De Minister voor Medische Zorg,
Gelet op artikel 7.2, derde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;
Besluit:
Artikel 1
Aan ontvangers van subsidies op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel
ziekenhuiszorg 2019 wordt een aanvullende vrijstelling verleend van de termijn, bedoeld
in artikel 7.2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en
VWS, voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling, tot 1 januari 2021.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Artikel 3
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanvullende vrijstelling termijn vaststellingsaanvraag
Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019.
De Minister voor Medische Zorg, namens deze, de directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt, L.M.N. Kroon
TOELICHTING
Op grond van de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 zijn
ten behoeve van 2019 subsidies verstrekt aan ziekenhuizen, universitair medische centra
en klinieken voor diverse activiteiten voor het opleiden van personeel. Met dit besluit
wordt een aanvullende vrijstelling gegeven van de termijn voor het indienen van de
aanvraag tot vaststelling. Dit in verband met de grote gevolgen van de uitzonderlijke
uitbraak van het coronavirus COVID-19.
Het kabinet heeft maatregelen genomen om die uitbraak onder controle te krijgen en
de negatieve gevolgen zo veel als mogelijk te beperken. De impact van de uitbraak
en de genomen maatregelen is enorm en belasten diverse (subsidie ontvangende) instellingen
en organisaties op het terrein van volksgezondheid, welzijn en sport. Dat geldt zeer
zeker ook voor de diverse ziekenhuizen, universitair medische centra en klinieken.
Vanwege deze uitzonderlijke situatie zijn met het besluit van 6 april 2020 (Stcrt. 2020, 20882) de regels voor het verantwoorden van door het ministerie van VWS verstrekte subsidies
reeds op enkele punten versoepeld. Daarbij ging het onder meer om een vrijstelling
van de gebruikelijke termijn voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling
(maximaal 3 maanden uitstel). Dit besluit zag mede op de bovengenoemde Subsidieregeling
kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2019 (hierna: de Subsidieregeling).
Met het besluit van 30 april (Stcrt. 2020, 25348) is vervolgens aan de betrokken subsidieontvangers een aanvullende vrijstelling verleend
van de termijn voor het indienen van de aanvraag tot subsidievaststelling over 2019.
Op grond daarvan is het toegestaan om de vaststellingsaanvraag later, maar voor 1 oktober
2020 in te dienen. De grondslag van deze aanvullende vrijstelling is artikel 7.2,
derde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS.
Mij is gebleken dat een deel van de betrokken subsidieontvangers als gevolg van de
coronacrisis onverhoopt niet in staat is de aanvraag tot vaststelling voor 1 oktober
2020 in te dienen.
Met het onderhavige besluit verleen ik derhalve een aanvullende vrijstelling voor
het dienen van de aanvraag tot vaststelling over 2019. Op grond hiervan is het toegestaan
de aanvraag later, maar vóór 1 januari 2021 in te dienen. De grondslag van deze aanvullende
vrijstelling is wederom artikel 7.2, derde lid, van de Kaderregeling subsidies OCW,
SZW en VWS.
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM),
treedt dit besluit in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De Minister voor Medische Zorg, namens deze, de directeur Macro-Economische Vraagstukken en Arbeidsmarkt, L.M.N. Kroon