34 297 Initiatiefnota van het lid Ziengs over legionellaregelgeving

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2017

In de waterbrief van 7 november 2016 (Kamerstuk 27 625, nr. 379) heb ik u onder meer geïnformeerd over een aantal acties die ik in gang heb gezet naar aanleiding van zowel de Initiatiefnota Legionella van Kamerlid Ziengs (VVD) (Kamerstuk 34 297, nr. 2) als de legionella-voorstellen van de Toezichttafel Gastvrijheidssector.

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van deze acties.

Herziening van prioritaire instellingen

Zoals eerder aangekondigd, heeft het RIVM een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om de regelgeving voor kleine overzichtelijke installaties te vereenvoudigen. De concept-resultaten zijn voorgelegd aan een groep van deskundigen en belanghebbenden, waaronder de Recron, Koninklijke Horeca Nederland en Hiswa. Naar aanleiding daarvan heeft het RIVM het bijgevoegde advies uitgebracht1. Hieronder de belangrijkste punten daaruit.

De Toezichttafel Gastvrijheidssector had voorgesteld te onderzoeken of voor kleine installaties alleen de periodieke controle op legionella zou kunnen volstaan. Het opstellen van een risicoanalyse en het opstellen en uitvoeren van een beheersplan zou dan pas verplicht zijn wanneer normoverschrijdingen worden geconstateerd. In het advies wordt geconstateerd dat een dergelijke aanpak niet overeenkomt met de huidige kennis over legionellabesmettingen van prioritaire leidingwaterinstallaties. Bovendien kan een dergelijke wijziging van beleid niet onderbouwd worden met gegevens die aantonen dat er geen risico voor de volksgezondheid uit volgt. Een risicoanalyse en beheersplan zijn essentieel uit oogpunt van bescherming van de gezondheid, en het is van belang dat die in de regelgeving zijn voorgeschreven.

In het advies wordt geconcludeerd dat er binnen de bestaande regelgeving voldoende mogelijkheden zijn om de risicoanalyses en beheersplannen te vereenvoudigen voor kleine en overzichtelijke prioritaire installaties. Ook de in de praktijk toegepaste handleiding (ISSO-publicatieblad 55.1) biedt voldoende mogelijkheden voor het opstellen van een risicoanalyse en legionellabeheersplan voor kleine en overzichtelijke leidingwaterinstallaties; een apart document hiervoor is niet nodig.

Het is volgens het RIVM-advies wel nodig om bij de certificering van legionella-adviseurs en in het wijzigingstraject van de BRL 6010-certificering expliciet aandacht te schenken aan de verantwoordelijkheid van de adviseurs om geen onnodig uitgebreide en ingewikkelde risicoanalyses en beheersplannen op te stellen voor kleine eenvoudige prioritaire leidingwaterinstallaties. Dit zal een aspect zijn dat aan de orde komt bij de onlangs gestarte herziening van BRL 6010 (zie hieronder bij Verhoging kwaliteit van gecertificeerde adviseurs).

Verder adviseert het RIVM om een door de overheid geaccordeerde informatiebrochure op te stellen. Die brochure zou eigenaren van prioritaire leidingwaterinstallaties hulp moeten bieden om een goed geïnformeerde keuze te maken uit offertes van legionella-adviseurs ten aanzien van legionellapreventie. Ook zou daarin moeten worden gewezen op de verantwoordelijkheden van de verschillende partijen. Een dergelijke brochure zou door ISSO en de branche kunnen worden opgesteld en ter goedkeuring aan het Ministerie van IenM worden voorgelegd.

De uitkomsten van het RIVM-rapport zijn ambtelijk besproken met de gastvrijheidssector, in een overleg op 12 januari jl. Belangrijke reactie was dat de sector hecht aan een gelijk speelveld voor de gehele sector. Men kon het advies om eigenaren van kleinere installaties niet vrij te stellen van eisen maar deze eisen praktischer toepasbaar te maken, onderschrijven. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit overleg met de sector zal ik de geadviseerde acties in uitvoering nemen.

Centralisatie van het toezicht op legionellapreventie

Eerder heb ik aangegeven dat de mogelijkheid om een individueel toezichtconvenant af te sluiten werd doorontwikkeld en in een meer generieke vorm zou worden gegoten, door een licht toezichtregime in te richten voor bedrijven die willen en kunnen naleven. Momenteel wordt door de ILT bekeken hoe dit verder uitgewerkt gaat worden.

Minder aandacht voor verplichting, meer aandacht voor voorlichting

Bij het bepalen van de taken van de ILT die meer prioriteit zouden moeten krijgen als het gaat om legionellapreventie, is de communicatie en zichtbaarheid van de ILT een speerpunt. De ILT zoekt naar een actieve communicatie naar buiten over projecten en de uitkomsten van de inspecties. Dit loopt via de branches, persberichten en/of social media. Bij de diverse branches wordt nagegaan welke behoeften er bestaan en waarover gecommuniceerd moet worden. Hierin wil de ILT faciliteren.

Op basis van de inspectieresultaten maakt de ILT een analyse van de naleving en gaat deze ook bespreken met Hiswa en Recron. Ook wordt bezien op welke wijze hierover het beste gecommuniceerd kan worden, zoals via voorlichtingsmateriaal, een interview of een artikel in een brancheblad.

Aanleg leidingwaterinstallaties volgens Bouwbesluit 2012

Het Ministerie van BZK heeft in overleg met het Ministerie van IenM opdracht gegeven om specifiek voor het legionellaveilig ontwerpen van gebouwen een zogeheten CUR-aanbeveling op te stellen, waarbij CUR staat voor Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. Een CUR-aanbeveling is een publicatie waarin afspraken tussen partijen in de bouw zijn vastgelegd. Deze aanbevelingen zijn gemeengoed bij architecten en kunnen worden opgenomen in de afspraken met de aannemer. Het is een instrument om ervoor te zorgen dat in de ontwerpfase rekening wordt gehouden met hotspots voor legionella. CUR-aanbeveling 120 voor het legionellaveilig ontwerpen van gebouwen zal naar verwachting eind maart door SBRCURnet online worden gepubliceerd en als drukwerk leverbaar zijn.

Verhoging kwaliteit van gecertificeerde adviseurs

Zoals eerder gemeld, is de coalitie Gastvrijheidseconomie samen met de ministeries van IenM, EZ en de KvINL gestart met de herziening van de BRL (Beoordelingsrichtlijn) 6010 Legionellapreventie. Dit gebeurt in twee fasen, een voorstudie en vervolgens de feitelijke herziening. Onlangs vond de eerste bijeenkomst in het kader van de voorstudie plaats, waarbij door de diverse betrokkenen bekeken en besloten wordt op welke punten en in welke richting BRL 6010 zou moeten worden aangepast. Volgens de planning kan de voorstudie medio 2017 worden afgerond, daarna kan op basis van de uitkomsten de herziening van de Beoordelingsrichtlijn in gang worden gezet.

Energie-investeringsaftrek bij drinkwaterbehandelingstechnieken

Tijdens het Wetgevingsoverleg Water van 14 november 2016 heb ik toegezegd actie te ondernemen teneinde de mogelijkheden van de Energie-investeringsaftrek onder de aandacht te brengen van leveranciers van drinkwaterbehandelingstechnieken. Toepassing van technieken zoals UV en ultrafiltratie kan namelijk een zodanig effect hebben dat het uit oogpunt van volksgezondheid verantwoord is om de temperatuur van het warm tapwater te verlagen, wat tot energiebesparing kan leiden. Vanuit mijn departement is contact opgenomen met de brancheorganisatie Envaqua, met het verzoek om hun leden hierover te informeren. Envaqua heeft aan dit verzoek inmiddels gehoor gegeven.

Ter afsluiting

Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de acties die ik op basis van overleg met uw Kamer en met de Gastvrijheidssector in gang heb gezet om te komen tot een efficiëntere uitvoering van de legionella-regelgeving. Voor deze acties is steun van de sector en de acties zijn afgestemd met de Inspectie Leefomgeving en Transport. Een deel van de acties is al uitgevoerd of in uitvoering, een aantal acties wordt op korte termijn opgepakt. Ik hoop hiermee een goede basis te hebben gelegd voor een efficiënt legionellabeleid.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven