Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 juni 2021, nr. 2021-0000092684, tot wijziging van de Regeling vaststelling formulieren landelijk register kinderopvang 2019 en de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang vanwege de inwerkingtreding van regels over ouderparticipatiecrèches en enkele andere wijzigingen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, vierde lid, 7, vijfde lid, en 10a, tweede lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951) wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 wordt vervangen door bijlage I bij deze regeling.

B

Bijlage 2. behorende bij artikel 1 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 wordt vervangen door bijlage II bij deze regeling.

C

Bijlage 4. behorende bij artikel 2 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 wordt vervangen door bijlage III bij deze regeling.

D

Bijlage 5. behorende bij artikel 2 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 wordt vervangen door bijlage IV bij deze regeling.

E

Bijlage 6. behorende bij artikel 2 van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 wordt vervangen door bijlage V bij deze regeling.

ARTIKEL II

De Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang (Stcrt. 2018, 66983) wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang wordt vervangen door bijlage VI bij deze regeling.

B

Bijlage 2. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang wordt vervangen door bijlage VII bij deze regeling.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 juni 2021

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

BIJLAGE I, BEHORENDE BIJL ARTIKEL I, ONDERDEEL A

Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951)

BIJLAGE II, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL B

Bijlage 2. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951)

BIJLAGE III, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL C

Bijlage 4. behorende bij artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951)

BIJLAGE IV, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL D

Bijlage 5. behorende bij artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951)

BIJLAGE V, BEHORENDE BIJ ARTIKEL I, ONDERDEEL E

Bijlage 6. behorende bij artikel 2 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951)

BIJLAGE VI, BEHORENDE BIJ ARTIKEL II, ONDERDEEL A

Bijlage 1. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang (Stcrt. 2018, 66983)

BIJLAGE VII, BEHORENDE BIJ ARTIKEL II, ONDERDEEL B

Bijlage 2. behorende bij artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang (Stcrt. 2018, 66983)

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze regeling actualiseert de formulieren in de bijlagen bij de volgende regelingen:

  • 1. de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 januari 2019 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het landelijk register kinderopvang 2019 (Stcrt. 2019, 3951) (hierna: de Regeling vaststelling formulieren landelijk register kinderopvang).

  • 2. de Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 november 2018 tot vaststelling van de formulieren in gebruik bij het register buitenlandse kinderopvang (Stcrt. 2018, 66983) (hierna: de Regeling vaststelling formulieren register buitenlandse kinderopvang).

Het gaat om bijlagen 1 (Aanvraag exploitatie kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang), 2 (Aanvraag exploitatie gastouderbureau), 4 (Wijziging kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang), 5 (Wijziging gastouderbureau) en 6 (Wijziging gastouderopvang) bij de Regeling vaststelling formulieren landelijk register kinderopvang en bijlagen 1 (Aanvraag inschrijving van een kinderopvangvoorziening (dagopvang of buitenschoolse opvang) in het register buitenlandse kinderopvang) en 2 (Aanvraag inschrijving van een voorziening voor gastouderopvang in het register buitenlandse kinderopvang) bij de Regeling vaststelling formulieren register buitenlandse kinderopvang.

De formulieren worden gebruikt voor aanvragen tot inschrijving in het landelijk registeren kinderopvang of het register buitenlandse kinderopvang, of het doorgeven van wijzigingen. De grondslag daarvoor zijn de artikelen 1.45 en 1.47 van de Wet kinderopvang en het Besluit landelijk register kinderopvang, register buitenlandse kinderopvang en personenregister kinderopvang (hierna: het besluit).

Deze wijzigingen worden hieronder toegelicht.

2. Inhoud regeling

2.1 Ouderparticipatiecrèches

Met ingang van 1 juli 2021 zijn ouderparticipatiecrèches (OPC’s) onder de Wet kinderopvang gebracht. Dat heeft ook gevolgen voor de Regeling vaststelling formulieren landelijk register kinderopvang. Teneinde een aanvraag voor de exploitatie van een OPC te kunnen indienen of wijzigingen van een OPC te kunnen doorgeven, zijn het aanvraagformulier kinderdagvoorziening en buitenschoolse opvang en het wijzigingsformulier kinderdagvoorziening en buitenschoolse opvang aangepast. Met het wijzigingsformulier kan ook een verhuizing van een OPC worden doorgegeven. Op de formulieren kan bij het aangeven van de soort opvang nu ook de OPC worden aangevinkt.

2.2 Verduidelijking informatieplicht buitenlandse kinderopvang

Om in het buitenland recht te krijgen op kinderopvangtoeslag, moet de buitenlandse kinderopvangorganisatie geregistreerd worden in het register buitenlandse kinderopvang. In de Regeling vaststelling formulieren register buitenlandse kinderopvang zijn formulieren opgenomen voor de aanvraag of wijziging van zo’n inschrijving. Gebleken is dat de bijlagen 1 en 2 (aanvraag voor kinderopvangvoorziening en voor gastouder) de suggestie kunnen wekken dat de kinderopvangorganisatie, indien daar aanleiding toe is, de volledige administratie beschikbaar moet stellen aan de Belastingdienst/Toeslagen, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Dat is niet de bedoeling. Daarom worden de bijlagen met deze regeling verduidelijkt, zodat voor buitenlandse houders duidelijk is welke administratie aan de Minister van SZW en DUO en welke administratie aan de Belastingdienst beschikbaar moet worden gesteld.

Er is in de nieuwe tekst een onderscheid gemaakt tussen de gegevenslevering aan de Minister van SZW en DUO in het kader van registratie en kwaliteitscontrole en aan de Belastingdienst/Toeslagen voor de beoordeling van de aanvragen voor kinderopvangtoeslag. Deze tekst is afgestemd met DUO en de Belastingdienst/Toeslagen. Hiermee wordt verduidelijkt welke gegevens daadwerkelijk noodzakelijk zijn en voor welke instantie. De nieuwe tekst sluit nu aan op de praktijk.

2.3 Mailadres houder

In het aanvraagformulier exploitatie kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang en het aanvraagformulier exploitatie gastouderbureau is met deze wijziging – in aanvulling op het vermelden van het mailadres van de aanvrager – ook het mailadres van de houder opgenomen. Het opgeven van dit mailadres is optioneel. Dit mailadres van de houder wordt niet openbaar gemaakt en is bedoeld voor communicatie met de gemeente of de GGD. In het wijzigingsformulier kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang en het wijzigingsformulier gastouderbureau is de optie opgenomen om het mailadres van de houder te wijzigen. De houder kan hier alsnog zijn of haar mailadres doorgeven en bijvoorbeeld hiermee het algemene mailadres van de organisatie vervangen.

Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk, het betreft enkel een voorstel om de huidige werkprocessen te versoepelen.

2.4 Administratieve aanpassingen

Er zijn enkele administratieve aanpassingen die met deze regeling doorgevoerd worden.

Het wijzigingsformulier kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang en het wijzigingsformulier gastouderbureau zijn zo aangepast dat niet meer in alle gevallen een kopie van bewijs van inschrijving in het handelsregister nodig is. In voornoemde formulieren staat bij het onderdeel ‘mee te sturen documenten’ nu opgenomen: bij het doorgeven van een vestigingsnummer of een houderwijziging moet een bewijs van inschrijving in de kamer van koophandel worden meegezonden. Het is voortaan alleen in deze twee situaties noodzakelijk.

In het wijzigingsformulier kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang is duidelijker aangegeven welke wijzigingen kunnen worden gemeld. Het onderdeel ‘Gegevens geregistreerde Opvangvoorziening’ is aangepast in ‘Wijziging gegevens geregistreerde Opvangvoorziening’.

In het wijzigingsformulier gastouderbureau en het wijzigingsformulier gastouderopvang zijn subnummers verwijderd, om verwarring te voorkomen. Alle wijzigingen vallen namelijk in de categorie: Wijziging gegevens geregistreerde vestiging. De subnummers 3.3 en 3.4 zijn verwijderd bij het wijzigingsformulier gastouderopvang en de subnummers 3.3, 3.4 en 3.5 bij het wijzigingsformulier gastouderbureau.

In zes formulieren wordt niet langer naar ‘geslacht’ gevraagd. Uitzondering is het Wijzigingsformulier gastouderopvang, daar gebeurde dat al niet. Reden voor deze aanpassing is dat er geen doelbinding is met het opvragen van het geslacht.

3. Gevolgen

De hierboven genoemde aanpassingen hebben geen negatieve gevolgen voor de regeldruk.

Enkele wijzigingen leiden tot het verminderen van de regeldruk. Het geslacht wordt niet meer opgevraagd bij alle bijgevoegde formulieren. Ook hoeft een kopie van het bewijs van inschrijving in het handelsregister niet meer in alle gevallen toegevoegd te worden. Voor het wijzigingsformulier kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang en het wijzigingsformulier gastouderbureau is dit alleen nodig voor het doorgeven van een vestigingsnummer of een houderwijziging.

Verder zijn in de formulieren enkele verduidelijkingen aangebracht. Dit versoepelt het invullen van de desbetreffende formulieren.

In het aanvraagformulier exploitatie kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang en het aanvraagformulier exploitatie gastouderbureau is het voortaan mogelijk het mailadres van de houder op te nemen. Dit is optioneel en kan het contact met de houder versoepelen. Ook kan het mailadres van de houder worden gewijzigd in de wijzigingsformulieren.

In de Wet kinderopvang zijn ouderparticipatiecrèches (OPC’s) sinds 1 juli 2021 opgenomen. Dit leidt ertoe dat dit geregistreerd moet kunnen worden vanaf 1 juli 2021. Dit kan met het aanvraagformulier kinderdagvoorziening en buitenschoolse opvang en het wijzigingsformulier kinderdagvoorziening en buitenschoolse opvang.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2021. Behalve in de Staatscourant zijn de aanvraag- en wijzigingsformulieren te vinden op www.rijksoverheid.nl/kinderopvang.

Met de inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2021 wordt aangesloten op het kabinetsbeleid van vaste verandermomenten voor regelgeving (aanwijzing 4.17 van de aanwijzingen voor de regelgeving). Dat beleid houdt in dat ministeriële regelingen in werking treden op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Van de minimuminvoeringstermijn van twee maanden wordt afgeweken. Dat leidt niet tot nadelen voor de doelgroep. De wijzigingen in de formulieren betreffen kleine aanpassingen die geen voorbereidingstijd van betrokkenen vragen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven