Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht

Nader Rapport

20 september 2019

IenW/BSK-2019/182879

Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Aan de Koning

Nader rapport inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 4 juli 2019, nr. 2019001324, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 juli 2019, No. W17.19.0173/IV, bied ik U hierbij aan.

Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. De redactionele opmerking van de Afdeling is verwerkt.

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de bijbehorende memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga.

Advies Raad van State

No. W17.19.0173/IV

’s-Gravenhage, 24 juli 2019

Aan de Koning

Bij Kabinetsmissive van 4 juli 2019, no.2019001324, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht, met memorie van toelichting.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.

De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.

De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.

Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.

De waarnemend vice-president van de Raad van State, S.F.M. Wortmann.

Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State betreffende no.W17.19.0173/IV

  • In artikel 133, vierde lid, de zin ‘Voor de toepassing van titel 4.4. van de Algemene wet bestuursrecht wordt het besluit als bedoeld in artikel 131, eerste lid, aanhef en onder b, aangemerkt als beschikking als bedoeld in artikel 4.86 van de Algemene wet bestuursrecht.’ laten vervallen.

Tekst zoals aangeboden aan de Raad van State: Wet houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de bepalingen over oplegging van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht te schrappen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wegenverkeerswet 1994 wordt als volgt gewijzigd

A

In artikel 1, eerste lid, vervallen de onderdelen v, w en x.

B

Artikel 4b, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b2, b3, b4 en b5 vervallen.

2. In onderdeel j wordt ‘101, 132f, eerste lid, en 132k, eerste lid,’ vervangen door ‘en 101’.

C

In artikel 4aa, eerste lid, vervalt onderdeel e.

D

In artikel 4av, eerste lid, vervalt ‘en 132e, vijfde lid,’.

E

Artikel 8, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op een ieder die zonder dat aan hem een rijbewijs is afgegeven een motorrijtuig bestuurt voor het besturen waarvan een rijbewijs vereist is.

F

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zesde lid wordt ‘artikel 131, eerste lid, onderdeel c,’ vervangen door ‘artikel 131, eerste lid, onderdeel b,’.

2. Het negende lid vervalt en het tiende lid wordt vernummerd tot negende lid.

G

In de artikelen 115, eerste lid, 161, eerste lid, 164, zesde lid, en 180, vijfde lid, vervalt ‘132b, tweede lid,’.

H

In artikel 118, derde lid, vervallen de twee laatste zinnen.

I

In artikel 119, eerste lid, onderdeel d, vervalt ‘, of 132b, tweede lid.’

J

Artikel 124 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, vervalt: 132b, tweede lid,.

2. In het tweede lid, onderdeel d, onder I en II, en het zesde lid, onderdeel a, wordt ‘131, eerste lid, onderdeel c,’ vervangen door ‘131, eerste lid, onderdeel b,’.

K

Afdeling 8a. Registratie van gegevens in verband met oplegging van het alcoholslotprogramma vervalt.

L

In artikel 130, derde lid, vervalt de zin ‘De in het tweede lid bedoelde vordering wordt tevens gedaan in bij ministeriële regeling aangegeven gevallen van overtreding van de voorwaarden van deelname aan het alcoholslotprogramma’.

M

Artikel 131, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Indien een schriftelijke mededeling als bedoeld in artikel 130, eerste lid, is gedaan, besluit het CBR in de bij ministeriële regeling aangegeven gevallen, respectievelijk tot:

    • a. oplegging van een educatieve maatregel ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid, of

    • b. een onderzoek naar de rijvaardigheid of de geschiktheid.

    Het besluit wordt zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de mededeling, genomen.

N

Artikel 132 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Behoudens de bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde uitzonderingen is diegene verplicht zijn medewerking te verlenen aan de opgelegde maatregel, die zich:

    • a. ingevolge artikel 131, eerste lid, aanhef en onderdeel a, dient te onderwerpen aan een educatieve maatregel ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid, of

    • b. ingevolge artikel 131, eerste lid, aanhef en onderdeel b, dient te onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid of geschiktheid.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt ‘het niet voldoen van de kosten verbonden aan het huren of kopen, het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden en het verwijderen van het alcoholslot op de in het huur- dan wel koopcontract van het alcoholslot aangegeven wijze of binnen de in dat huur- dan wel koopcontract aangegeven termijn of termijnen, alsmede’.

b. Onder toevoeging van ‘of’ na ‘of geschiktheid’ in onderdeel a vervalt onderdeel b.

c. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.

O

De paragrafen 3. Alcoholslotprogramma algemeen tot en met 5. Erkenningsregeling alcoholsloten vervallen.

P

In artikel 133, eerste lid, wordt ‘onderdeel c,’ vervangen door ‘onderdeel b,’.

Q

In artikel 134, zevende lid, wordt ‘Indien het CBR besluit tot oplegging van de educatieve maatregel gedrag en verkeer zijn de artikelen 132 en 132a van overeenkomstige toepassing. In het geval van oplegging van de verplichting tot deelname aan het alcoholslotprogramma zijn de artikelen 132b tot en met 132o van overeenkomstige toepassing.’ vervangen door ‘Indien het CBR besluit tot oplegging van een educatieve maatregel zijn de artikelen 132 en 132a van overeenkomstige toepassing.’.

R

Artikel 160, zesde lid, vervalt en het zevende en achtste lid worden vernummerd tot zesde en zevende lid.

S

In artikel 176, vierde lid, wordt ‘9, eerste, tweede, vierde, vijfde, zevende en negende lid,’ vervangen door ‘9, eerste, tweede, vierde, vijfde en zevende lid,’.

T

Artikel 177 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, vervalt ‘132b, tweede lid, en 134, vierde lid, 132b, tweede lid,’.

2. In het tweede lid wordt ‘104, 106b, 132j en 132o’ vervangen door ‘104 en 106b’.

ARTIKEL II

De Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de alfabetische opsomming van artikel 1 vervalt het begrip scholing alcoholslotprogramma alsmede de daarbij behorende omschrijving.

B

In artikel 2, eerste lid, onderdeel j, vervalt ‘en van het aanvullend examen docent scholing alcoholslotprogramma’.

C

In het opschrift van Hoofdstuk IV vervalt ‘en scholing alcoholslotprogramma’.

D

In artikel 16, eerste lid, vervalt ‘, alsmede degene die scholing geeft in het kader van het alcoholslotprogramma,’.

E

Artikel 17, derde en vierde lid, vervalt.

F

In artikel 19 vervalt ‘en ten aanzien van certificaten ten behoeve van het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma.’

G

In artikel 20 vervalt ‘alsmede een certificaat voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma’.

H

In artikel 24, eerste en tweede lid, vervalt ‘of scholing alcoholslotprogramma’.

ARTIKEL III

Indien de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen; Stb. 2019, nr. 6) eerder in werking treedt of is getreden dan deze wet, dan wordt deze wet als volgt gewijzigd:

1. In artikel II, onderdeel B, van deze wet wordt ‘artikel 2, eerste lid, onderdeel j,’ vervangen door ‘artikel 2, eerste lid, onderdeel i,’.

2. Artikel II, onderdeel G, van deze wet komt te luiden:

G

In artikel 20 vervalt ‘alsmede een certificaat voor het geven van scholing in het kader van het alcoholslotprogramma’, alsmede ‘onderscheidenlijk artikel 17, vierde lid, onderdeel a,.’.

ARTIKEL IV

Indien de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen, Stb. 2019, nr. 6) later in werking treedt dan deze wet, dan wordt artikel I van die wet als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel P, tweede lid, vervalt.

2. In onderdeel R vervalt ‘onderscheidenlijk artikel 17, vierde lid, onderdeel a,’.

ARTIKEL V

Indien het bij koninklijke boodschap van 20 november 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en het Wetboek van Strafrecht in verband met strafbaarstelling van zeer gevaarlijk rijgedrag en verhoging van de strafmaxima met het oog op versterking van de verkeershandhaving (aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten) (Kamerstukken II vergaderjaar 2018/19, 35 086, nr. 2) eerder tot wet wordt verheven en in werking treedt dan deze wet, dan wordt artikel I van deze wet als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel S wordt ‘artikel 176, vierde lid,’ vervangen door ‘artikel 176, vijfde lid,’.

2. In onderdeel T wordt artikel 177 als volgt gewijzigd:

a. in het eerste subonderdeel wordt ‘eerste lid, onderdeel a,’ vervangen door ‘tweede lid, onderdeel a,’.

b. In het tweede subonderdeel wordt ‘tweede lid’ vervangen door ‘derde lid’.

ARTIKEL VI

Artikel V van de Wet van 3 december 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs) (Stb. 2015, 10), zoals dat thans luidt wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van het eerste lid vervalt: , tenzij het in dit lid bedoelde rijbewijs is voorzien van de voor deelname aan het alcoholslotprogramma vastgestelde codering.

2. Aan het slot van het tweede lid vervalt: , tenzij het af te geven rijbewijs voor de categorie B een rijbewijs is met de voor deelname aan het alcoholslotprogramma vastgestelde codering.

ARTIKEL VII

De bepalingen over het alcoholslotprogramma zoals die golden voor de inwerkingtreding van deze wet blijven van toepassing op de rijbewijshouder aan wie de verplichting is opgelegd tot deelname aan het alcoholslotprogramma tot het tijdstip waarop hij de beschikking heeft gekregen over een rijbewijs zonder de voor deelname aan het alcoholslotprogramma vastgestelde codering.

ARTIKEL VIII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

MEMORIE VAN TOELICHTING

1. Inleiding

Onderhavig wetsvoorstel strekt ertoe de bepalingen betreffende het opleggen en de uitvoering van het alcoholslotprogramma (ASP) in het kader van het bestuursrecht te schrappen uit de Wegenverkeerswet 1994 (verder te noemen: WVW 1994) en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (verder te noemen: WRM 1993).

2. Aanleiding voor het wetsvoorstel

Met dit wetsvoorstel wordt het ASP in het bestuursrecht afgebouwd.

Directe aanleiding vormt de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 2015.1 Deze uitspraak heeft ertoe geleid dat het CBR niet langer het ASP oplegt, maar in plaats daarvan een educatieve maatregel alcohol en verkeer of in geval van recidive een geschiktheidsonderzoek alcohol. Het aantal deelnemers aan het ASP nam daardoor flink af. Er begonnen nog nauwelijks personen met het ASP, terwijl wel personen het ASP succesvol afrondden. Door het beperkte aantal deelnemers was vanaf september 2016 het niet meer mogelijk het programma goed uit te voeren en is besloten het ASP in zijn geheel af te bouwen. Vanaf 1 januari 2017 waren er geen deelnemers meer en is het programma definitief beëindigd.

De reeds opgelegde ASP-besluiten (en daarmee de ongeldigheid van het oorspronkelijke rijbewijs) behouden hun rechtskracht zoals ook in bovengenoemde uitspraak is bepaald. In het kader van de afbouw konden personen met een ASP-besluit wel eerder de reguliere procedure overeenkomstig de artikelen 97 en volgende van het Reglement rijbewijzen starten bij het CBR om een nieuw rijbewijs aan te vragen, waarbij het niet vanzelfsprekend was dat al deze personen weer de beschikking zouden krijgen over een regulier rijbewijs. Bij brief van 21 september 2016 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.2

Op verzoek van de Tweede Kamer3 heeft de minister van Justitie en Veiligheid onderzoek laten doen naar de mogelijkheid om een straf die voorziet in een persoonlijke aanpak van chronische drankrijders in het verkeer, zoals het ASP, op te kunnen leggen. In de brief van 7 maart 20184, die hij gezamenlijk met de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, heeft hij laten weten dat wordt gekozen voor andere maatregelen voor de aanpak van alcohol in het verkeer dan het ASP, zoals het verhogen van de strafmaxima voor het rijden onder invloed en het verlagen van de grens van het geschiktheidsonderzoek alcohol. Gelet op bovenstaande overwegingen worden de bepalingen in de regelgeving die op de onderbrenging van het ASP in het bestuursrecht betrekking hebben geschrapt. Dit wetsvoorstel voorziet daarin voor de bepalingen in de WVW 1994 en de WRM 1993. Het vormt het sluitstuk van de operatie tot afbouw van het ASP in het bestuursrecht. De bepalingen op het niveau van ministeriële regeling en algemene maatregel van bestuur zijn al geschrapt.5

3. Administratieve lasten en nalevingskosten

Er is geen sprake van administratieve lasten en nalevingskosten. De ATR heeft aangegeven dat hij de analyse deelt dat er geen (merkbare) regeldrukeffecten optreden als gevolg van het voorstel en dat hij om die reden geen formeel advies heeft uitgebracht over het voorstel.

4. Uitvoering en handhaving

Dienst Wegverkeer (RDW)

Het schrappen van de ASP-bepalingen zal leiden tot de noodzaak van aanpassing van de geautomatiseerde systemen bij de RDW. Dit zal leiden tot extra kosten tot een maximumbedrag van € 220.000,–. Hierover zijn afspraken gemaakt met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Voor het overige hebben de wijzigingen geen noemenswaardige juridische, personele, organisatorische en financiële consequenties.

Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)

Het CBR heeft aangegeven dat het schrappen van de ASP-bepalingen uit de regelgeving niet zal leiden tot noemenswaardige gevolgen voor de organisatie of de systemen. Het ASP is immers al afgebouwd.

Politie en openbaar ministerie

In de reactie van het OM werd gevraagd om duidelijkheid hoe om te gaan met personen die, hoewel het ASP is afgebouwd, nog beschikken over een rijbewijs met de voor het ASP bestemde codering. Naar verwachting gaat het hier om nog enkele tientallen personen. Tevens zijn er nog enkele personen aan wie ooit de verplichting tot het volgen van het ASP is opgelegd, maar die daarna nog niet de beschikking hebben gekregen over een rijbewijs zonder de voor het ASP geldende codering. Ten aanzien van deze personen wordt in het overgangsrecht geregeld dat, als zij toch rijden in een motorrijtuig zonder alcoholslot of rijden onder invloed van alcohol, de artikelen 9, negende lid, (kort gezegd rijden met een rijbewijs met de voor het ASP geldende codering in een motorrijtuig zonder (werkend) alcoholslot) respectievelijk 8, vierde lid, (lager alcoholpromillage geldt ook voor houders met een ASP-gecodeerd rijbewijs) van de WVW 1994 van toepassing blijven. Het zal hier gaan om een beperkt aantal gevallen dat niet zal leiden tot een noemenswaardige werklast. Voor het overige heeft het wetsvoorstel geen gevolgen voor politie of justitie. Het feit dat in de gevallen waarin voorheen een asp zou worden opgelegd, nu een andere maatregel wordt opgelegd door het CBR leidt niet tot een tijdsbesparing voor de politie. Het blijven immers gevallen waarin een proces-verbaal wordt opgemaakt en een mededeling op grond van artikel 130, eerste lid, Wegenverkeerswet 1994 moet worden uitgebracht.

5. Advisering en consultatie

Het wetsvoorstel is voor advies voorgelegd aan de RDW, het CBR, de politie, het OM en IBKI. Het voorstel gaf de politie en IBKI geen aanleiding tot opmerkingen. De opmerkingen van het OM, het CBR en de RDW zijn verwerkt.

Afgezien is van internetconsultatie, omdat het alcoholslotprogramma al niet meer wordt opgelegd en de uitvoering inmiddels is beëindigd. De regelgeving wordt in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Het voorstel leidt niet tot gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen.

6. Communicatie

Aparte communicatie is niet nodig. Het betreft hier aanpassing van de regelgeving aan een reeds bestaande situatie.

7. Inwerkingtreding

Bij inwerkingtreding zal worden afgeweken van de systematiek van de vaste verandermomenten. Er wordt gebruik gemaakt van een uitzonderingsgrond; het gaat hier om reparatiewetgeving.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A tot en met T

Alle hier opgenomen aanpassingen hebben alle tot doel de bepalingen betreffende het ASP, dan wel in de artikelen voorkomende verwijzingen naar het ASP te schrappen. In onderdeel Q is in verband hiermee de bepaling verduidelijkt dat als het CBR na een onderzoek niet overgaat tot het ongeldig verklaren van het rijbewijs en een educatieve maatregel oplegt, de artikelen 132 en 132a van overeenkomstige toepassing zijn.

Artikel II, onderdelen A tot en met H

Ook in de WRM 1993 zijn enkele bepalingen opgenomen die betrekking hadden op de eisen die aan de instructeurs alcoholslot werden gesteld. Nu het ASP niet terugkomt in het bestuursrecht en er in dat kader ook geen instructeurs alcoholslot meer nodig zijn, kan de verwijzing naar het ASP ook uit deze artikelen worden geschrapt.

Artikelen III en IV

In deze artikelen zijn samenloopbepalingen opgenomen met de Wet van 19 december 2018 tot wijziging van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 (wijzigingen naar aanleiding van evaluatie, nascholing beroepschauffeurs, bestuursrechtelijke handhaving en enkele verbeteringen; Stb. 2019, nr. 6).

Artikel V

Dit artikel bevat een aanpassing van het overgangsrecht bij de Wet van 3 december 2014 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de invoering van de rijbewijsplicht voor landbouw- en bosbouwtrekkers en motorrijtuigen met beperkte snelheid (T-rijbewijs) (Stb. 2015, 10), zoals dat thans luidt. De strekking van de aanpassing is het schrappen van de verwijzing naar het ASP.

Artikel VI

Voor de toelichting wordt verwezen naar het Algemeen deel van de toelichting, § 4, onder Politie en openbaar ministerie.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,


X Noot
1

Uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:622).

X Noot
2

Kamerstukken II 2016/17, nr. 29 398, nr. 529.

X Noot
3

Motie Van Helvert c.s. (Kamerstukken II, 29 398, nr. 532).

X Noot
4

Kamerstukken II 2017/18, 29 398, nr. 588.

X Noot
5

Regeling tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht (Stcrt. 2018, 7145) en Besluit van PM tot wijziging van het Reglement rijbewijzen en het besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009 (Stb. 2019, ).

Naar boven