Regeling van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, van 1 december 2020, nr. IENW/BSK-2020/224134, tot wijziging van de Drinkwaterregeling in verband met herziening van de beoordelingsrichtlijn BRL 6010 voor de certificatie van legionella-adviseurs

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 1, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Drinkwaterregeling wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 2, eerste lid, wordt de volgende volzin toegevoegd:

In afwijking van de eerste volzin geldt voor BRL 6010 het tijdstip: 1 januari 2021.

ARTIKEL II

Een vóór de inwerkingtreding van deze regeling onder BRL 6010, versie 1 juli 2011, verleend KOMO INSTAL® procescertificaat voor «legionellapreventie-advisering voor collectieve leidingwaterinstallaties» als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit blijft van toepassing tot uiterlijk 1 juli 2022.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Drinkwaterregeling in verband met de aanwijzing van de herziene norm BRL 6010, een beoordelingsrichtlijn over legionellapreventie-advisering in collectieve leidingwaterinstallaties. Aangewezen wordt de herziene versie zoals die per 1 januari 2021 luidt.

Op grond van het Drinkwaterbesluit moeten zogeheten prioritaire locaties met collectieve leidingwaterinstallaties (zoals ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, hotels en campings) beschikken over een legionella-risicoanalyse en een legionellabeheersplan, en moet dat beheersplan worden uitgevoerd om besmetting van personen te voorkomen. Die documenten moeten voldoen aan de eisen die het Drinkwaterbesluit daaraan stelt. Een van die eisen is dat de risicoanalyse en het beheersplan worden opgesteld door bedrijven die daarvoor gecertificeerd zijn conform de beoordelingsrichtlijn BRL 6010. In de beoordelingsrichtlijn BRL 6010 staan de eisen die certificatie-instellingen moeten hanteren voor het verlenen van een certificaat aan die bedrijven. Voorgeschreven is de versie van BRL 6010 zoals die luidt op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip (artikel 1, eerste lid, Drinkwaterbesluit). Aangewezen in artikel 2, eerste lid, van de Drinkwaterregeling was voorheen de versie van 1 juli 2011.

BRL 6010 is inmiddels herzien. De herziening van BRL 6010 is een direct gevolg van de Initiatiefnota Legionella, die in 2015 door de Tweede Kamer is uitgebracht (Kamerstukken II 2015-2016, 34 297, nr. 2). Met de herziening is beoogd om de kwaliteit van die adviezen te verbeteren. Enerzijds door bijvoorbeeld het gebruik van een standaard hoofdstukindeling verplicht te stellen en de componenten van een installatie op een meer eenduidige wijze te formuleren. Anderzijds door in de herziene BRL 6010 meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van de legionellapreventie-adviseur. Deze zal een erkend diploma moeten hebben en zal zijn vakbekwaamheid door bij- en nascholing aantoonbaar op peil moeten houden. Certificerende instanties zullen hier scherper op toezien.

Daarnaast heeft in de nieuwe situatie de Raad voor de Accreditatie ook een toezichthoudende rol, doordat de certificerende instellingen door de Raad voor de Accreditatie geaccrediteerd moeten zijn. De herziene BRL is voor acceptatie aan de Raad voor de Accreditatie voorgelegd en op 10 juni 2020 door de Raad geaccepteerd.

Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Er zijn momenteel zo’n 100 certificaathouders die hun certificaat hebben verkregen op basis van de eerdere versie van BRL 6010 van 1 juli 2011. De aanvankelijk bij de herziening van BRL 6010 beoogde ingangsdatum van 1 augustus 2020 is niet gehaald door vertraging in het accreditatieproces. Daarom heeft de Stichting InstallQ (de opvolger van de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL)) uitstel bekendgemaakt van de ingangsdatum van de nieuwe versie van BRL6010. De Stichting InstallQ heeft bekendgemaakt dat certificaathouders van BRL 6010 meer voorbereidingstijd krijgen voor het werken met de nieuwe versie en dat het certificaat gehandhaafd blijft totdat de nieuwe versie door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat is aangewezen, met een overgangsperiode tot 1 juli 2022 om aan de nieuwe eisen te voldoen, inclusief het halen van het Bewijs van Vakmanschap (zie https://installq.nl/-uitstel-nieuwe-versie-brl6010-legionellapreventie).

In verband daarmee is ook een overgangsbepaling opgenomen in de wijzigingsregeling op grond waarvan de onder BRL 6010, versie 1 juli 2011, verleende certificaten, van toepassing blijven tot 1 juli 2022. Dit betreft de toepassing onder het Drinkwaterbesluit en daarop gebaseerde regelgeving.

In feite geldt daardoor een overgangstermijn van een jaar, wat naar verwachting voldoende is voor de betreffende bedrijven om hun certificering te actualiseren.

