Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 3 april 2018, nr. IENW/BSK-2018/24173, tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met het niet meer opleggen van het alcoholslotprogramma in het bestuursrecht

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 4b, tweede lid, onderdeel b, 22b, eerste en zevende lid, 23a, eerste lid, 25a1, eerste lid en tweede lid juncto artikel 22b, zevende lid, 25b, derde lid, 26a, 83, vierde lid, 85a, vijfde lid, 86a, tweede lid, 111, vierde lid, 118, vierde lid, 129c, tweede lid, 132d, vijfde lid, 132e, eerste, derde, vierde, en zevende lid, 132e1, eerste, vierde en vijfde lid, 132f, derde lid, 132g, eerste en derde lid, 132h, vierde lid, 132i, vierde en negende lid, 132k, tweede en vierde lid, 132l, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 132m, zesde lid, 132n, achtste lid, en 134, zevende lid, van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 19c van het Reglement rijbewijzen en de artikel 16, tweede lid, onderdeel b, van de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling aanpassing voertuigen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, alfabetische opsomming, wordt als volgt gewijzigd:

1. De begrippen erkenning installateur alcoholslot, erkenning producent alcoholslot, erkenninghouder installateur alcoholslot, erkenninghouder producent alcoholslot, inrichting en mobiele installatie-eenheid alcoholslot, alsmede de bijbehorende omschrijvingen, vervallen.

2. In de omschrijving van het begrip steekproef wordt ‘de artikelen 102, 132e, vierde lid, en 132m’ vervangen door: artikel 102.

3. In de omschrijving van het begrip werkplaats vervalt: of een erkenninghouder als bedoeld in artikel 132k, eerste lid, van de wet.

B

De artikelen 2a en 2b vervallen.

C

De hoofdstukken 4a en 4b vervallen.

D

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: of de erkenninghouder installateur alcoholslot.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De Dienst Wegverkeer begint terstond de procedure tot intrekking van de erkenning, indien de erkenninghouder de in hoofdstuk 2, afdeling 3, paragraaf 2, vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd.

E

Artikel 69 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘de hoofdstukken 2, 4, 4a en 4b’ vervangen door: de hoofdstukken 2 en 4.

2. In onderdeel a vervalt: , inrichting, of mobiele installatie-eenheid.

3. Onderdeel f vervalt en in onderdeel e wordt ‘, en’ vervangen door een punt.

F

In artikel 70 vervallen het derde en vierde lid.

G

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: of de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheid.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Bij de steekproef wordt andermaal onderzocht of de wijziging overeenkomstig de eisen, bedoeld in de hoofdstukken 2 of 4, zijn uitgevoerd.

H

In het opschrift van Hoofdstuk 5, Afdeling 2, vervalt: en installateur alcoholslot.

I

Artikel 72 vervalt.

J

In artikel 74, eerste, tweede en derde lid, wordt ‘de artikelen 103 of 132n, van de wet’ vervangen door: artikel 103.

K

Artikel 75 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt: of voor de in artikel 132k, eerste lid, van de wet bedoelde werkzaamheid of werkzaamheden, waarvoor de erkenning installateur alcoholslot is verleend.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Bij de steekproef wordt andermaal onderzocht of de wijziging overeenkomstig de eisen, bedoeld in hoofdstukken 2 of 4, zijn uitgevoerd.

L

Artikel 76 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, vervalt: dan wel het alcoholslot.

2. In onderdelen a en b vervalt: , respectievelijk een in artikel 66r bedoelde persoon.

3. Onderdeel c vervalt en de onderdelen d en e worden verletterd tot c en d.

4. Onderdeel c (nieuw) komt te luiden:

  • c. worden voorafgaande aan de steekproef, door de erkenninghouder of diens medewerkers, de bescheiden als bedoeld in artikel 19, tweede lid, en artikel 23, eerste lid, overhandigd;.

