Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 25 juni 2021, 2021-0000101252, tot Wijziging van de van de Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 22, derde lid, en 27, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4 van de Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag 2021 komt te luiden:

Artikel 4. Premiepercentage Algemeen Werkloosheidsfonds

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 juni 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling worden de premiepercentages van de premie voor het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf) geldend voor het jaar 2021 gewijzigd met ingang van 1 augustus 2021 voor alle werkgevers die niet per vier weken loonaangifte doen, en met ingang van 16 augustus 2021 voor werkgevers die per vier weken loonaangifte doen aan de Belastingdienst. De nieuwe percentages gelden voor de rest van het jaar 2021. Het premiepercentage van de lage premie, over het loon van werknemers met een vast contract, wordt verlaagd van 2,7% naar 0,34%, en het premiepercentage over het loon van andere werknemers wordt verlaagd van 7,7% naar 5,34%. Voor beide geldt dus een daling van 2,36 procentpunt. Het verschil tussen de hoge en de lage premie blijft vijf procentpunt. Dit gebeurt door wijziging van de Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag 20211.

Gebruikelijk is dat premiepercentages voor het hele jaar worden vastgesteld. In artikel 22 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) is geregeld dat wijziging van een premiepercentage kan ingaan op een ander tijdstip dan 1 januari, en dat de vaststelling van de ministeriële regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid plaatsvindt in overeenstemming met de Minister van Financiën. Van deze mogelijkheid is niet eerder gebruik gemaakt.

Aanleiding

Met ingang van 2021 is de Baangerelateerde investeringskorting (BIK) ingevoerd. Bij de Europese Commissie (Commissie) is de vraag neergelegd of de Commissie ermee instemt dat de in de BIK voorgenomen regeling voor fiscale eenheden als geoorloofde staatssteun kan worden beschouwd. Uit het informele overleg met de Commissie kwam naar voren dat zij de gehele BIK in ogenschouw heeft genomen en zij daarvoor geen garantie kon geven dat de BIK geoorloofde staatssteun betreft. Het kabinet is van mening dat de BIK als geheel geen staatssteun is. Desondanks kan de onzekerheid die nu is ontstaan over de vraag of de BIK in den brede staatssteun is, niet op korte termijn worden weggenomen. Gelet op deze situatie vindt het kabinet het verstandig om snel over te gaan tot een andere ondersteuning van bedrijfsleven en de BIK stop te zetten.

Het kabinet heeft gekeken hoe het budget op andere wijze zo snel mogelijk ten goede kan komen aan het bedrijfsleven en op een wijze die tevens zo dicht mogelijk bij het beleidsdoel van de BIK blijft. Het verlagen van de AWf-premie verlaagt de loonkosten en verbetert de liquiditeit en solvabiliteit van bedrijven en vergroot daarmee de ruimte om te investeren of externe financiering daarvoor te vinden conform het beleidsdoel van het kabinet. Dat zijn juist de aspecten die bijdragen aan een snel herstel. Deze stimulans grijpt minder direct dan de BIK aan op de investeringen, maar is een maatregel die het dichtst staat bij het doel dat het kabinet voor ogen heeft en is snel uit te voeren. Bovendien grijpt deze maatregel net als de BIK aan op de werkgeverslasten. Daarom heeft het kabinet besloten om het voor 2021 gereserveerde budget in te zetten voor een verlaging van de werkgeverspremies AWf in 2021 zodat het bedrijfsleven zo spoedig mogelijk uit de crisis kan komen2. De tijdelijke verlaging van de AWf-premie is volledig ingepast binnen het inkomstenkader. Niet doorvoeren van de verlaging zou een ongewenste lastenverzwaring voor het bedrijfsleven betekenen. De verlaging van de premie geschiedt door middel van een ministeriële regeling en is mogelijk met ingang van 1 augustus 2021. Voor intrekking van de BIK is een wetswijziging noodzakelijk. Het daarvoor benodigde wetsvoorstel zal aan het parlement worden voorgelegd.

Ingangsdatum van de nieuwe premiepercentages

Het kabinet wenst de AWf-premie zo spoedig mogelijk te verlagen, maar is zich bewust van de impact hiervan op de salarisverwerking door werkgevers. Daarom heeft overleg plaatsgevonden met de salarisverwerkers over de mogelijke ingangsdatum van de verlaging. Daar is het volgende uit gekomen. De ingangsdatum van de nieuwe percentages is 1 augustus 2021. In de software waarmee werkgevers loonaangifte doen is het mogelijk om veranderingen in de premiepercentages in de loop van het jaar te verwerken en vanaf de wijzigingsdatum met nieuwe percentages loonaangifte te doen. De meeste werkgevers doen aangifte per maand en de gekozen datum sluit aan bij het begin van het aangiftetijdvak van augustus.

Voor werkgevers die aangifte doen per vier weken, sluit 1 augustus niet aan bij het begin van een aangiftetijdvak, en zou inwerkingtreding met ingang van 1 augustus tot problemen leiden. Er is voor gekozen om deze problemen op te lossen voor de werkgevers die aangifte doen per vier weken door een afwijkende ingangsdatum te kiezen, te weten 16 augustus, overeenkomend met de aanvang van een nieuw aangiftetijdvak. Er is dus daarmee een klein eenmalig verschil in effect voor werkgevers die per maand loonaangifte doen en voor werkgevers die per vier weken loonaangifte doen. Op de genoemde uitvoeringstechnische gronden is hier desondanks voor gekozen, een andere mogelijkheid om nog dit jaar de lastenvermindering te realiseren is er niet.

Toepassing nieuwe percentages

De nieuwe premiepercentages zijn van toepassing op het loon van aangiftetijdvakken waarover na de ingangsdatum aangifte wordt gedaan. Bij herziening of correctie van loonaangiften die zijn gedaan over eerdere aangiftetijdvakken gelden de percentages die voordien van toepassing waren.

Uitvoeringstoetsen Belastingdienst en UWV, informatie softwareleveranciers

Met de Belastingdienst en het UWV heeft afstemming plaatsgevonden over de wijzigingen in de premiepercentages. Daarbij is ook aan het klankbordoverleg van de Belastingdienst met softwareleveranciers gelegenheid geboden om opmerkingen te geven over de technische haalbaarheid van de wijzigingen.

Aan de Belastingdienst en aan het UWV zijn uitvoeringstoetsen gevraagd.

Het UWV heeft in zijn uitvoeringstoets aangegeven dat de wijziging uitvoerbaar is mits het UWV de implementatie-opdracht ontvangt uiterlijk op 1 juli. Het UWV heeft als uitgangspunten dat SZW en de Belastingdienst de communicatie verzorgen, dat de Belastingdienst de gebruikelijke werkwijze hanteert bij aanlevering van gegevens aan het UWV en verwerking in premiebeslissingen, dat de handelwijze van het UWV bij de wijziging van de premiepercentages per 1 augustus dezelfde is als bij de reguliere wijzigingen van premiepercentages per 1 januari, en dat werkgevers, softwareontwikkelaars en salarisadministrateurs in staat zijn om de wijzigingen tijdig te implementeren. De kosten zijn minder dan 1 miljoen euro en worden door het UWV opgevangen binnen de eigen begroting.

De Belastingdienst oordeelt dat de premieverlaging uitvoerbaar is per 1 augustus. De verlaging is een parameterwijziging, waarvoor een aanpassing nodig is voor ambtshalve aanslagen, en in verschillende applicaties. Voor handhaving moeten selectie- en signaallijsten worden aangepast. De Belastingdienst houdt er rekening mee dat meer correctieberichten worden ontvangen met risico van onjuistheden en onvolledigheden en meer signalen. Er is een toename van complexiteit voor werkgevers en voor de Belastingdienst. De Belastingdienst raamt de incidentele uitvoeringskosten op 190.000 euro.

Van de zijde van de softwareleveranciers is erop gewezen dat er voldoende tijd moet zijn om de aanpassingen in de aangiftesoftware aan te brengen en aan werkgevers ter beschikking te stellen. Om die reden is gekozen om de wijziging algemeen per 1 augustus in te laten gaan en de datum van ingang voor werkgevers die per vier weken loonaangifte doen, op de eerst mogelijke volgende datum.

Financiële gevolgen

De verlaging van de premiepercentages leidt naar verwachting tot 2 miljard euro minder premie-inkomsten voor het AWf in 2021. Dit komt overeen met het bedrag dat was geraamd voor de BIK. De BIK was vormgegeven als een afdrachtsvermindering op de loonbelasting en premie volksverzekeringen. De AWf-premie is onderdeel van de premies werknemersverzekeringen. Het intrekken van de BIK en het verlagen van de AWf-premies zorgt daarmee, ten opzichte van de eerdere raming, dus voor een verschuiving van inkomsten van het werkloosheidsfonds naar de loonbelasting en volksverzekeringen (AOW, Anw en Wlz). Op het totaal van inkomsten van de collectieve sector is er geen effect.

Administratieve lasten/regeldruk voor werkgevers

Over het voornemen tot deze regeling is advies gevraagd aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR). Aan de lastenvermindering (premieverlaging) zijn eenmalig administratieve lasten verbonden voor de werkgevers. De administratieve lasten zijn niet precies te berekenen. De lasten worden als volgt geraamd (afgerond) met behulp van standaard kostenmodel van ATR, premienota gedifferentieerde premies WGA en Ziektewet 2021 van het UWV, en informatie van de Belastingdienst.

Administratieve lasten (eenmalig)

Aantal

Tijd (in minuten)

Totaal afgerond (x duizend euro)

Kennisnemen werkgevers van de tijdelijke premieverlaging

411.700

3

1.100

Kennisnemen softwareontwikkelaars van de tijdelijke verlaging

100

10

1

Aanpassen software (tarieven) en distribueren door softwareontwikkelaars

100

300

27

Aanpassing door werkgevers met eigen software

2.500

30

68

Check aangiften door werkgevers

411.700

1

370

Totaal

   

1.560

Verhouding tot premieverlaging

   

0,08%

Het ATR oordeelt dat de tijdelijke verlaging van de AWf-premie een minder belastend alternatief is dan de BIK. Het college heeft geen opmerkingen bij de overwegingen tan aanzien van minder belastende alternatieven of over de in beeld gebrachte regeldruk.

Het ATR adviseert de regeling niet vast te stellen dan nadat is toegelicht waarom de algemene premieverlaging nog noodzakelijk is, gelet op de recente verwachtingen van het CPB over de ontwikkeling van de Nederlandse economie.

Naar aanleiding van dit advies is de motivering aangevuld waarom de regeling noodzakelijk wordt geacht.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
2

Brief Minister van Financiën aan de Tweede Kamer d.d. 28 mei 2021, Intrekking Baangerelateerde Investeringskorting, Kamerstukken II 2020/21, 35 572, nr. 87

Naar boven