Besluit van de programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 1 juli 2021, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de programmadirecteur-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatbesluit DGO Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021)

De programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 3, tweede lid van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 3.3 van de Comptabiliteitswet 2016 en paragraaf 1.3 van de CAO Rijk;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters van Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de programmadirecteur-generaal Ondermijning verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel of programma betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de programmadirecteur Criminele Geldstromen;

    • b. de programmadirecteur Ondermijning.

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters van Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de programmadirecteur-generaal Ondermijning verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

Als bevoegd gezag als bedoeld in paragraaf 1.3 van de CAO Rijk, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de programmadirecteur-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

  • b. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid genoemde ambtenaren betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 5

De programmadirecteur-generaal Ondermijning wordt bij afwezigheid vervangen door de directeur Criminele Geldstromen (tevens plv. DG). Bij afwezigheid van de programmadirecteur-generaal Ondermijning en de directeur Criminele Geldstromen vindt vervanging plaats door de programmadirecteur Ondermijning. De in artikel 1, eerste lid, onder a en b, genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1, eerste lid, genoemde bevoegdheden.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 november 2020.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit DGO Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021.

Dit besluit zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

De programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Dam

BIJLAGE 1. BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN HET MANDAATBESLUIT DGO MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2021

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) aan het bevoegd gezag zijn toegekend.

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit, bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het ARAR aan het bevoegd gezag zijn toegekend, met uitzondering van de bevoegdheden tot aanstelling (hoofdstuk II, paragraaf 2, ARAR), bevorderen naar een hogere salarisschaal (artikel 8, BBRA), het opleggen van disciplinaire straffen (artikel 80, derde lid ARAR) en ontslag (artikel 93, ARAR), alsmede het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

 

Kolom 1

Kolom 2

 

Hoofd van dienst

 
     

1.

programmadirecteur-generaal Ondermijning

A

1.1.

plv. PDGO

A

     

2.

programmadirecteur Criminele Geldstromen

A

     

3.

programmadirecteur Ondermijning

A

     

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

De programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Dam

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 3 VAN HET MANDAATBESLUIT DGO MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2021

De ambtenaren genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 3.3. van de Comptabiliteitswet 2016 tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.

Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de ambtenaar telkens een verplichting of uitgave mag doen. Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

 

Kolom 1

Kolom 2

 

Hoofd van dienst

 
     

1.

programmadirecteur-generaal Ondermijning

 

1.1.

plv. PDGO

 
     

2.

programmadirecteur Criminele Geldstromen

 
     

3.

programmadirecteur Ondermijning

 
     

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

De programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Dam

TOELICHTING

Met dit besluit wordt door de programmadirecteur-generaal Ondermijning aan de (programma)directeuren die onder de programmadirecteur-generaal ressorteren, de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten te nemen (ondermandaat).

Verder wordt ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wat betreft de aangelegenheden genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het betreft de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures.

Ingevolge artikel 7 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (Stcrt. 2018, 62274) wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Ingevolge artikel 5, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid behoeven besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger instemming van het Centraal Loopbaanberaad (CLB) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tenzij de secretaris-generaal anders bepaalt. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de programmadirecteur-generaal Ondermijning aan het CLB voorgelegd.

’s-Gravenhage, 1 juli 2021

De programmadirecteur-generaal Ondermijning van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, A. van Dam

Naar boven