Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 22 juni 2021, nr. WJZ/21072052, tot wijziging van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies en Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 in verband met de verlenging, de openstelling en enkele wijzigingen van de subsidiemodule Garantie gericht op financiering met risicokapitaal voor ondernemers (groeifaciliteit), alsmede de openstelling van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 2, 4, 5, 16, 25 en 30 van het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.12.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede ‘en van risicokapitaal dat met toepassing van titel 3.10’ en wordt ‘€ 5.000.000’ vervangen door ‘€ 50.000.000’.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het maximum bedrag dat door een financier kan worden verstrekt aan een ondernemer of aan een groep als bedoeld in het eerste lid, bedraagt € 25.000.000.

B

In artikel 3.12.15 wordt ‘1 juli 2021’ vervangen door ‘1 juli 2023’.

C

Bijlage 3.12.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. de waarde van het risicokapitaal dat aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met de waarde van risicokapitaal dat door een andere financier met toepassing van titel 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt, bedraagt niet meer dan € 50.000.000;.

b. Onderdeel k komt te luiden:

  • k. het maximum bedrag dat door een financier kan worden verstrekt aan een ondernemer of aan een groep als bedoeld in onderdeel d, bedraagt € 25.000.000;.

2. Artikel 12, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de bepalingen in paragraaf 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies niet langer verenigbaar zijn met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.

D

Bijlage 3.12.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. de waarde van de lening die aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met de waarde van risicokapitaal dat door een andere financier met toepassing van titel 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt, bedraagt niet meer dan € 50.000.000;.

b. Onderdeel k komt te luiden:

  • k. het maximum bedrag dat door een financier kan worden verstrekt aan een ondernemer of aan een groep als bedoeld in onderdeel d, bedraagt € 25.000.000;.

2. Artikel 12, eerste lid, onderdeel d, komt te luiden:

  • d. de bepalingen in paragraaf 3.12 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies niet langer verenigbaar zijn met de regels van de Europese Gemeenschappen ten aanzien van staatssteun.

ARTIKEL II

De tabel, behorende bij artikel 1 van de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de rij betreffende titel 3.12, Groeifaciliteit, artikel 3.12.2, wordt ‘01-01-2021 t/m 15-06-2021’ vervangen door ‘01-01-2021 t/m 31-12-2021’ en wordt ‘€ 45.000.000’ vervangen door ‘€ 85.000.000’.

2. In de rij betreffende titel 3.16, Vroegefasefinanciering, artikel 3.16.1c, wordt ‘€ 10.000.000’ vervangen door ‘€ 20.000.000’.

3. Na de rij betreffende titel 3.16, Vroegefasefinanciering, artikel 3.16.11, wordt een rij ingevoegd, luidende:

 

3.16.11

Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter

 

01-07-2021 t/m 28-09-2021

€ 500.000

4. Na de rij betreffende titel 3.16, Vroegefasefinanciering, artikel 3.16.12, wordt een rij ingevoegd, luidende:

 

3.16.12

Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter

 

01-07-2021 t/m 28-09-2021

€ 2.500.000

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 22 juni 2021

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding

Deze regeling voorziet allereerst in de verlenging van de vervaldatum van de subsidiemodule Garantie gericht op financiering met risicokapitaal voor ondernemers (hierna: Groeifaciliteit; titel 3.12 van de Regeling nationale EZK-en LNV-subsidies; hierna: RNES). Daarnaast wordt de openstelling van deze subsidiemodule verlengd en worden er enkele wijzigingen in doorgevoerd. Tot slot wordt voorzien in een openstelling van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie (titel 3.16 van de RNES).

2. Verlenging van de Groeifaciliteit

In artikel 4.10, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is bepaald dat subsidieregelingen een vervaltermijn van maximaal vijf jaren bevatten. Titel 3.12 (Groeifaciliteit) van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies heeft een vervaldatum van 1 juli 2021. Om hieronder vermelde redenen is besloten deze vervaldatum te verlengen met twee jaar, tot 1 juli 2023. Op grond van artikel 4.10, zevende lid, van de Comptabiliteitswet 2016 is het ontwerp van deze wijzigingsregeling op 21 april 2021 aan de Tweede Kamer overgelegd1.

De Groeifaciliteit helpt mkb-ondernemingen bij het aantrekken van risicodragend vermogen. Op grond van de Groeifaciliteit verstrekt de Nederlandse staat een garantstelling voor de financiering van mkb-bedrijven die neerkomt op een garantie van 50 procent van de waarde van verstrekte achtergestelde leningen of verstrekt aandelenkapitaal. Voor deze garantstelling betaalt de financier een kostendekkende provisie aan de Nederlandse staat.

In de Kamerbrief van 15 februari 20182 over Invest-NL was aangekondigd dat de Groeifaciliteit uitgefaseerd zou worden per 1 juli 2020, omdat de doelen via Invest-NL gerealiseerd zouden kunnen worden. Vorig jaar is middels de Kamerbrief van 7 april 20203 besloten de voorgenomen uitfasering van de Groeifaciliteit met één jaar op te schorten tot 1 juli 2021 vanwege het uitbreken van de coronacrisis en omdat Invest-NL nog niet klaar was om de doelen van de Groeifaciliteit in te vullen.

De coronacrisis blijft mkb-ondernemers hard raken. Veel bedrijven hebben de afgelopen periode moeten interen op het eigen vermogen. Om de huidige crisis het hoofd te kunnen bieden maar ook om zich weer uit de crisis te kunnen investeren hebben bedrijven behoefte aan extern eigen vermogen. De Groeifaciliteit ondersteunt bedrijven bij het aantrekken van dit externe eigen vermogen, juist bij economische onzekerheid. De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) heeft aangegeven dat uitfasering momenteel niet wenselijk is omdat financiers verwachten gebruik te zullen maken van de Groeifaciliteit. Om voor de doelgroep van de regeling, ondernemers en financiers, in deze periode zekerheid en helderheid te geven is in de Kamerbrief van 21 januari 20214 aangekondigd dat de uitfasering verder opgeschort wordt met twee jaar tot 1 juli 2023. Zoals eerder vermeld is de verlenging op 21 april 2021 aan de Kamer gestuurd. Inmiddels is de voorhangprocedure van de regeling doorlopen.

3. Openstelling en aanpassing van de Groeifaciliteit

Om tijdens deze crisis de Groeifaciliteit voor zoveel mogelijk bedrijven en financiers toegankelijk te maken wordt de maximale financiering die voor één onderneming onder garantie kan worden gebracht verhoogd van 5 naar 50 miljoen euro voor achtergestelde leningen en van 25 naar 50 miljoen euro voor aandelenkapitaal, en wordt de maximale financiering per financier gelijk getrokken naar 25 miljoen euro voor alle financiers. Met deze aanpassing wordt meer ruimte gegeven aan private financiers om bedrijven te ondersteunen die behoefte hebben aan balansversterking. Ten behoeve hiervan zal de kasreserve die voor de uitvoering van de regeling wordt aangehouden, met 50 miljoen euro worden verhoogd. Indien de regeling door de verruimingen uitgeput dreigt te raken of uit de marktvraag blijkt dat ophoging van het garantiebudget noodzakelijk is, dan zal het kabinet het garantieplafond van 85 miljoen euro herzien. De kasreserve zal bij een plafondverhoging worden herijkt. De openstelling van deze subsidiemodule wordt verlengd tot 31 december 2021.

4. Openstelling van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie

Deze wijzigingsregeling voorziet tevens in de openstelling van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie. Zo wordt de openstelling van de submodule voor regionale financiers, artikel 3.16.1c, verhoogd met € 10.000.000 in verband met de te verwachten regionale aanvragen in de tweede helft van 2021. Hiermee is in 2021 in totaal € 20.000.000 beschikbaar voor deze module.

De submodules Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.3) en Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter (paragraaf 3.16.4) worden jaarlijks twee keer opengesteld. De eerste openstellingsperiode is afgelopen. Deze submodules worden nu opnieuw opengesteld in de periode van 1 juli 2021 tot en met 28 september 2021 en het subsidieplafond voor deze submodules wordt vastgesteld op € 500.000 respectievelijk € 2.500.000.

5. Staatssteun

De Groeifaciliteit bevat geen staatssteun (zie artikel 3.12.13 van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies). De verlenging van de vervaltermijn van de Groeifaciliteit, alsook verlenging van de openstellingsperiode en de aanpassing van de garantiebedragen brengt hierin geen verandering, omdat de voorwaarden van de Groeifaciliteit ongewijzigd blijven.

De subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie bevat staatssteun die wordt gerechtvaardigd door de artikelen 22 en 25 van de algemene groepsvrijstellingsverordening (zie artikel 3.16.21 van de RNES).

De gestelde eisen in titel 3.16 van de RNES, alsook de algemene eisen uit het Kaderbesluit nationale EZK- en LNV-subsidies, zorgen ervoor dat de subsidie verleend wordt in overeenstemming met de eisen uit voormelde artikelen uit de algemene groepsvrijstellingsverordening en eisen met betrekking tot transparantie, stimulerend effect en cumulatie. Ook blijft voormelde subsidiemodule binnen de daarvoor geldende drempels voor aanmelding van de steun en maximum steunintensiteiten. Omdat het hier geen inhoudelijke aanpassingen van deze subsidiemodule betreft, verandert er niets in de staatsteunaspecten.

6. Regeldruk

De verlenging van de vervaltermijn, de verlenging van de openstellingsperiode, de onderhavige wijzigingen van de Groeifaciliteit en de openstelling van subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie leiden niet tot het wijzigen van informatieverplichtingen en daarom ook niet tot een toe- of afname van de regeldruk bij de gebruikers van deze regelingen.

