Kennisgeving van het algemeen verbindend verklaren van de Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat hij op 25 mei 2020, op grond van artikel 15.36, eerste lid, van de Wet milieubeheer heeft besloten om een door een belangrijke meerderheid van de producenten en importeurs van autobanden vrijwillig gesloten overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor autobanden met ingang van de dag na de datum van publicatie tot en met 31 december 2022 algemeen verbindend te verklaren.

Het verzoek is ingediend door Vereniging BEM namens de bij de Vereniging aangesloten producenten en importeurs van autobanden, ondertekenaar van de Overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage voor autobanden, en heeft betrekking op banden bestemd voor voertuigen en aanhangwagens.

De afvalbeheerbijdragen voor autobanden wordt geheven teneinde de continuering van het huidige afvalbeheerssysteem voor autobanden. Hiernaast is in de overeenkomst opgenomen dat de aanvragers met de algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst willen voorkomen dat aanbieders van autobanden via internet en andere importeurs van autobanden geen afvalbeheersbijdrage afdragen, terwijl deze autobanden wel in het afvalbeheerssysteem terecht komen.

De afvalbeheersbijdrage heeft betrekking op alle banden die bestemd zijn voor voertuigen en aanhangwagens zoals gedefinieerd in het Bbab, artikel 1a en 1b, zijnde volgens de toelichting in het Bbab: personenwagenbanden, banden voor lichte bedrijfsauto’s, banden van aanhangwagens (o.a. caravans, boedelbakken en paardentrailers) en banden voor deze voertuigen aangeboden bij gemeenten, echter met uitzondering van de banden die gemonteerd zijn aan nieuwe voertuigen zoals gedefinieerd in het Besluit beheer autowrakken en in artikel 2 van het Bbab.

De verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage rust op een ieder die bovengenoemde banden in Nederland invoert of op de markt brengt. De afvalbeheersbijdrage bedraagt bij indiening van deze avv € 1,50 per band.

Van het ontwerpbesluit is op 16 december 2019 mededeling gedaan in de Staatscourant. Het ontwerpbesluit heeft van 16 december 2019 tot en met 27 januari 2020 ter inzage gelegen. Naar aanleiding hiervan zijn op 27 januari 2020 twee zienswijzen ingediend, welke geen aanleiding hebben gegeven om een ander besluit te nemen.

Het definitieve besluit en bijbehorende stukken liggen de eerste werkdag na de dag van publicatie van het besluit in de Staatscourant gedurende zes weken ter inzage bij Rijkswaterstaat Leefomgeving, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht. U dient vooraf echter wel een afspraak te maken (email: producentenverantwoordelijkheid@rws.nl).

De tekst van het definitieve besluit en van de overeenkomst is hieronder opgenomen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat

neemt het volgende in overweging:

  • 1. De heer H. de Leeuw, voorzitter van het bestuur van de Vereniging Band en Milieu (hierna Vereniging BEM), Loire 150, 2491 AK Den Haag, en de heer C. van Oostenrijk, directeur van RecyBEM B.V. en secretaris van Vereniging BEM hebben namens producenten en importeurs van autobanden in Nederland op 6 september 2019 een verzoek tot algemeen verbindend verklaring voor de Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Autobanden ingevolge artikel 15.36 lid 1 van de Wet milieubeheer (hierna Wm) ingediend. De Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Autobanden (hierna ABBO Autobanden) inclusief de daarbij behorende Overeenkomst inzake de Afvalbeheerbijdrageovereenkomst Autobanden (hierna Overeenkomst) is gesloten tussen Vereniging BEM, namens de leden, en Stichting Fonds Band en Milieu (hierna Stichting) en is (mede) ondertekend door een aantal individuele leden van Vereniging BEM, te weten Apollo Vredestein B.V., Van den Ban Autobanden B.V. / Van den Ban Tyre Distribution B.V. / Reedijk Banden Import B.V. / Armstrong Tyres Europe B.V., Bridgestone Benelux NV/SA, Netherlands Branch, Pirelli Tyre SpA, PBG B.V. (Pon Banden Groep), Goodyear Europe B.V., Inter-Sprint Banden B.V. / Inter-Tyre Holland B.V. / Wheel-Tyre B.V. / Quality Tyres B.V., Michelin Nederland N.V. en Hankook Tire Netherlands B.V.

    De ABBO Autobanden bevat 3 bijlagen. De Overeenkomst in bijlage A, de regels voor naleving in bijlage B en de ledenlijst van de Vereniging BEM in bijlage C.

    De algemeen verbindend verklaring (hierna avv) wordt aangevraagd voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2024 en volgt op de algemeen verbindend verklaring van Vereniging BEM met het kenmerk IENM/BSK-2015/109743, welke geldig is tot en met 31 december 2019.

    Looptijd avv tot 1 januari 2023

    Een avv wordt gezien als een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (hierna upv) als bedoeld in artikel 8 en 8bis van Richtlijn 2008/98/EG, ofwel de Kaderrichtlijn afvalstoffen (hierna Kra), zoals gewijzigd door Richtlijn 2018/851 van 30 mei 2018. Conform de wijzigingsrichtlijn moet artikel 8bis van de Kra uiterlijk op 1 januari 2023 geïmplementeerd zijn in nationale regelingen voor upv die vóór 4 juli 2018 zijn vastgesteld. Aangezien met de afvalbeheerstructuur van Vereniging BEM en RecyBEM B.V. (hierna RecyBEM) uitvoering wordt gegeven aan upv op grond van het Besluit beheer autobanden (hierna Bbab), een regeling die voor 4 juli 2018 is vastgesteld, wordt met de onderhavige avv geen nieuwe upv gevestigd. Het overgangsrecht van artikel 8bis van de Kra brengt met zich mee dat een nieuwe avv voor autobanden, tot uiterlijk 1 januari 2023 wordt verleend. Vanaf die datum moet een avv voldoen aan de eisen van artikel 8bis van de Kra en zal deze opnieuw worden beoordeeld.

  • 2. Met betrekking tot het verzoek tot algemeen verbindend verklaring wordt de in titel 15.10 van de Wm en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna Awb) voorgeschreven procedure gevolgd.

    Per e-mail is op 1 oktober 2019 en op 18 oktober 2019 om toelichting op en aanvulling van het verzoek gevraagd. Naar aanleiding hiervan zijn op 8 oktober 2019, 9 oktober 2019 en op 22 oktober 2019 aanvullende stukken en is aanvullende informatie van Vereniging BEM ontvangen.

    Het verzoek, het ontwerpbesluit en de overige van belang zijnde stukken hebben van 16 december 2019 tot en met 27 januari 2020 ter inzage gelegen bij Rijkswaterstaat, afdeling Afval Circulair, Griffioenlaan 2, 3526 LA te Utrecht.

    De kennisgeving over de ter inzage legging is op 16 december 2019 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt-2019-68695).

    Naar aanleiding van het ontwerpbesluit is per koerier en per e-mail van 27 januari 2020 een schriftelijke zienswijzen ontvangen van Busscher Weerselo Vof, gevestigd te Weerselo (hierna Busscher).

    De ontvangst hiervan is op 27 januari 2020 bevestigd.

    Verder is op 27 januari 2020 een pro forma zienswijze ontvangen van Anssems Aanhangwagens B.V. gevestigd te Almkerk en Hulco Trailers GmbH gevestigd te Bad Bentheim-Gildehaus in Duitsland (hierna Anssems-Hulco).

    Deze zienswijze is op 10 februari 2020 inhoudelijk aangevuld.

    De ontvangst hiervan is op 11 februari 2020 bevestigd.

    Op 28 januari 2020 is RecyBEM van de inhoud van de zienswijze van Busscher en de pro forma zienswijze van Anssems-Hulco op de hoogte gebracht. Op 11 februari 2020 is RecyBEM op de hoogte gebracht van de aanvulling op de zienswijze en verzocht binnen twee weken op de zienswijzen te reageren.

    Bij brief van 20 februari 2020 is door RecyBEM een reactie op de zienswijze ontvangen. Op 2 april 2020 is aan RecyBEM gevraagd om een aanvullende reactie op de zienswijze. RecyBEM heeft op 9 april 2020 een haar reactie gegeven.

    Onder punt 6 van dit besluit wordt op de zienswijze van Busscher en Anssems-Hulco ingegaan. De zienswijzen geven geen aanleiding om een ander besluit te nemen.

  • 3. De ABBO Autobanden (inclusief de Overeenkomst) vormt de financiële basis voor de uitvoering van de wettelijke verplichtingen ingevolge het Bbab en de Regeling beheer autobanden (hierna Rba). Het gaat hierbij onder andere om de wettelijke verplichting om oude autobanden, zijnde banden die bestemd zijn voor voertuigen als bedoeld in het Bbab (art. 1 onder a), waaronder ook aanhangwagens, in te zamelen en nuttig toe te passen.

  • 4. De algemeen verbindend verklaring van de ABBO Autobanden is nodig om te bewerkstelligen dat ook de producenten en importeurs, onder wiens beroep of bedrijf autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste aan een ander in Nederland ter beschikking worden gesteld, en die geen partij zijn bij deze overeenkomst, verplicht worden een afvalbeheerbijdrage af te dragen.

    Vereniging BEM heeft dit verzoek tot avv ingediend omdat de internetverkoop van autobanden via webshops toeneemt en voor deze autobanden deels geen afvalbeheerbijdrage wordt betaald. Deze autobanden komen uiteindelijk wel in het inzamelsysteem van RecyBEM terecht.

    De afgelopen zes jaar lag de ingezamelde hoeveelheid autobanden hoger dan de op de markt gebrachte hoeveelheid.

    Omwille van de continuering van de bestaande inzamel- en verwerkingsstructuur voor afgedankte autobanden en het waarborgen van een milieuverantwoorde verwerking is dit verzoek tot avv ingediend.

    RecyBEM en Vereniging BEM zetten zich in om namens de leden het bereikte niveau van recycling te behouden en mogelijk te verbeteren. De doelstelling is om in 2020 ten minste tachtig procent van de ingezamelde banden voor te bereiden voor hergebruik1 en te recyclen2.

  • 5. Het verzoek tot algemeen verbindend verklaring van de ABBO Autobanden is getoetst aan titel 15.10 van de Wm, de Regeling verzoek afvalbeheerbijdragen (hierna de regeling) en de “Leidraad algemeen verbindend verklaring overeenkomst over een verwijderingsbijdrage (avv)” (hierna de leidraad), zoals op 10 november 2000 vastgesteld door de Minister van VROM. De leidraad bevat een nadere uitleg over toepassing van de hierna genoemde gronden uit de regeling. Daarin komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde:

    • a. Om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen is het noodzakelijk dat de indiener aantoont dat zijn verzoek de vereiste meerderheid heeft.

      Vereniging BEM en RecyBEM hebben op 28 april 2004 een melding gedaan namens aangesloten producenten en importeurs van autobanden en aanhangwagenbanden conform het Bbab en de Rba. Op 21 mei 2004 is de ontvangst van de melding bij brief bevestigd.

      Vereniging BEM heeft per 1 augustus 2019 een totaal ledental van 275. Ten tijde van de aanvraag voor de voorgaande avv in 2014 was dit ledental 175.

      De leden van Vereniging BEM zijn per brief op 28 augustus 2019 op de hoogte gebracht van het voornemen tot het indienen van een nieuw verzoek tot algemeen verbindend verklaring. Bij aangaan van het lidmaatschap hebben de leden door ondertekening van de algemene voorwaarden reeds ingestemd met de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek tot algemeen verbindend verklaring.

      In 2018 brachten de leden van Vereniging BEM 8.759.139 banden op de markt. Volgens opgave aan RecyBEM werden er verder nog 1.618 banden gemeld door importeurs die geen lid zijn van Vereniging BEM.

      RecyBEM schat het aantal banden dat door freeriders op de markt zijn wordt gebracht op circa 500.000 banden. Het aantal banden afkomstig van autodemontage wordt door RecyBEM geschat op 100.000.

      Er zijn drie producenten / importeurs die in 2004 een individuele melding hadden gedaan conform het Bbab en niet deelnemen aan de aanvraag tot algemeen verbindend verklaring. In 2017 hebben deze samen 20.843 banden op de markt gebracht. Het marktaandeel van deze producenten / importeurs ten opzichte van het marktaandeel van de leden van Vereniging BEM, was in 2017 ongeveer 0,25%, gebaseerd op de in het kader van het Bbab ingediende rapportages.

      Uit marktonderzoek van RecyBEM en uit de resultaten van de monitoring van de voorgaande avv voor autobanden, is gebleken dat de leden van Vereniging BEM een marktaandeel vertegenwoordigen van tenminste 90% van de op de markt gebrachte autobanden. Op basis van alle bij de aanvragers bekende gegevens wordt het aantal freeriders geschat op ongeveer 10%.

      Vereniging BEM vertegenwoordigd bij het verzoek een gezamenlijk marktaandeel van haar leden van ten minste 90% van de op de markt gebrachte autobanden. De leden van de Vereniging BEM vertegenwoordigen ongeveer 90% van het totaal aantal producenten en importeurs.

      De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan de vereiste meerderheid volgens artikel 15.37, eerst lid van de Wm.

    • b. Op grond van artikel 1, onder a, van de regeling dient in de overeenkomst de naam, adres en registratienummer bij de Kamer van Koophandel van degenen die partij zijn bij de overeenkomst te worden gegeven.

      De ABBO Autobanden is aangegaan door de in lid 1 vermelde partijen, onder vermelding van naam, adres en registratienummer bij de Kamer van Koophandel.

      Het verzoek bevat de namen, adressen en registratienummers bij de Kamer van Koophandel van de organisaties die partij zijn bij de Overeenkomst en van de bedrijven die lid zijn van deze organisaties.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder a, van de regeling.

    • c. Op grond van artikel 1, onder b, van de regeling dient in de overeenkomst de stof, het preparaat of het andere product waarop de afvalbeheerbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.

      In de Overeenkomst is aangegeven dat de afvalbeheerbijdrage betrekking heeft op alle banden die bestemd zijn voor voertuigen en aanhangwagens zoals gedefinieerd in artikelen 1a en 1b van het Bbab. Volgens de toelichting op het Bbab personenwagenbanden, banden voor lichte bedrijfsauto’s, banden van aanhangwagens (o.a. caravans, boedelbakken en paardentrailers) en banden voor deze voertuigen aangeboden bij gemeenten, met uitzondering van de banden die gemonteerd zijn aan nieuwe voertuigen zoals gedefinieerd in het Besluit beheer autowrakken en in artikel 2 van het Bbab en die door de producent of importeur onder diens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf worden vervaardigd dan wel binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste aan een ander te beschikking worden gesteld.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder b, van de regeling.

    • d. Op grond van artikel 1, onder c, van de regeling dient in de overeenkomst de hoogte of de wijze van berekenen van de afvalbeheerbijdrage aan de orde te komen.

      In artikel 1 van de Overeenkomst is opgenomen dat de afvalbeheerbijdrage het bedrag is dat individuele producenten en importeurs op grond van de Overeenkomst verplicht zijn af te dragen aan de Stichting ter dekking van de kosten van de afvalbeheerstructuur.

      Voor de berekening van de hoogte van de afvalbeheerbijdrage wordt uitgegaan van het principe dat de kosten in een jaar moeten worden gedekt uit de opbrengsten in een jaar. Dit is geregeld in bijlage 1 van de Overeenkomst. De kosten worden verdeeld naar rato van het aantal door een producent of importeur op de Nederlandse markt gebrachte autobanden.

      De totale jaarlijkse kosten van de afvalbeheerstructuur bestaan uit de som van de totale uitgekeerde inzamelingsvergoeding, de systeemkosten, de kosten van inzameling bij gemeentelijke depots en eventuele positieve of negatieve saldo uit eerdere boekjaren.

      • de inzamelingsvergoeding, is de vergoeding die door RecyBEM per ingezamelde autoband wordt verstrekt aan de gecontracteerde inzamelaars;

      • de systeemkosten, zijn de kosten van onderzoek met betrekking tot, en de ontwikkeling van, het afvalbeheersysteem voor autobanden, daaronder begrepen onderzoek naar nieuwe methoden van voorbereiding voor hergebruik en recycling, alsmede investeringskosten, de opbouw van noodzakelijke voorzieningen voor calamiteiten, de opbouw van werkkapitaal, het aflossen van de voorschotten op de voorbereidingskosten van de uitvoeringsorganisatie, logistieke kosten en organisatorische kosten van Vereniging BEM, RecyBEM en de Stichting ten behoeve van de opzet en instandhouding van de afvalbeheerstructuur.

      Volgens artikel 3.2 van de Overeenkomst stelt de Raad van Toezicht van de Stichting een voorlopige afvalbeheerbijdrage vast, rekening houdend met verwachtingen omtrent kosten van het afvalbeheersysteem en het aantal autobanden waarover afvalbeheerbijdrage wordt afgedragen in het betreffende jaar. Van een eventuele aanpassing wordt tijdig melding gemaakt.

