Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2021, 10151 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Autoriteit Consument en Markt | Staatscourant 2021, 10151 | Overig |
Zaaknummer: ACM/19/036066
De Autoriteit Consument en Markt,
Gelet op artikel 12f, eerste lid van de Gaswet;
Besluit:
De Tarievencode gas wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 2.7 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In aanvulling op het eerste lid geldt dat de aansluitvergoeding dient ter dekking van de verwijderingskosten die conform artikel 2.9, tweede lid niet in rekening worden gebracht.
B
Aan artikel 2.8, eerste lid, sub b wordt na “in artikel 2.7, eerste lid, onderdeel b” de tekst toegevoegd, “en de kosten genoemd in artikel 2.7, derde lid.”
C
Artikel 2.9 komt als volgt te luiden:
1. Bij wijziging van een aansluiting op verzoek van de aangeslotene brengt de netbeheerder een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene tot een maximum van de eenmalige aansluitvergoeding zoals genoemd in artikel 2.8, eerste lid, onderdeel a plus eventueel en met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid, een eenmalige bijdrage voor het verwijderen dan wel fysiek afschakelen van de bestaande aansluiting.
2. Indien een aangeslotene verzoekt de aansluiting te verwijderen brengt de netbeheerder de kosten voor het verwijderen van de aansluiting via een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid, waarbij geldt dat bij aansluitingen met een aansluitcapaciteit tot en met 40 m3(n)/uur de netbeheerder voor het verwijderen van de gasaansluiting geen kosten in rekening brengt bij de aangeslotene.
3. Naast verwijdering kan een aangeslotene de netbeheerder verzoeken de aansluiting tijdelijk fysiek af te schakelen.
4. Op basis van het verzoek, bedoeld in het derde lid, indien de aangeslotene daarbij aantoont dat de aansluiting binnen afzienbare tijd weer in gebruik wordt genomen, schakelt de netbeheerder de aansluiting af voor een periode van maximaal twaalf maanden.
5. In het geval van een tijdelijke afsluiting, bedoeld in het vierde lid, brengt de netbeheerder de kosten van de afsluiting via een eenmalige bijdrage in rekening bij de aangeslotene, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid.
6. Bij opschorting van de transportverplichting, waaronder het fysiek afschakelen van de aansluiting op verzoek van de aangeslotene, of door bijvoorbeeld het ontbreken van een leverancier, kan de netbeheerder, naast de kosten voor het fysiek afschakelen, de periodieke aansluitvergoeding in rekening blijven brengen.
7. Indien een nieuwe aansluitovereenkomst voor een al aangelegde en eerder beheerde aansluiting wordt aangegaan, brengt de netbeheerder de kosten voor het fysiek inschakelen van de aansluiting in rekening bij de aangeslotene via een eenmalige bijdrage, met inachtneming van de systematiek van voorcalculatie zoals beschreven in artikel 2.10, eerste lid.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 25 februari 2021
Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid
Als u rechtstreeks belanghebbende bent, kunt u tegen dit besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het postadres is: College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift moet binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt zijn ontvangen. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en moet ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening en een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht bevatten. Voorts moet het beroepschrift de gronden van het beroep bevatten en dient een afschrift van het bestreden besluit te worden meegezonden.
1. Met dit besluit wijzigt de Autoriteit Consument en Markt (hierna: de ACM) de Tarievencode Gas. Dit besluit wijkt deels af van het ontwerpcodebesluit van 23 november 2020. De aanleiding hiervoor is de op 26 februari 2021 inwerking getreden gewijzigde Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas van 7 december 20201 en de hierop anticiperende zienswijze van Netbeheer Nederland. In haar ontwerpcodebesluit had de ACM al opgenomen het definitieve codebesluit aan te zullen passen op de door de Minister van Economische zaken en Klimaat (hierna: de Minister) reeds aangekondigde wijziging van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas.
2. Voor 26 februari 2021 schreef de ministeriële regeling een 50/50 kostenverdeling voor het verwijderen van een gasaansluiting voor. Deze verdeling is per 26 februari 2021 gewijzigd. De Minister heeft in de regeling opgenomen dat de verwijderkosten van een gasaansluiting volledig worden verrekend in het periodieke aansluittarief van de afnemers die aangesloten blijven op het gasnet. Hiermee wil de Minister regelen dat aangeslotenen die geen gas meer willen gebruiken, in alle gevallen geen kosten voor het verwijderen van de gasaansluiting hoeven te betalen. Echter zoals de Minister in zijn kamerbrief van 8 februari 20212 aangeeft, is het wel noodzakelijk dat diegene die van het gas afgaat een – laagdrempelig – verzoek doet om de gasaansluiting te laten verwijderen. De Gaswet biedt namelijk alleen bij een verzoek tot verwijdering, de mogelijkheid om een andere kostenverdeling voor te schrijven. In het geval een verzoek tot verwijdering van de gasaansluiting is gedaan mogen de netbeheerders de kosten voor de verwijderwerkzaamheden verrekenen in het periodieke aansluittarief van degenen die aangesloten blijven op het gasnet.
3. Verder geeft het codevoorstel van Netbeheer Nederland een nadere invulling aan de wettelijke verwijdertaak en het tijdelijk afsluiten van de gasaansluiting op basis van de Gaswet door de netbeheerders.
4. De ACM heeft op 9 juli 2019 een voorstel ontvangen van Netbeheer Nederland voor wijziging van de Tarievencode Gas.
5. Aanleiding voor dit codevoorstel is de motie van het Tweede Kamerlid Van der Lee. Deze luidt als volgt: “Verzoekt de regering, voor de korte termijn een variant uit te werken waarbij de kosten van het afsluiten van de gasaansluiting 50/50 worden verdeeld over de huiseigenaar en de netbeheerder, waarbij de netbeheerder dit mag verrekenen in het vastrecht.” De Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: de Minister) heeft Netbeheer Nederland gevraagd “het voortouw te nemen om een variant uit te werken waarbij de kostenverdeling en regelgeving worden vormgegeven conform de motie.” Daarbij dient volgens de Minister: “geborgd (...) te worden dat de bewoner altijd de helft van de kosten draagt en dat de netbeheerder de andere helft van de efficiënte kosten mag opnemen in een gereguleerd tarief.” Het door Netbeheer Nederland ingediende codevoorstel geeft op de eerste plaats invulling aan dit verzoek van de Minister. Daarnaast heeft Netbeheer Nederland op eigen initiatief in haar codevoorstel wijzigingen opgenomen, die zien op een nadere invulling van de wettelijke verwijdertaak van gasaansluitingen van de netbeheerder.
6. Per 26 februari 2021 is een wijziging van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas in werking getreden. Gevolg hiervan is dat de netbeheerder niet langer de (helft van de) verwijderkosten van een kleinverbruikgasaansluiting in rekening mag brengen bij de aangeslotene, maar de verwijderkosten moet verwerken in het periodieke aansluittarief van degenen die op het gasnet blijven aangesloten. De ACM heeft in het ontwerpcodebesluit bij de randnummers 20 en 21 aangegeven indien de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas gedurende dit codeproces, conform het wijzigingsvoorstel van de Minister, in werking treedt, de ACM het definitieve codebesluit hierop zal aanpassen. De ACM heeft dit codebesluit aangepast aan de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas zoals per 26 februari 2021 in werking getreden.
7. Als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure heeft de ACM het ontwerpbesluit en de bijbehorende stukken ter inzage gelegd en gepubliceerd op haar internetpagina. De terinzagelegging is gemeld in de Staatscourant van 23 november 2020. De ACM heeft een ieder in de gelegenheid gesteld binnen zes weken hun zienswijzen op het ontwerpbesluit kenbaar te maken. Om te anticiperen op de mogelijke wijziging van de ministeriële regeling heeft de ACM een ieder ook uitgenodigd om te reageren op het volledig opnemen van de verwijderkosten in de periodieke aansluitvergoeding.
8. De ACM is van mening dat het voorstel geen technische voorschriften bevat bedoeld in Richtlijn 2015/1535. Om die reden zijn de voorwaarden in dit besluit niet in ontwerp ter notificatie aangeboden.
9. De ACM constateert dat het voorstel op 20 juni 2019 in een overleg met representatieve organisaties is besproken. In het voorstel is een verslag opgenomen van dit overleg en de indieners hebben in het voorstel aangegeven welke gevolgtrekkingen zij hebben verbonden aan de zienswijzen die organisaties naar voren hebben gebracht. Naar het oordeel van de ACM voldoet het voorstel daarmee aan de vereisten bedoeld in artikel 12d van de Gaswet en artikel 22, derde lid van de Gaswet.
10. Het voorstel van Netbeheer Nederland bevat naar het oordeel van de ACM, inhoudelijk twee separate delen, te weten: i) de wijziging van de codes die verband houden met de 50/50 verdeling (nu 0/100) van de verwijderingskosten van een gasaansluiting, en ii) de wijziging van de codes die zien op een nadere invulling van de verwijdertaak van de netbeheerder.
11. In de huidige Tarievencode Gas geldt voor het verwijderen van een aansluiting een maatwerktarief. Dit tarief wordt berekend op basis van voorcalculatorische projectkosten, met toepassing van een standaardofferte. Om de origineel gewenste 50/50 kostenverdeling door te voeren stelde Netbeheer Nederland twee wijzigingen van de Tarievencode Gas voor. De eerste wijziging houdt in dat de netbeheerder voor kleinverbruikaansluitingen nog slechts de helft van de verwijderkosten in rekening zal brengen bij de voormalig aangeslotene. De tweede betekent dat de periodieke aansluitvergoeding (die alle aangeslotenen betalen), ook zal dienen ter dekking van de kosten van het verwijderen van gasaansluitingen die niet in rekening wordt gebracht bij de voormalig aangeslotene. Na de aankondiging van de Minister om de kosten voor het verwijderen van een aansluiting volledig te willen opnemen in de periodieke aansluitvergoeding heeft Netbeheer Nederland in haar zienswijzen aanpassingen naar de 0/100 verdeling voorgesteld.
12. De ACM constateert dat artikel 81b van de Gaswet is gewijzigd om, in afwijking van kostenveroorzaking, een andere kostenverdeling via ministeriële regeling mogelijk te maken.3 De Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas schrijft sinds 26 februari 2021 voor dat de verwijderkosten van een gasaansluiting volledig worden verrekend in de periodieke aansluitvergoeding van de overige aangeslotenen op het gasnet. Gezien het vorenstaande past de ACM het codebesluit aan van de eerder voorgestelde 50/50 verdeling naar de 0/100 verdeling van de verwijderkosten van een gasaansluiting.
13. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken.
14. Netbeheer Nederland stelt voor in de Tarievencode Gas te expliciteren wanneer welk tarief of vergoeding van toepassing is voor het verwijderen van een gasaansluiting. Netbeheer Nederland vindt dat de huidige Tarievencode Gas het onderscheid tussen fysiek afschakelen en verwijderen niet scherp maakt. Dat kan volgens Netbeheer Nederland leiden tot onduidelijkheid over de handelwijze van een netbeheerder.
15. Netbeheer Nederland heeft samengevat de volgende wijzigingen van de Tarievencode Gas voorgesteld:
a. Een aangeslotene kan de netbeheerder vragen om een tijdelijke fysieke afsluiting. De netbeheerder mag dit verzoek inwilligen voor maximaal twaalf maanden indien de aangeslotene kan aantonen dat de aansluiting binnen afzienbare tijd weer in gebruik wordt genomen. Bij opschorting van de transportverplichting door bijvoorbeeld het ontbreken van een leverancier, kan de netbeheerder, naast de kosten voor het fysiek afschakelen, de periodieke aansluitvergoeding in rekening blijven brengen.
b. Bij beëindiging van de aansluitovereenkomst is de netbeheerder gerechtigd de aansluiting te verwijderen en de kosten die hij hiervoor maakt in rekening te brengen.
16. In onderdeel a stelt Netbeheer Nederland voor, indien de aangeslotene van plan is de aansluiting binnen afzienbare tijd weer in gebruik te nemen, fysiek afschakelen mogelijk te maken voor maximaal twaalf maanden. Dit voorstel is in lijn met het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen met betrekking tot de verwijdering van gasaansluitingen.4
17. Voorts betoogt Netbeheer Nederland dat de netbeheerder gedurende de periode van afschakelen tot heraansluiting de aansluiting in stand moet houden. Hierom is het volgens Netbeheer Nederland redelijk om deze instandhoudingskosten van de aansluiting in rekening te kunnen blijven brengen bij de voormalig aangeslotene.
18. Fysiek afschakelen is het tijdelijk afsluiten van de gasaansluiting. Hierbij wordt de hoofdkraan dichtgedraaid. Een fysiek afgesloten aansluiting is nog verbonden met de hoofdleiding en, technisch gezien nog steeds in bedrijf en staat ook onder druk. De ACM begrijpt de wens om fysiek afschakelen te begrenzen met één jaar vanwege de veiligheidsrisico’s onder andere benoemd door het Staatstoezicht op de Mijnen.
19. Instandhoudingswerkzaamheden zijn, volgens Netbeheer Nederland, voor een fysiek afgeschakelde aansluiting gelijk aan de werkzaamheden voor een actieve aansluiting. Deze werkzaamheden zijn onder andere, KLIC, tekeningbeheer, meterbeheer, monitoring, lek zoeken, vervangingen, beheer administratieve processen en storings- en calamiteiten beheer. Dat de netbeheerder de kosten van de werkzaamheden voor de instandhouding van deze aansluiting in rekening brengt bij de aangeslotene, is volgens de ACM redelijk.
20. Naar het oordeel van de ACM is de door Netbeheer Nederland voorgestelde concretisering van fysiek afschakelen, zoals genoemd in onderdeel a niet in strijd met de belangen, regels en eisen bedoeld in artikel 12f, eerste en tweede lid, van de Gaswet.
21. Netbeheer Nederland stelt in onderdeel b van haar voorstel voor dat de netbeheerder de gasaansluiting mag verwijderen bij beëindiging van de aansluitovereenkomst, waarbij de netbeheerder vervolgens de helft van de verwijderkosten in rekening brengt bij de aangeslotene. Op grond van artikel 10, zesde lid, onderdeel d, van de Gaswet heeft de netbeheerder de taak om gasaansluitingen te verwijderen, indien de afnemer hierom verzoekt. Volgens de ACM is het opzeggen van een aansluitovereenkomst geen verzoek tot verwijdering van de gasaansluiting. Dit betekent dat de netbeheerder bij het beëindigen van een aansluitovereenkomst geen grondslag heeft om verwijderkosten van de gasaansluiting in rekening te brengen als de aangeslotene hier niet om heeft verzocht.5 Deze grondslag kan door de ACM niet worden gecreëerd in de Tarievencode Gas. De ACM is van oordeel dat dit onderdeel van het voorstel van Netbeheer Nederland niet kan worden vastgesteld.
22. Zonder verzoek van de aangeslotene kan de netbeheerder dus geen verwijderkosten in rekening brengen. Aangezien de verwijderkosten, met wijziging van de Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas per 1 maart 2021, volledig worden opgenomen in de periodieke aansluiting vergoeding, hoeft de aangeslotene dus niet hoeft te betalen voor het verwijderen. Het lijkt de ACM dat een verzoek verkrijgen in praktijk geen probleem hoeft te zijn. De netbeheerder kan dit verzoek laagdrempelig inregelen.
23. De ACM heeft grammatica, spelling en interpunctie in het codevoorstel waar nodig gecorrigeerd. Daarnaast heeft de ACM enkele tekstuele aanpassingen gedaan om de codebepalingen te verduidelijken.
24. De ACM heeft van Netbeheer Nederland en Denktank Gasverlaters zienswijzen ontvangen. Denktank Gasverlaters is een groep consumenten c.q. netgebruikers, die collectief invulling willen geven aan de transitie naar een maatschappij zonder fossiele brandstoffen als aardgas. De ACM behandelt eerst de zienswijzen van Netbeheer Nederland en daarna de zienswijzen van de Denktank Gasverlaters
25. Volgens Netbeheer Nederland bedoelt de ACM met concretisering van de verwijdertaak van de netbeheerder; dat alleen het verwijderen van een gasaansluiting op verzoek van een aangeslotene hoort tot de wettelijke taken van een netbeheerder. Netbeheer Nederland stelt dat deze mening geen recht doet aan het feit dat het verwijderen van een aansluiting altijd al tot de gereguleerde taken van een netbeheerder heeft behoord.
26. Ter verduidelijking stelt de ACM dat zij met de concretisering van de verwijdertaak niet het bevestigen van de wettelijke verwijdertaak van netbeheerders bedoelt. De ACM bedoelt hiermee de voorgestelde wijzigingen rondom het fysiek afschakelen, zoals toegelicht in paragraaf 3.2.2. van de toelichting bijdit besluit.
27. Volgens Netbeheer Nederland stelt de ACM onterecht dat alleen de werkzaamheden die een netbeheerder uitvoert bij een verwijdering op verzoek van een aangeslotene voor vergoeding in aanmerking komen. Netbeheer Nederland noemt drie situaties die leiden tot verwijderen van een gasaansluiting; (i) indien verwijdering noodzakelijk is vanuit haar wettelijke taak om de veiligheid van het gastransportnet te waarborgen, (ii) omdat de Wet Milieubeheer achterlating verbiedt van niet meer gebruikte gasaansluitingen en (iii) bij verzoek van een afnemer op het gastransportnet. Volgens Netbeheer Nederland is in deze situaties verwijdering van een gasaansluiting een wettelijke taak en hoort de netbeheerder daarvoor haar efficiënte kosten vergoed te krijgen.
28. Netbeheer Nederland voegt aan haar zienswijze toe, dat de ACM onterecht en onbevoegd stelt dat het opzeggen van de aansluit- en transportovereenkomst geen verwijderverzoek is. Het opzeggen van de aansluit- en transportovereenkomst is een civielrechtelijke handeling en de gevolgen daarvan zijn civielrechtelijk van aard. De door de ACM ingenomen visie, is daarom onbevoegd genomen en staat haaks tegenover uitspraken van de civiele rechters en de geschillencommissie energie, aldus Netbeheer Nederland.
29. De ACM overweegt hiertoe als volgt. Netbeheerders hebben sinds 1 januari 2020 op grond van artikel 10, zesde lid, onder d van de Gaswet expliciet de taak om op verzoek van de aangeslotene gasaansluitingen te verwijderen. De efficiënte kosten voor deze taak krijgt de netbeheerder dan ook vergoed. Voor het verwijderen van een aansluiting zonder een verzoek van de aangeslotene op het gasnet, ontbreekt een wettelijke grondslag in de Gaswet. Deze visie wordt door de rechtbank Noord-Holland in zijn uitspraak van 4 augustus 2020 ook bevestigd. Aangezien de aangeslotene op basis van de per 1 maart 2021 in werking getreden Regeling tariefstructuren en voorwaarden gas bij een verzoek tot verwijderen geen kosten hoeft te betalen, lijkt het de ACM dat het inregelen van een verzoek in de praktijk geen probleem hoeft te zijn. De netbeheerder kan dit verzoek laagdrempelig vormgeven.
30. Zoals Netbeheer Nederland aanhaalt is de ACM toezichthouder op de Gaswet en daardoor bevoegd tot uitlegging van de Gaswet. Wat betreft het opzeggen van de aansluit- en transportovereenkomst volgt naar inziens van de ACM niet automatisch dat het opzeggen van de aansluit- en transportovereenkomst een verzoek tot verwijderen van de gasaansluiting inhoudt, zoals is bedoeld in de Gaswet. Dit volgt ook uit de randnummers 2.4, 2.5 en 2.6 van de hiervoor genoemde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland.
31. Denktank Gasverlaters is van mening dat de netbeheerders momenteel al, op grond van het Methodebesluit, de mogelijkheid hebben om bij vervroegde verwijdering van gasleidingen, de resterende afschrijving daarvan door te berekenen in de periodieke aansluitvergoeding. Volgens Denktank Gasverlaters kunnen de netbeheerders de verwijderde activa in de Gestandaardiseerde Activa Waarde opnemen. Zo ontvangen de netbeheerders een volledige afschrijving voor de gasleiding, aldus Denktank Gasverlaters. De vergoeding die de netbeheerders krijgen voor het verwijderen van de aansluiting via dit codevoorstel zou, volgens Denktank Gasverlaters, tot dubbele inkomsten voor de netbeheerders leiden.
32. Het methodebesluit ziet op zowel gasleidingen als gasaansluitingen. Het realiseren en in stand houden van een aansluiting is een wettelijke taak die de ACM via het methodebesluit reguleert. De methode voorziet in een vergoeding voor de netbeheerders voor afschrijvingen en kapitaalkosten van de Gestandaardiseerde Activa Waarde (GAW) en operationele kosten. Het verwijderen van een gasaansluiting is echter geen wettelijke taak die de ACM via het methodebesluit reguleert. Dit betekent dat de ACM geen kosten vergoedt voor het verwijderen van een gasaansluiting. De ACM stelt vervolgens ook geen standaardtarief vast voor het verwijderen van een gasaansluiting. In de huidige Tarievencode gas geldt voor het verwijderen van een aansluiting een maatwerktarief op basis van voorcalculatorische projectkosten. Daarom is er geen sprake van een dubbele vergoeding voor de netbeheerder.
33. Denktank Gasverlaters wijst erop dat bij 100% socialisatie van de verwijderkosten van een gasaansluiting, bij de overige aangeslotenen op het gastransportnet, het kostenveroorzakingsbeginsel geheel vervalt.
34. De ACM bevestigt dat het kostenveroorzakingsbeginsel op dit punt wordt losgelaten, hier is echter een wettelijke basis voor gecreëerd. Sinds de Wet van 10 juni 2020 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet, is het mogelijk om voor wat betreft de aansluitdienst – waar ook het verwijderen van een aansluiting onder valt – bij ministeriële regeling af te wijken van het zogenaamde kostenveroorzakingsbeginsel bij het toerekenen van kosten aan tariefdragers, zoals vastgelegd in artikel 81b, eerste lid, onderdeel a, van de Gaswet. Per 1 maart 2021 is een wijzigingsregeling in werking getreden, die de kostenverdeling zodanig heeft gewijzigd, dat afnemers die verzoeken om het beëindigen en verwijderen van de gasaansluiting hier niet de kosten voor betalen. De kosten worden in rekening gebracht via de periodieke aansluitvergoeding bij alle aangeslotenen op het gasnet van de netbeheerder
35. Denktank Gasverlaters stelt dat artikel 2.9, derde lid, vierde lid en het zesde lid geen tariefstructuren bevatten en daarom niet thuishoren in de Tarievencode Gas.
36. De Tarievencode Gas vindt zijn grondslag in artikel 12a van de Gaswet. De Tarievencode Gas geeft onder andere de te hanteren tariefstructuren, die de elementen en de wijze van berekening beschrijft van het tarief, voor het verzorgen van een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid van de Gaswet. Artikel 10, zesde lid, onder d van de Gaswet geeft als taak: ‘aansluitingen te wijzigen, anders dan het omschakelen van die aansluitingen, of verwijderen, indien de afnemer hierom verzoekt’. Fysiek afsluiten stond al in de Tarievencode Gas omschreven. Artikel 2.9, derde lid, vierde lid en zesde lid van de Tarievencode Gas geeft aanvullende regels betreffende fysiek afsluiten en welk tarief in welke situatie in rekening gebracht kan worden. De ACM acht dit elementen van de wijze waarop, de netbeheerder zijn tarief berekent voor de dienst zoals omschreven in artikel 10, zesde lid, onder d van de Gaswet.
37. Denktank Gasverlaters verzoekt de ACM artikel 2.9, zesde lid, te verduidelijken. Het is haar specifiek onduidelijk wanneer, bij wie en via welke overeenkomst kosten in rekening gebracht worden. Artikel 2.9, zesde lid, geldt voor de situatie waarin de transportverplichting van de netbeheerder is opgeschort. Hierbij is als voorbeeld gegeven de situatie waarbij een leverancier ontbreekt en wanneer de aansluiting fysiek is afgeschakeld.
38. De ACM heeft niet bedoeld uitputtend in haar ontwerpcodebesluit op te nemen wanneer sprake kan zijn van opschorting van een transportverplichting. Gedacht kan worden aan: fraude, het ontbreken van programmaverantwoordelijkheid, wanbetaling en bij onveilige situaties. In deze gevallen maakt de netbeheerder kosten die verband houden met de instandhouding en veiligheid van de gasaansluiting en het gastransportnet. Deze kosten brengt de netbeheerder in rekening bij de aangeslotene.
39. Denktank Gasverlaters vraagt de ACM het begrip aangeslotene voor zover mogelijk te verduidelijken.
40. De ACM stelt vast dat in de Begrippencode Gas een aangeslotene is gedefinieerd als ‘een persoon die beschikt over een aansluiting op een gastransportnet, niet zijnde een netkoppeling, dan wel degene die om een aansluiting heeft verzocht.’ Degene die over een aansluiting beschikt kan een natuurlijke- of een rechtspersoon zijn. In de praktijk zal dit veelal de eigenaar van een pand of perceel zijn. Ten aanzien van de rechten en plichten van een huurder kunnen hierover civiele afspraken gemaakt worden in de huurovereenkomst.
41. Denktank Gasverlaters stelt dat het onredelijk is om de volledige periodieke aansluitvergoeding in rekening te brengen bij mensen met een fysiek afgesloten gasaansluiting, aangezien zij geen gebruik meer maken van die aansluiting.
42. De ACM stelt vast dat de netbeheerder gedurende de periode van afschakelen tot het moment van heraansluiting de aansluiting in stand moet houden. Daarvoor moeten instandhoudingswerkzaamheden worden verricht om onder andere de veiligheid te garanderen. Instandhoudingswerkzaamheden zijn, volgens Netbeheer Nederland, voor een fysiek afgeschakelde aansluiting gelijk aan de werkzaamheden voor een actieve aansluiting. Wat onder instandhoudingswerkzaamheden wordt verstaan staat bij randnummer 19.De ACM acht het daarom redelijk dat hiervoor de periodieke aansluitvergoeding in rekening wordt gebracht.
43. Denktank Gasverlaters voert aan dat indien de periodieke aansluitvergoeding wordt betaald er geen veiligheidsrisico’s zijn en dus is de beperking tot twaalf maanden voor fysiek afschakelen onterecht. Daarbij mist de Denktank Gasverlaters onderbouwing van de termijn van twaalf maanden.
44. De ACM merkt het volgende op. Een fysiek afgesloten aansluiting is nog verbonden met de hoofdleiding en technisch gezien nog steeds in bedrijf en staat ook onder druk. Het Staatstoezicht op de Mijnen schrijft in haar brief aan de Minister dat zij het vanuit veiligheidsperspectief wenselijk acht om niet langer dan twaalf maanden af te schakelen. De ACM acht de termijn van twaalf maanden voor fysiek afschakelen hierdoor passend.
45. Denktank Gasverlaters verzoekt de ACM het beleid van de netbeheerders te toetsen op doelmatigheid en maatschappelijke efficiëntie.
46. De ACM neemt het belang van het doelmatig functioneren van de gasvoorziening, op grond van artikel 12f, eerste lid, sub b, van de Gaswet mee in haar codebeoordeling. Uit het hiervoor genoemde advies van het Staatstoezicht op de Mijnen blijkt dat het vanuit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk is gasaansluitingen te verwijderen indien deze niet binnen afzienbare tijd worden gebruikt. De ACM ziet niet in hoe het volgen van het advies van het Staatstoezicht op de Mijnen door de netbeheerders zou leiden tot ondoelmatig functioneren van de gasvoorziening.
47. Denktank Gasverlaters stelt dat met de wijziging de positie van de huurder verslechtert. Indien de netbeheerder de aansluiting na twaalf maanden verwijdert is het erg duur voor de huurder om het gehuurde weer op te leveren zoals origineel geleverd, aldus Denktank Gasverlaters.
48. De relatie tussen de verhuurder en de huurder wordt, naar inziens van de ACM, geregeld door de huurovereenkomst en het hierbij horende recht. Een huurder zal bij het aangaan van een huurovereenkomst hierover afspraken dienen te maken met de verhuurder.
49. Denktank Gasverlaters stelt dat bij een 50/50 (maar ook bij 0/100) kostenverdeling van de verwijderkosten van een gasaansluiting, de netbeheerder de verwijderkosten kan verdubbelen omdat het tarief voor het verwijderen van een gasaansluiting een ongereguleerd tarief zou zijn.
50. Deze stellingname is onjuist. Het feit dat de ACM geen standaardtarief vaststelt voor het verwijderen van een gasaansluiting, betekent niet dat dit tarief niet gereguleerd is. Het tarief voor het verwijderen van een gasaansluiting is gereguleerd via de Tarievencode Gas. De Tarievencode Gas bepaalt in artikel 2.10: “De hoogte van de in artikel 2.8 en artikel 2.9 bedoelde voorcalculaties voor eenmalige werkzaamheden baseert de netbeheerder op de voorcalculatorische projectkosten, met toepassing van de standaardofferte voor werkzaamheden bedoeld in artikel 2.11”. Dit houdt in dat de netbeheerders het tarief moeten bepalen op grond van een voorcalculatie, waarbij zij gebruik maken van een standaardfactuur.
‘s-Gravenhage, 25 februari 2021
Autoriteit Consument en Markt, namens deze: M.R. Leijten bestuurslid
Brief van de Minister van Economische zaken en Klimaat van 8 februari 2021, Reactie op de brief van Netbeheerder Nederland met betrekking tot de Ministeriële regeling ‘inzake tariefstructuren en voorwaarden gas’, kenmerk: DGKE-E / 21032146.
SodM 25 oktober 2019, advies van SodM over motie Yesilgöz-Zegerius met betrekking tot aansluitleidingen, kenmerk 19253315.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-10151.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.