Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 12 juli 2021, Min-BuZa.2021.8511-33, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen)

De Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen met het oog op subsidiëring van activiteiten op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid ter bestrijding van de impact van COVID-19 gelden de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

Voor subsidieverlening in het kader van COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen voor activiteiten op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid ter bestrijding van de impact van COVID-19 geldt vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2021 een subsidieplafond van € 500.000.

Artikel 3

Voor subsidieverlening in het kader van COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen voor activiteiten op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid ter bestrijding van de impact van COVID-19 komen alleen in aanmerking organisaties aan welke reeds subsidie is verleend in het kader van de eerdere openstellingen van het Fonds Duurzaam Water.1

Artikel 4

Aanvragen voor een subsidie in het kader van COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen voor activiteiten op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid ter bestrijding van de impact van COVID-19 worden ingediend in de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 27 augustus 2021, 15:00 uur, Nederlandse tijd, aan de hand van een door de minister beschikbaar gesteld formulier en voorzien van de op dit aanvraagformulier gevraagde bescheiden.2

Artikel 5

De verdeling van het subsidieplafond bedoeld in artikel 2 vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig de maatstaven die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen aan de maatstaven, de aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt en vervalt met ingang van 1 januari 2022, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, K. van der Heijden

BIJLAGE

1. Achtergrond

Met het Fonds Duurzaam Water (FDW) wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de agenda voor hulp, handel en investeringen van het voormalige kabinet (‘Wat de wereld verdient’, april 2013). Problemen op het gebied van waterveiligheid en waterzekerheid zijn complex van aard en er is vaak sprake van verschillende belangen. Hierdoor kunnen deze problemen veelal niet door één organisatie worden opgelost of oplossingen niet door één organisatie gefinancierd worden.

Daarom heeft het Fonds Duurzaam Water het aangaan van publiek private partnerschappen (PPP’s) gestimuleerd.

Door in partnerschap te werken en gebruik te maken van de toegevoegde waarde van overheden, ondernemingen, NGO’s en kennisinstellingen kunnen innovatieve en duurzame oplossingen gevonden worden voor water gerelateerde problemen.

In 2012, 2013/2014, 2016/2017 en 2017/2018 zijn er openstellingen geweest van FDW3 om het volgende te stimuleren:

  • Partnerschappen met projecten die een sterkere sectorale impact zullen hebben.

  • Projecten die sterker bijdragen aan beleidsthema’s: duurzaamheid (inclusief klimaat), inclusiviteit van kwetsbare groepen en economische verzelfstandiging van vrouwen.

  • Projecten met kansen voor het bedrijfsleven om op het snijvlak van het publieke en private domein te opereren.

  • Meer gebalanceerde projectenportefeuille ten aanzien van de FDW-thema’s.

De COVID-19-pandemie heeft een zichtbare negatieve invloed gehad op de locaties van de lopende projecten, dus waarvoor eerder subsidie is verleend en welke nog niet zijn afgerond. De beoogde begunstigden, de kwetsbare bevolking, huishoudens met een laag inkomen en de kleine ondernemingen (waaronder boeren), ondervinden er veel last van.

Dat is de reden om nu in te zetten op het via bestaande partnerschappen steunen van nieuwe activiteiten die de impact van COVID-19 op de begunstigden van de FDW-projecten kunnen mitigeren.

2. COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen

Geconstateerd is dat de COVID-19 pandemie een negatief effect heeft op de begunstigden van de FDW-projecten. Dit kan worden bijgestuurd door met de bestaande partnerschapscapaciteit de verspreiding en impact van het COVID-19-virus op de projectlocaties te verminderen, met speciale aandacht voor de kwetsbare bevolking en huishoudens met een laag inkomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft daarom besloten extra middelen ter beschikking te stellen voor huidige FDW-subsidieontvangers ter ondersteuning van nieuwe activiteiten, teneinde te helpen om de negatieve gevolgen van de COVID-19 pandemie op de beoogde begunstigden van FDW-projecten te ondervangen, hierna genoemd projecten ondersteuning van kansen. Voor de periode vanaf de inwerkingtreding van het subsidiebeleidskader tot en met 31 december 2021 is hiervoor in totaal maximaal € 500.000 beschikbaar gesteld, met een maximum per project van € 100.000.

Het gaat hierbij expliciet om nieuwe activiteiten die ervoor kunnen zorgen dat de COVID-19 gevolgen voor de groepen waarop de FDW-projecten zich richten worden gemitigeerd en een positieve impact opleveren voor het partnerschap en de beoogde begunstigden (met een focus op huishoudens met een laag inkomen en de kwetsbare groepen).

De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats via een tender, dat wil zeggen aan de hand van een rangschikking op basis van kwaliteit van de tijdig ingediende aanvragen. Na sluiting van de indieningsperiode worden alle tijdig ontvangen aanvragen in behandeling genomen; de beoordeling wordt voor elke aanvraag gedaan op basis van de informatie die voor sluiting van de aanvraagtermijn is ontvangen. De rangschikking wordt bepaald aan de hand van de beoordeling op grond van de kwalitatieve criteria die in dit subsidiebeleidskader zijn vermeld in hoofdstuk 6. Om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie in het kader van het COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen dient een aanvraag minimaal 60 punten te halen. Van de aanvragen die hieraan voldoen komen degene die het beste voldoen aan de criteria als eerste voor subsidie in aanmerking. De minister besluit tot subsidieverlening overeenkomstig deze rangorde, totdat het beschikbare budget is uitgeput.

De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de uitvoering van het subsidieprogramma opgedragen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). RVO zal het subsidieprogramma uitvoeren namens de Minister van Buitenlandse Zaken op grond van een aan RVO verleend mandaat.

3. Organisaties die voor subsidieverlening in aanmerking komen

Voor subsidieverlening uit deze middelen komen alleen organisaties in aanmerking aan welke reeds subsidie is verleend in het kader van eerdere openstellingen van FDW4 (de penvoerder) en die de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend nog niet hebben afgerond. Zij kunnen een aanvullende subsidie krijgen in het verlengde van de reeds aan hen verleende subsidie.

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen en de uiteindelijke subsidieverstrekking. De aanvragen worden beoordeeld met inachtneming van deze regelgeving en overeenkomstig de maatstaven die in deze beleidsregels zijn neergelegd.

4. Subsidiabele activiteiten

Subsidie voor een project ondersteuning van kansen is bedoeld voor nieuwe activiteiten, bestaande uit middelgrote aanpassingen in toeleveringsketens en productie-eenheden om op projectlocaties meer water- en hygiënecapaciteit te bieden. Beoogd wordt daarbij bestaande projectcapaciteit te benutten, voornamelijk gerelateerd aan water, sanitatie en hygiëne, om begunstigden beter te beschermen tegen COVID-19. Denk bijvoorbeeld aan versterkte waterpunten met extra hygiëne- middelen of het produceren van middelen om COVID-19 verspreiding te remmen of te voorkomen. Dit zijn dus nieuwe activiteiten gericht op nieuwe resultaten, die worden uitgevoerd met het gebruikmaking van bestaande projectcapaciteit.

Het moet daarnaast gaan om realistische (zowel in de lokale context als naast de oorspronkelijke plannen van de partnerschappen) en impactvolle activiteiten. De activiteiten moeten tastbaar zijn en bijdragen aan de bescherming en veiligheid van project-resultaten en mitigatie van de negatieve effecten van COVID-19 in de FDW-projecten. Dit wordt vertaald naar nieuwe resultaten, dus naast de resultaten die worden beoogd met de reeds gesubsidieerde FDW-projecten. Dat betekent dat in ieder geval niet subsidiabel zijn de activiteiten die al in het FDW-project zijn opgenomen maar door de COVID-19 pandemie nog niet of vertraagd zijn uitgevoerd.

5. Drempelcriteria

Om voor een aanvullende subsidie in het kader van het COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen in aanmerking te komen dient een aanvrager respectievelijk een aanvraag voor de aanvullende subsidie in elk geval te voldoen aan de volgende vereisten:

  • 1. De aanvrager is de penvoerder van een partnerschap dat op dit moment een project uitvoert waarvoor een FDW-subsidie is verleend en die op 1 september 2021 nog een minimale looptijd van 9 maanden heeft.

  • 2. De aanvraag heeft betrekking op activiteiten gericht op de bestrijding van de impact van COVID-19 op de begunstigden van de FDW-projecten.

  • 3. Er dient sprake te zijn van een trackrecord in het uitvoeren van soortgelijke interventies.

  • 4. De aanvraag heeft geen betrekking op de uitvoering van al gesubsidieerde FDW-activiteiten en er is niet reeds andere financiering beschikbaar voor de voorgestelde activiteiten.

  • 5. Uit het plan moet blijken dat de inzet is dat hardware (machines en apparatuur) voor de aanvullende activiteiten duurzaam zal worden gebruikt en zal worden onderhouden.

  • 6. De aanvullende activiteiten worden uiterlijk 1 juni 2022 afgerond.

Indien aan één van bovengenoemde vereisten niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen.

6. Beoordelingscriteria

De aanvragen voor aanvullende subsidie worden beoordeeld op basis van de criteria in dit hoofdstuk en vervolgens gerangschikt op basis van de uitkomsten van deze beoordeling. Om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie in het kader van het COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen dient een aanvraag minimaal 60 punten te halen. Van de aanvragen die hieraan voldoen komen degene die beste voldoen aan de criteria als eerste voor subsidie in aanmerking.

Per aanvraag zijn maximaal 100 punten zijn te verdienen.

Beoordelingscriteria

Project ondersteuning van kansen

1. COVID-19 impactbeschrijving

De mate waarin de COVID-19-crisis impact heeft op de interventie, partners, resultaten en begunstigden.

10

2. Relevantie en uitvoerbaarheid

De mate waarin de aanvullende activiteiten relevant en uitvoerbaar zijn in de context van de interventie en de projectlocatie.

10

3. Verwachte impact

De mate van het te verwachten succes van de activiteiten die beogen de nadelige gevolgen van COVID-19 te verzachten of te verminderen.

35

4. Status lopende FDW-project

De mate van succes van het lopende FDW-project, welke resultaten het project al heeft geboekt.

35

5. Omvang van en ondersteuning aan begunstigden

De mate waarin de activiteiten bijdragen aan het verminderen en verzachten van de nadelige gevolgen van COVID-19 voor begunstigden, met speciale aandacht voor de kwetsbare bevolking, huishoudens met een laag inkomen en de kleine

ondernemingen (waaronder boeren).

10

7. Eisen aanvraag

De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe door RVO aan de mogelijke aanvragers beschikbaar gesteld middel en voorzien van de daarin genoemde bijlagen waarvoor modellen beschikbaar worden gesteld door RVO5.

Aanvragen voor een project ondersteuning van kansen moeten een gedetailleerd plan bevatten, van niet meer dan 10 A4-pagina's, met de volgende informatie:

  • Korte beschrijving van de status van het lopende FDW-project.

  • Korte beschrijving van de aanvullende activiteiten, waaronder:

    • specifieke beschrijving van de gewenste en verwachte resultaten van de nieuwe activiteiten, alsmede voor het partnerschap, en voor de beoogde diensten/producten voor de begunstigden;

    • verwachte impact en synergie tussen de capaciteit van partners en de lokale behoeftes;

    • resultaatpotentieel en verwachte impact op lange termijn, daarin meegenomen hoe de interventie zal worden ingezet na de projectperiode;

    • eventuele risico's en het mitigatieplan daarbij;

    • synergie tussen de capaciteit voor publiek-private samenwerking en de lokale behoeften;

    • begrote kosten van partners en indien aan de orde, werkzaamheden en kosten van betrokken derden en een activiteitenplanning.

  • Een ingevuld COVID-19 Risk Management Tool (CRMT) formulier of vergelijkbaar rapport van de COVID-19 impact en mitigatiemaatregelen.

Tevens moeten de penvoerder en de partners verklaren dat zij op de hoogte zijn en zullen handelen naar de OESO richtlijnen (www.oesorichtlijnen.nl) en dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet op de FMO Uitsluitingslijst (www.fmo.nl/exclusion-list) staan.

De uiterste termijn voor het indienen van aanvragen is vrijdag 27 augustus 2021, 15.00 uur Nederlandse tijd. Aanvragen, inclusief alle verplichte bijlagen, dienen op dit tijdstip door RVO te zijn ontvangen.

In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de minister vragen om een aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum waarop aanvulling op de aanvraag is ontvangen; dit zal uiterlijk 27 augustus 2021 15.00 uur moeten zijn om in aanmerking te kunnen komen voor subsidie. Hoe korter voor 27 augustus 2021 een aanvraag wordt ingediend, hoe groter het risico dat de minister geen toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid om een aanvulling te vragen; dit in verband met de tijd die is gemoeid met het controleren van alle aanvragen op volledigheid en de tijd die nodig is om een aanvulling te vragen en in te dienen. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet meer kunnen worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals hij primair is ingediend. Dit kan leiden tot een lagere rangschikking of zelfs afwijzing van de subsidieaanvraag.

Kortheidshalve verwijzen naar andere onderdelen van de aanvraag, websites of bijlagen is niet voldoende, tenzij in de aanvraagdocumenten uitdrukkelijk is aangegeven dat daarmee (geheel of gedeeltelijk) kan worden volstaan. Indien onderdelen van de aanvraagdocumenten niet worden ingevuld, loopt de aanvrager het risico op afwijzing van de aanvraag.

De aanvraag wordt bij voorkeur digitaal (per e-mail, maximaal 10 MB) ingediend, o.v.v. Subsidieaanvraag COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water, uiterlijk op vrijdag 27 augustus 2021, 15.00 uur Nederlandse tijd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland; fdw@rvo.nl.6

Schriftelijke aanvragen kunnen worden gestuurd naar: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: Postadres: postbus 93144, 2509 AC Den Haag, Nederland, onder vermelding van Subsidieaanvraag COVID-19 Aanvulling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water – Nieuwe kansen; Bezoekadres: Prinses Beatrixlaan 2, Den Haag.7


X Noot
1

Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 21 maart 2012, nr. DJZ/BR/0311-2012, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, Fonds Duurzaam Water (FDW), Stcrt. 2012, nr. 6036;

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 27 februari 2013, nr. MinBuza DME/MW/2014.88626, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Tweede call Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2014, nr. 6294; Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 juli 2016, nr. IGG-2016.380605, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2016 nr. 44953; Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 25 september 2017, nr. MINBUZA-2017.1033708, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Tweede openstelling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2017, nr. 55384.

X Noot
3

Besluit van de Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken van 21 maart 2012, nr. DJZ/BR/0311-2012, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006, Fonds Duurzaam Water (FDW), Stcrt. 2012, nr. 6036;

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 27 februari 2013, nr. MinBuza DME/MW/2014.88626, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Tweede call Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2014, nr. 6294; Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 juli 2016, nr. IGG-2016.380605, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2016 nr. 44953; Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 25 september 2017, nr. MINBUZA-2017.1033708, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Tweede openstelling Subsidieprogramma Fonds Duurzaam Water), Stcrt. 2017, nr. 55384.

X Noot
4

Zie voetnoot 3.

X Noot
6

Als moment van indiening geldt het tijdstip waarop de e-mail door het systeem voor gegevensverwerking van RVO ontvangen is. Houdt er hierbij rekening mee dat bestanden groter dan 10MB niet kunnen worden ontvangen. E-mails groter dan 10MB dienen in kleinere e-mails te worden verdeeld. Hierbij geldt dat het moment waarop de gehele aanvraag, inclusief de laatste e-mail, is ontvangen geldt als tijdstip waarop de aanvraag is ingediend. Daarbij dienen de e-mails genummerd te worden in de onderwerpregel, waarbij duidelijk is hoeveel e-mails de aanvraag in totaal behelst. Eventuele technische problemen bij verzending komen voor rekening en risico van aanvrager.

X Noot
7

Indien de aanvraag niet aangetekend wordt verzonden berust het risico dat de aanvraag niet of te laat wordt ontvangen door RVO bij de aanvrager. Indien de aanvraag per post wordt ingediend (anders dan met de aanduiding ‘port betaald’) wordt de aanvraag nog als tijdig ingediend beschouwd, als de aanvraag voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, waarbij het datumstempel van de post doorslaggevend is, en niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen. Bij gebruikmaking van een enveloppe met de aanduiding ‘port betaald’ is de datum van ontvangst bepalend bij het vaststellen of de aanvraag tijdig, d.w.z. uiterlijk vrijdag 27 augustus 2021, 15.00 uur Nederlandse tijd, is ingediend. Houdt hierbij rekening met de omstandigheid dat de datum van ontvangst wordt vastgesteld aan de hand van het tijdstip van inschrijving en dat ’s avonds en op zaterdag en zondag geen post wordt ingeschreven.

Naar boven