      De hoogte van de afvalbeheerbijdrage voor autobanden wordt berekend door de totale begrote jaarlijkse kosten te delen door het aantal geleverde autobanden waarvoor een afvalbeheerbijdrage is afgedragen minus het aantal autobanden waarvoor exportrestitutie is verleend.

      Exportrestitutie wordt verleend voor zover autobanden worden geëxporteerd waarvoor reeds een afvalbeheerbijdrage is afgedragen. Hiertoe moet de exporteur aan de Stichting aantonen dat de hoeveelheid autobanden ook daadwerkelijk door hem is geëxporteerd en dat voor de hoeveelheid geëxporteerde autobanden door hem of door een ander een afvalbeheerbijdrage is betaald.

      Het tarief van de afvalbeheerbijdrage bedraagt momenteel 1,50 euro exclusief BTW per autoband die in Nederland als eerste aan een ander ter beschikking wordt gesteld (artikel 3.2 van de Overeenkomst). De afvalbeheerbijdrage voor 2015, 2016 en 2017 bedroeg 1,30 euro exclusief BTW per autoband.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder c, van de regeling.

    • e. Op grond van artikel 1, onder d, van de regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage wordt gelegd te worden gegeven.

      In de Overeenkomst is opgenomen dat producenten en importeurs van autobanden per autoband verplicht worden een afvalbeheerbijdrage af te dragen. Hierbij is de producent degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden worden vervaardigd en als eerste in Nederland aan een ander te beschikking worden gesteld (artikel 1.2 onder g van de Overeenkomst). De importeur is degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste aan een ander ter beschikking worden gesteld (artikel 1.2 onder d van de Overeenkomst).

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder d, van de regeling.

    • f. Op grond van artikel 1, onder e, van de regeling dient in de overeenkomst een omschrijving van degenen aan wie de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.

      Volgens de leidraad dient in de overeenkomst gewaarborgd te worden dat de organisatie die de afvalbeheerbijdrage beheert onafhankelijk is en dat de geïnde gelden alleen voor de verwerking (in de leidraad wordt de verouderde term verwijdering gebruikt) van de betreffende producten in de afvalfase worden besteed.

      De leden van Vereniging BEM hebben in 2004 besloten om collectief uitvoering te geven aan de verplichtingen van het Bbab. Hiertoe is de Stichting Fonds Band en Milieu opgericht. Statutair is geregeld dat deze stichting zich tot doel stelt het beheer van het fonds gevormd door de afvalbeheerbijdragen van autobanden en het opzetten en uitvoeren van een systeem van milieuverantwoorde inzameling en verwerking van gebruikte autobanden. De Stichting wordt bestuurd door een directie. Een Raad van Toezicht ziet toe op het functioneren van de Stichting. De Raad van Toezicht wordt door de leden van Vereniging BEM benoemd. De Stichting heeft voor de uitvoering van het systeem RecyBEM opgericht, welke tot doel heeft het uitvoeren van het opgezette systeem van inzameling en verwerking.

      De Stichting is verplicht de in het kader van de ABBO Autobanden en de Overeenkomst verstrekte informatie over producenten en importeurs niet aan andere producenten en importeurs ter kennis te brengen.

      Om te voorkomen dat leden van de Vereniging BEM via deelname in de Raad van Toezicht van de Stichting kennis kunnen krijgen van de informatie, wordt de facturatie en inning volledig verzorgd door RecyBEM.

      In artikel 2 van de Overeenkomst is opgenomen dat producenten en importeurs van autobanden verplicht worden een afvalbeheersbijdrage af te dragen aan de Stichting.

      Hiermee is aangetoond dat wordt voldaan aan artikel 1, onder e, van de regeling.

    • g. Op grond van artikel 1, onder f, van de regeling dient in de overeenkomst het tijdstip en de wijze waarop de afdracht van de afvalbeheerbijdrage moet plaatsvinden te worden gegeven.

      In artikel 2 van de Overeenkomst onder punt 2.9 is opgenomen dat de voorlopige afvalbeheerbijdrage verschuldigd is vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst en eenmaal per maand aan de Stichting wordt afgedragen. Op basis van deze maandelijkse opgave zal de verschuldigde afvalbeheerbijdrage worden gefactureerd aan de producent of importeur.

      De voorlopige afvalbeheerbijdrage dient te worden betaald binnen dertig dagen na facturering. In bijlage B van de ABBO Autobanden is onder andere een boeteregeling opgenomen bij foutieve aangifte.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder f, van de regeling.

    • h. Op grond van artikel 1, onder g, van de regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop controle op de afdracht plaatsvindt aan de orde te komen.

      Volgens de leidraad moet de controle uitgevoerd worden door een onafhankelijke derde, moet aangegeven worden welke stappen worden ondernomen indien uit de controle blijkt dat een bedrijf niet de juiste gegevens heeft aangeleverd of de afvalbeheerbijdrage (in de leidraad verwijderingsbijdrage) niet afdraagt en moet de controlefrequentie worden vermeld.

      In bijlage B van de ABBO Autobanden is aangegeven dat maandelijks opgave moet worden gedaan van de op de markt gebrachte autobanden aan RecyBEM. De producenten en importeurs zijn verplicht alle informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van de overeenkomst nodig is.

      Hiertoe behoort in ieder geval een jaarlijkse accountantscontrole en goedgekeurde controleverklaring. Tevens zijn de producenten en importeurs verplicht de daartoe door de Stichting aangewezen personen toe te laten tot het bedrijf en de administratie en alle in het kader van de controle op de juiste afdracht van de afvalbeheerbijdrage gevraagde informatie te verstrekken. De Stichting heeft te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de gegeven informatie te (doen) controleren.

      In onderdeel 2 van bijlage B van de ABBO Autobanden is de boeteregeling omschreven, indien een producent of importeur de bijdrage niet afdraagt.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder g, van de regeling.

    • i. Op grond van artikel 1, onder h, van de regeling dient in de overeenkomst de wijze waarop degene op wie de verplichting tot afdracht van de afvalbeheerbijdrage is gelegd, gebruik kan maken van de afvalbeheerstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product, aan de orde te komen.

      In artikel 1 van de ABBO Autobanden is gedefinieerd dat individuele producenten en importeurs verplicht zijn een bedrag af te dragen ter dekking van de kosten van de afvalbeheerstructuur; de afvalbeheerbijdrage. Producenten en importeurs zijn degenen onder wiens verantwoordelijkheid gedurende de uitoefening van diens beroep of bedrijf autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste aan een ander in Nederland ter beschikking worden gesteld, zoals gedefinieerd in Bbab artikel 1c en 1d. In artikel 2 van de ABBO Autobanden is opgenomen dat producenten en importeurs die de afvalbeheerbijdrage betalen, gebruik kunnen maken van de afvalbeheerstructuur.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 1, onder h, van de regeling.

    • j. Op grond van artikel 1, onder i, van de regeling dient in de overeenkomst de looptijd van de overeenkomst opgenomen te zijn.

      Door het algemeen verbindend verklaren van een overeenkomst inzake de afvalbeheerbijdrage krijgt de overeenkomst kracht van wet. Na de algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst zijn zowel de oorspronkelijke partijen als niet bij de aanvrager aangesloten producenten en importeurs, aan de overeenkomst gebonden, conform artikel 15.40 Wm. De looptijd van de ABBO Autobanden is gedefinieerd in artikel 4.2 en heeft een looptijd tot 31 december 2015 met telkens een stilzwijgende verlenging van drie jaar.

      Nieuwe toetreders en producenten die geen partij zijn bij de overeenkomst kunnen zich alleen aan de werking van de algemeen verbindend te verklaren overeenkomst onttrekken indien aan hen door de Minister op grond van artikel 15.38 van de Wm een ontheffing op de avv is verleend. Hiervoor moet de producent of importeur dan wel een melding hebben gedaan conform artikel 7 van het Bbab en aantonen dat er sprake is van een ten minste gelijkwaardig beheer van de betrokken afvalstoffen.

      In het verzoek wordt gevraagd om een besluit tot algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst met een looptijd van vijf jaar.

      Het overgangsrecht van artikel 8bis van de Kra brengt met zich mee dat een nieuwe avv voor autobanden tot uiterlijk 1 januari 2023 wordt afgegeven (zie onder 1 van dit besluit bij “Looptijd avv tot 1 januari 2023”).

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 15.39 Wm artikel 1, onder i, van de regeling.

    • k. Op grond van artikel 2, onder a, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de met de afvalbeheerstructuur te realiseren milieudoelstellingen aangegeven te worden.

      Door Vereniging BEM is aangegeven dat de afvalbeheerstructuur is gericht op continuering van de huidige afvalbeheerstructuur. In artikel 3 van het Bbab is aangegeven dat degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden aan een ander ter beschikking stelt, zorgdraagt dat bij het ter beschikking stellen van een autoband een na gebruik vrijgekomen autoband die hem wordt aangeboden, ten minste om niet wordt ingenomen.

      RecyBEM heeft in de aanvraag aangetoond dat zij in de rapportages van de jaren 2015, 2016, 2017 en 2018 respectievelijk een inzamelpercentage hebben behaald van 101%, 101%, 102% en 106%.

      In artikel 6 van het Bbab is aangegeven dat de producent of importeur ervoor zorg draagt dat de door hem ingenomen autobanden nuttig worden toegepast en van die autobanden vanaf 1 januari 2005 ten minste 20 gewichtsprocent wordt gerecycled.

      RecyBEM zet zich in om namens de leden het bereikte niveau van recycling te behouden en mogelijk te verbeteren. De doelstelling is om in 2020 ten minste 80 gewichtsprocent van de ingezamelde banden voor te bereiden voor hergebruik. In de aanvraag heeft RecyBEM haar rapportage conform het artikel 8 van het Bbab bijgevoegd met daarin de resultaten van het afvalbeheerstructuur over het jaar 2018. Hierbij rapporteerde RecyBEM voor recycling 64,49% en een totaal nuttige toepassing van 100% (voorbereiding voor hergebruik: tweede gebruik als band 30,06%, loopvlakvernieuwing 1,75% en alternatief hergebruik 2,20% en hoofdgebruik als brandstof /thermische energieterugwinning 1,50%).

      In de overeenkomst is opgenomen dat de aanvragers met de algemeen verbindend verklaring van de overeenkomst willen voorkomen dat aanbieders van autobanden via internet en andere importeurs van autobanden geen afvalbeheerbijdrage afdragen, terwijl deze autobanden wel in het afvalbeheerstructuur terecht komen.

      In bijlage B van de ABBO Autobanden zijn de regels voor de naleving opgenomen. Met de algemeen verbindend verklaarde overeenkomst kan RecyBEM ook bij deze producenten en importeurs afdwingen dat de bijdrage betaald wordt.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder a, van de regeling.

    • l. Op grond van artikel 2, onder b en c, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de organisatorische, technische en financieel-economische opzet van de afvalbeheerstructuur voor die stof, dat preparaat of dat andere product overgelegd te worden.

      Organisatorisch

      Volgens de leidraad dient inzicht gegeven te worden in de loop van de verschillende afval- en geldstromen, de deelnemende partijen en wie waarvoor verantwoordelijk is. Tenslotte moet inzicht gegeven worden in de betrokken rechtspersonen inclusief de statuten.

      Afvalstromen en geldstromen

      Producenten en importeurs van autobanden hebben zich verenigd in de Vereniging BEM, om gezamenlijk uitvoering te geven aan het Bbab. Hiervoor heeft de Vereniging BEM met haar leden de Stichting opgericht en de uitvoeringsorganisatie RecyBEM. De Stichting financiert met de geïnde afvalbeheerbijdragen de activiteiten van RecyBEM.

      De afvalbeheerbijdrage wordt geheven op iedere band die nieuw op de Nederlandse markt wordt verkocht. RecyBEM voert jaarlijks een administratieve controle uit bij de inzamelingsbedrijven om te beoordelen of de bedrijven zich aan de contractuele afspraken houden. Daarnaast wordt jaarlijks door het onafhankelijke certificeringsinstituut een audit uitgevoerd ten behoeve van de certificering. RecyBEM betaalt de inzamelvergoeding uit het fonds van de Stichting.

      Om een betrouwbare en kwalitatieve inzameling van autobanden te borgen, heeft RecyBEM de kwaliteit van het inzamelings- en administratieve proces bij inzamelingsbedrijven in een overeenkomst en in beoordelingscriteria met de inzamelingsbedrijven vastgelegd.

      RecyBEM is opdrachtgever van gecertificeerde banden inzamelbedrijven en betaald een inzamelvergoeding aan de inzamelbedrijven. Om als inzamelingsbedrijf in aanmerking te komen voor een certificaat, dient het inzamelingsbedrijf een kwaliteitsmanagementsysteem operationeel en effectief te hebben conform de norm ISO 9001:2008, aangevuld met een eisenpakket van RecyBEM, die zijn vastgelegd in de beoordelingscriteria voor banden inzamelbedrijven. Op haar website heeft RecyBEM deze eisen gepubliceerd.

      Voordat het certificaat wordt verstrekt, zal door een derde onafhankelijke certificerende instelling door middel van een audit worden vastgesteld of het inzamelingsbedrijf voldoet aan de gestelde eisen.

      RecyBEM voert jaarlijks een administratieve controle uit bij de inzamelingsbedrijven om te beoordelen of de bedrijven zich aan de contractuele afspraken houden. Daarnaast wordt jaarlijks door het onafhankelijke certificeringsinstituut een audit uitgevoerd ten behoeve van de certificering. RecyBEM betaalt de inzamelvergoeding uit het fonds van de Stichting.

      De inzamelingsbedrijven zamelen de autobanden in bij onder andere retailers van banden, garages, bandenservice bedrijven, groothandels en handelaren in autobanden en accessoires en gemeenten. Het inzamelingsbedrijf keurt en sorteert de ingezamelde banden en onderscheidt hierin:

      • a) gesorteerde autobanden, bedoeld voor tweede gebruik als band (voorbereiding voor hergebruik);

      • b) gesorteerde autobanden, bedoeld voor loopvlakvernieuwing (voorbereiding voor hergebruik);

      • c) gesorteerde autobanden, bedoeld voor recycling;

      • d) gesorteerde autobanden, bedoeld voor opwerking tot brandstof (cementovens, warmtekrachtinstallaties, hoogovens, energiecentrales ten behoeve van energieterugwinning door verbranding (energieterugwinning);

      • e) gesorteerde autobanden, bedoeld voor alternatief gebruik (geshredderd in infrastructurele werken, kartbanen, kuilbanden).

      De inzamelingsbedrijven voeren de banden van categorie c, d en e af ter verwerking. De banden inzamelingsbedrijven hebben afspraken met RecyBEM om ten minste 90% van de ingezamelde banden te bestemmen voor voorbereiding voor hergebruik en recycling, waarvan ten minste 50% recycling. De verwerkingsbedrijven waar de inzamelingsbedrijven de banden aan leveren, zijn door RecyBEM gecertificeerd volgens eenzelfde systematiek als de inzamelingsbedrijven. De inzamelingsbedrijven zijn vrij in de keuze van de gecertificeerde verwerker.

      Deelnemende partijen, verantwoordelijkheden en rechtspersonen

      Vereniging Band en Milieu

      De brancheorganisatie, waarin producenten en importeurs van autobanden en producenten en importeurs van aanhangwagens en caravans zijn vertegenwoordigd.

      Stichting Fonds Band en Milieu

      De stichting is door de Vereniging BEM opgericht met als doel het beheer van het fonds.

      RecyBEM B.V.

      Uitvoeringsorganisatie voor de afvalbeheerstructuur van de Vereniging BEM, statutair gevestigd te Den Haag. Adres van de Vereniging BEM en van RecyBEM is Loire 150, 2491 AK te Den Haag.

      Banden inzamelingsbedrijven

      RecyBEM heeft eisen gesteld aan inzamelingsbedrijven van autobanden. Deze inzamelingsbedrijven halen de banden op bij de bedrijven waar de ontdoeners deze kunnen inleveren.

      Verwerkers van autobanden

      RecyBEM heeft eisen gesteld waaraan verwerkers van autobanden moeten voldoen. Ieder bedrijf dat voldoet aan deze eisen, is vrij om deze voorwaarden aan te gaan en een aanvraag te doen om verwerker te worden binnen het systeem van RecyBEM.

      Gemeenten

      Particulieren kunnen afgedankte autobanden inleveren bij milieustations/-straten van gemeenten. In artikel 4 van het Bbab is geregeld dat de producenten en importeurs verplicht zijn de aan hen door gemeenten aangeboden autobanden in te nemen.

      Technisch

      Volgens de leidraad dienen in ieder geval, de producten waarvoor de afvalbeheerbijdrage wordt gebruikt, de gestelde kwaliteitseisen, het overdrachtspunt van de producten, de frequentie van inname, eventuele sorteeractiviteiten, het transport en de verwerkingstechnieken, vermeld te worden.

      Inzameling

      Op grond van artikel 3 van het Bbab heeft degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden aan een ander ter beschikking stelt, de plicht om bij het ter beschikking stellen van een autoband een na gebruik vrijgekomen autoband die hem wordt aangeboden ten minste om niet in te nemen. Degene die banden aan een ander ter beschikking stelt zijn onder meer garages, bandenservicebedrijven, handelaren in autoaccessoires, bandenspecialisten, autodealerbedrijven en andere soortgelijke bedrijven in de autobandenbranche (hierna retailers en ontdoeners).

      RecyBEM is als uitvoeringsorganisatie van de producenten de opdrachtgever van de gecertificeerde banden inzamelingsbedrijven. Deze inzamelingsbedrijven halen de banden op bij 12.000 retailers en ontdoeners en 240 gemeenten verspreid over Nederland. Op dit moment zijn er 22 gecertificeerde inzamelingsbedrijven. De inzamelingsbedrijven scheiden de waardebanden van de zogenaamde schrotbanden (banden met scheuren of andere onregelmatigheden, uitgedroogde banden, oude banden en niet gangbare bandenmaten) en voeren deze ter verwerking af.

      Verwerking

      De inzamelingsbedrijven leveren de uitgesorteerde schrotbanden aan de door RecyBEM gecontracteerde verwerkingsbedrijven voor verdere verwerking. RecyBEM betaalt hiervoor een vergoeding per band aan de inzamelbedrijven. De inzamelbedrijven zijn verplicht de ingenomen banden te sorteren en daarbij te sturen op voorbereiding voor hergebruik en recycling.

      Verwerkingstechnieken

      Voorbereiding voorhergebruik is levensduurverlenging van autobanden door tweede gebruik als occasionband of door loopvlakvernieuwing. Recycling vindt plaats door verwerking van autobanden bij door RecyBEM gecertificeerde recyclingbedrijven die rubbergranulaat produceren. RecyBEM zet zich namens haar leden in om het bereikte niveau van recycling te behouden en mogelijk te verbeteren. De doelstelling is om van de ingezamelde banden 90% nuttig toe te passen middels voorbereiding voor hergebruik en recycling.

      Kwaliteitseisen

      De kwaliteit van inzamel- en verwerkingsbedrijven wordt door RecyBEM middels certificering geregeld.

      Om als banden inzamelbedrijf of verwerkingsbedrijf in aanmerking te komen voor een certificaat, dient het bedrijf te beschikken over een operationeel en effectief kwaliteitsmanagementsysteem dat conform de norm. ISO 9001:2008 is, aangevuld met een eisenpakket van RecyBEM. Dit is vastgelegd in de beoordelingscriteria voor banden inzamelbedrijven en in de beoordelingscriteria voor bandenverwerkingsbedrijven. Op haar website heeft RecyBEM deze eisen gepubliceerd.

      Voordat het certificaat wordt verstrekt, zal door een derde onafhankelijke certificerende instelling door middel van een audit worden vastgesteld of het inzamel- of verwerkingsbedrijf voldoet aan de gestelde eisen.

      Financieel-economisch

      Volgens de leidraad is er inzicht benodigd in de kosten van de afvalbeheerstructuur, een onderbouwing van de hoogte van de afvalbeheerbijdrage en de eventuele fondsvorming.

      Inkomstenkant

      De financiering van de kosten van inzameling en verwerking vindt plaats uit de inkomsten van de afvalbeheerbijdrage op autobanden.

      Indien de afvalbeheerbijdrage ontoereikend is om de kosten in enig jaar te dekken, kan de Raad van Toezicht van Vereniging BEM deze verhogen zoals omschreven in artikel 3.2 van de Overeenkomst en artikel 2.7 van bijlage A van de Overeenkomst.

      Uitgavenkant

      De volgende uitgaven zijn begroot:

      • a. kosten inzameling en verwerking autobanden

      • b. overige kosten

      Ad a.

      Onder kosten inzameling en verwerking autobanden wordt verstaan de vergoeding die inzamelbedrijven krijgen voor het inzamelen en verwerken per door hen ingezamelde autoband.

      Ad b.

      Onder overige kosten wordt verstaan:

      • projectmanagement en secretariaatskosten

      • afschrijving op materiële activa

      • exploratiekosten

      • kantoorkosten

      • publiciteits- en communicatiekosten

      • algemene kosten

      • projectkosten

      Fondsvorming

      Volgens de leidraad moet een begroting worden overgelegd waaruit blijkt dat er een ketendeficit is, dat gedekt dient te worden uit de opbrengsten van de afvalbeheersbijdrage. Veel van de in de begroting opgevoerde kostenposten kunnen slechts met de nodige onzekerheden worden opgevoerd. Voor de opvang van onzekerheden in de begroting wordt de mogelijkheid geboden voor fondsvorming. Het fonds is bedoeld voor opvang van die onzekerheden.

      In de Leidraad in paragraaf 6.2.1.4 bij fondsvorming onder punt 5 wordt de eis gesteld dat het fonds niet groter mag worden dan anderhalf keer de in één jaar begrote kosten van inzameling, sortering, demontage, be- en verwerking en transport.

      RecyBEM werkt vanaf de oprichting in 2004 met een aanzienlijk ketendeficit voor de inzameling en verwerking van de autobanden. De financiering van dit deficit vindt plaats uit de inkomsten van de afvalbeheerbijdrage op autobanden. Op de balans is een Bestemmingsfonds Besluit Beheer Autobanden opgenomen en een kleinere bestemmingsreserve research. De omvang van het totale fondsvermogen is per ultimo 2018 € 5,0 mln.

      Dit fondsvermogen is bedoeld ter waarborging van de continuïteit van de inzameling en verwerking. De totale operationele kosten voor inzameling en verwerking bedroegen voor 2018 € 10,2 mln.

      De kosten voor inzameling en verwerking zijn in 2019 begroot op € 10,3 mln. Per 1 januari 2019 is de afvalbeheerbijdrage voor autobanden vastgesteld op € 1,50 per band. De Raad van Toezicht van de Stichting stelt een voorlopige afvalbeheerbijdrage vast, rekening houdend met verwachtingen omtrent kosten van het afvalbeheerstructuur en het aantal autobanden waarover afvalbeheerbijdrage wordt afgedragen in het betreffende jaar.

      Van eventuele aanpassing wordt tijdig mededeling gedaan.

      De verhouding van de hoogte van het fonds ten opzichte van de kosten voor inzameling en verwerking is in onderstaande tabel weergegeven:

      jaar:

      omvang fonds:

      verhouding ten opzichte van kosten:

      per 31-12-2018

      5.010 miljoen euro

      0,49

      per 31-12-2019

      5.325 miljoen euro

      0,51

      per 31-12-2020

      6.032 miljoen euro

      0,56

      per 31-12-2021

      6.528 miljoen euro

      0,59

      per 31-12-2022

      6.864 miljoen euro

      0,62

      per 31-12-2023

      7.093 miljoen euro

      0,63

      per 31-12-2024

      7.216 miljoen euro

      0,64

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder b en c, van de regeling.

    • m. Op grond van artikel 2, onder d, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop de afvalbeheerstructuur past in internationaal verband aangegeven te worden.

      Er is geen basis voor de producentensystemen vanuit Europese wetgeving. Er zijn diverse landen die een systeem voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor autobanden hebben opgezet. Op basis van nationale wetgeving. De systemen in België en Frankrijk richten zich net als Nederland op de inzameling en verwerking van autobanden. In Duitsland is geen producentenorganisatie aanwezig en betalen de ontdoeners van banden de kosten van inzameling en verwerking zelf.

      De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan artikel 2, onder d, van de regeling

    • n. Op grond van artikel 2, onder e, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de marktstructuur van degenen die die stof, dat preparaat of dat andere product in Nederland invoeren of op de markt brengen, aangegeven te worden.

      Volgens de leidraad dient in ieder geval ingegaan te worden op het aantal bedrijven dat actief is op de markt, de omzet van deze bedrijven en of er sprake is van een groeimarkt.

      Sinds 2004 is het Bbab van toepassing en in de periode daarna hebben 3 individuele producenten en/of importeurs van autobanden en één collectief systeem voor producenten en importeurs van autobanden een melding gedaan conform het Bbab. De 3 individuele producenten en importeurs zijn allen actief in het aanhangwagen en trailer segment, zoals omschreven in artikel 5 van het Bbab.

      Door de introductie van internetwinkels is de markt voor autobanden de afgelopen periode sterk veranderd. Buitenlandse producenten hebben een toegang tot de Nederlandse markt die er voorheen niet of nauwelijks was. Kleine importeurs van autobanden in Nederland zijn over het algemeen retail bedrijven, die wisselend in merk en aantal inkopen bij producenten in het buitenland via de webwinkel van de producent. RecyBEM geeft aan dat de registratie van deze kleine importeurs hierdoor dan ook niet eenvoudig is. RecyBEM richt zich in die gevallen op de buitenlandse producenten om namens de kleine importeurs zich te registreren. Ook webshops die autobanden aanbieden aan afnemers in Nederland wordt aangeboden lid te worden.

      Het aantal kleine importeurs van autobanden die via internet banden importeert op de bovengenoemde wijze wordt door RecyBEM geschat op circa 500 importeurs en 700.000 banden per jaar.

      Consumenten kopen ook direct autobanden bij internetwinkels. Consumenten zijn niet gebonden aan het Bbab. Het is niet altijd duidelijk of een internet winkel producent is of de autobanden bij een importeur inkoopt. Ook buitenlandse webshops moeten via RecyBEM voldoen aan de verplichtingen van het Bbab.

      Demontagebedrijven verwijderen de autobanden van oude voertuigen (wrakken en schadeauto’s). Deze banden vallen onder de afvalbeheerstructuur van voertuigen, waarvoor Autorecycling Nederland B.V. een collectieve mededeling in het kader van het besluit autowrakken heeft gedaan. Bruikbare banden van bijvoorbeeld schadeauto’s worden door demontagebedrijven op de markt gebracht. Deze bedrijven zijn op basis van de overeenkomst niet gehouden tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage omdat de overeenkomst uitsluitend betrekking heeft op nieuwe banden.

      De Vereniging BEM schat het aantal autobanden dat op deze wijze op de markt wordt gebracht op 100.000 banden per jaar. Omdat op deze banden geen afvalbeheerbijdrage is betaald, maar deze banden wel door de RecyBEM worden opgehaald en verwerkt, onderzoekt de Vereniging BEM de mogelijkheid om ook de demontagebedrijven in de toekomst als partij tot de overeenkomst te laten toetreden.

      De afvalbeheerbijdrage en de afvalbeheerstructuur hebben geen invloed op de mededinging op de markt van autobanden. De stichting brengt de kosten van de collectieve structuur in de vorm van een afvalbeheerbijdrage in rekening bij de producenten en importeurs. Degene die de autobanden op de markt brengen, zijn vrij in hun keuze of en in hoeverre de afvalbeheerbijdrage door te berekenen aan de eindgebruikers. Vereniging BEM, de Stichting en RecyBEM hebben hier geen betrokkenheid bij. Wel heeft Vereniging BEM aangegeven dat in de praktijk de bijdrage niet zichtbaar door wordt berekend. De inzameling en recycling van de autobanden vindt in de afvalbeheerstructuur plaats op basis van certificering. Ieder bedrijf dat aan de certificeringsnormen van RecyBEM voldoet, kan participeren en komt in aanmerking voor het inzamelen en verwerken van de autobanden die bij de ontdoeners zijn ingeleverd, en komen daarmee ook in aanmerking voor de inzamelvergoeding.

      De aanvrager heeft hiermee aannemelijk gemaakt dat is voldaan aan artikel 2, onder e, van de regeling

    • o. Op grond van artikel 2, onder f, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is een ieder van de onder e bedoelde personen bij het indienen van het verzoek te betrekken, aangegeven te worden.

      Naast de melding van RecyBEM zijn er drie andere producenten / importeurs van autobanden bekend bij de Minister die in 2004een melding hadden ingediend ingevolge het Bbab. Door RecyBEM is namens Vereniging BEM contact opgenomen met deze inmiddels twee producenten / importeurs. Deze producenten / importeurs zijn geen lid van Vereniging BEM en hebben in 2016 onder de voorgaande avv voor autobanden een verzoek tot ontheffing ingediend als bedoeld in artikel 15.38 van de Wet Milieubeheer (hierna Wm). Op 7 juni 2019 heeft de Staatssecretaris bij besluit kenmerk I&W/BSK-2019/105883 en I&W/BSK-2019/105884 besloten geen ontheffingen te verlenen.

      De leden van Vereniging BEM zijn op de algemene ledenvergadering op 8 november 2018 op de hoogte gebracht van het voornemen tot indienen van een algemeen verbindend verklaring. In een bericht d.d. 28 augustus 2019 van de Vereniging BEM aan de leden is de leden gevraagd expliciet aan te geven indien zij niet meer achter het voornemen tot aanvragen van een algemeen verbindend verklaring staan (zie ook punt a).

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder f, van de regeling.

    • p. Op grond van artikel 2, onder g, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop getracht is te voorkomen dat gebruikers van die stof, dat preparaat of dat andere product in de praktijk meer dan eenmaal een bijdrage voor het beheer daarvan verschuldigd zullen zijn, aangegeven te worden.

      De afvalbeheerbijdrage bestaat uit een bedrag per product, namelijk de in het Bbab gedefinieerde autoband. Producenten en importeurs dragen af aan de Stichting op basis van hun aangifte van de op de markt gebrachte aantallen banden.

      Bij de aankoop van een nieuwe auto is de bijdrage voor de 4 of 5 meegeleverde autobanden hierbij inbegrepen bij de afvalbeheerbijdrage voor het gehele voertuig, zoals geregeld in het besluit beheer autowrakken.

      Bij de bepaling van de hoogte van de afvalbeheerbijdrage voor het gehele voertuig is rekening gehouden me het feit dat sommige onderdelen van de auto worden gerecycled en sommige onderdelen worden hergebruikt, waaronder de onder een voertuig gemonteerde banden.

      De collectieve organisatie die hiervoor een goedgekeurde mededeling heeft in het kader van het besluit beheer autowrakken, bekostigt met de afvalbeheerbijdrage voor het gehele voertuig de inzameling en verwerking van dit gehele voertuig.

      Zowel RecyBEM als de collectieve organisatie voor de autowrakken controleren op fraude door onder andere administratieve controles en steekproeven bij de producenten.

      Hiermee is aannemelijk gemaakt dat wordt voldaan aan artikel 2, onder g, van de regeling.

    • q. Op grond van artikel 2, onder h, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze waarop aan de consument voorlichting zal worden gegeven over de afvalbeheerbijdrage, aangegeven te worden. Indien de afvalbeheerbijdrage geen consumenten, maar bedrijven treft, zullen de voorlichtingsactiviteiten uiteraard moeten worden toegespitst op deze bedrijven.

      RecyBEM heeft als vast onderdeel van haar verplichtingen de uitvoering van campagnes om consumenten, bedrijven en gemeenten te informeren.

      Op haar website (www.recybem.nl) geeft RecyBEM informatie aan consumenten, inzamelaars en verwerkers over onder andere de organisatie, de verplichtingen en de avv. Verder publiceert RecyBEM hier nieuwsbrieven, bulletins, flyers, jaarrapportages en onderzoeksrapporten.

      RecyBEM heeft een nieuwsbrief die periodiek wordt uitgebracht met een oplage van 10.000 exemplaren. Verder wordt een informatie magazine uitgegeven waarin informatie wordt gegeven over RecyBEM zelf, haar doelstellingen en activiteiten en het Bbab. Verder wordt hierin informatie gegeven over milieuverantwoorde verwerking van ingezamelde autobanden en over de diverse verschillende toepassingen van rubbergranulaat afkomstig van de verwerking van de ingezamelde autobanden. Het magazine wordt verspreid onder alle relaties van RecyBEM en extra exemplaren zijn gratis verkrijgbaar. Er is ook een beperkte oplage van een Engelse versie.

      RecyBEM heeft een advertentiecampagne ‘Oude banden inzamelen. Voor een schoner milieu!’ opgezet, waarmee RecyBEM vanaf 2004 vier keer per jaar in verschillende vakbladen heeft geadverteerd. Ook is een beursstand opgezet, waarmee RecyBEM als exposant op verschillende evenementen actief is.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder h, van de regeling.

    • r. Op grond van artikel 2, onder i, van de regeling dient naast de overeenkomst over een afvalbeheerbijdrage in ieder geval de wijze van rapportage over de voortgang van de punten onder a tot en met d van de regeling, aangegeven te worden.

      Volgens de leidraad dient aangegeven te worden de wijze waarop de informatie wordt verzameld, de frequentie waarmee de informatie wordt verzameld en een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie.

      Verder moeten in rapportage gegevens overgelegd worden over het voorafgaande jaar over:

      • a. de hoeveelheid autobanden in aantallen die in het betreffende jaar in Nederland op de markt is gebracht;

      • b. de hoeveelheid autobanden in aantallen die in het betreffende jaar is ingezameld;

      • c. het in het betreffende jaar gerealiseerde percentage nuttige toepassing, onderverdeeld naar voorbereiden voor hergebruik van productonderdelen, recycling en hoofdgebruik als brandstof (energieterugwinning);

      • d. de hoeveelheid en soorten in het betreffende jaar te storten of te verbranden restfracties die resteren nadat de fracties die voor de mogelijkheden voor nuttige toepassing onder c. zijn benut;

      • e. een overzicht van de inkomsten en uitgaven als gevolg van de afvalbeheerbijdrage;

      • f. inzicht moet worden gegeven in de ontwikkeling in de fondsvorming;

      • g. een overzicht van de bedrijven die zijn aangesloten bij de overeenkomst en van de bedrijven die de overeenkomst hebben opgezegd.

      In de gegevens moet worden beschreven op welke wijze de monitoring van bovenstaande punten plaatsvindt. Aangegeven moet worden:

      • a. de wijze waarop de informatie wordt verzameld;

      • b. de frequentie waarmee de informatie wordt verzameld;

      • c. een schatting van de betrouwbaarheid van de informatie.

      RecyBEM heeft aangegeven dat zij volgens de leidraad jaarlijks zal blijven rapporteren.

      In de aanvraag is aangeven dat de monitoring van de resultaten van de afvalbeheerstructuur wordt gedaan door RecyBEM. In de jaarlijkse rapportage van RecyBEM wordt verslag gedaan over de behaalde resultaten over het voorgaande jaar op basis van artikel 8 van het Bbab en de rapportage eisen uit de leidraad.

      RecyBEM neemt in de jaarlijkse rapportage informatie op over (mutaties) van haar deelnemers, financiële ontwikkelingen, informatie over het bestuur van de organisatie, de inzamelbedrijven, de afvalbeheerbijdrage en overige ontwikkelingen.

      Producenten en importeurs doen maandelijks opgave van de door hen op de markt gezette autobanden aan RecyBEM. De opgave van de aantallen banden door producenten en inzamelaars die zijn aangesloten bij RecyBEM worden halfjaarlijks door een accountant gecontroleerd. Hiervoor is een audit- en controleprotocol opgesteld.

      In het Bbab is de verplichting in artikel 3 opgenomen dat degene die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden aan een ander ter beschikking stelt, er zorg voor draagt dat bij het ter beschikking stellen van een autoband een na gebruik vrijgekomen autoband die hem wordt aangeboden, ten minste om niet wordt ingenomen. Op grond van artikel 3 lid 2 is de ontdoener ook verplicht een registratie bij te houden van het aantal door hem ingenomen gebruikte autobanden.

      RecyBEM maakt gebruik van gecertificeerde inzamelaars en verwerkers voor de inzameling en verwerking van de autobanden. Gecertificeerde bedrijven voldoen aan bepaalde beoordelingscriteria waarmee ook de betrouwbaarheid van de dataverwerking en de aanlevering van gegevens kan worden geverifieerd. Bedrijven moeten hiervoor kwaliteitsmanagementsysteem conform de ISO 9001 normen hebben die operationeel en effectief is. Voorafgaand aan de beoordeling van inzamelaars en verwerkers wordt met een audit door een onafhankelijke certificerende instelling bekeken of de bedrijven aan de gestelde eisen voldoen. Vervolgens worden de bedrijven jaarlijks getoetst door de certificerende instelling of ze nog aan de beschreven eisen voldoen. Voor zowel Nederlandse als buitenlandse bandenverwerkers gelden de certificeringsnormen. Voor de buitenlandse verwerkers worden de typisch Nederlandse beoordelingscriteria vervangen door vergelijkbare op de specifieke buitenlandse situatie toegesneden wettelijke criteria.

      Hiermee wordt voldaan aan artikel 2, onder i, van de regeling.

  • 6. Op 29 januari 2020 is een zienswijze ingediend door Busscher en door Anssems-Hulco. Op 10 februari 2020 is de zienswijze door Anssems-Hulco aangevuld. Hieronder wordt op deze zienswijzen ingegaan.

    • 6.1 Zienswijze v.o.f. Busscher Weerselo

      Busscher geeft aan zich niet te kunnen verenigen met het ontwerpbesluit en voert hiertoe het volgende aan.

      Uitzonderingspositie in de bandenmarkt

      Busscher stelt een uitzonderingspositie te hebben in de (banden)markt, die door de BEM is onderkend.

      Reactie:

      Met betrekking tot de door Busscher aangehaalde uitzonderingspositie wordt opgemerkt dat door RecyBEM per brief van 23 januari 2014 met referentie CvO/FH/BEM/14010 is aangegeven dat “Mocht de Staatssecretaris of ILT u aanspreken en u verzoeken om een ontheffing van de avv in te dienen op grond van artikel 15.38 lid 1 van de Wm, dan zal RecyBEM u de gelegenheid bieden om dit verzoek tot ontheffing voor te bereiden en in te dienen en u tijdens de looptijd van de procedure niet aanspreken. Mocht een verzoek tot ontheffing afgewezen worden dan bent u in beginsel aan de avv gebonden.” Busscher heeft een ontheffing gevraagd van de voorgaande avv. Deze is geweigerd. Tegen dit besluit is door Busscher beroep ingesteld.

      Vrijstelling afvalbeheerbijdrage voor coverbanden en 8 – 10 inch banden voor aanhangwagens

      Busscher vindt het onbegrijpelijk dat het voornemen tot algemeen verbindend verklaren (wederom) ertoe leidt dat er een afvalbeheerbijdrage moet worden afgedragen voor kleine (8 – 10 inch) en cover aanhangwagenbanden, mede gelet op het feit dat (verkort weergegeven):

      • deze banden een uitzonderingspositie innemen op de bandenmarkt;

      • coverbanden reeds hergebruik zijn;

      • de betrokken banden zijn gemaakt van natuurrubber;

      • voor andere vergelijkbare kleine banden (skelters, kruiwagens, tuinmachines, e.d.) geen afvalbeheerbijdrage moet worden betaald;

      • de kleine aanhangwagenbanden nog niet 1/3 wegen van het gewicht van ‘normale’ autobanden.

      Voorts stelt Busscher zich op het standpunt dat sprake is van ongelijke behandeling nu voor banden van o.m. vrachtwagens, tractoren, skelters, kruiwagens en tuinmachines geen afvalbeheerbijdrage moet worden afgedragen. Dit terwijl deze banden het milieu ook of zelfs meer belasten (vrachtwagen- en tractorbanden) en ook voor deze banden voorzien zou moeten worden in milieuverantwoorde verwerking.

      Bij het definitief besluit moet hiermee rekening worden gehouden en moet een einde gemaakt worden aan deze ongelijke situatie door voortaan op dezelfde en gelijke wijze om te gaan met aanhangwagenbanden als met banden van vrachtwagens en tractoren e.d.

      Busscher verzoekt in het definitieve besluit tot algemeen verbindend verklaren kleine aanhangwagenbanden en coverbanden vrij te stellen van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage.

      Reactie:

      Het feit dat de 8 – 10 inch banden gemaakt zijn van natuurrubber of minder wegen dan normale autobanden rechtvaardigt als zodanig geen vrijstelling van de verplichting om een afvalbeheerbijdrage te betalen voor de inzameling en verwerking van deze banden. Het Bbab geeft in artikel 1 onder c als definitie autobanden: banden die bestemd zijn voor voertuigen of aanhangwagens. De reikwijdte van het Bbab omvat volgens de autobanden van personenauto's en lichte bedrijfsauto's (artikel 3, eerste lid), de autobanden die ingezameld worden bij gemeenten (artikel 4, eerste lid,) en op autobanden van aanhangwagens die vrijkomen bij het buiten gebruik stellen van aanhangwagens (artikel 5). Het Bbab biedt geen ruimte om onderscheid te maken in banden gemaakt van natuurrubber en banden gemaakt van synthetische rubber. Evenmin bieden het Bbab en de Regeling beheer autobanden aanknopingspunten voor het berekenen van een inzamelpercentage gebaseerd op gewicht. Het Bbab gaat uit van kosteloze afgifte van afgedankte banden bij de verkoop van nieuwe banden (oud-voor-nieuwregeling). Bij de inzameling van oude banden gaat het dus om aantallen banden en niet om het gewicht daarvan. Ook uit artikel 2 en bijlage 2 van de Regeling beheer autobanden (vaststelling formulier jaarlijkse verslaglegging) blijkt dat er zowel bij inzameling als bij de berekening van percentages voor nuttige toepassing en voor materiaalhergebruik uitgegaan dient te worden van het aantal banden en niet van het gewicht van de banden.

      Voor autobanden en aanhangwagenbanden is in het Bbab een wettelijke uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgelegd aan producenten en importeurs. Voor banden van vrachtwagens, tractoren, skelters, kruiwagens, tuinmachines e.d. is vooralsnog geen uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in het leven geroepen. Dat neemt niet weg dat ook deze banden na afdanking milieuverantwoord verwerkt zullen moeten worden. Mogelijk zal, wanneer blijkt dat zich hierbij structurele knelpunten voordoen, overgegaan kunnen worden tot introductie van een wettelijke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Op het moment van vaststelling van dit besluit is van een dergelijke wettelijke verplichting voor banden van vrachtwagens en tractoren geen sprake.

      Er bestaan dus inderdaad verschillen tussen soorten banden en de daarvoor geldende wettelijke verplichtingen. Dit neemt niet weg dat er uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt voor aanhangwagenbanden en autobanden op grond van het Bbab. Het onderhavige besluit tot avv is een instrument om op collectieve wijze invulling te geven aan de verplichtingen uit het Bbab.

      Het besluit tot avv zelf biedt, gelet op de artikelen 15.36 en 15.37 van de Wm, niet de mogelijkheid om voor bepaalde banden een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van de afvalbeheerbijdrage te verlenen. De basis hiervoor ligt in de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst zelf. Een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage op grond van een avv bestaat alleen wanneer de betrokken producent/importeur beschikt over een onherroepelijke ontheffing op grond van art. 15.38 Wm.

      Verzoek om aanpassing Bbab

      Busscher verzoekt het Bbab zodanig aan te passen dat coverbanden en 8 – 10 inch banden niet langer onder het Bbab vallen en er geen afvalbeheerbijdrage voor deze banden (meer) hoeft te worden afgedragen.

      Reactie

      Ook aanhangwagenbanden komen, ongeacht of deze nieuw zijn geproduceerd of zijn vervaardigd uit afgedankte aanhangwagenbanden (coverbanden oftewel banden waarvan het loopvlak is vernieuwd), na afdanking in het afvalstadium terecht. Het doel van het Bbab is om te voorkomen dat afgedankte autobanden, waaronder aanhangwagenbanden, onbeheerd worden achtergelaten en te komen tot inzameling en milieuverantwoorde verwerking van afgedankte banden. Het Bbab legt daartoe de organisatorische en financiële verantwoordelijkheid voor het afvalstadium van de betrokken banden bij de individuele producenten en importeurs van autobanden en aanhangwagenbanden. Gelet op het doel van het Bbab en de bestaande praktijk waarin het merendeel van de producenten/importeurs van aanhangwagenbanden deelnemen aan het systeem van RecyBEM en afgedankte aanhangwagenbanden, waaronder ook coverbanden en 8 – 10 inch banden, via het systeem van RecyBEM worden ingezameld en verwerkt, bestaat er geen grond om aanhangwagenbanden niet meer onder het Bbab te laten vallen.

      Milieuvriendelijk hergebruik van coverbanden wordt belemmerd en de afvalbeheerbijdrage drukt (te) zwaar op de verkoopprijs van coverbanden

      Busscher heeft er bezwaar tegen dat zij gedwongen wordt om de volledige afvalbeheerbijdrage af te dragen, omdat dit bedrag te zwaar drukt op de verkoopprijs van de banden die Busscher verkoopt.

      Voorts stelt Busscher dat de Minister het milieuvriendelijk hergebruik van coverbanden belemmert door coverbanden te belasten met een afvalbeheerbijdrage, terwijl het gebruik van coverbanden vanuit milieutechnisch oogpunt juist door de overheid zou moeten worden gepromoot. De afvalbeheerbijdrage heeft het tegenovergestelde effect. De coverbanden worden te duur voor de consument met als gevolg dat deze karkassen naar de granulaatverwerker gaan of verbrand worden.

      Daar komt bij dat de afvalbeheerbijdrage zo zwaar op (de verkoop van) die banden drukt, dat het voor Busscher geen zin meer heeft om deze te verkopen. De aan de BEM af te dragen afvalbeheerbijdrage verstoort daarmee de marktwerking.

      Busscher merkt voorts op dat zij bij de verkoop van haar banden precies dezelfde bijdrage hanteert zoals vastgesteld door de BEM. Van het ontduiken van de bijdrage door Busscher is geen sprake.

      Busscher stelt dat in het ontwerpbesluit ten onrechte niet rekening is gehouden met het feit dat haar concurrentiepositie hierdoor rechtstreeks en onaanvaardbaar wordt aangetast, terwijl zij daar niet financieel voor wordt gecompenseerd.

      Reactie

      Loopvlakvernieuwing van banden is een vorm van voorbereiden voor hergebruik van afvalstoffen zoals gedefinieerd in art. 1.1 Wm. Deze afvalbewerkingshandeling gaat vooraf aan het daadwerkelijke hergebruik van het product, in dit geval, de coverband. In de toelichting op het Bbab wordt niet van “hergebruik” maar van het verouderde begrip “producthergebruik” gesproken. In het Bbab zijn geen percentages opgenomen voor (product)hergebruik, wel voor materiaalhergebruik (in huidige terminologie van de Wm: recycling).

      Voorbereiden voor hergebruik van banden wordt in LAP3, Sectorplan 52 Banden weliswaar aangemerkt als “uit milieuoogpunt meest gewenste beheerwijze”, echter daaraan wordt toegevoegd: “Dit is echter slechts voor een beperkt deel van de autobanden – en dan met name vrachtwagenbanden (in praktijk gaat het dan met name om het voorzien van banden van een nieuw loopvlak) – zowel technisch als economisch mogelijk. De minimumstandaard is daarom geformuleerd op het niveau van recycling”.

      Loopvlakvernieuwing van afgedankte aanhangwagenbanden tot herbruikbare coverbanden is als beheerwijze dus alleen beleidsmatig meer gewenst dan recycling (materiaalhergebruik in zin van Bbab) als dit zowel technisch als economisch haalbaar is.

      Busscher stelt dat de afvalbeheerbijdrage zo zwaar drukt op de verkoopprijs van coverbanden dat deze te duur worden voor de consument en dat het voor Busscher geen zin meer heeft om deze te verkopen. In feite komt dit er dus op neer dat loopvlakvernieuwing economisch niet (meer) mogelijk is.

      Coverbanden voor aanhangwagens moeten overeenkomstig de verplichtingen uit het Bbab, net als autobanden, na afdanking worden ingezameld en verwerkt.

      Naar aanleiding van dit onderdeel van de zienswijze is RecyBEM gevraagd een nadere onderbouwing te geven van de afvalbeheerbijdrage waarbij een duidelijker onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten voor inzameling en verwerking van autobanden enerzijds en de kosten voor inzameling en verwerking van cover- en 8 – 10 inch aanhangwagenbanden, rekening houdend met specifieke aspecten zoals de regelmaat waarmee de betreffende soorten banden in het inzamelsysteem terecht zullen komen (die mede afhangt van het feit of er een APK verplichting bestaat of niet), het materiaal waarvan de banden zijn gemaakt (natuurrubber) en de mogelijkheden om via de afvalbeheerbijdrage loopvlakvernieuwing van aanhangwagenbanden te stimuleren.

      Vereniging BEM en RecyBEM hebben de hoogte van de afvalbeheerbijdrage als volgt nader onderbouwd:

      RecyBEM maakt binnen haar systeem geen onderscheid naar maat of gewicht van de autobanden die worden ingezameld en verwerkt. De verplichtingen in het Bbab zien op de inzameling per stuk. De volledige administratie van RecyBEM is opgezet in aantallen. Ook de controles bij de retailers, of ze een oude band innemen per nieuw geleverde band, zijn gericht op aantallen.

      RecyBEM bepaalt de kosten van haar uitvoering op basis van een 2-jaarlijks kostprijsonderzoek bij alle gecertificeerde inzamelaars en sorteerders. Hieruit volgen de gemiddelde kosten per ingezamelde afgedankte autoband. De kostenvergoeding aan de inzamelaars is op de resultaten van dit onderzoek gebaseerd. Dit is exclusief de beheerkosten van het RecyBEM-systeem.

      De kosten en opbrengsten van de uitvoering zijn ingedeeld naar 6 componenten:

      • inzamelkosten,

      • sorteerkosten,

      • huisvestingskosten,

      • overige kosten,

      • verwerkingskosten,

      • opbrengsten waardebanden.

      Van deze kostencomponenten zijn volgens RecyBEM alleen de verwerkingskosten gerelateerd aan het gewicht van de band. Bij de andere componenten en bij de beheerkosten van RecyBEM, is die relatie niet aanwezig. De kostprijs is een gemiddelde voor alle ingezamelde banden. Banden waarvoor hergebruik mogelijk is leveren een netto bijdrage en verlagen de kostprijs. Banden die als schrot tot materialen verwerkt moeten worden leveren kosten op, ongeacht het gewicht. De banden van 8 en 10 inch zijn volgens RecyBEM in het algemeen niet herbruikbaar en leveren een netto kostenpost op.

      De verwerkingskosten bedragen volgens RecyBEM circa 15% van de totale kosten. Hieruit volgt dat 85% van de kosten van een gemiddelde afgedankte autoband niet samenhangt met het gewicht en vooral samenhangt met het aantal banden. Dat geldt ook voor de vaste systeemkosten van RecyBEM.

      De verwerking van kleine banden, uitgaande van een gewicht van circa 5 kg voor een 10-inch band, is circa 40% goedkoper ten opzichte van een gemiddelde band van 8 kg. Dit is ongeveer € 0,15 per band goedkoper.

      De doorwerking in de totale kostprijs bedraagt:

      40% (minder gewicht) *15% (aandeel verwerking) = 6% van de totale kostprijs

      De totale kostprijs bestaat uit de som van circa € 1,75 aan kosten en € 0,75 per band aan opbrengsten.

      In het algemeen zijn de kleine maat banden niet geschikt voor tweede gebruik en hebben daarmee geen opbrengstwaarde, die gemiddeld over alle banden genomen circa € 0,75 bedraagt. Een kleine band is daarmee volgens RecyBEM netto mogelijk zelfs gemiddeld tot € 0,60 per band duurder qua inzameling en verwerking.

      RecyBEM ziet op basis van haar gegevens over de kostenopbouw geen onderbouwing voor het doorvoeren van een tariefdifferentiatie op gewicht voor de kleinere banden, vooral vanuit het perspectief dat de kleine banden gemiddeld niet tot lagere kosten leiden binnen het systeem. Daarnaast zal een differentiatie op gewicht vanuit gelijke behandeling en non-discriminatie, zoals in artikel 8bis lid 1d van de Kra is weergegeven, voor alle banden moeten gelden. Dit zal leiden tot toenemende complexiteit van de uitvoering en de controles en de systeemkosten sterk verhogen.

      Ook vanuit het oogpunt van het stimuleren van loopvlakvernieuwing van auto-/aanhangwagenbanden ziet RecyBEM voor dit moment, gezien het kader van het Bbab en de expliciete overweging daarin, geen aanleiding voor tariefdifferentiatie ten aanzien van coverbanden.

      Loopvlakvernieuwing stimuleren met het oog op de criteria die de Kra noemt is effectief bij een grotendeels gesloten systeem van loopvlakvernieuwing, zoals bij vrachtwagenbanden plaatsvindt. Dergelijke banden brengen minder kosten met zich mee en worden meerdere malen vernieuwd. Het introduceren van tariefdifferentiatie voor de loopvlakvernieuwing bij autobanden van (personen-)

      voertuigen met een ledig gewicht tot 3.500 kg, waartoe Het Besluit beheer autobanden zich beperkt, is gecompliceerder.

      De prikkel zou in ieder geval deels ook ten goede moeten komen aan de producent van de te vernieuwen band (van hoge productiekwaliteit). Door de open markt weet deze producent op het moment van het op de markt brengen niet of selectie zal plaatsvinden. Dit in tegenstelling tot de systemen voor vrachtwagenbanden. Daarnaast zou volgens de Kra gekeken moeten worden naar de duurzaamheidbijdrage over de gehele levenscyclus. Dan spelen ook aspecten als de rolweerstand van loopvlakvernieuwde banden een rol.

      De duurzaamheidvoordelen zijn minder evident dan voor vrachtwagenbanden. De stimulans is moeilijker te richten. Daarbij is de vernieuwing eenmalig en voor circa 60% van het gewicht (het karkas). In het vernieuwingsproces ontstaat net zoveel restproduct dat energetisch verwerkt moet worden als bij het granuleren van banden voor materiaalhergebruik. De marktomvang is zeer gering. Circa 1,5% van de afgedankte banden wordt geselecteerd en verkocht voor loopvlakvernieuwing. De marktomvang voor coverbanden is van vergelijkbare omvang. Ook voor coverbanden geldt dat er administratieve nadelen zijn voor het geheel van het bandensysteem.

      RecyBEM heeft hiermee naar het oordeel van de Minister voldoende aannemelijk gemaakt dat er gelet op de met inzameling en verwerking van aanhangwagenbanden in het algemeen en 8 tot 10 inch aanhangwagenbanden en coverbanden in het bijzonder, gemoeide kosten- en duurzaamheidsaspecten geen aanleiding bestaat om tot tariefdifferentiatie over te gaan.

      Ten onrechte twee maal een afvalbeheerbijdrage afdragen

      Busscher merkt op dat in het ontwerpbesluit ten onrechte geen rekening is gehouden met het feit dat ten aanzien van de coverbanden die zij verkoopt reeds eenmaal een afvalbeheerbijdrage is afgedragen. Ten aanzien van de coverbanden geldt na het algemeen verbindend verklaren dat er meer dan eenmaal een bijdrage voor het beheer verschuldigd is.

      Reactie

      Het coveren van banden (afgedankte banden van een nieuw loopvlak voorzien) wordt aangemerkt als ‘voorbereiding voor hergebruik’ als bedoeld in art. 1.1 Wm (onder het Bbab wordt de verouderde term ‘producthergebruik’ gehanteerd). ‘Voorbereiding voor hergebruik’ is gedefinieerd als: nuttige toepassing bestaande uit controleren, schoonmaken of repareren, waarbij producten of componenten van producten, die afvalstoffen zijn geworden, worden klaargemaakt zodat ze zullen worden hergebruikt zonder dat verdere voorbehandeling nodig is.

      Een afvalstof kan alleen de einde-afvalstatus verkrijgen wanneer deze afvalstof een voltooide handeling van nuttige toepassing heeft ondergaan, zoals gedefinieerd in art. 1.1 Wm. Een handeling van nuttige toepassing zal in veel gevallen bestaan uit een recyclinghandeling of een handeling ter voorbereiding voor hergebruik.

      “Volgens vaste rechtspraak moet worden beoordeeld of sprake is van een voltooide nuttige toepassing. Daarvan is sprake wanneer na een handeling van nuttige toepassing (bijvoorbeeld recycling of voorbereiding voor hergebruik) uit afval een aan een grondstof gelijkwaardig materiaal is ontstaan dat kan worden gebruikt zonder bijzondere voorzorgsmaatregelen ter bescherming van het milieu en de menselijke gezondheid.”

      Wanneer door loopvlakvernieuwing opnieuw te gebruiken auto- of aanhangwagenband zijn geproduceerd (die voldoen aan de producteisen), is sprake van een voltooide nuttige toepassing. Het Bbab is uitdrukkelijk ook van toepassing op de terbeschikkingstelling van loopvlakvernieuwde banden (Stb. 2003, 564, Nota van toelichting, p.29).

      Dat volgens Busscher ten aanzien van de coverbanden die zij verkoopt, reeds eenmaal een afvalbeheerbijdrage is afgedragen, klopt niet.

      Er is weliswaar sprake van tweemaal een betaling van een afvalbeheerbijdrage, echter voor twee verschillende banden op twee verschillende momenten. Ten eerste wordt de afvalbeheerbijdrage afgedragen voor de oorspronkelijke band. Na afdanking van deze band en inlevering bij Busscher komt deze afgedankte band in aanmerking voor voorbereiding voor hergebruik door loopvlakvernieuwing (bij een derde bedrijf). Na loopvlakvernieuwing wordt deze band gezien als een nieuw product dat door Busscher als importeur opnieuw op de markt wordt gebracht. Voor deze band dient ook een afvalbeheerbijdrage te worden betaald op grond van het besluit tot avv. Deze band moet immers na afdanking ook weer worden ingezameld en verwerkt.

      Inzameling op gewicht

      Busscher pleit voor het inzamelen van oude banden op basis van gewicht en niet (langer) op basis van band voor band. Milieutechnisch gezien gaat het om de hoeveelheid materiaal die wordt ingezameld en wordt hergebruikt.

      Busscher zorgt ervoor dat zij evenveel bandenmateriaal (in kilogrammen) uit de markt haalt en ophaalt dan het materiaal (in kilogrammen) dat zij aan kleine aanhangwagenbanden op de markt brengt.

      Reactie:

      Zoals hiervoor aangegeven bieden het Bbab en de Regeling beheer autobanden geen aanknopingspunten voor het inzamelen en berekenen van een inzamelpercentage gebaseerd op gewicht. In overeenstemming met het Bbab wordt in het inzamel- en verwerkingssysteem van RecyBEM geen onderscheid gemaakt naar maat of gewicht en wordt het grootste deel van de kosten van de inzameling en verwerking toegerekend aan het aantal banden dat wordt ingezameld.

      Samenvattend wordt geconcludeerd dat de ingediende zienswijze van Busscher geen aanleiding geeft tot wijziging van het ontwerpbesluit.

    • 6.2 Zienswijze Anssems Aanhangwagens B.V. – Hulco Trailers GmbH

      Anssems-Hulco geven aan zich niet te kunnen verenigen met het ontwerpbesluit en voeren hiertoe het volgende aan.

      Verantwoordelijkheid

      Annsems-Hulco hebben bezwaar tegen het feit dat met het algemeen verbindend verklaren van de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst Autobanden de verantwoordelijkheid voor afgedankte (auto)banden (wederom) bij slechts één partij, de BEM, wordt neergelegd. Zij geven aan zelf de verantwoordelijkheid te willen nemen voor de door haar op de markt gebrachte banden. Het algemeen verbindend verklaren van de ABBO Autobanden maakt dat zij gedwongen worden hieraan deel te nemen.

      Reactie

      Het algemeen verbindend verklaren van de ABBO Autobanden heeft onder andere tot doel de huidige structuur te continueren. Het middel avv is een ingrijpend middel dat inbreuk maakt op het recht om individueel uitvoering te geven aan de met het Bbab opgelegde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Om tot dit besluit te komen, wordt het systeem getoetst of en in welke mate zij oplossing biedt voor een bestaand afvalbeheer (doelmatig afvalbeheer) probleem, en of dit in verhouding staat tot de inbreuk die de avv, en daarmee het recht van de meerderheid van de producenten, maakt op het recht van individuele producenten.

      De afvalbeheerstructuur opgezet door Vereniging BEM en RecyBEM is dusdanig ingericht dat door betaling van de afvalbeheerbijdrage door de individuele producent of importeur wordt voldaan aan de verplichtingen. De inbreuk bestaat erin dat de avv houder gerechtigd is om inzage te eisen in de verkoopcijfers van de producent of importeur, om te kunnen verifiëren of de opgave van het aantal banden dat op de markt is gebracht correct is. Deze controle wordt bij alle producenten of importeurs gedaan, ongeacht of deze aangesloten is bij Vereniging BEM of als individuele producent of importeur melding doet. De inzage in de verkoopcijfers is omschreven in artikel 6 van de ABBO autobanden en wordt uitgevoerd door RecyBEM. De controles worden gedaan door de Stichting BEM aangewezen personen die deze controles steekproefsgewijs uitvoeren en middels accountantscontroles en controleverklaringen. De Stichting is conform artikel 6.5 verplicht om gegevens niet aan anderen ter kennis te brengen.

      De enige manier om niet te hoeven betalen en niet te hoeven deelnemen aan de afvalbeheerstructuur van de BEM is op basis van een ontheffing op grond van art. 15.38 Wm.

      Vrijstelling voor aanhangwagenbanden

      Anssems-Hulco vinden het onbegrijpelijk dat het voornemen tot algemeen verbindend verklaren (wederom) ertoe leidt dat er een afvalbeheerbijdrage moet worden afgedragen voor (het importeren van) aanhangwagenbanden, mede gelet op de omstandigheid dat:

      • zij alleen aanhangwagens met banden op de markt brengen en niet of nauwelijks losse/reservebanden verkopen;

      • de markt voor het vervangen/vernieuwen van aanhangwagenbanden niet groot is, omdat er voor aanhangwagens, anders dan voor autobanden, geen APK keuring geldt en geen sprake is van het wisselen van zomer- en winterbanden;

      • aanhangwagenbanden pas worden vervangen als ze helemaal ‘stuk’ zijn gereden, met als gevolg dat door importeurs, zoals Anssems-Hulco, meer banden op de markt worden gebracht dan uit de markt (kunnen) worden gehaald;

      • er geen afvalbeheerbijdrage hoeft te worden afgedragen voor banden voor vrachtwagens, tractoren, skelters, kruiwagens en tuinmachines.

      Voorts stellen Anssems-Hulco zich op het standpunt dat sprake is van ongelijke behandeling nu voor banden van o.m. vrachtwagens, tractoren, skelters, kruiwagens en tuinmachines geen afvalbeheerbijdrage moet worden afgedragen en voor aanhangwagenbanden wel.

      Anssems-Hulco wijzen erop dat banden van vrachtwagens en tractoren vele malen groter zijn qua omvang en veel meer materiaal bevatten en daarmee het milieu veel meer belasten (indien deze banden niet worden ingezameld en bij het restafval terecht komen), dan aanhangwagenbanden. Bovendien is de vervangingsmarkt voor vrachtwagenbanden ten opzichte van aanhangwagenbanden (heel) groot.

      Nu voor banden van vrachtwagens en tractorteren geen afvalbeheerbijdrage hoeft te worden afgedragen, zien Anssems-Hulco niet in waarom dit wel verplicht wordt voor aanhangwagenbanden en waarom ten aanzien van aanhangwagenbanden moet worden voorzien in het waarborgen van een milieuverantwoorde verwerking en ten aanzien van de andere hiervoor genoemde banden niet.

      Bij het definitief besluit moet hiermee rekening worden gehouden en moet een einde gemaakt worden aan deze ongelijke situatie door voortaan op dezelfde en gelijke wijze om te gaan met aanhangwagenbanden als met banden van vrachtwagens en tractoren e.d.

      Anssems-Hulco verzoeken in het definitieve besluit tot algemeen verbindend verklaren aanhangwagenbanden en coverbanden vrij te stellen van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage. Indien en voor zover de Minister daarvoor al de medewerking nodig zou hebben van de BEM, dan ligt het, mede gelet op het zorgvuldigheids- en motiveringsbeginsel, volgens Anssems-Hulco voor de hand dat de Minister ten behoeve van het nemen van een definitief besluit, in overleg treedt met de BEM om in het kader van het algemeen verbindend verklaren ten aanzien van aanhangwagenbanden te komen tot een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage.

      Reactie

      De stelling dat er geen verplichte apk-keuring geldt voor aanhangwagenbanden, klopt. Maar dit wil niet zeggen dat er geen eisen aan aanhangwagenbanden worden gesteld. In artikel 5.12.27 van de Regeling voertuigen zijn eisen gesteld aan de banden specifiek voor aanhangwagens (onder andere met betrekking tot de profieldiepte, vorm en hardheid, uitstulpingen op de band). Dat er geen verplichte apk-keuring voor aanhangwagenbanden is, wil dus niet zeggen dat ze niet aan bepaalde eisen moeten voldoen.

      Voor autobanden en aanhangwagenbanden is in het Bbab een wettelijke uitgebreide producentenverantwoordelijkheid opgelegd aan producenten en importeurs. Voor banden van vrachtwagens, tractoren, skelters, kruiwagens, tuinmachines e.d. is vooralsnog geen uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in het leven geroepen. Dat neemt niet weg dat ook deze banden na afdanking milieuverantwoord verwerkt zullen moeten worden. Mogelijk zal, wanneer blijkt dat zich hierbij structurele knelpunten voordoen, overgegaan kunnen worden tot introductie van een wettelijke regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Op het moment van vaststelling van dit besluit is van een dergelijke wettelijke verplichting voor banden van vrachtwagens en tractoren geen sprake.

      Er bestaan dus inderdaad verschillen tussen soorten banden en de daarvoor geldende wettelijke verplichtingen. Dit neemt niet weg dat er uitgebreide producentenverantwoordelijkheid geldt voor aanhangwagenbanden en autobanden op grond van het Bbab. Het onderhavige besluit tot avv is een instrument om op collectieve wijze invulling te geven aan de verplichtingen uit het Bbab.

      Het besluit tot avv zelf biedt, gelet op de artikelen 15.36 en 15.37 van de Wm, niet de mogelijkheid om voor bepaalde banden een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van de afvalbeheerbijdrage te verlenen. De basis hiervoor ligt in de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst zelf. Een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage op grond van het besluit tot avv bestaat alleen wanneer de betrokken producent/importeur beschikt over een onherroepelijke ontheffing op grond van art. 15.38 Wm.

      Verzoek om aanpassing wet- en regelgeving

      Anssems-Hulco verzoeken het Bbab zodanig aan te passen dat aanhangwagenbanden niet langer onder de werking van het Bbab vallen en er geen afvalbeheerbijdrage voor deze banden (meer) hoeft te worden afgedragen. Daarnaast zouden Anssems-Hulco graag zien dat de mogelijkheden om te worden ontheven van een algemeen verbindend verklaarde overeenkomst worden verruimd.

      Reactie

      Het doel van het Bbab is om te voorkomen dat afgedankte autobanden, waaronder aanhangwagenbanden, onbeheerd worden achtergelaten en te komen tot inzameling en milieuverantwoorde verwerking van afgedankte banden. Het Bbab legt daartoe de organisatorische en financiële verantwoordelijkheid voor het afvalstadium van de betrokken banden bij de individuele producenten en importeurs van autobanden en aanhangwagenbanden. Gelet op het doel van het Bbab en de bestaande praktijk waarin het merendeel van de producenten/importeurs van aanhangwagenbanden deelnemen aan het systeem van RecyBEM en afgedankte aanhangwagenbanden, via het systeem van RecyBEM worden ingezameld en verwerkt, bestaat er geen grond om aanhangwagenbanden niet meer onder het Bbab te laten vallen.

      Ontheffingsbevoegdheid

      Anssems-Hulco wijzen er op dat de wettelijke mogelijkheid om niet deel te nemen aan een algemeen verbindend verklaarde overeenkomst (veel) te beperkt is. Om voor een ontheffing op grond van art. 15.38 Wm in aanmerking te komen moeten zij voor een zodanig beheer van de betrokken afvalstof, in dit geval banden (bedoeld zal zijn: aanhangwagenbanden) zorgdragen dat naar het oordeel van de Minister ten minste gelijkwaardig is aan het beheer overeenkomstig de algemeen verbindend verklaarde overeenkomst voor, in dit geval, autobanden.

      Anssems-Hulco geven aan dat, nu zij niet of nauwelijks ‘losse’/reserve banden verkopen en de markt voor het vervangen/vernieuwen van aanhangwagenbanden niet groot is, het voor hen niet mogelijk is om in aanmerking te komen voor een ontheffing, omdat zij simpelweg niet hetzelfde inzamelpercentage kunnen halen als de BEM. Dit vormt reden te meer om in het kader van het algemeen verbindend verklaren van de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst juist rekening te houden met importeurs van aanhangwagens respectievelijk met Anssems-Hulco en te voorzien in een vrijstelling van de verplichting om deel te moeten nemen aan het systeem van de BEM of in een andere passende regeling waarmee recht wordt gedaan aan de positie die importeurs van aanhangwagenbanden in nemen in de bandenmarkt.

      Reactie

      Anssems-Hulco onderkennen met het voorgaande dat zij met een eigen inzamelstructuur niet kunnen komen tot een even doelmatig of beter afvalbeheer van hun aanhangwagenbanden als bereikt wordt met de afvalbeheerstructuur van RecyBEM. Ook wanneer de aanhangwagenbanden die zij op de markt zetten langer meegaan, worden deze uiteindelijk afgedankt en bestaat het risico, wanneer voor inzameling en verwerking van deze afgedankte banden niet langer gebruik gemaakt zou kunnen worden van de landelijk dekkende structuur van RecyBEM, dat deze onbeheerd worden achtergelaten. Anssems-Hulco zamelen, zo blijkt uit de jaarlijkse opgaven, immers niet of nauwelijks aanhangwagenbanden in.

      Met het oog op doelmatig afvalbeheer dient de landelijk dekkende inzamel- en verwerkingsstructuur van RecyBEM met dit besluit tot algemeen verbindend verklaring van de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst beschikbaar te blijven op alle onder het Bbab vallende aanhangwagenbanden en dienen alle producenten/importeurs van (aanhangwagen)banden daaraan financieel bij te dragen middels het betalen van een afvalbeheerbijdrage.

      Overigens biedt het besluit tot avv zelf, zoals hiervoor aangegeven, niet de mogelijkheid om voor bepaalde banden een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van de afvalbeheerbijdrage te verlenen. De basis hiervoor ligt in de afvalbeheerbijdrage-overeenkomst zelf. Een vrijstelling van de verplichting tot het betalen van een afvalbeheerbijdrage op grond van een avv bestaat alleen wanneer de betrokken producent/importeur beschikt over een onherroepelijke ontheffing op grond van art. 15.38 Wm.

      Marktaandeel

      Tot slot merkt Anssems-Hulco op dat in het ontwerpbesluit staat dat uit marktonderzoek en de resultaten van de monitoring van de voorgaande avv voor autobanden is gebleken dat de leden van de Vereniging BEM een marktaandeel vertegenwoordigen van tenminste 90 procent van de op de markt gebrachte autobanden. Op basis van alle bij de aanvragers bekende gegevens wordt het aantal freeriders geschat op ongeveer 10 procent.

      Naar aanleiding van hetgeen in het verzoek, de verklaring van RecyBEM B.V. en het ontwerpbesluit is opgemerkt, ontbreekt een cijfermatige onderbouwing dat er aan het ingevolge de Leidraad vereiste percentage is voldaan. Anssems-Hulco verzoekt de Minister om voor een nadere onderbouwing zorg te dragen.

      Om een goed beeld van de markt te verkrijgen, doet RecyBEM onderzoek naar de spelers op de markt voor autobanden en banden voor aanhangwagens. RecyBEM heeft de afgelopen jaren actief de freeriders benaderd om hen op hun verplichtingen te wijzen en te laten meebetalen aan het algemeen verbindend verklaarde systeem. Ten opzichte van de beginsituatie in 2014 van de avv is het ledental van Vereniging BEM gestegen van 175 naar 275 in 2019. Een groot deel van deze leden zullen voorafgaand aan hun lidmaatschap – bewust of onbewust – als freerider op de markt actief geweest zijn. Hieruit kan worden geconcludeerd dat er wel degelijk stappen zijn gezet door Vereniging BEM om producenten en importeurs in het afvalbeheersysteem te krijgen en daarmee op gelijke voet te behandelen.

      Samenvattend wordt geconcludeerd dat de ingediende zienswijze van Anssems-Hulco geen aanleiding geeft tot wijziging van het ontwerpbesluit.

Gelet op het voorgaande en artikel 15.37 van de Wet milieubeheer,

BESLUIT

  • I. tot algemeen verbindend verklaring van de Afvalbeheerbijdrage-overeenkomst Autobanden vanaf de dag van publicatie van het besluit in de Staatscourant tot en met 31 december 2022 of zoveel eerder als de overeenkomst voortijdig eindigt.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Van dit besluit zal mededeling gedaan worden in de Staatscourant onder bijvoeging van de tekst van de Overeenkomst.

Afvalbeheersbijdrage-overeenkomst Autobanden

(ABBO Autobanden)

tussen

Vereniging BEM

en

Stichting Fonds Band en Milieu

Versie 5 juni 2019 ABBO Autobanden

Inhoud

Artikel 1: Definities

20

Artikel 2: Afvalbeheerstructuur

21

Artikel 3: Afvalbeheersbijdrage

22

Artikel 4: Afdracht, administratie en overige bepalingen

22

Bijlage A: Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden

24

Bijlage B: Regels voor de naleving van de ABBO Autobanden

30

Bijlage C: Ledenlijst Vereniging Band en Milieu

32

Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Autobanden

De ondergetekenden:

Vereniging Band en Milieu (te noemen Vereniging BEM),

en

Stichting Fonds Band en Milieu (te noemen Stichting),

Medeondertekend door:

Producenten/Importeurs van Autobanden, leden van de Vereniging BEM,

Overwegende dat:

  • 1. Producenten/Importeurs van autobanden zich hebben verenigd in Vereniging BEM ter uitvoering van hun verplichting ingevolge het Besluit beheer autobanden om afgedankte autobanden in te zamelen en te recyclen op basis van een melding en hiervoor individuele overeenkomsten zijn gesloten met de leden;

  • 2. De door Vereniging BEM opgezette inzamelingstructuur een hoge inzamelomvang heeft en volledig landsdekkend is;

  • 3. De Stichting is opgezet om een afvalbeheersbijdrage te innen en financieel te beheren;

  • 4. Voor de uitvoering van het systeem van inzameling en recycling RecyBEM B.V. is opgericht door de Stichting;

  • 5. Voor het behalen van de inzameling en recycling een bijdrage nodig is van alle Producenten/Importeurs die gebruik maken van dit systeem;

  • 6. De leden van de Vereniging BEM in de door hen ondertekende ‘Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden’ hebben aangegeven op voorhand in te stemmen met het op enig moment gebruik maken van de mogelijkheid de Minister van Infrastructuur en Waterbeheer te verzoeken de overeenkomst tussen Vereniging BEM en Stichting op basis van artikel 15.36 van de Wet milieubeheer algemeen verbindend te verklaren, opdat de Vereniging BEM alsdan de nodige handelingen kan verrichten om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen;

  • 7. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu met het verzoek van 24 september 2014 heeft ingestemd en de Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Autobanden (versie 1.09.2014) algemeen verbindend heeft verklaard tot 31 december 2019;

  • 8. De ondergetekenden ook na deze datum willen voorkomen dat aanbieders via internet en andere importeurs van autobanden geen afvalbeheersbijdrage voldoen, tenzij zij geen gebruik maken van de Afvalbeheerstructuur, maar zelf een volwaardig systeem voor inzameling en recycling aanbieden en bekostigen of aan zo'n systeem deelnemen;

  • 9. De ondergetekenden deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Autobanden willen sluiten onder gebruikmaking van de mogelijkheid die artikel 15.36 Wet milieubeheer biedt om deze Overeenkomst algemeen verbindend te laten verklaren;

  • 10. Deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Autobanden mede is ondertekend door de Stichting Fonds Band en Milieu aangezien deze verantwoordelijk is voor de collectieve uitvoering van de verplichtingen en de inning en het beheer van de afvalbeheersbijdragen;

Komen als volgt overeen:

ARTIKEL 1: DEFINITIES

In deze overeenkomst hebben met een hoofdletter geschreven woorden de volgende betekenis.

ABBO Autobanden:

Deze Afvalbeheersbijdrageovereenkomst Autobanden.

Afvalbeheersbijdrage:

Het bedrag dat individuele Producenten/Importeurs op grond van deze overeenkomst verplicht zijn af te dragen aan de Stichting Fonds Band en Milieu ter dekking van de kosten van de Afvalbeheerstructuur.

Afvalbeheerstructuur:

De collectieve structuur voor de inname en verwerking van afgedankte Autobanden zoals beschreven in artikel 2 van deze ABBO Autobanden.

Autobanden:

Alle banden die bestemd zijn voor voertuigen en aanhangwagens zoals gedefinieerd in het Bbab, artikel 1a en 1b, zijnde volgens de toelichting in het Bbab: personenwagenbanden, banden voor lichte bedrijfsauto’s, banden van aanhangwagens (o.a. caravans, boedelbakken en paardentrailers) en banden voor deze voertuigen aangeboden bij gemeenten, echter met uitzondering van de banden die gemonteerd zijn aan nieuwe voertuigen of aan de voor demontage aangeboden voertuigen zoals gedefinieerd in het Besluit beheer autowrakken en in artikel 2 van het Bbab.

Bbab:

Besluit beheer autobanden van 9 december 2003, Staatsblad 2003 564, laatst gewijzigd per 1 mei 2009, Staatsblad 2009 144.

Leden:

Producenten/Importeurs die lid zijn van Vereniging BEM (bijlage C).

Melding

De door de RecyBEM op 28 april 2004 ingediende collectieve melding ingevolge Bbab artikel 9, waarvan de Staatsecretaris op 21 mei 2004 de ontvangst heeft bevestigd.

Overeenkomst:

De overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden, zoals afgesloten tussen Vereniging BEM en Stichting op 15 januari 2004, inclusief de wijzigingen zoals in werking getreden per 8 december 2009.

Producenten/Importeurs:

Degenen onder wiens verantwoordelijkheid gedurende de uitoefening van diens beroep of bedrijf Autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste aan een ander in Nederland ter beschikking worden gesteld, zoals gedefinieerd in Bbab artikel 1c en 1d.

RecyBEM:

RecyBEM B.V., de collectieve uitvoeringsorganisatie van de Vereniging BEM, opgericht door de Stichting Fonds Band en Milieu.

Stichting:

Stichting Fonds Band en Milieu, opgericht door de Vereniging BEM voor het financieel beheer van de Afvalbeheerstructuur en inning en beheer van afvalbeheersbijdragen, statutair gevestigd in Leidschendam.

Vereniging BEM:

Vereniging Band en Milieu, waarin Producenten/Importeurs van Autobanden zijn verenigd, gevestigd te Leidschendam.

ARTIKEL 2: AFVALBEHEERSTRUCTUUR

Artikel 2.1: Melding als basis voor de uitvoering

De Melding die RecyBEM heeft ingediend vormt de basis voor de Afvalbeheerstructuur en daarmee voor de uitvoering van deze ABBO Autobanden. De Melding omvat een beschrijving van de Afvalbeheerstructuur, destijds ook wel verwijderingstructuur of -systeem genoemd. Producenten/Importeurs kunnen voor de Autobanden waarvoor een Afvalbeheersbijdrage is voldaan gebruik maken van de Afvalbeheerstructuur.

Artikel 2.2: Overeenkomst als vertrekpunt

De tekst van de Overeenkomst die is ondertekend en voorzien van alle benodigde gegevens vormt het vertrekpunt voor deze ABBO Autobanden en dient hierbij integraal als ingevoegd te worden beschouwd en is opgenomen in bijlage A. Bij strijdigheid van de Overeenkomst met deze ABBO Autobanden prevaleert deze ABBO Autobanden.

Vereniging BEM biedt Producenten/Importeurs van Autobanden de mogelijkheid zich aan te sluiten bij de Afvalbeheerstructuur. RecyBEM beheert in opdracht van Vereniging BEM overeenkomsten met leden (zie bijlage C) en zorgt voor een volledig vertrouwelijke behandeling van de gegevens, ook van de Producent/Importeur die geen deelnemer is. Vereniging BEM vertegenwoordigt meer dan 90% van de producenten en importeurs van Autobanden in Nederland. Er is geen andere actieve collectieve organisatie voor de inname en verwerking van Autobanden afkomstig uit Nederland bekend.

Artikel 2.3: ABBO Autobanden gericht op financiële waarborg

  • a. Deze ABBO Autobanden voorziet in de financiële basis voor het opzetten, in stand houden en uitvoeren van de Afvalbeheerstructuur. Producenten/Importeurs nemen deel aan de Afvalbeheerstructuur en sluiten zich daartoe aan bij de ABBO Autobanden.

  • b. Vereniging BEM voldoet, in plaats van de Leden en bij de ABBO Autobanden aangesloten Producenten/Importeurs, collectief aan de op individuele Producenten/Importeurs rustende verplichtingen ingevolge Bbab en wil dit ook in de komende jaren blijven doen en zal zich inspannen om een zo hoog mogelijk marktaandeel te vertegenwoordigen.

  • c. De Leden van Vereniging BEM verklaren zich akkoord met deze ABBO Autobanden en hebben bij het tekenen van de Overeenkomst ingestemd met de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek tot algemeen verbindend verklaring.

  • d. De Producenten/Importeurs die geen Lid zijn dienen zich schriftelijk aan te melden bij Vereniging BEM met in acht name van de door Vereniging BEM gestelde of te stellen regels en een Afvalbeheersbijdrage af te dragen aan de Stichting met in acht name van de regels voor naleving opgenomen in bijlage B.

  • e. Bij niet nakoming van de verplichtingen van de ABBO Autobanden kan de Stichting een Producent/Importeur volgens de in bijlage B opgenomen regels aanspreken, een forfaitaire Afvalbeheersbijdrage vaststellen en/of een boete opleggen.

Artikel 2.4: Wijzigingen in regelgeving en beleid

Vereniging BEM zal implicaties voor de uitvoering van deze ABBO Autobanden ten gevolge van veranderingen in regelgeving, beleid of uitvoering zoveel mogelijk opnemen in nadere beleidsregels en hierover de Producenten/Importeurs informeren. Mocht desondanks wijziging van de tekst van deze ABBO Autobanden nodig zijn dan zal Vereniging BEM hierover contact opnemen met de Leden en over de wijziging te goeder trouw onderhandelen om een resultaat te bereiken dat zoveel mogelijk aansluit bij de intenties en belangen van de Leden en de Vereniging BEM bij het opstellen van deze ABBO Autobanden.

ARTIKEL 3: AFVALBEHEERSBIJDRAGE

Artikel 3.1: Componenten van de Afvalbeheersbijdrage

Vereniging BEM gaat voor de bepaling van de in rekening te brengen Afvalbeheersbijdrage uit van het principe dat de kosten in een jaar moeten worden gedekt uit de opbrengsten in een jaar. Vereniging BEM verdeelt de kosten naar rato van het aantal netto op de markt gebrachte Autobanden.

De Overeenkomst (bijlage A) geeft de wijze waarop de kosten worden toegerekend aan de op de markt gebracht autobanden. Jaarlijks kan de voorlopige Afvalbeheersbijdrage die voor de start van het kalenderjaar bekend is worden aangepast aan de actuele kosten en marktomvang tot een definitieve Afvalbeheersbijdrage. Dit (onder meer) om bovenmatige fondsvorming of onderdekking te voorkomen.

Artikel 3.2: Hoogte en vaststelling van de Afvalbeheerbijdrage

  • a. De Raad van Toezicht van de Stichting stelt een voorlopige Afvalbeheersbijdrage vast die momenteel € 1,50 per Autoband bedraagt.

  • b. De Raad van Toezicht van de Stichting stelt jaarlijks het tarief van de definitieve Afvalbeheersbijdrage vast binnen 16 weken na afloop van het kalenderjaar.

  • c. Voor de begroting maakt de Stichting gebruik van de gegevens van de voorgaande jaren.

ARTIKEL 4: AFDRACHT, ADMINISTRATIE EN OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 4.1: Overeenkomst blijft van toepassing

Voor de wijze van afdracht van de Afvalbeheersbijdrage en de bepalingen ten aanzien van de aanmelding, administratie en overige bepalingen die op deze ABBO Autobanden van toepassing zijn wordt verwezen naar de Overeenkomst (bijlage A). Voor de naleving en voor geschillen wordt verwezen naar de regeling zoals opgenomen in bijlage B.

Artikel 4.2: Looptijd van de Overeenkomst

De Overeenkomst kende een looptijd tot 31 december 2015 met telkens een stilzwijgende verlenging met drie jaar. Omdat de ABBO Autobanden algemeen verbindend is verklaard tot en met 31 december 2019, kunnen Leden alleen opzeggen tegen deze einddatum. Daarna kunnen Leden conform artikel 7.2 van de Overeenkomst (bijlage A) opzeggen tegen het einde van de looptijd of het einde van de opvolgende periode van drie jaar, met een opzegtermijn van 6 maanden. Gedurende de periode dat de ABBO Autobanden opnieuw algemeen verbindend is verklaard, kunnen Leden alleen opzeggen tegen het einde van de looptijd van de algemeen verbindend verklaring. De opzegtermijn van 6 maanden blijft daarbij van kracht.

Ondertekend door:

Vereniging Band en Milieu

en medeondertekend door individuele producenten en importeurs van autobanden.

Stichting Fonds Band en Milieu

Apollo Vredestein B.V.

Van den Ban Autobanden B.V. / Van den Ban

Tyre Distri-bution B.V. / Reedijk Banden Import B.V. / Armstrong Tyres Europe B.V.

Bridge-stone Benelux NV/SA, Netherlands Branch

Pirelli Tyre SpA, PBG B.V. (Pon Banden Groep)

Goodyear Europe B.V.

Inter-Sprint Banden B.V. / Inter-Tyre Holland B.V. / Wheel-Tyre B.V. / Quality Tyres B.V.

Michelin Nederland N.V.

Hankook Tire Netherlands B.V.

BIJLAGE A: OVEREENKOMST INZAKE DE AFVALBEHEERSBIJDRAGE VOOR AUTOBANDEN

Navolgend is de letterlijke tekst van de Overeenkomst (per 1 januari 2013) ingevoegd.

OVEREENKOMST INZAKE DE AFVALBEHEERSBIJDRAGE VOOR AUTOBANDEN

Ondergetekenden

  • 1. De Stichting Fonds Band en Milieu ("Stichting"), statutair gevestigd te Leidschendam; en

  • 2. de Vereniging Band en Milieu ("Vereniging BEM"), gevestigd te Leidschendam, in het kader van deze overeenkomst handelend namens haar leden, welke rechtspersonen als producent of importeur van autobanden bij deze overeenkomst betrokken zijn en die de Vereniging BEM hebben gemachtigd om namens hen deze overeenkomst aan te gaan;

overwegende:

  • dat het Besluit beheer autobanden (Stb. 2003, 564) ("Besluit") de individuele producent en importeur van autobanden verplichtingen oplegt terzake van de milieuverantwoorde en kosteloze inname en verwerking van gebruikte autobanden;

  • dat producenten en importeurs van autobanden op grond van het Besluit in een melding aan de Minister van Infrastructuur en Milieu moeten aangeven hoe de inname- en verwerkingsstructuur van gebruikte autobanden alsmede de financiering daarvan vorm zullen krijgen;

  • dat de producenten en importeurs op grond van het Besluit jaarlijks verslag dienen uit te brengen over de uitvoering van de in de melding aangekondigde maatregelen en de daarmee behaalde resultaten; dat deze rapportage een waarheidsgetrouw beeld moet geven van de ingezamelde en verwerkte gebruikte autobanden;

  • dat de producenten en importeurs op grond van het Besluit de plicht hebben om tenminste 20% materiaalgewicht van de ingezamelde banden te laten verwerken ten behoeve van hergebruik als materiaal;

  • dat het de producenten en importeurs vrijstaat om de verplichtingen uit het Besluit individueel dan wel collectief uit te voeren;

  • dat de Vereniging BEM ten doel heeft het zonodig sturen, coördineren en bevorderen van de duurzame en structurele verwijdering, (her)verwerking en hergebruik van gebruikte autobanden, zowel binnen het kader van door enige overheidsinstantie gestelde regels, als binnen het kader van door de Vereniging BEM zelf geïnitieerde of vastgestelde regels; dat de Vereniging BEM dit doel onder meer tracht te bereiken door de opzet en het beheer van een systeem voor het op marktconforme wijze doen functioneren van een inzamelings- en verwijderingsysteem voor autobanden en het opzetten van en houden van toezicht op erkennings- en/of certificeringsregelingen voor bandeninzamelings- en verwerkingsbedrijven;

  • dat de leden van de Vereniging BEM hebben besloten collectief uitvoering te geven aan de verplichtingen uit het Besluit;

  • dat hiertoe de Stichting is opgericht en dat de Stichting tot doel heeft het beheer van het verwijderingsfonds voor afvalbeheersbijdragen van autobanden en het bevorderen van alle maatregelen welke schade aan het milieu door autobanden zo veel mogelijk beperken, onder meer door het opzetten en (doen) uitvoeren van een systeem van milieuverantwoorde inzameling en verwijdering van gebruikte autobanden, waarbij uitgangspunt is dat er evenzoveel gebruikte autobanden kosteloos worden ingezameld als er nieuwe autobanden in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld door de leden van de Vereniging BEM;

  • dat de Stichting een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid heeft opgericht, genaamd RecyBEM B.V., welke ten doel heeft het uitvoeren van het door de Stichting in overleg met de Vereniging BEM opgezette systeem van inzameling en verwijdering van autobanden;

  • dat voor het welslagen van dit verwijderingsysteem noodzakelijk is dat de leden van de Vereniging BEM een afvalbeheersbijdrage afdragen aan de Stichting voor iedere in Nederland aan een ander ter beschikking gestelde nieuwe autoband;

  • dat partijen vrij zijn de afvalbeheersbijdrage al dan niet door te berekenen aan hun afnemers;

  • dat deze overeenkomst ertoe strekt de wederzijdse rechten en verplichtingen van de Stichting en de leden van de Vereniging BEM in het kader van het verwijderingsysteem te regelen;

  • dat partijen mogelijk op enig moment gebruik zullen maken van de mogelijkheid de Minister van Infrastructuur en Milieu te verzoeken deze overeenkomst op basis van artikel 15.36 van de Wet milieubeheer algemeen verbindend te verklaren; dat de leden van de Vereniging BEM bij het aangaan van deze overeenkomst reeds op voorhand hebben besloten daarmee in te stemmen, opdat de Vereniging BEM alsdan de nodige handelingen kan verrichten om een verzoek tot algemeen verbindend verklaring in te dienen;

komen het volgende overeen:

Artikel 1 – Definitiebepalingen

  • 1.1 In deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    • a. aanhangwagen: vervoermiddel dat bestemd is te worden voortbewogen door een voertuig;

    • b. autobanden: banden die bestemd zijn voor (i) voertuigen als bedoeld in artikel 1.1, onder h, onderdeel 2, van het Voertuigenreglement met een maximum gewicht van ten hoogste 3.500 kilogram of (ii) voertuigen als bedoeld in artikel 1.1, onder at, van het Voertuigenreglement, dan wel voor aanhangwagens die worden voortbewogen door deze voertuigen, mits deze banden vallen onder de jaarlijks door de European Tyre and Rim Technical Organisation (ETRTO) vastgestelde definitielijsten Passenger Car Tyres en de Lite Trucks van de lijst Commercial Vehicles. Onder de definitie van autobanden in de zin van deze overeenkomst vallen tevens:

      • banden, die in deze ETRTO-lijsten niet zijn vermeld, maar in de praktijk wel worden gebruikt voor voertuigen tot een gewicht van maximaal 3.500 kg, en

      • overige typen banden die door de Stichting van tijd tot tijd zullen worden aangewezen indien zulks in verband met een goede werking van het systeem noodzakelijk blijkt;

      Een typelijst van autobanden wordt jaarlijks door de Stichting samengesteld en gepubliceerd. Deze typelijst kan tussentijds worden geactualiseerd en aangevuld.

    • c. hergebruik als materiaal: na een be- of verwerking opnieuw gebruiken van materialen van autobanden voor hetzelfde doel als waarvoor ze zijn ontworpen, of voor andere doeleinden, daaronder niet begrepen terugwinning van energie;

    • d. importeur: degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden binnen Nederlands grondgebied worden gebracht en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld;

    • e. gecontracteerde inzamelaars: bedrijven, gespecialiseerd in het inzamelen en sorteren van auto-banden, die zijn gecertificeerd door RecyBEM B.V. op grond van criteria en procedures die door de Vereniging BEM zijn vastgesteld, waarbij de controle op de naleving door RecyBEM wordt opgedragen aan een bij de Raad voor de Accreditatie aangesloten instituut, met wie RecyBEM B.V. een dienstverleningsovereenkomst heeft gesloten;

    • f. inzamelingsvergoeding: de vergoeding die door RecyBEM B.V. per ingezamelde autoband wordt verstrekt aan gecontracteerde inzamelaars;

    • g. producent: degene onder wiens verantwoordelijkheid in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf autobanden worden vervaardigd en als eerste in Nederland aan een ander ter beschikking worden gesteld;

    • h. systeemkosten: de kosten van onderzoek met betrekking tot, en de ontwikkeling van, het verwijderingsysteem voor autobanden, daaronder begrepen onderzoek naar nieuwe methoden van materiaalhergebruik, alsmede investeringskosten, de opbouw van noodzakelijke voorzieningen voor calamiteiten, de opbouw van werkkapitaal, het aflossen van de voorschotten op de voorbereidingskosten van de uitvoeringsorganisatie (betaald door de leden van de Vereniging BEM), logistieke kosten en organisatorische kosten van de Vereniging BEM, RecyBEM B.V. en de Stichting ten behoeve van de opzet en instandhouding van het verwijderingsysteem;

    • i. verwijderingsysteem: het systeem waarbij de Stichting en RecyBEM B.V., ten behoeve van de leden van de Vereniging BEM, tegen afdracht van een afvalbeheersbijdrage door de leden van de Vereniging BEM aan de Stichting per in Nederland aan een ander ter beschikking gestelde autoband, zorgdragen voor het opzetten en instandhouden van een systeem van inzameling en verwijdering van gebruikte autobanden, dat er in hoofdlijnen op neerkomt dat gecontracteerde inzamelaars met RecyBEM B.V. een dienstverleningsovereenkomst sluiten, op grond waarvan gecontracteerde inzamelaars tegen betaling van een inzamelingsvergoeding door RecyBEM B.V. de door derden in het kader van de uitoefening van beroep of bedrijf in Nederland aangeboden gebruikte autobanden om niet innemen.

Artikel 2 – Verplichtingen i.v.m. afvalbeheersbijdrage

Plicht tot betaling afvalbeheersbijdrage

  • 2.1 Ieder lid van de Vereniging BEM verbindt zich per nieuwe autoband die in Nederland aan een ander ter beschikking wordt gesteld een afvalbeheersbijdrage te betalen aan de Stichting. De facturering, betaling en inning van de afvalbeheersbijdrage zal plaatsvinden conform de systematiek die in hoofdlijnen is beschreven in de Definitiestudie recyclingsysteem autobanden. De Stichting kan die systematiek eenzijdig wijzigen, indien dit voor een goede werking van het systeem noodzakelijk is. Ten behoeve van een adequate financiering van het verwijderingsysteem vindt bevoorschotting plaats, op basis van een voorlopige afvalbeheersbijdrage.

  • 2.2 De leden van de Vereniging BEM zijn geen afvalbeheersbijdrage verschuldigd aan de Stichting indien en voor zover zij ten genoegen van de Stichting kunnen aantonen, dat zij nieuwe autobanden aan een ander ter beschikking stellen die zijn ingekocht bij een ander BEM-lid die voor de betreffende hoeveelheid autobanden een afvalbeheersbijdrage aan de Stichting heeft betaald, dan wel bij een leverancier die op andere wijze heeft zorggedragen voor nakoming van de verplichtingen op basis van het Besluit. In het laatste geval bestaat er voor de afgenomen hoeveelheid autobanden waarvoor geen afvalbeheersbijdrage is betaald geen recht op deelname aan het verwijderingsysteem, tenzij voor deze hoeveelheid autobanden alsnog een afvalbeheersbijdrage aan de Stichting wordt betaald.

Exportrestitutie

  • 2.3 Voor zover autobanden worden geëxporteerd die bij een ander BEM-lid zijn ingekocht, bestaat voor het exporterende lid van de Vereniging BEM recht op restitutie van de aan die hoeveelheid geëxporteerde autobanden toe te rekenen afvalbeheersbijdrage indien hij ten genoegen van de Stichting aantoont:

    • a) dat de desbetreffende hoeveelheid autobanden daadwerkelijk door hem is geëxporteerd; en

    • b) dat voor de hoeveelheid geëxporteerde autobanden door hem of door een ander lid van de Vereniging BEM een afvalbeheersbijdrage aan de Stichting is betaald.

    Restitutie zal in eerste instantie plaatsvinden door verrekening met saldi in de toekomstige afdracht van afvalbeheersbijdragen. ABBO Autobanden Pagina 12 van 20

  • 2.4 Bij toerekening van de afvalbeheersbijdrage aan de hoeveelheid geëxporteerde autobanden zoals bedoeld in het derde lid, worden ten behoeve van het recht op exportrestitutie de volgende uitgangspunten gehanteerd:

    • a) autobanden die zijn gekocht in het buitenland, zullen geacht worden het eerste te zijn geëxporteerd;

    • b) vervolgens zullen de in Nederland van een niet-BEM-lid gekochte autobanden geacht worden te zijn geëxporteerd;

    • c) voor zover er dan nog autobanden resteren zal er sprake kunnen zijn van exportrestitutie; de veronderstelling is dan dat er voor deze hoeveelheid autobanden een afvalbeheersbijdrage is betaald.

  • 2.5 De Stichting heeft te allen tijde het recht restitutie te weigeren indien zij twijfelt of aan de voorwaarden genoemd in het derde lid onder (a) en (b) is voldaan. Bovendien kan zij het overleggen van bewijsmateriaal voor de betreffende exporttransactie als voorwaarde stellen, alvorens tot uitbetaling over te gaan. De Stichting heeft hierbij het recht de relevante informatie van exporttransacties extern te laten controleren door een door haar aan te wijzen accountant.

  • 2.6 Voor de hoeveelheid geëxporteerde autobanden kan geen gebruik worden gemaakt van het verwijderingsysteem.

Hoogte afvalbeheersbijdrage

  • 2.7 Het tarief van de voorlopige afvalbeheersbijdrage bedraagt € 1,30 (één euro en dertig eurocent) exclusief BTW per nieuwe autoband die in Nederland aan een ander ter beschikking wordt gesteld. De hoogte van de voorlopige afvalbeheersbijdrage kan jaarlijks door de Raad van Toezicht van de Stichting worden aangepast, rekening houdend met verwachtingen omtrent de kosten van het verwijderingsysteem en het aantal autobanden waarover afvalbeheersbijdrage wordt afgedragen voor het betreffende jaar. Van deze aanpassing wordt tijdig mededeling gedaan aan de leden van de Vereniging BEM."

  • 2.8 De hoogte van de definitieve afvalbeheersbijdrage wordt jaarlijks binnen 16 weken na afloop van het desbetreffende jaar vastgesteld door de Raad van Toezicht van de Stichting, zulks op basis van de volgende formule:

    A = Aantal ingezamelde autobanden

    I = Inzamelingsvergoeding

    S = Systeemkosten

    G = Kosten van inzameling bij gemeentelijke depots

    K = Eventuele positieve of negatieve saldo uit eerdere boekjaren

    B = Aantal geleverde autobanden waarvoor een afvalbeheersbijdrage is afgedragen

    E = Aantal autobanden waarvoor exportrestitutie is verleend

    Indien en voor zover ten tijde van de vaststelling van de afvalbeheersbijdrage definitieve gegevens over bovengenoemde posten ontbreken, kan de Raad van Toezicht gebruik maken van schattingen.

Betaling afvalbeheersbijdrage

  • 2.9 De voorlopige afvalbeheersbijdrage is verschuldigd vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst en wordt eenmaal per maand aan de Stichting afgedragen. De voorlopige afvalbeheersbijdrage dient te worden betaald binnen dertig dagen na facturering. Bij te late betaling wordt een rente verschuldigd conform de ECB Refi-rente + 5% op jaarbasis.

  • 2.10 Restitutie van afvalbeheersbijdragen of betaling van afvalbeheersbijdragen ten opzichte van hetgeen reeds als voorlopige afvalbeheersbijdrage is betaald zal in eerste instantie plaatsvinden door verrekening met saldi in de toekomstige afdracht van voorlopige afvalbeheersbijdragen.

Artikel 3 – Verplichting Stichting tot melding en verslaglegging

  • 3.1 De Stichting neemt de verplichting op zich namens de leden van de Vereniging BEM te voldoen aan de meldingsplicht en aan de verslagleggingsplicht uit het Besluit. De Stichting zal tevens voldoen aan de meldings- en verslagleggingsplicht uit het Besluit namens die importeurs die geen lid van de Vereniging BEM zijn, maar die een hoeveelheid autobanden bij een lid van de Vereniging BEM kopen waarvoor ten behoeve van hen een afvalbeheersbijdrage aan de Stichting is betaald, mits deze importeurs de Stichting afzonderlijk hebben gemachtigd namens hen de melding en verslaglegging uit het Besluit te verrichten voor de van het desbetreffende lid van de Vereniging BEM gekochte hoeveelheid autobanden.

  • 3.2 De Stichting zal zelf aan de verplichting uit het eerste lid kunnen voldoen, dan wel uitvoering kunnen geven aan deze verplichting door middel van de door haar opgerichte uitvoeringsorganisatie RecyBEM B.V.

Artikel 4 – Instandhouding verwijderingsysteem

  • 4.1 Ieder lid van de Vereniging BEM heeft na afdracht van de afvalbeheersbijdrage en zolang hij bij deze overeenkomst partij is, recht op instandhouding en gebruikmaking van het verwijderingsysteem voor het aantal banden waarvoor een afvalbeheersbijdrage is betaald, zulks gedurende de looptijd van deze overeenkomst, zodat hij daarmee voldoet aan alle verplichtingen die voor producenten en importeurs, dan wel voor diegenen die autobanden aan een ander ter beschikking stellen, gelden op grond van het Besluit.

  • 4.2 De Stichting en de leden van de Vereniging BEM verplichten zich over en weer tot medewerking aan en het instandhouden van een verwijderingsysteem.

Artikel 5 – Besteding opbrengst afvalbeheersbijdragen

  • 5.1 Uit de opbrengst van de afvalbeheersbijdragen in het door de Stichting beheerde fonds worden de door de Stichting van tijd tot tijd vast te stellen inzamelingsvergoeding, de systeemkosten en de kosten van verwijdering van autobanden bij gemeentelijke depots gefinancierd.

  • 5.2 De Stichting zal ook overige taken die zij ingevolge mogelijke toekomstige wijzigingen van het Besluit op zich neemt, kunnen financieren uit de opbrengst van de afvalbeheersbijdragen.

  • 5.3 De Stichting heeft de uitvoering van deze overeenkomst opgedragen aan RecyBEM B.V., die wordt gerechtigd om alle handelingen ter uitvoering van deze overeenkomst te verrichten.

  • 5.4 Indien en voor zover op enig moment de opbrengst van de afvalbeheersbijdrage niet (meer) wordt aangewend voor de uitkering van de inzamelingsvergoeding, de financiering van de systeemkosten en de kosten van de gemeentelijke depots, besluit de Stichting over de aanwending van deze gelden voor doeleinden gelegen binnen de doelstelling van de Stichting.

Artikel 6 – Informatieverstrekking

  • 6.1 De leden van de Vereniging BEM verbinden zich jegens de Stichting alle informatie te verstrekken die voor een goede uitvoering van deze overeenkomst nodig is. Daartoe behoort in ieder geval een jaarlijkse accountantscontrole en goedkeurende controleverklaring.

  • 6.2 De leden van de Vereniging BEM verbinden zich in het bijzonder jegens de Stichting de daartoe door de Stichting aangewezen personen toe te laten tot hun bedrijf en de administratie, en alle in het kader van de controle op de juiste afdracht van de afvalbeheersbijdrage gevraagde informatie binnen een door de Stichting nader te bepalen termijn te verstrekken.

  • 6.3 De accountantscontrole en controleverklaring als bedoeld in het eerste lid zal voor de eerste keer plaatsvinden in het jaar dat deze overeenkomst van kracht wordt en vervolgens minimaal één keer per kalenderjaar.

  • 6.4 De Stichting heeft te allen tijde het recht de juistheid en volledigheid van de gegeven informatie te (doen) controleren.

  • 6.5 De Stichting verplicht zich de door de leden van de Vereniging BEM in het kader van deze overeenkomst verstrekte informatie niet aan andere leden van de Vereniging ter kennis te brengen. Om te voorkomen dat leden van de Vereniging BEM via deelname in de Raad van Toezicht van de Stichting kennis kunnen krijgen van deze informatie, wordt de facturering en inning volledig verzorgd door RecyBEM B.V.

  • 6.6 Indien een lid van de Vereniging BEM de verplichtingen ingevolge het eerste, tweede lid of derde lid niet of niet tijdig nakomt, is hij gehouden een door de Stichting vast te stellen boete van 1.000 EUR te betalen per week dat niet aan de verplichtingen wordt voldaan, te vermeerderen met rente daarover conform de ECB Refi-rente + 5% op jaarbasis. Dit laat onverlet de mogelijkheid voor de Stichting nakoming van deze overeenkomst te verlangen en/of de overeenkomst ten aanzien van het betreffende lid te beëindigen conform artikel 8.

Artikel 7 – Duur van de overeenkomst

  • 7.1 De overeenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd die eindigt op 31 december 2015. De rechten en verplichtingen ingevolge de overeenkomst gaan in op een door de Raad van Toezicht te bepalen datum.

  • 7.2 Na afloop van de in het eerste lid bepaalde tijd wordt de overeenkomst telkens stilzwijgend verlengd voor een periode van drie jaar, tenzij de Stichting of een lid van de Vereniging BEM haar met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste zes maanden tegen het einde van de bepaalde tijd schriftelijk bij aangetekende brief heeft opgezegd. Bij opzegging van de overeenkomst jegens of door een lid loopt de overeenkomst ten aanzien van de overige leden door.

  • 7.3 De overeenkomst kan niet tussentijds worden opgezegd, behalve in geval zich een van de situaties voordoet genoemd in artikel 8 eerste of tweede lid.

Artikel 8 – (Tussentijdse) beëindiging overeenkomst

  • 8.1 In geval van al dan niet toerekenbare tekortkoming in de nakoming van één of meerdere van de verplichtingen uit de overeenkomst door een lid van de Vereniging BEM, kan de Stichting, nadat zij het desbetreffende lid in gebreke heeft gesteld bij een schriftelijke aanmaning waarbij een redelijke termijn voor nakoming is gegeven, de overeenkomst jegens het desbetreffende lid van de Vereniging BEM tussentijds opzeggen met onmiddellijke ingang. Het desbetreffende lid van de Vereniging BEM is gehouden alle in verband met de opzegging gemaakte kosten en ontstane schade aan de Stichting te vergoeden. Het vorenstaande laat onverlet het recht voor de Stichting om nakoming van de overeenkomst en/of schadevergoeding te verlangen.

  • 8.2 De Stichting kan de overeenkomst bovendien tussentijds opzeggen indien op enig moment de leden van de Vereniging BEM die (nog) partij zijn bij deze overeenkomst gezamenlijk niet langer tenminste 80% van het totaal aantal in Nederland op de markt gebrachte autobanden vertegenwoordigen. In dat geval zal er, alvorens opzegging kan plaatsvinden, beraad plaatsvinden met de leden van de Vereniging BEM in een daartoe bijeengeroepen ledenvergadering.

  • 8.3 In geval van opzegging op grond van het eerste lid resp. het tweede lid zal de Stichting de Minister van Infrastructuur en Milieu op de hoogte stellen van het feit dat voor het desbetreffende lid resp. voor alle leden van de Vereniging BEM de door de Stichting gedane collectieve mededeling ingevolge het Besluit is komen te vervallen.

  • 8.4 De overeenkomst kan niet worden ontbonden in geval van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, zulks ongeacht of de tekortkoming de andere partij kan worden toegerekend.

Artikel 9 – Gevolgen nietigheid (deel van) overeenkomst; wijziging van omstandigheden; afwijking overeenkomst

  • 9.1 Indien enig onderdeel van deze overeenkomst ongeldig of in strijd met de wet zal blijken te zijn, zal zulks de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aantasten. Partijen zullen het ongeldige of onverbindende gedeelte vervangen door bedingen die wel geldig en verbindend zijn en waarvan de gevolgen, gelet op de inhoud en strekking van deze overeenkomst, zo veel mogelijk overeenstemmen met die van het ongeldige of onverbindende gedeelte.

  • 9.2 Indien wijziging van enig onderdeel van de overeenkomst moet plaatsvinden vanwege wijzigingen in de regelgeving of enig ander overheidsbesluit, zijn partijen gehouden te goeder trouw met elkaar te onderhandelen teneinde een wijziging van de overeenkomst te bereiken die zo veel mogelijk aansluit bij hetgeen partijen met deze oorspronkelijke overeenkomst hebben beoogd, met inachtneming van de gewijzigde omstandigheden.

  • 9.3 Partijen zullen van de inhoud van deze overeenkomst slechts kunnen afwijken bij nadere tussen hen aangegane schriftelijke overeenkomst.

Artikel 10 – Toepasselijk recht; bevoegde rechter

  • 10.1 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

  • 10.2 Geschillen voortvloeiend uit of samenhangend met deze overeenkomst zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de absoluut bevoegde rechter te Den Haag, tenzij tussen partijen alsnog arbitrage is overeengekomen.

Aldus ondertekend te _____________________________________ op ___________________________

Namens de Stichting, Namens de leden van de Vereniging BEM,

_________________________________ ______________________________

ONHERROEPELIJKE MACHTIGING

Ondergetekende(n), _______________________________, in dit verband bevoegdelijk handelend namens ____________________, verleent (verlenen) hierbij onherroepelijke machtiging aan de Vereniging BEM om namens haar deze "Overeenkomst inzake de afvalbeheersbijdrage voor autobanden" met de Stichting Fonds Band en Milieu aan te gaan. Ondergetekende(n) heeft (hebben) deze overeenkomst daarbij geparafeerd.

Handtekening vertegenwoordiger 1:

Handtekening vertegenwoordiger 2:

Vertegenwoordiger: __________________

Vertegenwoordiger: ________________

Handtekening: _______________________

Handtekening: _____________________

Plaats: ______________________________

Plaats: _____________________________

Datum: _____________________________

Datum: ____________________________

BIJLAGE B: REGELS VOOR DE NALEVING VAN DE ABBO AUTOBANDEN

Producenten/Importeurs zijn gehouden tot nakoming van de verplichtingen die voortkomen uit de ABBO Autobanden. Artikel 2.3, sub e. stelt de Stichting in staat om nakoming af te dwingen met in acht name van de volgende regels.

1. Informatieplicht en afdracht Afvalbeheersbijdrage

  • 1.1 Producenten/Importeurs zijn gehouden aan de informatieplicht en het per maand doen van een aangifte aan RecyBEM van het aantal Autobanden waarvoor een Afvalbeheersbijdrage is verschuldigd, zoals omschreven in artikel 2 en 6 van de Overeenkomst (bijlage A), en aan de plicht tot afdracht van de Afvalbeheersbijdrage.

  • 1.2 RecyBEM informeert de Producenten/Importeurs over de administratieve voorwaarden. De administratieve kosten voor de naleving van de ABBO Autobanden komen voor rekening van de Producent/Importeur.

  • 1.3 Bij niet, gedeeltelijke of foutieve nakoming van de informatieplicht kan de Stichting op basis van de beschikbare informatie een forfaitaire Afvalbeheersbijdrage opleggen aan de betreffende Producent/Importeur.

2. Boeteregeling

  • 2.1 Indien een Producent/Importeur niet of te laat betaalt kan de Stichting per verzuim, in aanvulling op het gestelde in artikel 2.9 van de Overeenkomst (bijlage A), een verzuimboete opleggen van minimaal € 50 tot maximaal 10% van het bedrag van de jaarlijks verschuldigde Afvalbeheersbijdrage.

  • 2.2 Indien een Producent/Importeur niet meewerkt aan de informatieverstrekking zijn de regels zoals zijn opgenomen in artikel 6 van de Overeenkomst (bijlage A) van toepassing.

  • 2.3 Indien de Stichting een vergrijp constateert ten aanzien van de uitvoering van de ABBO Autobanden, dan kan de Stichting een vergrijpboete opleggen per geconstateerd vergrijp van minimaal € 1.000 en maximaal 100% van het bedrag van de jaarlijks verschuldigde Afvalbeheersbijdrage.

  • 2.4 Indien een Producent/Importeur niet binnen 30, respectievelijk 45 dagen een opgelegde boete betaalt of de verplichtingen niet alsnog nakomt, kan de boete worden verhoogd met 50% respectievelijk 100%.

  • 2.5 Indien een Producent/Importeur niet binnen 60 dagen een opgelegde boete betaalt of de verplichtingen niet alsnog nakomt, kan de Stichting de vordering overdragen aan een incassobureau of deurwaarder.

  • 2.6 Het voldoen van een boete die is opgelegd conform deze regels voor naleving van de ABBO Autobanden ontslaat de betreffende Producent/Importeur niet van de verplichting te voldoen aan op hem rustende verplichtingen onder de ABBO Autobanden.

3. Ontbinden overeenkomst

  • 3.1 Bij voortdurende of herhaalde niet nakoming van verplichtingen ten aanzien van de uitvoering van de ABBO Autobanden stelt de Stichting de Producent/Importeur hierover in gebreke.

  • 3.2 Indien een Producent/Importeur niet binnen 30 dagen na ontvangst van de in gebreke stelling alsnog aan de verplichtingen voldoet, kan de Stichting de Producent/Importeur uitsluiten van aansluiting bij de ABBO Autobanden en uitsluiten van het gebruik maken van de Afvalbeerstructuur.

  • 3.3 Tegen een beslissing van de Stichting tot uitsluiting van aansluiting kan de betreffende Producent/Importeur binnen vier weken na verzending van de beslissing bezwaar aantekenen bij het bestuur van de Stichting. Het bestuur van de Stichting heroverweegt de beslissing tot uitsluiting van aansluiting op basis van de door de betreffende Producent/Importeur aangevoerde bezwaren en neemt binnen zes weken na ontvangst van het bezwaar een nieuwe beslissing. Het aantekenen van bezwaar zoals bedoeld in dit artikellid, schorst de werking van de beslissing tot uitsluiting niet. Het bezwaar kan niet mondeling worden ingediend.

  • 3.4 Indien een producent/Importeur wordt uitgesloten van aansluiting voldoen de Vereniging BEM en de Stichting niet langer in plaats van de betreffende Producent/Importeur aan het Bbab. De betreffende Producent/Importeur dient dan individueel te voldoen aan het Bbab en kan bij het Ministerie ontheffing van de algemeen verbindend verklaring aanvragen.

  • 3.5 Indien een Producent/Importeur wordt uitgesloten van aansluiting kunnen de Vereniging BEM en de Stichting hiervan melding doen aan de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport, die de individuele naleving van het Bbab kan handhaven. Vereniging BEM en Stichting kunnen de bij hen bekende gegevens ten aanzien van de betreffende Producent/Importeur, inclusief eventuele bedrijfsvertrouwelijke gegevens, overdragen aan de Inspectie voor de Leefomgeving en Transport.

  • 3.6 Uitsluiting van aansluiting ontslaat de betreffende Producent/Importeur niet van de verplichting te voldoen aan op hem rustende verplichtingen onder de ABBO Autobanden die zijn ontstaan op een moment dat de betreffende Producent/Importeur nog bij de ABBO Autobanden was aangesloten.

4. Invorderingskosten

  • 4.1 Alle kosten die Vereniging BEM of Stichting in en/of buiten rechte moet maken met betrekking tot de invordering van de door een Producent/Importeur verschuldigde en niet tijdig betaalde boete komen voor rekening van de betreffende Producent/Importeur.

  • 4.2 De door de betreffende Producent/Importeur te betalen vergoeding voor de in het vorige artikellid bedoelde kosten, voor zover deze invordering buiten rechte betreffen, wordt vastgesteld op basis van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

5. Geschillen

  • 5.1 Geschillen die voortkomen uit de regels voor de naleving of de uitvoering van de ABBO Autobanden zullen worden behandeld volgens artikel 10 van de Overeenkomst (bijlage A).

BIJLAGE C: LEDENLIJST VERENIGING BAND EN MILIEU

Voor de actuele ledenlijst kunt u zich richten tot de website van de Vereniging Band en Milieu. www.bandenmilieu.nl of https://ledenlijst.recybem.nl/Ledenlijst


X Noot
1

In de Bbab en de Rba wordt nog de oude, ongedefinieerde term ‘hergebruik’ als verzamelterm voor ‘producthergebruik’ (ongedefinieerd) en ‘materiaalhergebruik’ (gedefinieerd in artikel 1, onder f, van het Bbab) gebruikt. Voor die laatste twee termen worden in de Wm respectievelijk ‘voorbereiden voor hergebruik’ en ‘recycling’ gebruikt.

X Noot
2

In het Bbab en de Rba wordt nog de oude term ‘materiaalhergebruik’ of ‘hergebruiken als materiaal’ gebruikt voor het gebruiken van recyclaat na een recyclinghandeling (‘recycling’ als gedefinieerd in artikel 1.1 van de Wm).

Naar boven