Nieuw element is dat de BRL 6010 geaccrediteerd is door de Raad voor Accreditatie. Dit betekent onder meer dat de Raad voor Accreditatie toezicht houdt op de certificerende instellingen (momenteel Kiwa en DEKRA). Daarmee wordt bevorderd dat de certificerende instellingen hun toezicht op de gecertificeerde bedrijven goed uitvoeren.

Effecten

Bij het opstellen van de herziene BRL 6010 is de focus gericht geweest op het verkrijgen van een meer eenduidige kwaliteit van opgeleverde risicoanalyses en beheersplannen. Met name vanuit de gastvrijheidssector (die ook bij de totstandkoming is betrokken) was daar veel behoefte aan.

Onder meer zijn om die reden concrete en toetsbare eisen gesteld aan de vakbekwaamheid van de legionellapreventie-adviseur, en is het afleggen van een examen verplicht gesteld.

Voorbereidingsprocedure en consultatie

De herziening van BRL 6010 als private norm is begeleid door de Technische Commissie TC6010 van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van de Stichting InstallQ (de opvolger van de Stichting Kwaliteit voor Installaties Nederland (KvINL)). In die Technische Commissie TC6010 was onder meer de gastvrijheidssector betrokken.

Daarnaast is een concept van de herziene BRL 6010 in 2018 door KvINL gepubliceerd voor commentaar. Daarop zijn zo’n 20 reacties gekomen, die hebben geleid tot aanpassing van de tekst. Het CCvD van Stichting InstallQ heeft de herziene beoordelingsrichtlijn op 18 december 2018 definitief vastgesteld. De Raad voor Accreditatie heeft de herziene beoordelingsrichtlijn op 10 juni 2020 geaccepteerd. Stichting InstallQ heeft de beoordelingsrichtlijn per 1 oktober 2020 bindend verklaard.

Van 13 oktober tot 10 november 2020 heeft internetconsultatie plaatsgehad. Er zijn twee reacties ingediend, die beide openbaar zijn (zie https://www.internetconsultatie.nl/wijziging_drinkwaterregeling_ivm_herziening_brl_6010/reacties). De eerste reactie betrof bezwaren tegen de inhoud van BRL 6010, met name het voorschrift dat met goed gevolg een examen moet worden afgelegd bij CITO. Voor het uiten van bezwaren tegen de inhoud van een privaatrechtelijke norm dient het private voorbereidings- en vaststellingstraject. Daarnaast kan worden vastgesteld dat het voorschrift inzake het afleggen van een speciaal op de materie toegesneden examen bij CITO een essentieel en goed controleerbaar element vormt bij de verbetering van de kwaliteit van risicoanalyses en beheersplannen. In de reactie zijn ook bezwaren geuit tegen de samenstelling van de examencommissie. Daarbij wordt verwezen naar artikel 7.4.5 van de Wet educatie en beroepsonderwijs. Deze regelgeving is echter niet van toepassing op de examencommissie die in het kader van de uitvoering van de herziene BRL 6010 is ingesteld.

De tweede reactie heeft betrekking op artikel II, waarin bepaald is dat een certificaat dat op basis van de oude BRL 6010 verleend is vóór de inwerkingtreding van deze regeling (1 januari 2021), van toepassing blijft tot uiterlijk 1 januari 2022. De inspreker merkt op dat bij de gecertificeerde adviesbureaus jaarlijks een audit wordt uitgevoerd. De certificerende instanties zijn nog niet geaccrediteerd, en dat zal naar verwachting pas in de loop van 2021 gebeuren. Pas daarna zullen pas de eerste nieuwe certificaten uitgegeven kunnen worden aan de adviseurs. Hij pleit er daarom voor om 1 juli 2022 i.p.v. 1 januari 2022 te hanteren als einddatum van de overgangstermijn. Alles overwegende, is naar aanleiding van deze inspraakreactie besloten om in artikel II 1 juli 2022 als einddatum op te nemen.

Administratieve lasten en nalevingskosten

De bestaande certificaathouders zullen - als zij na 1 januari 2022 hun legionella-advieswerk willen voortzetten - hun bedrijf vóór die tijd moeten laten controleren door een certificerende instelling en de aldaar werkzame legionellapreventie-adviseurs zullen het voorgeschreven examen moeten afleggen. Er zijn zo’n 100 bedrijven die legionella-adviesdiensten aanbieden, met bij ieder bedrijf naar schatting gemiddeld vier legionellapreventie-adviseurs. De kosten voor het examen (bestaande uit Deel A en Deel B) voor een legionellapreventie-adviseur bedragen bij CITO 570 euro (inclusief BTW). Per bedrijf bedragen de kosten dus gemiddeld 2.280 euro. Het betreft eenmalige kosten. Voor nieuwe adviesbedrijven die momenteel nog niet op grond van BRL 6010 zijn gecertificeerd, gelden dezelfde (gemiddelde) bedragen. Voor de twee huidige certificerende instanties (Kiwa en DEKRA) bedragen de geschatte kosten voor accreditatie (door de Raad voor Accreditatie) zo’n 20.000 euro per instantie. Voor eventuele nieuwe certificerende instanties kan worden uitgegaan van eenzelfde bedrag. Ook dit zijn eenmalige kosten.

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) op de hoogte gesteld van onderhavige voorgenomen wijziging van de Drinkwaterregeling. ATR heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies. Dit gelet op de analyse dat er geen omvangrijke regeldrukeffecten aan de orde zijn als gevolg van het voorstel. Van een HUF toets is voorts afgezien, de ILT controleert zoals voorheen op de aanwezigheid van een certificaat, daarin treedt geen wijziging op.

Politieke aspecten (moties en toezeggingen)

De herziening van BRL 6010 houdt direct verband met de Initiatiefnota Legionella die in 2015 door de Tweede Kamer is uitgebracht (Kamerstukken II 2015-2016, 34 297, nr. 2), en de toezeggingen die de toenmalige Minister van Infrastructuur en Milieu naar aanleiding daarvan heeft gedaan1. Naast de herziening van BRL 6010 betrof het onder andere het opstellen van een aanbeveling door het Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving (CUR) met betrekking tot het legionellaveilig ontwerpen van gebouwen (CUR-aanbeveling 120; 2017). Ook werd de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater gewijzigd opdat de wekelijkse spoelfrequentie verlaagd kon worden bij gebruik van bepaalde alternatieve technieken voor legionellapreventie2.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Op 18 december 2018 is een herziene versie van de Nationale Beoordelingsrichtlijn BRL 6010 vastgesteld door de Stichting InstallQ (Nationale beoordelingsrichtlijn voor het InstallQ-procescertificaat voor legionellarisicoanalyses en -beheersplannen voor collectieve leidingwaterinstallaties). In artikel 1, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit is deze beoordelingsrichtlijn gedefinieerd als: ‘BRL 6010: Nationale beoordelingsrichtlijn voor het KOMO INSTAL® procescertificaat voor «legionellapreventie-advisering voor collectieve leidingwaterinstallaties», zoals deze luidde op een bij ministeriële regeling genoemd tijdstip’.

De herziene versie van BRL 6010 is op 10 juni 2020 geaccepteerd door de Raad voor Accreditatie en op 1 oktober 2020 bindend verklaard door de Stichting InstallQ. In verband daarmee is het in artikel 2, eerste lid, van de Drinkwaterregeling, genoemde tijdstip waarnaar wordt verwezen in de definitie van BRL 6010 in artikel 1, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit, gewijzigd in 1 januari 2021.

Artikel II

Voor de toepassing van de oude versie van BRL 6010 onder het Drinkwaterbesluit en de daarop gebaseerde regelgeving is in artikel II een overgangsregeling opgenomen, op grond waarvan voor de toepassing van de oude versie een overgangstermijn van anderhalf jaar geldt. Deze komt erop neer dat voor de onder BRL 6010, versie 1 juli 2011, verleende certificaten de datum 1 juli 2011 geldig blijft tot uiterlijk 1 juli 2022. Met andere woorden, KOMO INSTAL® procescertificaten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Drinkwaterbesluit, verleend onder BRL 6010, zoals deze luidde op 1 juli 2011, blijven voor de toepassing van het Drinkwaterbesluit en daarop gebaseerde regelgeving geldig tot uiterlijk 1 juli 2022. Voor adviseurs die op grond van de BRL 6010, versie 1 juli 2011, gecertificeerd zijn, houdt dit in dat zij uiterlijk op 1 juli 2022 overeenkomstig de herziene BRL 6010 gecertificeerd moeten zijn. Een adviseur die geen certificaat heeft en die vanaf 1 januari 2021 gecertificeerd wil worden, moet voldoen aan de eisen overeenkomstig de hernieuwde BRL 6010.

Artikel III

De wijzigingsregeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2021, met inachtneming van de systematiek van de vaste verandermomenten (ingangsdatum 1 januari, zie Aanwijzing voor de regelgeving 4.17). De minimuminvoeringstermijn (twee maanden) wordt daarbij naar verwachting niet gehaald. Hiervan wordt afgeweken vanwege de uitvoerige voorbereiding en communicatie bij de herziening van BRL 6010, de beperkte doelgroep en het belang van een invoering per 1 januari 2021 om aanmerkelijke ongewenste publieke nadelen te voorkomen (professionalisering legionellabestrijding en aansluiten van de Drinkwaterregeling bij de herziene privaatrechtelijke norm). Zie voor het overgangsrecht artikel II en de toelichting op dat artikel.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Zie onder andere Kamerstukken II 2015–2016, 34 297, nr. 3, Kamerstukken II 2016-2017, 34 297, nr. 4 en Kamerstukken II 2017-2018, 26 442, nr. 58.

X Noot
2

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 8 september 2017, nr. IENM/BSK-2017/214358, tot wijziging van de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater (vermindering spoelfrequentie bij toepassing alternatieve techniek).

Naar boven