Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid van 27 mei 2021, nr. 3315287, tot wijziging van de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar en de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus in verband met de Wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet en in verband met de uitbreiding van digitale handhaving op verkeersfeiten

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 142, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, artikel 17, derde lid, van de Wet op de economische delicten en de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus;

Besluit:

ARTIKEL I

A

In de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar wordt domein I (Openbare ruimte), onderdeel 6, als volgt gewijzigd:

1. ‘Drank- en Horecawet’ wordt vervangen door ‘Alcoholwet’.

2. Na ‘artikel 1 Wet op de economische delicten’ wordt ingevoegd ‘en de artikelen 45 en 45a Alcoholwet’.

3. In de voetnoot wordt ‘artikel 45 Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘de artikelen 45 en 45a Alcoholwet’.

B

In de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar komen de laatste twee volzinnen van domein I (Openbare ruimte), onderdeel 16, als volgt te luiden:

Digitaal handhaven is slechts mogelijk op overtreding van het RVV en na instemming van het Openbaar Ministerie. Een aanvraag tot instemming wordt getoetst aan de door het Openbaar Ministerie hiertoe vastgestelde kaders. De toepasselijke kaders zijn te vinden op www.om.nl/digitaalhandhavenRVV;

C

In de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar komen de laatste twee volzinnen van domein II (Milieu, welzijn en infrastructuur), onderdeel 22, onderdeel c, als volgt te luiden:

Digitaal handhaven is slechts mogelijk op overtreding van het RVV en na instemming van het Openbaar Ministerie. Een aanvraag tot instemming wordt getoetst aan de door het Openbaar Ministerie hiertoe vastgestelde kaders. De toepasselijke kaders zijn te vinden op www.om.nl/digitaalhandhavenRVV;

ARTIKEL II

In artikel 1, eerste lid, van de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Met de wet van 16 december 2020 tot wijziging van de Drank- en Horecawet in verband met het Nationaal Preventieakkoord en evaluatie van de wet is de naam van de Drank- en Horecawet gewijzigd naar de Alcoholwet (Staatsblad 2021, nr. 26). De Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar en de Regeling particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus zijn gebaseerd op de regelgevende bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid en bevatten verwijzingen naar de Drank- en Horecawet. Met deze onderhavige regeling worden deze verwijzingen naar de Drank- en Horecawet technisch omgezet in verwijzingen naar de Alcoholwet.

Door de wijze waarop in de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar, domein I, onderdeel 6, wordt verwezen naar de Drank- en Horecawet, namelijk met een juncto naar artikel 1 van de Wet op de economische delicten, is onbewust geregeld dat de opsporingsbevoegdheid niet ziet op de strafbare feiten uit artikel 45 Drank- en Horecawet. Deze strafbare feiten betreffen immers geen economische delicten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de economische delicten. Het uitsluiten van de opsporingsbevoegdheid ten aanzien van de strafbare feiten uit artikel 45 Drank- en Horecawet is echter nimmer de bedoeling geweest. Dit blijkt ook uit de voetnoot bij dit onderdeel. Bovendien vooronderstelt artikel 2, tweede lid, juncto artikel 3, onder b, van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet dat artikel 45 Drank- en Horecawet in de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar is opgenomen. Dit blijkt uit de toelichting hierop (Staatscourant 2013, nr. 1042), waarin het volgende is vermeld: ‘Omdat de door de burgemeester aangewezen ambtenaren tevens buitengewoon opsporingsambtenaar zijn (zie hierna) kunnen zij bovendien strafrechtelijk optreden tegen onder meer overtreding van artikel 45, waarin het aanwezig hebben van alcohol voor personen onder de wettelijk vastgestelde leeftijd strafbaar is gesteld.’ Artikel I, tweede lid, corrigeert dit door artikel 45 van de Alcoholwet afzonderlijk te vermelden in onderdeel 6 van domein I.

Naar aanleiding van de wijziging van de Drank- en Horecawet wordt de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet overigens ingetrokken. Het bepaalde in artikel 2, tweede lid, juncto artikel 3, onder b, van de Regeling toezichthoudende ambtenaren Drank- en Horecawet zal worden opgenomen in artikel 3.2, tweede lid, juncto artikel 3.3, onder b, van de Alcoholregeling.

Met de inwerkingtreding van de Alcoholwet op 1 juli a.s. treedt ook het nieuwe artikel 45a Alcoholwet in werking. Met dit artikel wordt het personen die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, verboden op voor publiek toegankelijke plaatsen anders dan bedrijfsmatig alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt.

