaatsvinden; deze organisatoren
moeten hun aanvraag ten minste drie maanden voor de geplande datum van het evenement
hebben gedaan. Vanwege deze reden wordt de uiterlijke datum waarop een aanvraag voor
een subsidie kan worden gedaan verschoven naar drie weken na inwerkingtreding van
deze wijzigingsregeling óf tot drie weken voor de geplande datum van het evenement.
Daarmee kunnen te laat ingediende aanvragen voor evenementen alsnog worden meegenomen
en kunnen organisatoren die tot de doelgroep behoren, maar tot dusverre geen aanvraag
ingediend hadden, dit alsnog doen.
Ook de termijn voor het indienen van de subsidievaststelling wordt aangepast. Aanvragen
tot subsidievaststelling kunnen uiterlijk 13 weken na het evenementenverbod worden
ingediend of 13 weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.
De voorwaarde dat op het tijdstip van indienen van de aanvraag geen evenementenverbod
is aangekondigd of vastgesteld wordt geschrapt om organisatoren te blijven stimuleren
om evenementen te organiseren en om te voorkomen dat zij vervolgens geen aanspraak
kunnen maken op subsidie wanneer er weer een plotseling evenementenverbod noodzakelijk
is en wordt ingesteld.
Met ingang van de onderhavige regeling kunnen ook de kosten voor artiesten van buiten
de EU bij een evenementenverbod gesubsidieerd worden. Dit omdat veel ingehuurde artiesten
van buiten de EU komen. Tot nog toe waren de gemaakte kosten voor artiesten uit bijvoorbeeld
het Verenigd Koninkrijk niet subsidiabel. Deze wijziging geldt voor de hele looptijd
van de regeling, dus tot en met 31 december 2021. Om meer evenementen onder de garantieregeling
te laten vallen behoeft nog maar één eerdere editie van het evenement te hebben plaatsgevonden
om aanspraak te kunnen maken op de garantieregeling, in plaats van twee eerdere edities.
Met het oog op de genoemde verruimingen is het subsidieplafond verhoogd naar € 450
miljoen. Deze verhoging is naar verwachting afdoende om de kosten die gepaard gaan
met de verruimingen te dekken.
3. Staatssteun
De subsidie wordt verstrekt aan ondernemingen en bevat staatssteun in de zin van artikel
107, eerste lid, onderdeel b, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie (hierna: VWEU). Om die reden is de tijdelijke regeling van 16 juni 2021 conform
artikel 108, derde lid, van het VWEU ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese
Commissie aangemeld. De Europese Commissie heeft deze subsidieregeling op 11 juni
2021 goedgekeurd, omdat deze past binnen de voorwaarden van artikel 107, tweede lid,
onderdeel b, van het VWEU (SA.62743(2021/N)). Ook de wijzingen opgenomen in deze regeling
zijn op 5 oktober 2021 ter voorafgaande goedkeuring bij de Europese Commissie aangemeld.
De Europese Commissie heeft op 21 oktober 2021 de wijzigingen goedgekeurd (SA.100223(2021/N)).
4. Regeldruk
Deze regeling is bedoeld om organisatoren van evenementen subsidie te verstrekken
als evenementen verboden worden door de rijksoverheid vanwege een ongunstig epidemiologisch
beeld met betrekking tot COVID-19. RVO voert de regeling uit. Het loket voor ondernemers
wordt zo ingericht dat de ondernemer stap voor stap met een leeswijzer wordt meegenomen
bij het invullen van de aanvraag.
De onderhavige wijzigingsregeling wijzigt de oorspronkelijke regeling die op 18 juni
2021 in werking is getreden. Een aantal wijzigingen – die terugwerken tot en met 18 juni
2021 – heeft een verhoging van de regeldruk tot gevolg in vergelijking met de oorspronkelijke
regeling. Tegelijkertijd is er een beter zicht op het aantal aanvragen voor subsidie,
het aantal vaststellingsverzoeken en het aantal wijzigingsverzoeken dat moet worden
ingediend vanwege de nieuwe regels. Om deze redenen is ervoor gekozen om in deze paragraaf
niet alleen de wijzigingen in regeldruk ten opzichte van de oorspronkelijke regeling
op te nemen maar om wederom de totale regeldruk weer te geven.
Aanvraag subsidieverlening
De regeldruk voor de gedupeerde onderneming behelst het kennisnemen van de regeling,
het invullen van de aanvraag en het verzamelen en uploaden van de in artikel 11 vereiste
bewijsstukken. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de kennisneming een kwartier kost
en de invulling van de complete aanvraag en het uploaden van bewijs door de organisator
een uur aan inzet kost, dus in totaal 5 kwartier per evenement. Uitgaande van 600
aanvragen voor een subsidie die, tegen een gemiddeld uurtarief van € 54, een aanvraag
zullen doen, komen de geraamde regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag
tot subsidieverlening op € 40.500. Voor een wijzigingsverzoek wordt uitgegaan van
een half uur inzet. Voor 100 wijzigingsverzoeken komen de geraamde kosten op € 2.700.
De totale geraamde regeldrukkosten voor de ondernemingen voor de aanvraag tot subsidieverlening
komen hiermee uit op € 43.200.
Aanvraag subsidievaststelling
Indien een evenement daadwerkelijk wordt geannuleerd, zal de organisator een aanvraag
tot subsidievaststelling moeten doen. Hiervoor wordt ervan uitgegaan dat het invullen
van de aanvraag en het verzamelen en uploaden van de in artikel 13 vereiste bewijsstukken
een half uur in beslag neemt. Daarnaast wordt bij de inschatting verondersteld dat
van de 600 evenementen 400 niet doorgaan. De geraamde regeldrukkosten van de vaststellingen
komen daarmee op € 10.800 (400 evenementen, € 54 per uur). Hierbij is een controleverklaring
van een accountant vereist als het subsidiebedrag meer dan € 125.000 bedraagt. Indien
het subsidiebedrag tussen de € 25.000 en € 125.000 bedraagt zal gewerkt worden met
een derdenverklaring. Deze verklaringen worden geraamd op gemiddeld € 5.000. Dit zijn
subsidiabele kosten. In totaal bedragen deze kosten (400 evenementen x € 5.000) € 2.000.000.
De ingeschatte regeldrukkosten voor de organisatoren komen daarmee uit op € 54.000.
Voor de accountantsverklaring komen de totale kosten op € 2,0 miljoen.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
5. Vaste verandermomenten
Met de inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van de systematiek van vaste verandermomenten
voor regelgeving, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste
dag van een kwartaal in werking treden en minimaal twee maanden voordien bekend worden
gemaakt. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat de doelgroep gebaat is bij spoedige
inwerkingtreding.
II. ARTIKELEN
Artikel I, onderdeel A (artikel 3, eerste en tweede lid)
Met de invoering van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 is beoogd
organisatoren die een evenement moeten annuleren vanwege een evenementenverbod tegemoet
te komen in de gemaakte projectkosten. In het eerste lid van artikel 3 is verduidelijkt
dat alleen subsidie wordt verstrekt indien het evenement moet worden geannuleerd als
gevolg van een afgekondigd evenementenverbod en ook daadwerkelijk niet plaatsvindt.
Het betreft hier een tekstuele verduidelijking, geen inhoudelijke aanpassing. Daarnaast
is de eis vervallen dat alleen subsidie kan worden aangevraagd als al twee eerdere
edities van het evenement zijn gehouden (tweede lid, onderdeel b, en derde lid). Subsidie
kan al worden aangevraagd indien er één eerdere editie van het evenement is gehouden.
Artikel I, onderdeel B (artikel 4)
Met de wijziging van artikel 4 is de periode waarin subsidie kan worden aangevraagd
aangepast. Subsidie voor een gepland evenement dat moet worden geannuleerd vanwege
een evenementenverbod kan worden aangevraagd tot drie weken na inwerkingtreding van
deze wijzigingsregeling, of, wanneer dit later is, tot drie weken voor de geplande
datum van het evenement. In het laatste geval kan voor een evenement dat plaats zal
vinden op 22 december uiterlijk op 1 december een aanvraag gedaan worden als dit een
later tijdstip oplevert dan drie weken na inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling.
Artikel I, onderdeel C (artikel 5, tweede lid)
In dit artikel is geregeld dat de subsidie voor een organisator van een evenement
dat plaats zou moeten vinden in de periode vanaf 10 juli 2021 en tot en met 24 september
2021 100% van de subsidiabele kosten bedraagt, zonder dat voor dit bedrag gedeeltelijk
een terugbetalingsverplichting bestaat. Voor evenementen met een geplande einddatum
voor 10 juli 2021 of een geplande startdatum vanaf 25 september 2021 geldt dat indien
subsidie wordt verstrekt voor meer dan 80% van de subsidiabele kosten, voor het deel
van de subsidie dat dit percentage te boven gaat een terugbetalingsverplichting geldt.
Artikel I, onderdeel D (artikel 6, zesde en negende lid)
Op 24 juli 2021 is de Vierde tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van
werkgelegenheid in werking getreden (Strcrt 2021, nr. 36246). Deze vierde noodmaatregel
voorziet evenals de derde noodmaatregel in de tegemoetkoming in de loonkosten van
werkgevers teneinde de werkgelegenheid onder buitengewone omstandigheden te behouden.
Organisatoren die een tegemoetkoming hebben verkregen op grond van deze noodmaatregelen
kunnen de kosten waarvoor zij een tegemoetkoming hebben ontvangen vervolgens niet
tevens als subsidiabele kosten voor deze regeling opvoeren. Dit was in het zesde lid
van artikel 6 reeds geregeld voor de Derde tijdelijke noodmaatregel. Met de onderhavige
wijziging is hieraan de Vierde tijdelijke noodmaatregel toegevoegd, nu die inmiddels
ook in werking is getreden. Deze toevoeging is noodzakelijk omdat met het oog op de
verleende staatssteungoedkeuring onder de onderhavige regeling geen kosten mogen worden
vergoed die reeds op een andere wijze vergoed worden.1 Om deze reden werkt deze wijziging ook terug tot en met 24 juli 2021 (de inwerkingtredingsdatum
van de Vierde tijdelijke noodmaatregel). Door het vervallen van het negende lid van
artikel 6 komen ook de kosten verbonden aan het inhuren van artiesten van buiten de
Europese Unie en de Europese Economisch Ruimte nu voor subsidie in aanmerking.
Artikel I, onderdeel F (artikel 8, eerste en tweede lid)
In artikel 8, eerste lid en onderdeel c, was opgenomen dat de Minister afwijzend op
een aanvraag beslist als op het tijdstip van het indienen van de aanvraag reeds een
evenementenverbod was aangekondigd of vastgesteld waardoor het evenement geen doorgang
kon vinden op de datum waarop het had moeten plaatsvinden. In het tweede lid was een
uitzondering opgenomen voor aanvragen tot en met 30 juni 2021. Vanwege het voortduren
van de Coronacrisis, de bijbehorende verlengingen van het evenementenverbod en het
feit dat het kabinet organisatoren wil blijven stimuleren om evenementen doorgang
te laten vinden, vervalt deze afwijzingsgrond. Deze wijziging laat onverlet dat de
subsidieontvanger verplicht is alle redelijke maatregelen te nemen om de subsidiabele
kosten te beperken (artikel 10, derde lid, van de regeling). Dit geldt temeer op het
moment dat het voor een organisator duidelijk is geworden dat er een evenementenverbod
gaat worden afgekondigd of al is ingesteld.
Artikel I, onderdeel H (artikel 13, eerste lid)
Op grond van artikel 13, eerste lid (oud), diende een subsidieontvanger een aanvraag
tot subsidievaststelling uiterlijk 13 weken na de datum waarop het evenementenverbod
was vastgesteld (waardoor het evenement moest worden geannuleerd) in te dienen. Dit
betekende dat een aanvraag op grond van het evenementenverbod van 9 juli 2021 uiterlijk
op 8 oktober 2021 moest zijn ingediend. In dit onderdeel wordt in artikel 13, eerste
lid, onderdeel b, opgenomen dat een aanvraag tot subsidievaststelling ook uiterlijk
dertien weken na de inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling kan worden ingediend,
indien dit tijdstip later is dan het tijdstip bedoeld in onderdeel a. Deze wijziging
werkt op grond van artikel II van deze regeling terug tot en met 18 juni 2021.
Artikel I, onderdeel J (paragraaf 2.2 van bijlage 1)
Subsidieverstrekkende departementen hebben met de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie
van Accountants (NBA) afgesproken de rapporteringstoleranties voor fouten en onzekerheden
te harmoniseren naar 2% voor fouten en onzekerheden samen. Hiermee sluiten die toleranties
aan op wat binnen de Europese Unie gebruikelijk is. Dit heeft geleid tot aanpassing
van het protocol dat is opgenomen in bijlage 1.2 bij de Regeling nationale EZK- en
LNV subsidies (hierna: RNES) die op 9 juli 2021 in werking is getreden (Stcrt. 2021, 35005). Het protocol bij de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19 is zoveel
mogelijk gelijkluidend aan het protocol in de RNES. Met de in dit onderdeel opgenomen
wijziging wordt in bijlage 1 van de Tijdelijke regeling subsidie evenementen COVID-19
dan ook dezelfde aanpassing doorgevoerd.
Artikel II
In deze regeling is een aantal wijzigingen opgenomen die ook ten goede moeten komen
aan organisatoren die voor het in werking treden van deze wijzigingsregeling reeds
een aanvraag hadden ingediend, nog geen aanvraag hadden ingediend of te laat waren
met hun aanvraag. Daarom werken de wijzigingen die zijn opgenomen in artikel I, onderdelen
A tot en met C, onderdeel D, subonderdeel 2 en onderdelen E tot en met H, terug tot
en met 18 juni 2021. De wijziging die is opgenomen in artikel I, onderdeel D, subonderdeel
1, werkt terug tot en met 24 juli 2021. Zie daarover de artikelsgewijze toelichting
op artikel I, onderdeel D.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok