De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 1.5f, tweede lid, en 4.8, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluit:
ARTIKEL I
De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 9.2c, zevende lid, komt te luiden:
7. Voor de in het eerste tot en met zesde lid bedoelde personen die om redenen van
openbare veiligheid niet opgenomen kunnen worden in het Register veilig werken met
explosieve stoffen, blijven artikel 4.16 van deze regeling, de bijlagen X, paragraaf
6.2.1, en XII, bijlage 2 behorend bij deze regeling en artikel 4.8, tweede, derde
en vierde lid, van het besluit, zoals deze luidden op 31 december 2020, van toepassing.
B
Artikel 9.2e wordt als volgt gewijzigd:
1. in het eerste lid wordt ‘19 januari 2021, verlengd tot en met 15 maart 2021’ vervangen
door ‘9 februari 2021, verlengd tot en met 5 april 2021‘.
2. In het derde en vierde lid wordt ’15 december 2020 tot en met 15 maart 2021’ vervangen
door ‘15 december 2020 tot en met 5 april 2021’.
ARTIKEL II
-
1. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met
1 januari 2021.
-
2. Artikel I, onderdeel B, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met
20 januari 2021.
Den Haag, 25 januari 2021
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
TOELICHTING
Deze wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling regelt twee onderwerpen.
In de eerste plaats is een aanvulling opgenomen in het overgangsrecht in artikel 9.2c
(Artikel I, onderdeel A) in verband met de overgang van certificatieplicht naar registratieplicht
van de springmeester. Die registratieverplichting is met ingang van 1 januari 2021
in werking getreden (Stcrt. 2020, 58183).
Daarbij is een tijdelijke uitzondering toegevoegd voor springmeesters die een dergelijke
functie uitoefenen bij defensie of de politie. Die uitzondering houdt verband met
het feit dat de voor defensiemedewerkers en politiemedewerkers in te stellen registers
nog ingericht moeten worden. De wijziging heeft terugwerkende kracht tot en met 1 januari
2021 (Artikel II, eerste lid).
In de tweede plaats is in verband met de verlenging van de tweede lockdownperiode
een aanpassing opgenomen van artikel 9.2e (Artikel I, onderdeel B) dat is opgenomen
inzake de regels die gelden voor certificering van de werkzaamheden in verband met
asbest. Het betreft een aanpassing van de regelingswijziging die eerder gepubliceerd
is in verband met de lockdown vanaf 15 december 2020 tot en met 19 januari 2021 (Stcrt. 2021, 1006).
Daarmee is voorzien in een verlenging tot en met 5 april 2021 van de geldigheidsduur
van het certificaat van een deskundig asbestverwijderaar (DAV-1 en DAV-2) en een deskundig
toezichthouder asbestverwijdering (DTA), wanneer de geldigheidsduur van zo’n certificaat
eindigt in de periode van 15 december 2020 tot en met 9 februari 2021 (Artikel I,
onder deel B, subonderdeel 1, en Artikel II, tweede lid).
De bestaande vrijstelling voor uitvoering van de zogenaamde facefit-tests wordt eveneens
verlengd, omdat het bij de uitvoering van deze testen niet altijd goed mogelijk blijkt
om voldoende voorzorgsmaatregelen tegen overdracht van het SARS-CoV-2 virus te realiseren,
en de nieuwe varianten van dit virus nog besmettelijker blijken te zijn dan de oorspronkelijke
variant (Artikel I, onderdeel B, subonderdeel 2, en Artikel II, tweede lid). Hiermee
wordt het toegestaan dat de facefit-test in een langere periode dan 12 maanden moet
zijn afgenomen voorafgaand aan een examen voor een examen voor een DAV-1, DAV-2 en
DTA certificaat. Het voldoen aan deze verplichting werkt ook door in de eisen die
gesteld worden aan asbestinventarisatiebedrijven en asbestverwijderingsbedrijven in
de artikelen 14, eerste lid, onderdeel b, en 34, eerste lid, onderdeel b, van het
certificatieschema voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering,
bedoeld in artikel 4.27, onderdelen a en b, van de Arbeidsomstandighedenregeling.
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor
een formeel advies, omdat het geen gevolgen voor de regeldruk heeft.
Het concept van deze regelingswijziging is voorgelegd aan de Inspectie SZW voor commentaar.
Dit heeft geleid tot enkele redactionele aanpassingen.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees