Regeling van de Minister voor Medische Zorg van 14 mei 2020, kenmerk 1685523-204923-CZ, houdende regels voor een subsidie voor het faciliteren van medisch specialisten bij de overgang naar integrale tarieven voor medisch specialistische zorg en kaakchirurgie (Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg 2020 en 2021)

De Minister voor Medische Zorg,

Gelet op de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

arbeidsovereenkomst:

overeenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

arts:

persoon ingeschreven als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

inspecteur:

inspecteur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

instelling:

organisatorisch verband dat strekt tot de verlening van zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van een organisatorisch verband waarbinnen in het kader van de binnen een instelling verleende zorg, een deel van die zorg wordt verleend;

medisch specialist:

arts als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

minister:

Minister voor Medische Zorg;

overstapjaar:

het kalenderjaar waarin de overstapperiode valt;

overstapperiode:

de periode van het tweede of derde kwartaal van ofwel 2020, ofwel 2021, waarin een medisch specialist de subsidiabele activiteit, bedoeld in artikel 4, verricht;

subsidie:

subsidie als bedoeld in artikel 3;

vrijgevestigd medisch specialist:

arts die uitsluitend anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst met een of meer zorgaanbieders en anders dan op basis van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, werkzaam is als medisch specialist;

zorgaanbieder:
  • 1°. natuurlijk persoon of rechtspersoon, die een instelling in stand houdt;

  • 2°. natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een instelling vormen.

Artikel 1a. Toepasselijkheid Kaderregeling

Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing.

Artikel 2. Medisch specialist en ambtenaar

  • 1. Een medisch specialist voor de toepassing van deze regeling is een arts die:

    • a. als specialist met een wettelijk erkende specialistentitel in een specialistenregister als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, is ingeschreven, en

    • b. zorg biedt als bedoeld in artikel I.1, onderdeel d, van de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische zorg 2015.

  • 2. Een aanstelling als ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet wordt voor deze regeling gelijkgesteld met een arbeidsovereenkomst.

Artikel 3. Voorwaarden aanspraak op subsidie

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een natuurlijk persoon die:

    • a. het gehele jaar voorafgaand aan de overstapperiode een vrijgevestigde medisch specialist was die op grond van de voor hem voor dat jaar geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uren per week aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep;

    • b. met ingang van een in de overstapperiode gelegen tijdstip zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist heeft beëindigd;

    • c. zonder dat sprake is of zal zijn van een andere vergoeding daarvoor dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten:

      • 1°. zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist heeft gestaakt;

      • 2°. de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon heeft beëindigd, en

    • d. met ingang van het tijdstip, bedoeld in onderdeel b, uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch specialist werkzaam is en zal zijn.

  • 2. De minister verstrekt per medisch specialist slechts één subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

De minister verstrekt de subsidie, met het oog op de beëindiging in de desbetreffende overstapperiode van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en het met ingang van het tijdstip van die beëindiging als medisch specialist, uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam zijn.

Artikel 5. Subsidiebedrag

  • 1. Het bedrag van de subsidie is € 100.000.

  • 2. Het bedrag van de subsidie is in afwijking van het eerste lid, nihil indien:

    • a. de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 4 niet of niet geheel hebben plaatsgevonden, of

    • b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, bedoeld in artikel 9.

  • 3. De minister kan in afwijking van het eerste lid, de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan:

    • a. de in deze regeling aan de subsidie verbonden verplichtingen anders dan bedoeld in artikel 9, of

    • b. de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht, aan de subsidieontvanger heeft opgelegd.

Artikel 5a. Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond bedraagt voor 2020 tot en met 2021 in totaal € 8.000.000.

  • 2. Het uit hoofde van het subsidieplafond beschikbare subsidiebedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 6. Aanvraag tot verlening van subsidie

  • 1. De zorgaanbieder respectievelijk een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, dient namens de medisch specialist een aanvraag in voor de verlening van de subsidie voor 1 juli in het desbetreffende overstapjaar. In 2021 kan de aanvraag vanaf 3 mei 2021 worden ingediend.

  • 2. Voor een aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3. De medisch specialist machtigt de instelling, bedoeld in het eerste lid, voor het indienen van de aanvraag en het in ontvangst nemen van betaling door de minister van het voorschot, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 4. Bij de aanvraag worden gevoegd:

    • a. een kopie van de één of meer voor de medisch specialist voor het jaar voorafgaand aan de overstapperiode geldende overeenkomsten op basis waarvan hij aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep;

    • b. documenten waaruit blijkt dat de medisch specialist in het jaar voorafgaand aan de overstapperiode meer dan twintig uur per week aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep indien een dergelijke aanwezigheid niet blijkt uit de één of meer overeenkomsten, bedoeld in onderdeel a;

    • c. een kopie van de één of meer gesloten arbeidsovereenkomsten op basis waarvan de arts als medisch specialist werkzaam is of zal zijn;

    • d. de machtiging, bedoeld in het derde lid, en

    • e. het tussen de medisch specialist en de zorgaanbieder, bedoeld in het eerste lid, overeengekomen schema van de betalingen door de zorgaanbieder aan de medisch specialist van het door de minister verleende voorschot.

  • 5. De aanvrager kan de aanvraag tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar aanvullen.

  • 6. De minister maakt in de gevallen waarin hij met betrekking tot de aanvraag een besluit als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan nemen, van die bevoegdheid gebruik.

Artikel 7. Besluit over subsidieverlening

  • 1. De minister besluit uiterlijk op 31 december van het desbetreffende overstapjaar over de subsidieverlening.

  • 2. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, weigert de minister de subsidieverlening indien hij de aanvraag na 30 juni van het desbetreffende overstapjaar heeft ontvangen.

Artikel 8. Voorschot

  • 1. De minister verleent in het overstapjaar aan de subsidieontvanger een voorschot van € 80.000.

  • 2. De betaling van het voorschot geschiedt aan de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Artikel 9. Aanvullende doelverplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger is vanaf het tijdstip, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, tot en met 31 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam.

  • 2. Er wordt voor de beëindiging van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist, geen vergoeding door een derde verleend anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten.

  • 3. De subsidieontvanger die in de periode, bedoeld in het eerste lid, niet langer voldoet aan het eerste of tweede lid, meldt dat feit onverwijld aan de minister.

Artikel 10. Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. De zorgaanbieder respectievelijk een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, dient namens de medisch specialist, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk op 1 oktober van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar in.

  • 2. Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3. De medisch specialist machtigt de instelling, bedoeld in het eerste lid, voor het indienen van de aanvraag en het in ontvangst nemen van de betaling door de minister van het subsidiebedrag.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, dient de subsidieontvanger de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, indien hij niet langer als medisch specialist werkzaam is.

  • 5. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden gevoegd:

    • a. een kopie van de aangiften voor de inkomstenbelasting over het overstapjaar en de daaropvolgende jaren, die de medisch specialist heeft gedaan;

    • b. indien de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon waren ondergebracht een kopie van de aangiften voor de vennootschapsbelasting over het overstapjaar en de daaropvolgende jaren die voor die rechtspersoon zijn gedaan;

    • c. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door de medisch specialist over het overstapjaar en daaropvolgende jaren verschuldigde inkomstenbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;

    • d. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door in onderdeel b bedoelde rechtspersoon over het overstapjaar en daaropvolgende jaren verschuldigde vennootschapsbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;

    • e. de machtiging, bedoeld in het derde lid, en

    • f. het tussen de medisch specialist en de zorgaanbieder, bedoeld in het eerste lid, overeengekomen schema van de betalingen van de door de minister vastgestelde subsidie.

  • 6. De kopieën, bedoeld in het vijfde lid, kunnen in afwijking van dat lid, uiterlijk op 1 oktober van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar ook afzonderlijk, door de medisch specialist aan de minister worden verstrekt.

Artikel 11. Besluit tot vaststelling van subsidie

  • 1. Binnen tweeëntwintig weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie bedoeld in artikel 10 neemt de minister een besluit op de aanvraag.

  • 2. De minister vordert het onverschuldigd betaald voorschot terug.

  • 3. De minister verstrekt het deel van het vastgestelde subsidiebedrag dat na verrekening van het betaalde voorschot resteert, in één keer aan de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 10, eerste lid, respectievelijk de subsidieontvanger, bedoeld in het vierde lid van dat artikel.

Artikel 12. Inwerkingtreding, vervaldatum en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 april 2026.

  • 3. Deze regeling blijft van toepassing op een subsidie die de minister krachtens deze regeling heeft verstrekt.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2020 en 2021.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn

TOELICHTING

I. Algemeen

Inleiding

De onderhavige Subsidieregeling vormt een vervolg op de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–2019. Zoals aangekondigd in de brief van 2 april 20201, zullen met onderhavige Subsidieregeling vrijgevestigd medisch specialisten ook in de jaren 2020 en 2021 een gesubsidieerde overstap naar loondienst kunnen maken.

Op grond van de Subsidieregeling en de voorafgaande subsidieregelingen is in de jaren 2015 tot en met 2019 subsidie verstrekt om voor vrijgevestigde medisch specialisten een overstap naar loondienst mogelijk te maken. In 2019 zijn de subsidieregelingen van de afgelopen jaren laten geëvalueerd door adviesbureau Strategies in Regulated Markets (SiRM).2 In deze evaluatie wordt geconcludeerd dat het subsidiegeld effectiever kan worden ingezet door de Subsidieregeling niet te verlengen en gelijkgerichtheid, oftewel het gezamenlijk nastreven van kwaliteit en doelmatigheid in plaats van het voorop stellen van (financieel) eigenbelang, op andere manieren te bevorderen. Ten eerste omdat de Subsidieregeling nauwelijks bijdraagt aan de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten naar loondienst. Ten tweede omdat het niet voldoende duidelijk is of loondienst inderdaad altijd bijdraagt aan het bevorderen van gelijkgerichtheid.

Ik neem dit advies graag ter harte, in de zin dat ik gelijkgerichtheid ook op andere manieren wil bevorderen. Maar ik wil mij tegelijkertijd wel blijven inzetten voor medisch specialisten die willen overstappen naar loondienst. In het regeerakkoord is immers opgenomen dat het kabinet omwille van meer gelijkgerichtheid in het ziekenhuis stimuleert dat medisch specialisten de stap maken naar het participatiemodel of loondienst. Hiervoor zijn ook middelen beschikbaar gesteld. Zowel mijn ambtsvoorganger als ik vinden het belangrijk dat medisch specialisten die willen overstappen naar loondienst zich daar niet om financiële redenen van laten weerhouden. Gelet hierop was mijn ambtsvoorganger in 2019 al voornemens de subsidiëring voort te zetten voor 2020 en 2021.

Derhalve is besloten de Subsidieregeling voor de jaren 2020 en 2021 nagenoeg gelijkluidend met de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–2019, voort te zetten.

Doelstelling

De verhouding tussen vrijgevestigde medisch specialisten en het ziekenhuis is per 1 januari 2015 met de invoering van de integrale tarifering gewijzigd. Ziekenhuizen en vrijgevestigd medisch specialisten dienden afspraken te maken over de positie van de medisch specialist in het ziekenhuis, op basis van lokale en individuele overwegingen. Ze kozen er óf voor dat de vrijgevestigd medisch specialist zijn ondernemerschap behield, aan de hand van daartoe uitgewerkte fiscale modellen, óf ze kozen ervoor dat de medisch specialist in loondienst trad.

Het is belangrijk dat ziekenhuizen en medisch specialisten blijven nadenken over wat voor hen de beste manier is om de samenwerking zo in te richten dat deze is afgestemd op de behoeften en wensen van patiënten en de kwaliteit en doelmatigheid van de geleverde zorg ten goede komt. Dat kan betekenen dat medisch specialisten overwegen om in 2020 of 2021 alsnog over te gaan op het loondienstmodel. De overwegingen die in 20143 golden voor het instellen van de regeling gelden daarmee nog steeds: het blijft van belang dat voor medisch specialisten alle modellen een reële keuzemogelijkheid zijn.

Indien een medisch specialist bij de overstap naar loondienst geen vergoeding krijgt voor de staking van zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist leidt die overstap tot schade. Deze schade kan ertoe leiden dat een dergelijke overstap naar loondienst door het ziekenhuis en de medisch specialist wordt gepercipieerd als een minder aantrekkelijke optie. Om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis en de medisch specialist een dergelijke overstap naar loondienst toch een reële optie vinden, verleent de minister daarvoor een subsidie. De subsidie vermindert de financiële belemmeringen voor ziekenhuizen en vrijgevestigde medisch specialisten om een dienstverband aan te gaan zonder vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Het doel is een duurzame arbeidsverhouding tussen ziekenhuis en medisch specialist. De voorwaarden die in deze regeling gesteld worden zijn hierop gericht.

Indien de subsidie wordt toegekend, maakt dit onderdeel uit van de afspraken die ziekenhuizen en medisch specialisten maken in verband met de overgang naar loondienst en de verdeling van de schade. De subsidie vormt een gedeeltelijke compensatie voor het beëindigen van de activiteiten als vrijgevestigde medisch specialist. De niet gecompenseerde schade komt, afhankelijk van de gemaakte afspraken, voor rekening van het ziekenhuis en/of de medisch specialist.

Omdat de kosten die gemaakt worden bij de overgang naar loondienst geen direct verband houden met de zorgverlening aan een patiënt is ervoor gekozen om de subsidie ten laste van de Rijksbegroting te brengen. De medisch specialist is de ontvanger van de subsidie.

Actualisatie

De Subsidieregeling voor de jaren 2020 en 2021 is op een enkel punt geactualiseerd. Ten eerste wat betreft de relevante overstapperiode voor 2020 en 2021, de termijnen voor het indienen (en aanvullen) van een aanvraag tot subsidieverlening en het indienen van een aanvraag tot subsidievaststelling.

Daarnaast is de motivering aangevuld ten gevolge van een uitspraak in december 2019 van de rechtbank Midden-Nederland.4 De rechtbank is – kort gezegd – van oordeel dat, gelet op de tot op heden gegeven onderbouwing, aan de subsidie niet de aanvullende doelverplichting mag worden verbonden om na de overstap van vrijgevestigd medisch specialist naar loondienst, nog vier jaar in loondienst te werken en werkzaamheden als vrijgevestigde volledig te staken. Naar aanleiding van deze uitspraak is de noodzaak van de zogenoemde ‘vierjaarsverplichting’ nader toegelicht.

De nadere overwegingen die ten grondslag lagen aan de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, die ziet op in 2015 verstrekte subsidies,5 de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 20166 en de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–20197 blijven onverminderd van toepassing op onderhavige regeling.

Vierjaarsverplichting

De doelstelling van de Subsidieregeling is het faciliteren van de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten naar loondienst met een duurzame arbeidsverhouding tussen het ziekenhuis en de medisch specialist in aanmerking genomen, zodat het ziekenhuis en de medisch specialist een dergelijke overstap naar loondienst een reële optie vinden. Het faciliteren vindt plaats door middel van een geldelijke tegemoetkoming van € 100.000,– aan de medisch specialist, waarmee de financiële belemmering voor de overstap wordt verminderd.

Van de medisch specialist wordt gevraagd tot en met 31 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam te zijn. De subsidie zal worden ingetrokken, op nihil worden vastgesteld en het volledige subsidiebedrag zal worden teruggevorderd indien de medisch specialist voor 31 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar als vrijgevestigd medisch specialist aan het werk gaat. Deze periode van vier jaar is het resultaat van een zorgvuldige afweging van belangen die heeft plaatsgevonden. Dat kan als volgt worden toegelicht.

Van groot belang is dat een noemenswaardig bedrag ter hoogte van € 100.000,– te laste van de Rijksbegroting beschikbaar wordt gesteld aan de medisch specialist om niet. Wegens de hoogte van dit vanuit de overheid beschikbaar gestelde bedrag is het zeer onwenselijk dat een medisch specialist (binnen geringe tijd) weer terugkeert als vrijgevestigd medisch specialist. De subsidie beoogt derhalve een duurzame keuze te faciliteren. De subsidie is er aldus niet om vrijgevestigde medisch specialisten te faciliteren bij een kortstondige overstap. De voorwaarden die in deze regeling worden gesteld zijn hier dan ook op gericht.

Wegens uitvoerbaarheid, haalbaarheid en belastingtechnische redenen is het wenselijk de verleende subsidie binnen een periode van vijf jaar vast te kunnen stellen. Dit maakt een periode van op zijn minst vier jaar een reële, rechtvaardige en werkbare termijn voor in de praktijk. De periode waarin de medisch specialist niet weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden kan verrichten is dan ook beperkt tot vier jaar. Gezegd kan worden dat de verhouding tussen het subsidiebedrag en het doel van de regeling op dat moment is bereikt. Een nog kortere periode zou onwenselijk en een te geringe tijd zijn om weer terug te keren als vrijgevestigd medisch specialist. De beoogde duurzame overstap wordt immers niet bereikt indien het iedere medisch specialist vrij staat om zich met behoud van het verkregen subsidiebedrag van € 100.000,– na een kortstondige overstap naar loondienst weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden te verrichten, mede gezien de hoogte van het bedrag en de doelstelling te zorgen voor een duurzame overstap. De termijn van vier jaren is derhalve noodzakelijk en geschikt om de doelstellingen van deze regeling te bereiken.

Begrijpelijk is dat dit een ingrijpende beperking van de vrijheden van de medisch specialist kan opleveren. Daarom is rekening gehouden met verscheidene omstandigheden om de medisch specialist zo min mogelijk te beperken in toekomstige keuzes omtrent de arbeidsomstandigheden. De verplichting houdt dan ook niet in dat de medisch specialist deze gehele periode zijn medisch beroep moet blijven uitoefenen. Bij arbeidsongeschiktheid, pensionering of andere redenen om het beroep niet meer uit te oefenen wordt nog steeds voldaan aan de verplichting. Ook is er geen beletsel voor de medisch specialist, om te wisselen van werkgever, om in het buitenland werkzaam te zijn, of om in een andere hoedanigheid dan als medisch specialist, als vrijgevestigde werkzaam te zijn. Het gaat er enkel om dat de medisch specialist geen activiteiten uitvoert als vrijgevestigd medisch specialist. Om voornoemde redenen kan worden geconcludeerd dat geen onevenredige of onredelijke inbreuk op de belangen van de medisch specialisten wordt gemaakt.

De Subsidieregeling beoogt overigens niet de medisch specialist in staat te stellen de integrale bekostiging te faciliteren. Loondienst is immers niet noodzakelijk om de integrale bekostiging te faciliteren. De Subsidieregeling heeft louter een faciliterend karakter in het kader van de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten naar loondienst in de zin van een duurzame arbeidsverhouding tussen het ziekenhuis en de medisch specialist. Door die overstap naar een duurzame arbeidsverhouding te faciliteren wordt dat voor het ziekenhuis en de medisch specialist een reële optie.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1 Definities

Een persoon moet een medisch specialist zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie. De onderhavige subsidieregeling bevat een eigen omschrijving van medisch specialist. Een medisch specialist staat ingeschreven als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) ingeschreven, het BIG-register.

Een instelling is een organisatorisch verband dat strekt tot het leveren van zorg omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. Er is sprake van een organisatorisch verband wanneer afspraken zijn gemaakt omtrent de organisatie van werkzaamheden en de verdeling van verantwoordelijkheden. Organisatorische verbanden waarbinnen een deel van de binnen een instelling verleende zorg leveren wordt geleverd, zijn geen instellingen. Dit houdt in dat specialistenmaatschappen binnen een ziekenhuis en medisch-specialistische bedrijven niet als instellingen gelden.

Indien een medisch specialist in 2020 of 2021 subsidie wenst aan te vragen is het onder meer van belang dat deze persoon in de periode van het tweede en derde kwartaal (de overstapperiode) van het desbetreffende jaar (overstapjaar) overstapt en een complete subsidieaanvraag indient. Omdat de Subsidieregeling ziet op subsidiëring in 2020 en 2021, wordt in de artikelen met behulp van deze definities de voorwaarden voor subsidieverleningen de aanvraag- en beslistermijnen bepaald.

De zorgaanbieders zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die een instelling exploiteren. Het kan bij zorgaanbieders ook gaan om personen die gezamenlijk een instelling vormen (Kamerstukken II 1993/94, 23 633, nr. 3, blz. 8).

Artikel 1a. Toepasselijkheid Kaderregeling

Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing, omdat een aparte systematiek gewenst is.

Artikel 2. Medisch specialist en ambtenaar

In het eerste lid, onderdeel b, is bepaald dat een medisch specialist zorg levert die binnen het toepassingsbereik van de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische zorg 2015 valt. Dit bewerkstelligt dat alleen een vrijgevestigde medisch specialist waarvan de verhouding met het ziekenhuis op grond van bovenbedoelde aanwijzing is gewijzigd, in aanmerking kan komen voor de subsidie. Het gaat om medisch specialistische zorg, audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering en mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden, met uitsluiting van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. De reden voor die eis is dat het moet gaan om artsen waarvan de verhouding met het ziekenhuis als gevolg van de invoering van de integrale tarifering is gewijzigd. Huisartsen en psychiaters kunnen geen gebruik maken van deze regeling.

Het tweede lid bewerkstelligt dat ook de overstap van de vrijgevestigde medisch specialist naar een ambtelijke aanstelling bij een universitair medisch centrum, kan leiden tot verstrekking van de subsidie.

Artikel 3. Voorwaarden aanspraak op subsidie

Het eerste lid bevat de voorwaarden voor de verstrekking van de subsidie. De arts moet op basis van het eerste lid, onderdeel a, de gehele periode van 12 maanden voor de overstapperiode op grond van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uren per week in een instelling ter uitoefening van zijn beroep aanwezig zijn. Indien de één of meer overeenkomsten onvoldoende uitsluitsel bieden over de aanwezigheid, zullen de aanvrager en de medisch specialist met andere bewijsstukken de vereiste aanwezigheid moeten aantonen. De overeenkomst(en) kunnen individuele toelatingsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen betreffen of overeenkomsten tussen een medisch specialistisch bedrijf, waarin de medisch specialist als ondernemer deelneemt, en één of meer ziekenhuizen. Een medisch specialist die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een medisch specialistisch bedrijf en door dat bedrijf aan één of meer ziekenhuizen ter beschikking is gesteld, geldt niet als vrijgevestigd medisch specialist en komt derhalve niet in aanmerking voor de subsidie.

De arts beëindigt in de periode van 1 april tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en verricht nadien zijn activiteiten als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen. Hij verricht met andere woorden in geen enkel ziekenhuis werkzaamheden als vrijgevestigd medisch specialist.

De voorwaarde in het eerste lid, onderdeel c, betreft het ontbreken van een vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Er mag geen sprake zijn van een vergoeding in welke vorm dan ook. Het kan gaan om een geldsom of om een belang in een medisch specialistisch bedrijf of in een collectief met het ziekenhuis. Ook een vergoeding aan de praktijkvennootschap van de medisch specialist verhindert de verstrekking van subsidie. Er geldt een uitzondering op bovengenoemde beperking van de aanspraak op de subsidie voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in de vorm van geldsom van een ziekenhuis waarmee medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. Een onmiddellijke vergoeding is een vergoeding die de zorgaanbieder rechtstreeks aan de medisch specialist verleent. Een middellijke vergoeding is een vergoeding die een andere entiteit aan de medisch specialist verleent waarbij de zorgaanbieder door middel van bijdragen aan die andere entiteit het verlenen van vergoedingen aan medisch specialisten heeft mogelijk gemaakt. Er kan in dit verband worden gedacht aan een vergoeding ten laste van een goodwillfonds dat de zorgaanbieder heeft opgericht. De medisch specialist en het ziekenhuis maken in het kader van de overgang naar het dienstverband afspraken waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van hun afspraken.

De medisch specialisten moeten op basis van het eerste lid, onderdeel d, slechts op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch specialist werkzaam zijn.

Artikel 4. Subsidiabele activiteiten

De minister verstrekt de subsidie voor het stoppen als vrijgevestigd medisch specialist in de periode van 1 april tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar en het nadien als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen uitvoeren van de werkzaamheden.

Artikel 5. Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt in beginsel € 100.000. Ingevolge het tweede lid bedraagt de subsidie nihil indien de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt ingevolge artikel 4 niet of niet geheel hebben plaatsgevonden. De subsidie bedraagt ook nihil indien de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in artikel 9 van de subsidieregeling genoemde aanvullende doelverplichtingen. Een dergelijk geval doet zich voor indien de medisch specialist voor 30 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht. De subsidie beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.

De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan andere in de onderhavige subsidieregeling opgenomen verplichtingen en/of de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de subsidieontvanger heeft opgelegd. Een lager bedrag houdt een bedrag in van meer dan nihil en minder dan € 100.000.

Artikel 5a Subsidieplafond

Voor aanvragen in de jaren 2020 tot en met 2021 bedraagt het subsidieplafond in totaal € 8.000.000. Dit beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de complete aanvragen. Dit biedt plek voor 80 medisch specialisten. Ik verwacht dat dit bedrag toereikend is om te voorzien in de thans nog bestaande behoefte om de overstap naar loondienst te maken.

Artikel 6. Aanvraag tot verlening van subsidie

Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten dient de aanvraag tot verlening van de subsidie in. Dit vereiste hangt samen met het feit dat de medisch specialist en het ziekenhuis afspraken maken in het kader van de overgang naar het dienstverband waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van afspraken over deze overgang naar het dienstverband. De betaling door het ziekenhuis van het verleende voorschot aan de medisch specialist vormt onderdeel van de maatwerkafspraken die zij hebben gemaakt.

Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot verlening van de subsidie in.

Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 juli van het desbetreffende overstapjaar indienen. In 2021 kan de aanvraag vanaf 3 mei 2021 worden ingediend.

In de praktijk is gebleken dat uit een voor een medisch specialist geldende overeenkomst als bedoeld in artikel 6, vierde lid, onderdeel a, niet altijd af te leiden valt of hij of zij ten minste twintig uren per week werkzaam was in de desbetreffende instelling ter uitoefening van zijn of haar beroep (de voorwaarde genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a). Om in dat geval alsnog duidelijkheid te verkrijgen over het aantal in de instelling werkzame uren per week, wordt de medisch specialist dan aanvullend verzocht een door hem of haar en de instelling ondertekende verklaring te overleggen over het aantal werkzame uren.

Het ziekenhuis moet in verband met het te verlenen voorschot bij de aanvraag voegen: de machtiging van de medisch specialist om de betaling van het voorschot in ontvangst te nemen, en het met de medisch specialist overeengekomen kasritme voor de betaling in één of meer termijnen aan de medisch specialist van het ontvangen voorschot.

De minister zal op grond van het zesde lid besluiten om een aanvraag tot verlening van de subsidie niet te behandelen indien hij ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van de Awb een dergelijk besluit kan nemen. Het besluit om een aanvraag niet te behandelen is een discretionaire bevoegdheid waarvan de minister op basis van artikel 3:4 van de Awb, pas na afweging van de betrokken belangen gebruik mag maken. De aanvrager kan op basis van het vijfde lid, tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar een ongenoegzame aanvraag aanvullen. Het zesde lid maakt duidelijk dat de minister binnen de bovengenoemde kaders van de Awb zal besluiten om een ongenoegzame aanvraag niet te behandelen. Er is sprake van een ongenoegzame aanvraag indien het door de minister vastgestelde formulier voor de aanvraag niet is gebruikt of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling of de medisch specialist voldoet aan de voorwaarden voor verstrekking van de subsidie. Deze voorwaarden zijn neergelegd in artikel 3, eerste lid.

Artikel 7. Besluit over subsidieverlening

De termijn voor het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening is voor 2020 en 2021 hetzelfde, namelijk uiterlijk op 31 december van het desbetreffende jaar.

Een aanvraag die na 30 juni van het overstapjaar wordt ontvangen, wordt afgewezen.

Artikel 8. Voorschot

De minister verleent een voorschot van € 80.000. De betaling van het verleende voorschot geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend.

Artikel 4:89, vierde lid, van de Awb, maakt de regeling van de betaling van het verleende voorschot aan de instelling die de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend, zoals omschreven in het tweede lid, mogelijk. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.

Artikel 9. Aanvullende doelverplichtingen

Dit artikel bevat aanvullende doelverplichtingen die ingevolge artikel 4:38, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gelden, in aanvulling op de standaardverplichtingen die de minister ingevolge artikel 4:37, eerste lid, van de Awb heeft opgelegd. Het betreft hier de volgende verplichtingen voor de subsidieontvanger:

  • a. hij oefent zijn beroep als medisch specialist tot en met 31 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieder(s) uit;

  • b. hij ontvangt geen vergoeding in welke vorm dan ook voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een ziekenhuis waarmee een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, en

  • c. hij meldt indien hij niet langer voldoet aan één van de beide bovenbedoelde verplichtingen of de beide bovenbedoelde verplichtingen dat feit onverwijld aan de minister.

De eerstgenoemde verplichting houdt niet in dat de medisch specialist tot en met 31 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar zijn medisch beroep moet blijven uitoefenen. Indien hij bijvoorbeeld vanwege duurzame arbeidsongeschiktheid of pensionering zijn beroep niet meer uitoefent voldoet hij nog steeds aan de eerstgenoemde verplichting. Hij verricht dan immers geen activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. De eerstgenoemde verplichting betekent wel dat de medisch specialist zijn beroep niet gedeeltelijk als vrijgevestigd medisch specialist kan uitoefenen. Een medisch specialist die zijn beroep op basis van een arbeidsovereenkomst en op basis van andere overeenkomsten uitoefent voldoet niet aan de eerstgenoemde verplichting. De eerstbedoelde verplichting heeft tenslotte ook geen betrekking op werkzaamheden anders dan als medisch specialist.

Artikel 10. Aanvraag subsidievaststelling

Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten dient ook de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Het ziekenhuis moet de aanvraag uiterlijk op 1 oktober van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar indienen. Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

De minister zal bij een vastgestelde subsidie van € 100.000 na verrekening van het betaalde voorschot nog € 20.000 aan de aanvrager verstrekken. De betaling van dat bedrag geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend. Het ziekenhuis moet in verband daarmee bij de aanvraag de machtiging overleggen van de medisch specialist tot ontvangst van het bedrag van € 20.000.

Het vierde lid heeft betrekking op de situatie dat de subsidieontvanger niet langer als medisch specialist werkzaam is. Een dergelijk geval kan zich bijvoorbeeld voordoen bij duurzame arbeidsongeschiktheid en pensionering. De subsidieontvanger zal in dat geval geen dienstverband meer hebben met een ziekenhuis. Hij dient dan zelf zorg te dragen voor tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie met de daarbij te voegen stukken.

Indien de subsidieontvanger is overleden moeten de erfgenamen ervoor zorgen dat de minister de aanvraag tot vaststelling van de subsidie tijdig ontvangt. Het na verrekening van het betaalde voorschot resterende subsidiebedrag onderscheidenlijk terug te betalen bedrag maakt onderdeel uit van de nalatenschap van de subsidieontvanger.

De aanvrager (de desbetreffende zorgaanbieder, medisch specialist of diens erfgenamen) moet, met het oog op het onderzoek van de subsidieverstrekker of de aanvrager aan de subsidieverplichtingen heeft voldaan, kopieën van de in de regeling genoemde fiscale bescheiden inzake de inkomstenbelasting en in voorkomend geval ook inzake de vennootschapsbelasting meesturen.

Een aanslag als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is een definitieve aanslag. De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte afwijken. Dit blijkt uit de toelichting op de correcties op de aangiften.

Het ziekenhuis moet bij de aanvraag ook het met de medisch specialist overeengekomen betaalschema van het van de minister ontvangen bedrag van € 20.000 overleggen.

De medisch specialist kan ervoor kiezen om zelf voor 1 oktober van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar de kopieën van de bovenbedoelde fiscale bescheiden aan de minister te verstrekken. De medisch specialist zal bijvoorbeeld van die mogelijkheid gebruik willen maken indien hij niet wenselijk vindt dat het ziekenhuis kennis kan nemen van de inhoud van de bovenbedoelde fiscale bescheiden. Dit is geregeld in het zesde lid.

Artikel 11. Besluit tot vaststelling van subsidie

De minister stelt de subsidie op nihil vast indien de activiteiten waarvoor hij de subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in de onderhavige subsidieregeling opgenomen aanvullende doelverplichtingen. Op grond van het vierde lid van artikel 4:95 van de Awb worden de betaalde voorschotten verrekend met het vastgestelde subsidiebedrag en kan de minister onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen. De minister zal in dat geval het onverschuldigd betaalde voorschot ten bedrage van € 80.000 van de medisch specialist terugvorderen.

De minister stelt de subsidie op € 100.000 vast indien al de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt hebben plaatsgevonden en de medisch specialist heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen.

In het tweede lid is geregeld dat de minister indien de subsidiabele activiteiten niet zijn uitgevoerd of niet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan, de onverschuldigd betaalde voorschotten ten bedrage van € 80.000 terug zal vorderen bij de subsidieaanvrager.

De regeling in het derde lid van de betaling aan de zorgaanbieder die de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend, is mogelijk op grond van artikel 4:89, vierde lid, van de Awb. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.

Indien na de vaststelling alsnog sprake is van een vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding van het ziekenhuis, zal de minister de subsidievaststelling wijzigen en de subsidie op nihil vaststellen. De medisch specialist heeft namelijk na de vaststelling van de subsidie niet voldaan aan de subsidieverplichtingen. De minister gaat in het bovenbedoelde geval over tot terugvordering van het betaalde subsidiebedrag van € 100.000.

Artikel 12. Inwerkingtreding, vervaldatum en overgangsrecht

In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM), treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Dit om de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen in de gelegenheid te stellen om spoedig een aanvraag in te dienen.

Er wordt op basis van het eerste lid geen minimale invoeringstermijn van twee maanden gehanteerd om belangrijk nadeel voor de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen te voorkomen. De aanvragen tot verlening van de subsidie moet voor 1 juli van het desbetreffende overstapjaar zijn ingediend. Het vasthouden aan de vaste invoeringstermijn van twee maanden zou betekenen dat er erg weinig tijd voor indienen van de aanvraag tot subsidieverlening zou resteren.

Omdat subsidies die in 2021 op grond van die nieuwe regeling zullen worden verleend ‘pas’ in het eerste kwartaal van 2026 zullen worden vastgesteld, zal de nieuwe regeling pas per 1 april 2026 komen te vervallen.

Op basis van het derde lid blijft de onderhavige subsidieregeling na het vervallen daarvan van toepassing op de subsidies die de minister op grond van die regeling heeft verleend. Deze bepaling is met name van belang voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures tegen het besluit tot verlening van de subsidie en het besluit tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13. Citeertitel

In verband met de verlenging van de werkingsduur van de Subsidieregeling voor de jaren 2020 en 2021 is duidelijkheidshalve ook de citeertitel op dit punt geactualiseerd.

De Subsidieregeling wordt zo spoedig mogelijk bekend gemaakt, ook met het oog op het indienen van aanvragen tot subsidieverlening voor het overstapjaar 2020.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn


X Noot
1

Brief van de Minister voor Medische Zorg van 2 april 2020, kenmerk 1657248-202781-CZ.

X Noot
2

Evaluatie subsidieregeling overgang integrale tarieven MSZ, bijlage bij Kamerstukken II 2018/19, 35 000-XVI, 134.

X Noot
3

Zie voor de overwegingen in 2014 (Stcrt. 2014, 26413, blz. 5 en 6).

X Noot
4

Rechtbank Midden-Nederland, 6 december 2019 (ECLI:NL:RBMNE:2019:5971).

X Noot
5

Stcrt. nr. 26413, 23 september 2014 en Stcrt. nr. 33805, 28 november 2014

X Noot
6

Stcrt. nr. 44560, 10 december 2015

X Noot
7

Stcrt. nr. 2564, 18 januari 2017

Naar boven