7. Vaste verandermomenten

De onderhavige wijzigingen aan de Groeifaciliteit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst. Met de datum van inwerkingtreding wordt afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten, inhoudende dat ministeriële regelingen met ingang van de eerste dag van een kwartaal in werking treden en twee maanden voordien bekend worden gemaakt. Dat kan in dit geval worden gerechtvaardigd, omdat de doelgroep van de Groeifaciliteit gebaat is bij spoedige inwerkingtreding. Op deze wijze kan ingespeeld worden op de effecten van de coronacrisis voor ondernemingen. De bepaling van deze regeling inzake de vervaldatum is op 21 april 2021 aan de Tweede Kamer overgelegd. Hierdoor is de inhoud van de regeling al openbaar bekend gemaakt. De doelgroep heeft voldoende tijd om te anticiperen op de verlenging van de openstelling van de Groeifaciliteit, omdat aanvragen kunnen worden ingediend tot en met 31 december 2021.

Ook is de doelgroep van de voormelde submodules van de subsidiemodule Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie gebaat bij spoedige inwerkingtreding. Hierdoor zal de doelgroep (wederom) gebruik kunnen maken van deze submodules. Omdat de openstellingsperiode voor deze submodules tot en met 28 september 2021 zal lopen, heeft de doelgroep ook voldoende tijd om op voormelde wijzigingen te anticiperen. Daarom kan ook hier afwijking van de systematiek van de vaste verandermomenten worden gerechtvaardigd.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A (artikel 3.12.5)

In dit onderdeel wordt de maximale financiering die voor één onderneming onder garantie kan worden gebracht verhoogd van 5 naar 50 miljoen euro voor achtergestelde leningen en van 25 naar 50 miljoen euro voor aandelenkapitaal, en wordt de maximale financiering per financier gelijk getrokken naar 25 miljoen euro voor alle financiers. Dit om de Groeifaciliteit voor zoveel mogelijk bedrijven en financiers toegankelijk te maken.

Artikel I, onderdeel B (artikel 3.12.15)

Om voor de doelgroep van de regeling, ondernemers en financiers, in deze coronaperiode zekerheid en helderheid te geven, wordt de uitfasering van de Groeifaciliteit opgeschort met twee jaar.

Artikel I, onderdelen C en D (bijlagen 3.12.1 en 3.12.2)

De wijzigingen die met deze regeling in titel 3.12 van de RNES worden doorgevoerd, worden met deze onderdelen ook doorgevoerd in de bij deze titel behorende bijlagen. In de betreffende overeenkomsten wordt de maximale financiering die voor één onderneming onder garantie kan worden gebracht verhoogd van 5 naar 50 miljoen euro voor achtergestelde leningen en van 25 naar 50 miljoen euro voor aandelenkapitaal, en wordt de maximale financiering per financier gelijk getrokken naar 25 miljoen euro voor alle financiers.

Daarnaast vervallen de verwijzingen naar de titels 3.10, 3.13 en 3.14 in artikel 3, onderdeel d, van de overeenkomsten in de bijlagen 3.12.1 en 3.12.2. Deze verwijzingen waren opgenomen om cumulatie van de betreffende subsidieregelingen in te perken: het totaal aan subsidies mocht het maximum bedrag van de Groeifaciliteit niet overstijgen. Echter, omdat het bij de Groeifaciliteit (alsmede de titels 3.13 en 3.14) niet gaat om staatssteun, is een dergelijke anti-cumulatie bepaling niet noodzakelijk. Ook is een anti-cumulatie bepaling voor titel 3.10 van de RNES niet noodzakelijk. Op grond van artikel 3.12.2, eerste lid, van de RNES, kan een startersfonds als bedoeld in artikel 3.10.1 van de RNES niet in aanmerking komen voor een subsidie als bedoeld in titel 3.12. Genoemde verwijzingen komen dan ook te vervallen.

Artikel II

In dit artikel wordt de Regeling openstelling EZK- en LNV-subsidies 2021 aangepast. De openstelling van de Groeifaciliteit wordt verlengd tot en met 31 december 2021 en het plafond wordt verhoogd naar € 85.000.000.

Met betrekking tot de Vroegefasefinanciering en haalbaarheidsstudie wordt het plafond voor de groep Regionale financier (artikel 3.16.1c van de RNES) verhoogd naar € 20.000.000. Voor de groep Haalbaarheidsstudie TO2-innovatieve starter (artikel 3.16.11 van de RNES) wordt een nieuwe periode geopend van 1 juli 2021 tot en met 28 september 2021 met een plafond van € 500.000. Voor de groep Academische innovatieve starter, hbo-innovatieve starter en TO2-innovatieve starter (artikel 3.16.12 van de RNES) wordt een nieuwe periode geopend van 1 juli 2021 tot en met 28 september 2021 met een plafond van € 2.500.000.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 258.

X Noot
2

Kamerstukken II 2017/18, 28 165, nr. 281.

X Noot
3

Kamerstukken II 2019/20, 35 420, nr. 16.

X Noot
4

Kamerstukken II 2020/21, 35 420, nr. 204.

Naar boven