Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 25 oktober 2021, nr. 2021-0000546311, houdende wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT in verband met de verhoging van de grens voor de verplichting tot het opstellen van een WNT-verantwoording

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 4.1, eerste lid, van de Wet normering topinkomens;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 5, eerste, derde en vierde lid, wordt ‘€ 1.700’ telkens vervangen door ‘€ 1.800’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

TOELICHTING

1. Algemeen

De Wet normering topinkomens (hierna: WNT) beoogt bovenmatige bezoldigingen en ontslaguitkeringen in de publieke en semipublieke sector tegen te gaan door deze aan een maximum te binden en openbaar te maken. Het bij die wet behorende normenkader wordt jaarlijks geactualiseerd mede op basis van ervaringen bij de uitvoering. Voor het kalenderjaar 2022 is sprake van het met ingang van 1 januari 2022 verhogen van het in artikel 5, eerste, derde en vierde lid, van de Uitvoeringsregeling WNT (hierna: de regeling) opgenomen bedrag van € 1.700 als ondergrens voor de totale bezoldiging naar € 1.800 in verband met de verhoging van de in artikel 2, zesde lid, Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen maximale vrijwilligersvergoeding per kalenderjaar.

In artikel 5, eerste en vierde lid, van de regeling was bepaald dat de WNT-gegevens openbaar moeten worden gemaakt voor elke topfunctionaris met een totale bezoldiging van € 1.700 of meer per kalenderjaar. In artikel 5, derde lid, van de regeling was bepaald dat van elke topfunctionaris met een totale bezoldiging van minder dan € 1.700 per kalenderjaar alleen de naam en functie openbaar gemaakt hoeven te worden. Het bedrag opgenomen in artikel 5, eerste, derde en vierde lid, is gekoppeld aan het bedrag van de vrijwilligersvergoeding in artikel 2, zesde lid, Wet op de loonbelasting 1964. Met ingang van 1 januari 2021 is het bedrag van bedoelde vrijwilligersvergoeding bij de Bijstellingsregeling directe belastingen 20211 verhoogd naar € 1.800 per jaar. De publicatie van deze verhoging kwam te laat om doorgevoerd te worden in de regeling zoals deze gold met ingang van 1 januari 2021. Door middel van de onderhavige wijziging van de regeling is met ingang van 1 januari 2022 het bedrag van € 1.700 vervangen door € 1.800.

2. Consultatie

Net als in voorgaande jaren, is ook dit keer een concept van de regeling tot wijziging van de Uitvoeringsregeling WNT voor ex ante uitvoeringstoets voorgelegd aan het zogenaamde EAUT-panel (bestaande uit deskundigen uit het veld van onder meer WNT-instellingen, accountantskantoren en advocaten). Het EAUT stemt in met de wijziging. Op de vraag vanuit het EAUT waarom deze wijziging niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd, wordt geantwoord dat het bedrag van € 1.700 reeds is opgenomen in het medio 2021 op de website van www.topinkomens.nl gepubliceerde Verantwoordingsmodel 2021 en het niet wenselijk wordt geacht dit model opnieuw te publiceren, aangezien dat tot verwarring zou kunnen leiden. Daarnaast zal het verschil van € 100 slechts voor een zeer klein aantal topfunctionarissen ertoe leiden dat er in geval van terugwerkende kracht geen WNT-verantwoording hoeft te worden opgesteld.

3. Regeldrukeffecten

3.1. Regeldrukeffecten voor WNT-instellingen

De wijziging opgenomen in artikel I van onderhavige ontwerpregeling (de technische vervanging van een in meerdere leden van artikel 5 van de regeling opgenomen grensbedrag) zal vanwege het naar schatting zeer kleine aantal topfunctionarissen waarvoor deze wijziging relevant zal zijn, naar verwachting geen extra regeldrukeffecten opleveren voor WNT-instellingen.

3.2. Regeldrukeffecten voor controlerende accountants (out-of-pocket kosten voor WNT-instellingen)

De wijziging opgenomen in artikel I van onderhavige ontwerpregeling (de technische vervanging van een in meerdere leden van artikel 5 van de regeling opgenomen grensbedrag) zal vanwege het naar schatting zeer kleine aantal topfunctionarissen waarvoor deze wijziging relevant zal zijn, naar verwachting geen extra regeldrukeffecten opleveren voor accountants.

3.3. Advisering door het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022. Daarmee is voldaan aan de regels met betrekking tot de vaste verandermomenten en publicatie twee maanden voor inwerkingtreding.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven