Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2020, 3686 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat | Staatscourant 2020, 3686 | Overig |
1. Onderwerp aanvraag
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (hierna: NAM) heeft, per brief gedateerd 6 oktober 2017, ontvangen op 10 oktober 2017, een aanvraag ingediend voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen, op grond van artikel 6, van de Mijnbouwwet (hierna: Mbw) voor de blokken B17, F1 en delen van B16, E3, E6, F2 en F4, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 5 jaar. De aanvraag is door de aanvrager aangevuld op 26 oktober 2017, 19 december 2017 en 30 april 2018.
Naar aanleiding van onderhavige aanvraag is een uitnodiging tot het indienen van concurrerende aanvragen, voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor de blokken B17, F1 en delen van de blokken B16, E3, E6, F2 en F4, gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie van 23 december 2017, (C 444/10) en in de Staatscourant van 13 februari 2018 (Staatscourant 2018, nummer 7464). Binnen de termijn van dertien weken na publicatie van de aanvraag in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft Hague and London Oil Plc (hierna: HaLO) op 23 maart 2018 en Neptune Energy Netherlands B.V. op 23 maart 2018 een concurrerende aanvraag ingediend.
Met een brief van 17 oktober 2019 hebben de indieners van de concurrerende aanvraag voor blok(deel) F4a aangegeven in dit gebied samen te gaan werken, met NAM als de uitvoerende.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat (hierna: EZK) is ingevolge artikel 6 van de Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.
2. Samenhang met andere procedures
Op grond van het besluit van de Minister van EZ, thans Minister van EZK, met kenmerk WJZ/13120244 (Staatscourant 2013, nr. 20085) wordt afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast op de voorbereiding van een besluit inzake een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Mbw voor het opsporen van delfstoffen in het continentaal plat of onder territoriale zee.
3. Adviezen naar aanleiding van de aanvraag
Staatstoezicht op de mijnen (hierna: Sodm) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 16 februari 2018 en aanvullend op 5 december 2018 advies uitgebracht (kenmerk: Sodm/18026599 en Sodm/18317258).
TNO adviesgroep EZ (hierna: TNO) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 18 mei 2018 advies uitgebracht (kenmerk: AGE 18-10.044).
Energie Beheer Nederland B.V. (hierna: EBN) heeft op verzoek van de Minister van EZK op 17 december 2018 advies uitgebracht.
De Mijnraad heeft, op grond van artikel 105, derde lid, Mbw, per brief van 24 januari 2019 advies uitgebracht (kenmerk: MIJR/19014726).
4. Publicatie kennisgeving
De kennisgeving betreffende dit besluit wordt op 21 januari 2020 gepubliceerd in de Staatscourant en in de “Volkskrant”.
5. Ter-inzage-legging van het besluit
Het besluit en de bijbehorende stukken worden, met ingang van 22 januari 2020 tot en met 4 maart 2020 voor 6 weken ter inzage gelegd in de centrale hal van het Ministerie van EZK.
Gelet op de Mbw, de aanvraag en de uitgebrachte adviezen kan verlening van de opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor blokdeel F4a plaatsvinden onder het stellen van de hierna genoemde beperkingen en voorschriften.
Gelet op de artikelen 6, 7, 7a, 9, 9a, 11, 12, 13, 14, 15, 17, en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.1 van de Mijnbouwregeling.
Besluit:
Aan Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., Neptune Energy Netherlands B.V. en Hague and London Oil Plc. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.
Nederlandse Aardolie Maatschappij wordt aangewezen als de persoon die de feitelijke werkzaamheden uitvoert, of daartoe opdracht verleent, als bedoeld in artikel 22 lid 5 Mbw.
De vergunning geldt voor het deelblok F4a.
Blokdeel F4a diep wordt begrensd door de grootcirkels tussen de puntenparen
A-B, B-C, C-D en A-D.
De punten zijn als volgt gedefinieerd:
punt |
° |
’ |
’’ O.L. |
° |
’ |
’’ N.B. |
---|---|---|---|---|---|---|
A |
3 |
59 |
54,863 |
54 |
49 |
57,436 |
B |
4 |
19 |
54,894 |
54 |
49 |
57,450 |
C |
4 |
19 |
54,907 |
54 |
43 |
50,438 |
D |
3 |
59 |
54,876 |
54 |
43 |
50,423 |
De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het ETRS89 systeem.
De oppervlakte van blokdeel F4a bedraagt 243,2 km2.
De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van de op 10 oktober 2017 ingediende en 26 oktober 2017, 19 december 2017 en 30 april 2018 aangevulde aanvraag.
De vergunninghouder overlegt uiterlijk voor afloop van het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning een geactualiseerd werkprogramma. Het geactualiseerde werkprogramma voorziet -uiterlijk in het vierde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning- in het plaatsen van één boring binnen het gebied van het deel basis Tertiair en dieper in blok F4a.
Indien er wijzigingen optreden in financiële draagkracht van de vergunninghouder om alle eventuele uit de desbetreffende opsporingsactiviteiten voortvloeiende aansprakelijkheden te dragen, waaronder ten minste wordt verstaan de wijzigingen in de verzekering ten aanzien van ongevallen, deelt de vergunninghouder dit onverwijld schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-3686.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.