Met Artikel I onder A, tweede lid van onderhavige Regeling, wordt artikel 45a Alcoholwet aan de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar toegevoegd. Dit heeft een inhoudelijke wijziging tot gevolg. Het artikel bevat een nieuwe strafbaarstelling en dus een taakuitbreiding van de boa’s. Omdat het hier Domeinlijst I betreft, is het artikel in overleg met de ketenpartners (OM, politie, VNG) getoetst aan het leefbaarheidscriterium uit de Beleidsregels buitengewoon opsporingsambtenaar. Geoordeeld is dat artikel 45a Alcoholwet voldoet aan de cumulatieve criteria van het leefbaarheidscriterium. Het feit is aan te merken als overlast, het gaat om een overtreding die de leefbaarheid aantast en het behelst geen duplicering van handhaving op grond van formele wetgeving. Het feit is door eigen waarneming direct te constateren tijdens de surveillance van de boa en ziet niet op geweld, veelplegers, medepleging en/of aanzienlijke schade. De taak/bevoegdheid vraagt geen extra opleiding en apparatuur en er is in beginsel geen sprake van een te verwachten gevaarlijke of gewelddadige setting.

Met Artikel I onder A, derde lid van onderhavige regeling, wordt artikel 45a Alcoholwet aan de voetnoot bij onderdeel 6 van domein I toegevoegd. Om op de huidige DHW te handhaven dienen boa’s het examen Toezichthouder Drank- en Horecawet te hebben afgelegd. Artikel 45 DHW wordt hiervan uitgezonderd. De gedachtegang hierachter is dat handhaving op dit artikel minder complex artikel is dan op andere artikelen uit de DHW en dus geen aanvullende opleidingseis behoeft. Voorgenoemde partners zijn het erover eens dat artikel 45a net als artikel 45 Alcoholwet kan worden uitgezonderd van het examen Toezichthouder Drank- en Horecawet.

In de bijlage bij de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar regelt onderdeel 16 van domein I (Openbare ruimte) en onderdeel 22 van domein II (Milieu, welzijn en infrastructuur) tot welke strafbare feiten uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) de opsporingsbevoegdheid van boa’s uit domein I en II strekt. In de regeling is momenteel opgenomen dat boa’s voor een beperkt aantal van deze strafbare feiten ook digitaal mogen handhaven. Digitale handhaving houdt in dat boa’s bij de handhaving gebruik kunnen maken van bepaalde technologische middelen, zoals camera’s. Op dit moment is digitaal handhaven slechts mogelijk voor het negeren van een C-bord (geslotenverklaring) of voor de overtreding van artikel 5, 6 of 10 RVV die volgt uit het negeren van een G-bord (plaats op de weg). Met de onderhavige regeling wordt geregeld dat boa’s voortaan digitaal kunnen handhaven op alle in de domeinlijsten opgenomen artikelen van het RVV.

Met behulp van technologische ontwikkelingen gaan digitale vormen van verkeershandhaving een steeds belangrijkere rol spelen. Digitale middelen dragen bij aan een efficiënte manier van handhaven waarbij de pakkans wordt vergroot. Met deze aanpassing van de domeinlijsten wordt beoogd de Regeling domeinlijsten buitengewoon opsporingsambtenaar meer toekomstbestendig te maken zodat technologische ontwikkelingen optimaal kunnen worden benut.

Met deze wijziging is geen sprake van een verruiming van de opsporingsbevoegdheden van de boa, maar een verbreding van de manier waarop deze bevoegdheden kunnen worden ingezet, omdat boa’s voortaan naast de ‘reguliere’ handhaving ook digitaal kunnen handhaven op alle in de domeinlijsten opgenomen artikelen van de RVV. De digitale handhaving blijft aan kaders verbonden, zodat de kwaliteit van handhaving gewaarborgd blijft. Belangrijk onderdeel hiervan is dat bij inzet van een digitaal handhavingsmiddel vooraf toestemming nodig is van het OM. Dit wordt derhalve met onderhavige Regeling mede toegevoegd aan onderdeel 16 van domein I en onderdeel 22 van domein II. Bovendien verwijzen deze onderdelen op dit moment naar kaders voor digitaal handhaven door gemeenten, waarmee de veronderstelling wordt gewekt dat de handhavingskaders enkel voor gemeenten gelden. Echter, de kaders die het OM heeft gesteld voor digitale handhaving, gelden voor alle bevoegde boa’s en dus ook voor andere werkgevers dan gemeenten. De zinsnede ‘kaders voor digitaal handhaven door gemeenten’ komt daarom te vervallen.

’s-Gravenhage, 27 mei 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven