TOELICHTING
I. Algemeen
Inleiding
De onderhavige Subsidieregeling vormt een vervolg op de Subsidieregeling overgang
integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–2019. Zoals aangekondigd in de
brief van 2 april 20201, zullen met onderhavige Subsidieregeling vrijgevestigd medisch specialisten ook in
de jaren 2020 en 2021 een gesubsidieerde overstap naar loondienst kunnen maken.
Op grond van de Subsidieregeling en de voorafgaande subsidieregelingen is in de jaren
2015 tot en met 2019 subsidie verstrekt om voor vrijgevestigde medisch specialisten
een overstap naar loondienst mogelijk te maken. In 2019 zijn de subsidieregelingen
van de afgelopen jaren laten geëvalueerd door adviesbureau Strategies in Regulated
Markets (SiRM).2 In deze evaluatie wordt geconcludeerd dat het subsidiegeld effectiever kan worden
ingezet door de Subsidieregeling niet te verlengen en gelijkgerichtheid, oftewel het
gezamenlijk nastreven van kwaliteit en doelmatigheid in plaats van het voorop stellen
van (financieel) eigenbelang, op andere manieren te bevorderen. Ten eerste omdat de
Subsidieregeling nauwelijks bijdraagt aan de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten
naar loondienst. Ten tweede omdat het niet voldoende duidelijk is of loondienst inderdaad
altijd bijdraagt aan het bevorderen van gelijkgerichtheid.
Ik neem dit advies graag ter harte, in de zin dat ik gelijkgerichtheid ook op andere
manieren wil bevorderen. Maar ik wil mij tegelijkertijd wel blijven inzetten voor
medisch specialisten die willen overstappen naar loondienst. In het regeerakkoord
is immers opgenomen dat het kabinet omwille van meer gelijkgerichtheid in het ziekenhuis
stimuleert dat medisch specialisten de stap maken naar het participatiemodel of loondienst.
Hiervoor zijn ook middelen beschikbaar gesteld. Zowel mijn ambtsvoorganger als ik
vinden het belangrijk dat medisch specialisten die willen overstappen naar loondienst
zich daar niet om financiële redenen van laten weerhouden. Gelet hierop was mijn ambtsvoorganger
in 2019 al voornemens de subsidiëring voort te zetten voor 2020 en 2021.
Derhalve is besloten de Subsidieregeling voor de jaren 2020 en 2021 nagenoeg gelijkluidend
met de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–2019,
voort te zetten.
Doelstelling
De verhouding tussen vrijgevestigde medisch specialisten en het ziekenhuis is per
1 januari 2015 met de invoering van de integrale tarifering gewijzigd. Ziekenhuizen
en vrijgevestigd medisch specialisten dienden afspraken te maken over de positie van
de medisch specialist in het ziekenhuis, op basis van lokale en individuele overwegingen.
Ze kozen er óf voor dat de vrijgevestigd medisch specialist zijn ondernemerschap behield,
aan de hand van daartoe uitgewerkte fiscale modellen, óf ze kozen ervoor dat de medisch
specialist in loondienst trad.
Het is belangrijk dat ziekenhuizen en medisch specialisten blijven nadenken over wat
voor hen de beste manier is om de samenwerking zo in te richten dat deze is afgestemd
op de behoeften en wensen van patiënten en de kwaliteit en doelmatigheid van de geleverde
zorg ten goede komt. Dat kan betekenen dat medisch specialisten overwegen om in 2020
of 2021 alsnog over te gaan op het loondienstmodel. De overwegingen die in 20143 golden voor het instellen van de regeling gelden daarmee nog steeds: het blijft van
belang dat voor medisch specialisten alle modellen een reële keuzemogelijkheid zijn.
Indien een medisch specialist bij de overstap naar loondienst geen vergoeding krijgt
voor de staking van zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist leidt die
overstap tot schade. Deze schade kan ertoe leiden dat een dergelijke overstap naar
loondienst door het ziekenhuis en de medisch specialist wordt gepercipieerd als een
minder aantrekkelijke optie. Om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis en de medisch
specialist een dergelijke overstap naar loondienst toch een reële optie vinden, verleent
de minister daarvoor een subsidie. De subsidie vermindert de financiële belemmeringen
voor ziekenhuizen en vrijgevestigde medisch specialisten om een dienstverband aan
te gaan zonder vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd
medisch specialist. Het doel is een duurzame arbeidsverhouding tussen ziekenhuis en
medisch specialist. De voorwaarden die in deze regeling gesteld worden zijn hierop
gericht.
Indien de subsidie wordt toegekend, maakt dit onderdeel uit van de afspraken die ziekenhuizen
en medisch specialisten maken in verband met de overgang naar loondienst en de verdeling
van de schade. De subsidie vormt een gedeeltelijke compensatie voor het beëindigen
van de activiteiten als vrijgevestigde medisch specialist. De niet gecompenseerde
schade komt, afhankelijk van de gemaakte afspraken, voor rekening van het ziekenhuis
en/of de medisch specialist.
Omdat de kosten die gemaakt worden bij de overgang naar loondienst geen direct verband
houden met de zorgverlening aan een patiënt is ervoor gekozen om de subsidie ten laste
van de Rijksbegroting te brengen. De medisch specialist is de ontvanger van de subsidie.
Actualisatie
De Subsidieregeling voor de jaren 2020 en 2021 is op een enkel punt geactualiseerd.
Ten eerste wat betreft de relevante overstapperiode voor 2020 en 2021, de termijnen
voor het indienen (en aanvullen) van een aanvraag tot subsidieverlening en het indienen
van een aanvraag tot subsidievaststelling.
Daarnaast is de motivering aangevuld ten gevolge van een uitspraak in december 2019
van de rechtbank Midden-Nederland.4 De rechtbank is – kort gezegd – van oordeel dat, gelet op de tot op heden gegeven
onderbouwing, aan de subsidie niet de aanvullende doelverplichting mag worden verbonden
om na de overstap van vrijgevestigd medisch specialist naar loondienst, nog vier jaar
in loondienst te werken en werkzaamheden als vrijgevestigde volledig te staken. Naar
aanleiding van deze uitspraak is de noodzaak van de zogenoemde ‘vierjaarsverplichting’
nader toegelicht.
De nadere overwegingen die ten grondslag lagen aan de Subsidieregeling overgang integrale
tarieven medisch specialistische zorg, die ziet op in 2015 verstrekte subsidies,5 de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 20166 en de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017–20197 blijven onverminderd van toepassing op onderhavige regeling.
Vierjaarsverplichting
De doelstelling van de Subsidieregeling is het faciliteren van de overstap van vrijgevestigde
medisch specialisten naar loondienst met een duurzame arbeidsverhouding tussen het
ziekenhuis en de medisch specialist in aanmerking genomen, zodat het ziekenhuis en
de medisch specialist een dergelijke overstap naar loondienst een reële optie vinden.
Het faciliteren vindt plaats door middel van een geldelijke tegemoetkoming van € 100.000,–
aan de medisch specialist, waarmee de financiële belemmering voor de overstap wordt
verminderd.
Van de medisch specialist wordt gevraagd tot en met 31 augustus van het vierde jaar
na het desbetreffende overstapjaar als medisch specialist uitsluitend op basis van
één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam te zijn.
De subsidie zal worden ingetrokken, op nihil worden vastgesteld en het volledige subsidiebedrag
zal worden teruggevorderd indien de medisch specialist voor 31 augustus van het vierde
jaar na het desbetreffende overstapjaar als vrijgevestigd medisch specialist aan het
werk gaat. Deze periode van vier jaar is het resultaat van een zorgvuldige afweging
van belangen die heeft plaatsgevonden. Dat kan als volgt worden toegelicht.
Van groot belang is dat een noemenswaardig bedrag ter hoogte van € 100.000,– te laste
van de Rijksbegroting beschikbaar wordt gesteld aan de medisch specialist om niet.
Wegens de hoogte van dit vanuit de overheid beschikbaar gestelde bedrag is het zeer
onwenselijk dat een medisch specialist (binnen geringe tijd) weer terugkeert als vrijgevestigd
medisch specialist. De subsidie beoogt derhalve een duurzame keuze te faciliteren.
De subsidie is er aldus niet om vrijgevestigde medisch specialisten te faciliteren
bij een kortstondige overstap. De voorwaarden die in deze regeling worden gesteld
zijn hier dan ook op gericht.
Wegens uitvoerbaarheid, haalbaarheid en belastingtechnische redenen is het wenselijk
de verleende subsidie binnen een periode van vijf jaar vast te kunnen stellen. Dit
maakt een periode van op zijn minst vier jaar een reële, rechtvaardige en werkbare
termijn voor in de praktijk. De periode waarin de medisch specialist niet weer als
vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden kan verrichten is dan ook beperkt tot
vier jaar. Gezegd kan worden dat de verhouding tussen het subsidiebedrag en het doel
van de regeling op dat moment is bereikt. Een nog kortere periode zou onwenselijk
en een te geringe tijd zijn om weer terug te keren als vrijgevestigd medisch specialist.
De beoogde duurzame overstap wordt immers niet bereikt indien het iedere medisch specialist
vrij staat om zich met behoud van het verkregen subsidiebedrag van € 100.000,– na
een kortstondige overstap naar loondienst weer als vrijgevestigd medisch specialist
werkzaamheden te verrichten, mede gezien de hoogte van het bedrag en de doelstelling
te zorgen voor een duurzame overstap. De termijn van vier jaren is derhalve noodzakelijk
en geschikt om de doelstellingen van deze regeling te bereiken.
Begrijpelijk is dat dit een ingrijpende beperking van de vrijheden van de medisch
specialist kan opleveren. Daarom is rekening gehouden met verscheidene omstandigheden
om de medisch specialist zo min mogelijk te beperken in toekomstige keuzes omtrent
de arbeidsomstandigheden. De verplichting houdt dan ook niet in dat de medisch specialist
deze gehele periode zijn medisch beroep moet blijven uitoefenen. Bij arbeidsongeschiktheid,
pensionering of andere redenen om het beroep niet meer uit te oefenen wordt nog steeds
voldaan aan de verplichting. Ook is er geen beletsel voor de medisch specialist, om
te wisselen van werkgever, om in het buitenland werkzaam te zijn, of om in een andere
hoedanigheid dan als medisch specialist, als vrijgevestigde werkzaam te zijn. Het
gaat er enkel om dat de medisch specialist geen activiteiten uitvoert als vrijgevestigd
medisch specialist. Om voornoemde redenen kan worden geconcludeerd dat geen onevenredige
of onredelijke inbreuk op de belangen van de medisch specialisten wordt gemaakt.
De Subsidieregeling beoogt overigens niet de medisch specialist in staat te stellen
de integrale bekostiging te faciliteren. Loondienst is immers niet noodzakelijk om
de integrale bekostiging te faciliteren. De Subsidieregeling heeft louter een faciliterend
karakter in het kader van de overstap van vrijgevestigde medisch specialisten naar
loondienst in de zin van een duurzame arbeidsverhouding tussen het ziekenhuis en de
medisch specialist. Door die overstap naar een duurzame arbeidsverhouding te faciliteren
wordt dat voor het ziekenhuis en de medisch specialist een reële optie.
II. Artikelsgewijs
Artikel 1 Definities
Een persoon moet een medisch specialist zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie.
De onderhavige subsidieregeling bevat een eigen omschrijving van medisch specialist.
Een medisch specialist staat ingeschreven als arts in een register als bedoeld in
artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
(Wet BIG) ingeschreven, het BIG-register.
Een instelling is een organisatorisch verband dat strekt tot het leveren van zorg
omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. Er is sprake van een organisatorisch
verband wanneer afspraken zijn gemaakt omtrent de organisatie van werkzaamheden en
de verdeling van verantwoordelijkheden. Organisatorische verbanden waarbinnen een
deel van de binnen een instelling verleende zorg leveren wordt geleverd, zijn geen
instellingen. Dit houdt in dat specialistenmaatschappen binnen een ziekenhuis en medisch-specialistische
bedrijven niet als instellingen gelden.
Indien een medisch specialist in 2020 of 2021 subsidie wenst aan te vragen is het
onder meer van belang dat deze persoon in de periode van het tweede en derde kwartaal
(de overstapperiode) van het desbetreffende jaar (overstapjaar) overstapt en een complete
subsidieaanvraag indient. Omdat de Subsidieregeling ziet op subsidiëring in 2020 en
2021, wordt in de artikelen met behulp van deze definities de voorwaarden voor subsidieverleningen
de aanvraag- en beslistermijnen bepaald.
De zorgaanbieders zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die een instelling
exploiteren. Het kan bij zorgaanbieders ook gaan om personen die gezamenlijk een instelling
vormen (Kamerstukken II 1993/94, 23 633, nr. 3, blz. 8).
Artikel 1a. Toepasselijkheid Kaderregeling
Op deze regeling is de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS niet van toepassing,
omdat een aparte systematiek gewenst is.
Artikel 2. Medisch specialist en ambtenaar
In het eerste lid, onderdeel b, is bepaald dat een medisch specialist zorg levert
die binnen het toepassingsbereik van de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische
zorg 2015 valt. Dit bewerkstelligt dat alleen een vrijgevestigde medisch specialist
waarvan de verhouding met het ziekenhuis op grond van bovenbedoelde aanwijzing is
gewijzigd, in aanmerking kan komen voor de subsidie. Het gaat om medisch specialistische
zorg, audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering
en mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden, met uitsluiting van geneeskundige geestelijke
gezondheidszorg. De reden voor die eis is dat het moet gaan om artsen waarvan de verhouding
met het ziekenhuis als gevolg van de invoering van de integrale tarifering is gewijzigd.
Huisartsen en psychiaters kunnen geen gebruik maken van deze regeling.
Het tweede lid bewerkstelligt dat ook de overstap van de vrijgevestigde medisch specialist
naar een ambtelijke aanstelling bij een universitair medisch centrum, kan leiden tot
verstrekking van de subsidie.
Artikel 3. Voorwaarden aanspraak op subsidie
Het eerste lid bevat de voorwaarden voor de verstrekking van de subsidie. De arts
moet op basis van het eerste lid, onderdeel a, de gehele periode van 12 maanden voor
de overstapperiode op grond van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten ten
minste twintig uren per week in een instelling ter uitoefening van zijn beroep aanwezig
zijn. Indien de één of meer overeenkomsten onvoldoende uitsluitsel bieden over de
aanwezigheid, zullen de aanvrager en de medisch specialist met andere bewijsstukken
de vereiste aanwezigheid moeten aantonen. De overeenkomst(en) kunnen individuele toelatingsovereenkomsten
met één of meer ziekenhuizen betreffen of overeenkomsten tussen een medisch specialistisch
bedrijf, waarin de medisch specialist als ondernemer deelneemt, en één of meer ziekenhuizen.
Een medisch specialist die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een medisch
specialistisch bedrijf en door dat bedrijf aan één of meer ziekenhuizen ter beschikking
is gesteld, geldt niet als vrijgevestigd medisch specialist en komt derhalve niet
in aanmerking voor de subsidie.
De arts beëindigt in de periode van 1 april tot en met 30 september van het desbetreffende
overstapjaar zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en verricht nadien
zijn activiteiten als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten
met één of meer ziekenhuizen. Hij verricht met andere woorden in geen enkel ziekenhuis
werkzaamheden als vrijgevestigd medisch specialist.
De voorwaarde in het eerste lid, onderdeel c, betreft het ontbreken van een vergoeding
voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Er mag
geen sprake zijn van een vergoeding in welke vorm dan ook. Het kan gaan om een geldsom
of om een belang in een medisch specialistisch bedrijf of in een collectief met het
ziekenhuis. Ook een vergoeding aan de praktijkvennootschap van de medisch specialist
verhindert de verstrekking van subsidie. Er geldt een uitzondering op bovengenoemde
beperking van de aanspraak op de subsidie voor een onmiddellijke dan wel middellijke
vergoeding in de vorm van geldsom van een ziekenhuis waarmee medisch specialist een
arbeidsovereenkomst heeft gesloten. Een onmiddellijke vergoeding is een vergoeding
die de zorgaanbieder rechtstreeks aan de medisch specialist verleent. Een middellijke
vergoeding is een vergoeding die een andere entiteit aan de medisch specialist verleent
waarbij de zorgaanbieder door middel van bijdragen aan die andere entiteit het verlenen
van vergoedingen aan medisch specialisten heeft mogelijk gemaakt. Er kan in dit verband
worden gedacht aan een vergoeding ten laste van een goodwillfonds dat de zorgaanbieder
heeft opgericht. De medisch specialist en het ziekenhuis maken in het kader van de
overgang naar het dienstverband afspraken waarbij beiden een financiële bijdrage leveren.
De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van hun afspraken.
De medisch specialisten moeten op basis van het eerste lid, onderdeel d, slechts op
basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch
specialist werkzaam zijn.
Artikel 4. Subsidiabele activiteiten
De minister verstrekt de subsidie voor het stoppen als vrijgevestigd medisch specialist
in de periode van 1 april tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar
en het nadien als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten
met één of meer ziekenhuizen uitvoeren van de werkzaamheden.
Artikel 5. Subsidiebedrag
De subsidie bedraagt in beginsel € 100.000. Ingevolge het tweede lid bedraagt de subsidie
nihil indien de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt ingevolge
artikel 4 niet of niet geheel hebben plaatsgevonden. De subsidie bedraagt ook nihil
indien de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in artikel 9 van de subsidieregeling
genoemde aanvullende doelverplichtingen. Een dergelijk geval doet zich voor indien
de medisch specialist voor 30 augustus van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar
toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht. De subsidie
beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.
De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger
niet heeft voldaan aan andere in de onderhavige subsidieregeling opgenomen verplichtingen
en/of de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de
subsidieontvanger heeft opgelegd. Een lager bedrag houdt een bedrag in van meer dan
nihil en minder dan € 100.000.
Artikel 5a Subsidieplafond
Voor aanvragen in de jaren 2020 tot en met 2021 bedraagt het subsidieplafond in totaal
€ 8.000.000. Dit beschikbare bedrag wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van
de complete aanvragen. Dit biedt plek voor 80 medisch specialisten. Ik verwacht dat
dit bedrag toereikend is om te voorzien in de thans nog bestaande behoefte om de overstap
naar loondienst te maken.
Artikel 6. Aanvraag tot verlening van subsidie
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient de aanvraag tot verlening van de subsidie in. Dit vereiste hangt samen met het
feit dat de medisch specialist en het ziekenhuis afspraken maken in het kader van
de overgang naar het dienstverband waarbij beiden een financiële bijdrage leveren.
De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van afspraken
over deze overgang naar het dienstverband. De betaling door het ziekenhuis van het
verleende voorschot aan de medisch specialist vormt onderdeel van de maatwerkafspraken
die zij hebben gemaakt.
Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer
zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van
die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot verlening van de subsidie
in.
Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 juli van het desbetreffende overstapjaar indienen.
In 2021 kan de aanvraag vanaf 3 mei 2021 worden ingediend.
In de praktijk is gebleken dat uit een voor een medisch specialist geldende overeenkomst
als bedoeld in artikel 6, vierde lid, onderdeel a, niet altijd af te leiden valt of
hij of zij ten minste twintig uren per week werkzaam was in de desbetreffende instelling
ter uitoefening van zijn of haar beroep (de voorwaarde genoemd in artikel 3, eerste
lid, onderdeel a). Om in dat geval alsnog duidelijkheid te verkrijgen over het aantal
in de instelling werkzame uren per week, wordt de medisch specialist dan aanvullend
verzocht een door hem of haar en de instelling ondertekende verklaring te overleggen
over het aantal werkzame uren.
Het ziekenhuis moet in verband met het te verlenen voorschot bij de aanvraag voegen:
de machtiging van de medisch specialist om de betaling van het voorschot in ontvangst
te nemen, en het met de medisch specialist overeengekomen kasritme voor de betaling
in één of meer termijnen aan de medisch specialist van het ontvangen voorschot.
De minister zal op grond van het zesde lid besluiten om een aanvraag tot verlening
van de subsidie niet te behandelen indien hij ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van
de Awb een dergelijk besluit kan nemen. Het besluit om een aanvraag niet te behandelen
is een discretionaire bevoegdheid waarvan de minister op basis van artikel 3:4 van
de Awb, pas na afweging van de betrokken belangen gebruik mag maken. De aanvrager
kan op basis van het vijfde lid, tot en met 30 september van het desbetreffende overstapjaar
een ongenoegzame aanvraag aanvullen. Het zesde lid maakt duidelijk dat de minister
binnen de bovengenoemde kaders van de Awb zal besluiten om een ongenoegzame aanvraag
niet te behandelen. Er is sprake van een ongenoegzame aanvraag indien het door de
minister vastgestelde formulier voor de aanvraag niet is gebruikt of indien de verstrekte
gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling of de medisch specialist
voldoet aan de voorwaarden voor verstrekking van de subsidie. Deze voorwaarden zijn
neergelegd in artikel 3, eerste lid.
Artikel 7. Besluit over subsidieverlening
De termijn voor het beslissen op een aanvraag tot subsidieverlening is voor 2020 en
2021 hetzelfde, namelijk uiterlijk op 31 december van het desbetreffende jaar.
Een aanvraag die na 30 juni van het overstapjaar wordt ontvangen, wordt afgewezen.
Artikel 8. Voorschot
De minister verleent een voorschot van € 80.000. De betaling van het verleende voorschot
geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend.
Artikel 4:89, vierde lid, van de Awb, maakt de regeling van de betaling van het verleende
voorschot aan de instelling die de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend,
zoals omschreven in het tweede lid, mogelijk. Op basis van dat lid kan bij wettelijk
voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.
Artikel 9. Aanvullende doelverplichtingen
Dit artikel bevat aanvullende doelverplichtingen die ingevolge artikel 4:38, tweede
lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gelden, in aanvulling op de standaardverplichtingen
die de minister ingevolge artikel 4:37, eerste lid, van de Awb heeft opgelegd. Het
betreft hier de volgende verplichtingen voor de subsidieontvanger:
-
a. hij oefent zijn beroep als medisch specialist tot en met 31 augustus van het vierde
jaar na het desbetreffende overstapjaar uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten
met één of meer zorgaanbieder(s) uit;
-
b. hij ontvangt geen vergoeding in welke vorm dan ook voor de beëindiging van de activiteiten
als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding
in de vorm van een geldsom van een ziekenhuis waarmee een arbeidsovereenkomst heeft
gesloten, en
-
c. hij meldt indien hij niet langer voldoet aan één van de beide bovenbedoelde verplichtingen
of de beide bovenbedoelde verplichtingen dat feit onverwijld aan de minister.
De eerstgenoemde verplichting houdt niet in dat de medisch specialist tot en met 31 augustus
van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar zijn medisch beroep moet blijven
uitoefenen. Indien hij bijvoorbeeld vanwege duurzame arbeidsongeschiktheid of pensionering
zijn beroep niet meer uitoefent voldoet hij nog steeds aan de eerstgenoemde verplichting.
Hij verricht dan immers geen activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. De
eerstgenoemde verplichting betekent wel dat de medisch specialist zijn beroep niet
gedeeltelijk als vrijgevestigd medisch specialist kan uitoefenen. Een medisch specialist
die zijn beroep op basis van een arbeidsovereenkomst en op basis van andere overeenkomsten
uitoefent voldoet niet aan de eerstgenoemde verplichting. De eerstbedoelde verplichting
heeft tenslotte ook geen betrekking op werkzaamheden anders dan als medisch specialist.
Artikel 10. Aanvraag subsidievaststelling
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient ook de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Het ziekenhuis moet de
aanvraag uiterlijk op 1 oktober van het vierde jaar na het desbetreffende overstapjaar
indienen. Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met
twee of meer zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient
een van die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot vaststelling
van de subsidie in.
De minister zal bij een vastgestelde subsidie van € 100.000 na verrekening van het
betaalde voorschot nog € 20.000 aan de aanvrager verstrekken. De betaling van dat
bedrag geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie
heeft ingediend. Het ziekenhuis moet in verband daarmee bij de aanvraag de machtiging
overleggen van de medisch specialist tot ontvangst van het bedrag van € 20.000.
Het vierde lid heeft betrekking op de situatie dat de subsidieontvanger niet langer
als medisch specialist werkzaam is. Een dergelijk geval kan zich bijvoorbeeld voordoen
bij duurzame arbeidsongeschiktheid en pensionering. De subsidieontvanger zal in dat
geval geen dienstverband meer hebben met een ziekenhuis. Hij dient dan zelf zorg te
dragen voor tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie met
de daarbij te voegen stukken.
Indien de subsidieontvanger is overleden moeten de erfgenamen ervoor zorgen dat de
minister de aanvraag tot vaststelling van de subsidie tijdig ontvangt. Het na verrekening
van het betaalde voorschot resterende subsidiebedrag onderscheidenlijk terug te betalen
bedrag maakt onderdeel uit van de nalatenschap van de subsidieontvanger.
De aanvrager (de desbetreffende zorgaanbieder, medisch specialist of diens erfgenamen)
moet, met het oog op het onderzoek van de subsidieverstrekker of de aanvrager aan
de subsidieverplichtingen heeft voldaan, kopieën van de in de regeling genoemde fiscale
bescheiden inzake de inkomstenbelasting en in voorkomend geval ook inzake de vennootschapsbelasting
meesturen.
Een aanslag als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
is een definitieve aanslag. De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van
de aangifte afwijken. Dit blijkt uit de toelichting op de correcties op de aangiften.
Het ziekenhuis moet bij de aanvraag ook het met de medisch specialist overeengekomen
betaalschema van het van de minister ontvangen bedrag van € 20.000 overleggen.
De medisch specialist kan ervoor kiezen om zelf voor 1 oktober van het vierde jaar
na het desbetreffende overstapjaar de kopieën van de bovenbedoelde fiscale bescheiden
aan de minister te verstrekken. De medisch specialist zal bijvoorbeeld van die mogelijkheid
gebruik willen maken indien hij niet wenselijk vindt dat het ziekenhuis kennis kan
nemen van de inhoud van de bovenbedoelde fiscale bescheiden. Dit is geregeld in het
zesde lid.
Artikel 11. Besluit tot vaststelling van subsidie
De minister stelt de subsidie op nihil vast indien de activiteiten waarvoor hij de
subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of de medisch specialist
niet heeft voldaan aan de in de onderhavige subsidieregeling opgenomen aanvullende
doelverplichtingen. Op grond van het vierde lid van artikel 4:95 van de Awb worden
de betaalde voorschotten verrekend met het vastgestelde subsidiebedrag en kan de minister
onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen. De minister zal in dat geval het
onverschuldigd betaalde voorschot ten bedrage van € 80.000 van de medisch specialist
terugvorderen.
De minister stelt de subsidie op € 100.000 vast indien al de activiteiten waarvoor
de minister de subsidie heeft verstrekt hebben plaatsgevonden en de medisch specialist
heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen.
In het tweede lid is geregeld dat de minister indien de subsidiabele activiteiten
niet zijn uitgevoerd of niet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan,
de onverschuldigd betaalde voorschotten ten bedrage van € 80.000 terug zal vorderen
bij de subsidieaanvrager.
De regeling in het derde lid van de betaling aan de zorgaanbieder die de aanvraag
tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend, is mogelijk op grond van artikel
4:89, vierde lid, van de Awb. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden
bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.
Indien na de vaststelling alsnog sprake is van een vergoeding voor de beëindiging
van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke
of middellijke vergoeding van het ziekenhuis, zal de minister de subsidievaststelling
wijzigen en de subsidie op nihil vaststellen. De medisch specialist heeft namelijk
na de vaststelling van de subsidie niet voldaan aan de subsidieverplichtingen. De
minister gaat in het bovenbedoelde geval over tot terugvordering van het betaalde
subsidiebedrag van € 100.000.
Artikel 12. Inwerkingtreding, vervaldatum en overgangsrecht
In afwijking van de systematiek van vaste verandermomenten bij regelgeving (VVM),
treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.
Dit om de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen in de gelegenheid te stellen
om spoedig een aanvraag in te dienen.
Er wordt op basis van het eerste lid geen minimale invoeringstermijn van twee maanden
gehanteerd om belangrijk nadeel voor de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen
te voorkomen. De aanvragen tot verlening van de subsidie moet voor 1 juli van het
desbetreffende overstapjaar zijn ingediend. Het vasthouden aan de vaste invoeringstermijn
van twee maanden zou betekenen dat er erg weinig tijd voor indienen van de aanvraag
tot subsidieverlening zou resteren.
Omdat subsidies die in 2021 op grond van die nieuwe regeling zullen worden verleend
‘pas’ in het eerste kwartaal van 2026 zullen worden vastgesteld, zal de nieuwe regeling
pas per 1 april 2026 komen te vervallen.
Op basis van het derde lid blijft de onderhavige subsidieregeling na het vervallen
daarvan van toepassing op de subsidies die de minister op grond van die regeling heeft
verleend. Deze bepaling is met name van belang voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures
tegen het besluit tot verlening van de subsidie en het besluit tot vaststelling van
de subsidie.
Artikel 13. Citeertitel
In verband met de verlenging van de werkingsduur van de Subsidieregeling voor de jaren
2020 en 2021 is duidelijkheidshalve ook de citeertitel op dit punt geactualiseerd.
De Subsidieregeling wordt zo spoedig mogelijk bekend gemaakt, ook met het oog op het
indienen van aanvragen tot subsidieverlening voor het overstapjaar 2020.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.
De Minister voor Medische Zorg, M.J. van Rijn