5. In het tweede lid vervalt onderdeel b en worden de onderdelen c tot en met e verletterd tot b tot en met d.

6. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Indien bij de steekproef wordt vastgesteld dat:

    • a. de keuring van de gasinstallatie niet overeenkomstig de voorschriften van artikel 18 is uitgevoerd, dan wel onterecht is afgemeld;

    • b. de opnamekaart gasinstallatie onjuist of onvolledig is ingevuld, of

    • c. de voorschriften met betrekking tot de steekproef niet in acht zijn genomen,

    wordt door de functionaris van de Dienst Wegverkeer een steekproefcontrolerapport opgemaakt en door hem ondertekend, alsmede door respectievelijk de erkenninghouder of de in het eerste lid, onderdeel b, bedoelde persoon.

7. Het vierde lid vervalt en het vijfde en zesde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.

8. In het vierde lid (nieuw) vervalt: of geen werkzaamheid of werkzaamheden als bedoeld in artikel 132k, eerste lid, van de wet verrichten of laten verrichten.

M

Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘de artikelen 103, tweede lid, respectievelijk 132n, tweede lid, van de wet’ vervangen door: artikel 103.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De in het eerste lid bedoelde intrekking of wijziging van de erkenning zal, in het geval dat de erkenninghouder een erkenning heeft voor meerdere werkplaatsen, indien een van deze werkplaatsen niet voldoet aan de erkenningseisen of erkenningsvoorschriften, beperkt blijven tot die desbetreffende werkplaats.

3. Het derde lid vervalt.

N

Artikel 77a vervalt.

O

Artikel 78 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de komma aan het slot van onderdeel a wordt ingevoegd: of.

2. Onderdeel b vervalt en onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.

P

Hoofdstuk 5, Afdeling 4, vervalt.

ARTIKEL II

De Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, vervalt: 19c,.

B

In de bijlage, Nationale codes, vervalt code 103.

ARTIKEL III

In de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK vervalt artikel 24a.

ARTIKEL IV

De Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 vervallen in de alfabetische opsomming de begrippen handset, hertest, initieel ademmonster en vaste eenheid, alsmede de bijbehorende omschrijvingen.

B

In artikel 5 vervalt onderdeel o en wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel n vervangen door een punt.

C

In artikel 6 vervalt: , het rijbewijs ongeldig wordt verklaard op grond van artikel 132b, tweede lid, van de wet.

D

Paragraaf 6 vervalt.

E

In de bijlage, onderdeel B, onder III. Drogerende stoffen, Alcohol, vervallen de onderdelen f en g en wordt de puntkomma aan het slot van onderdeel e vervangen door een punt.

ARTIKEL V

De Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

De certificaten scholing educatieve maatregel ten behoeve van de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer, de educatieve maatregel alcohol en verkeer en de educatieve maatregel gedrag en verkeer zijn overeenkomstig de modellen in bijlage 2 bij deze regeling

B

In bijlage 2 vervalt model 2D.

ARTIKEL VI

De Regeling voertuigen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.2a vervalt.

B

Hoofdstuk 1, Afdeling 3, vervalt.

C

In het opschrift van Hoofdstuk 3, vervalt: en typegoedkeuring van alcoholsloten.

D

In het opschrift van Hoofdstuk 3, Afdeling 3, vervalt: , alsmede alcoholsloten.

E

Artikel 3.9, vijfde lid, vervalt.

F

In artikel 3.10 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

G

De artikelen 3.23a en 3.23b vervallen.

H

In artikel 3.25 vervalt het zevende lid.

I

Artikel 3.25a vervalt.

J

In het opschrift van Hoofdstuk 3, Afdeling 9, vervalt: en reeds ingebouwde alcoholsloten.

K

In artikel 3.27 vervallen het tweede en derde lid alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.

L

In artikel 8.1.6 vervalt het tweede lid en wordt het derde lid vernummerd tot tweede lid.

M

In artikel 8.2.11, eerste lid, vervalt: , respectievelijk van kalibratiegas voor alcoholsloten.

N

Artikel 8.2.14, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. een certificaat wordt slechts afgegeven voor gas dat is samengesteld, verpakt en gecertificeerd overeenkomstig artikel 8.4.89, eerste lid, en dat als gecertificeerd kalibratiegas voor uitlaatgastesters in de handel wordt gebracht.

O

Hoofdstuk 8, Afdeling 4, Paragraaf 9.5a, vervalt.

P

Bijlage XII vervalt.

ARTIKEL VII

De Regeling codering beperkingen rijbevoegdheid zoals deze luidde voor inwerkingtreding van artikel II van deze regeling blijft van toepassing op personen aan wie de verplichting is opgelegd tot het deelnemen aan het alcoholslotprogramma en aan wie sedertdien niet een rijbewijs is afgegeven zonder de voor het alcoholslotprogramma geldende codering.

ARTIKEL VIII

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

1. Inleiding

Deze wijzigingsregeling strekt ertoe de bepalingen betreffende het opleggen en de uitvoering van het alcoholslotprogramma (ASP) in het kader van het bestuursrecht te schrappen uit een aantal ministeriële regelingen, te weten de Regeling aanpassing voertuigen, de Regeling coderingen beperkingen rijbevoegdheid, de Regeling erkenning en keuringsbevoegdheid APK, de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 (RMRG 2011), de Regeling rijonderricht motorrijtuigen 2009 en de Regeling voertuigen.

2. Aanleiding voor de wijzigingsregeling

Deze regeling is het begin van het schrappen van de bepalingen betreffende het ASP in het bestuursrecht. Directe aanleiding voor dit voorstel vormt de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 20151. Deze uitspraak heeft ertoe geleid dat het CBR niet langer het ASP oplegt, maar in plaats daarvan een educatieve maatregel alcohol en verkeer of in geval van recidive een geschiktheidsonderzoek alcohol. Het aantal deelnemers aan het ASP nam daardoor flink af. Er begonnen nog nauwelijks personen met het ASP, terwijl wel personen het ASP succesvol afrondden. Door het beperkte aantal deelnemers was het vanaf september 2016 niet meer mogelijk het programma goed uit te voeren en is besloten het ASP in zijn geheel af te bouwen. Vanaf 1 januari 2017 is het programma definitief beëindigd. De reeds opgelegde ASP-besluiten (en daarmee de ongeldigheid van het oorspronkelijke rijbewijs) worden niet door het CBR ingetrokken. Deze besluiten behouden hun rechtskracht, zoals ook in bovengenoemde uitspraak van 4 maart 2015 is bepaald. In het kader van de afbouw konden personen met een ASP-besluit wel eerder de reguliere procedure overeenkomstig de artikelen 97 en volgende van het Reglement rijbewijzen (Rr) starten bij het CBR om ten behoeve van een nieuw rijbewijs een verklaring van geschiktheid aan te vragen, waarbij het niet vanzelfsprekend was dat al deze personen weer de beschikking zouden krijgen over een regulier rijbewijs. Bij brief van 21 september 20162 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd. Inmiddels is gebleken dat nog maar een zeer beperkt aantal personen in het bezit van een rijbewijs met code 103. Het schrappen van het ASP-bepalingen uit de regelgeving zal naar verwachting niet leiden tot een stijging van het aantal bezwaar- en beroepszaken.

Op verzoek van de Tweede Kamer heeft de minister van Justitie en Veiligheid onderzoek laten doen naar de mogelijkheid om een straf die voorziet in een persoonlijke aanpak van chronische drankrijders in het verkeer, zoals het ASP, op te kunnen leggen. In de brief van 7 maart 2018, die hij gezamenlijk met de minister van IenW aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, heeft hij laten weten dat wordt gekozen voor andere maatregelen voor de aanpak van alcohol in het verkeer dan het ASP, zoals het verhogen van de strafmaxima voor het rijden onder invloed en het verlagen van de grens van het geschiktheidsonderzoek alcohol. De Kamer heeft zich daar niet tegen verzet.

Gelet op het bovenstaande, worden de bepalingen in de regelgeving, die op de onderbrenging van het ASP in het bestuursrecht betrekking hebben, geschrapt. Dit voorstel voorziet daarin voor wat betreft de bepalingen in de ministeriële regelingen.

3. Administratieve lasten en nalevingskosten

Er is geen sprake van administratieve lasten en nalevingskosten.

4. Uitvoering en handhaving

Dienst Wegverkeer (RDW)

De RDW heeft aangegeven dat de wijzigingen geen noemenswaardige juridische, personele, organisatorische en financiële consequenties hebben. Wel zullen de computersystemen van de RDW worden aangepast in verband met het schrappen van de ASP-bepalingen. Hierover zijn afspraken gemaakt met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)

Het CBR heeft aangegeven dat het schrappen van de ASP-bepalingen uit de regelgeving niet zal leiden tot noemenswaardige gevolgen voor de organisatie of de systemen. Het ASP is immers al afgebouwd.

Politie

Het betreft hier de aanpassing van de regelgeving aan de feitelijke situatie. Het schrappen van de ASP-bepalingen zal dan ook geen gevolgen hebben voor de handhaving.

Openbaar ministerie

Het betreft hier de aanpassing van de regelgeving aan de feitelijke situatie. Het schrappen van de ASP-bepalingen zal dan ook geen gevolgen hebben voor de handhaving.

5. Advisering en consultatie

De regeling is voor advies voorgelegd aan de RDW, het CBR, de politie, het OM en de Stichting VAM (IBKI). Wat het OM betreft heeft dit slechts geleid tot enkele redactionele aanpassingen. De politie had geen opmerkingen. Het CBR was positief over de voorgestelde aanpassingen van de regelgeving op een enkel punt na. Het CBR adviseerde om de zogenoemde contra-indicaties voor de lichte educatieve maatregel alcohol en verkeer (LEMA) en de educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) niet te schrappen. In artikel 8, onderdeel e, en artikel 12, onderdeel d, van de RMRG 2011 wordt gesteld dat de burger, indien hij in de afgelopen vijfjaar aan het ASP heeft deelgenomen, niet in aanmerking komt voor de LEMA of de EMA, maar daarvoor in de plaats voor een onderzoek naar de geschiktheid. Dit advies is overgenomen. De reden hiervoor is dat de laatste ASP-deelnemer tot 1 januari 2022 vijf jaar geleden aan het ASP kan hebben deelgenomen. Deze twee contra-indicaties zijn dus nog relevant voor de huidige situatie die tot uiterlijk 1 januari 2022 blijft bestaan. Het schrappen daarvan zou betekenen dat de burger die eerder aan een ASP heeft deelgenomen, in aanmerking zou komen voor een (L)EMA in plaats van voor een onderzoek naar de geschiktheid. Hiermee zouden deze burgers worden bevoordeeld ten opzichte van vergelijkbare gevallen aan wie eerder een onderzoek naar de geschiktheid is opgelegd. Door beide contra-indicaties nog niet te schrappen, wordt deze ongelijkheid voorkomen.

Afgezien is van internetconsultatie, omdat het ASP al niet meer wordt opgelegd en de uitvoering inmiddels is beëindigd. De regelgeving wordt in overeenstemming gebracht met de feitelijke situatie. Het voorstel leidt niet tot gevolgen voor burgers, bedrijven en instellingen.

6. Communicatie

Aparte communicatie is niet nodig. Het betreft hier aanpassing van de regelgeving aan een reeds bestaande situatie.

7. Inwerkingtreding en overgangsrecht

Gebruik zal worden gemaakt van de uitzonderingsmogelijkheid voor toepassing van de vaste verandermomenten, omdat het hier gaat om reparatiewetgeving.

Overgangsrecht is opgenomen voor personen die nog in het bezit zijn van een rijbewijs met de voor het ASP geldende codering. Hoewel het ASP niet meer wordt opgelegd en er ook geen deelnemers meer zijn, is het toch nog mogelijk dat er personen zijn aan wie het ASP is opgelegd en die in dat kader de beschikking hebben gekregen over een rijbewijs B met de voor het ASP geldende codering, van wie dat rijbewijs nog wel geldig is. Voor deze personen blijft gelden dat zij, als zij gaan rijden in een auto zonder alcoholslot, zich schuldig blijven maken aan overtreding van artikel 9, negende lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Tevens zal voor hen ook de alcohollimiet uit artikel 8, vierde lid van de Wegenverkeerswet 1994 blijven gelden.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 4 maart 2015 (ECLI:NL:RVS:2015:622).

X Noot
2

Kamerstukken II vergaderjaar 2016/17, nr. 29 398, nr. 529.

Naar boven