Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2015, kenmerk 874466-144542-WJZ, houdende regels voor een subsidie voor het faciliteren van medisch specialisten bij de overgang naar integrale tarieven voor medisch specialistische zorg en kaakchirurgie (Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg 2016)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

arbeidsovereenkomst:

overeenkomst als bedoeld in artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

arts:

persoon ingeschreven als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

inspecteur:

inspecteur als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

instelling:

organisatorisch verband dat strekt tot de verlening van zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, met uitzondering van een organisatorisch verband waarbinnen in het kader van de binnen een instelling verleende zorg, een deel van die zorg wordt verleend.

medisch specialist:

arts als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

subsidie:

subsidie als bedoeld in artikel 3;

vrijgevestigd medisch specialist:

arts die uitsluitend anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst met een of meer zorgaanbieders en anders dan op basis van een uitzendovereenkomst als bedoeld in artikel 690 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, werkzaam is als medisch specialist;

zorgaanbieder:
  • 1°. natuurlijke persoon of rechtspersoon, die een instelling in stand houdt;

  • 2°. natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een instelling vormen.

Artikel 2 Medisch specialist en ambtenaar

  • 1. Een medisch specialist voor de toepassing van deze regeling is een arts die:

    • a. als specialist met een wettelijk erkende specialistentitel in een specialistenregister als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, is ingeschreven, en

    • b. zorg biedt als bedoeld in artikel I.1, onderdeel d, van de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische zorg 2015.

  • 2. Een aanstelling als ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet wordt voor deze regeling gelijkgesteld met een arbeidsovereenkomst.

Artikel 3 Voorwaarden aanspraak op subsidie

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een natuurlijk persoon die:

    • a. het gehele jaar 2015 een vrijgevestigde medisch specialist was die op grond van de voor hem voor dat jaar geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uren per week aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep;

    • b. met ingang van een na 31 december 2015 doch voor 1 juli 2016 gelegen tijdstip zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist heeft beëindigd;

    • c. zonder dat sprake is of zal zijn van een andere vergoeding daarvoor dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten:

      • zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist heeft gestaakt;

      • de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon heeft beëindigd, en

    • d. met ingang van het tijdstip, bedoeld in onderdeel b, als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam is en zal zijn.

  • 2. De minister verstrekt per medisch specialist slechts één subsidie op grond van deze regeling.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

De minister verstrekt de subsidie met het oog op de beëindiging na 31 december 2015 en voor 1 juli 2016 van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en het met ingang van het tijdstip van die beëindiging, als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam zijn.

Artikel 5 Subsidiebedrag

  • 1. Het bedrag van de subsidie is € 100 000.

  • 2. Het bedrag van de subsidie is in afwijking van het eerste lid, nihil indien:

    • a. de subsidiabele activiteiten, bedoeld in artikel 4 niet of niet geheel hebben plaatsgevonden, of

    • b. de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen, bedoeld in artikel 9.

  • 3. De minister kan in afwijking van het eerste lid, de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan:

    • a. de in deze regeling aan de subsidie verbonden verplichtingen anders dan bedoeld in artikel 9, of

    • b. de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht, aan de subsidie-ontvanger heeft opgelegd.

Artikel 6 Aanvraag tot verlening van subsidie

  • 1. De zorgaanbieder respectievelijk een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, dient namens de medisch specialist een aanvraag in voor de verlening van de subsidie, voor 1 maart 2016.

  • 2. Voor een aanvraag tot verlening van de subsidie wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3. De medisch specialist machtigt de instelling, bedoeld in het eerste lid, voor het indienen van de aanvraag en het in ontvangst nemen van betaling door de minister van het voorschot, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 4. Bij de aanvraag worden gevoegd:

    • a. een kopie van de één of meer voor de medisch specialist voor 2015 geldende overeenkomsten op basis waarvan hij aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep;

    • b. documenten waaruit blijkt dat de medisch specialist in 2015 meer dan twintig uur per week aanwezig was in een instelling ter uitoefening van zijn beroep indien een dergelijke aanwezigheid niet blijkt uit de één of meer overeenkomsten, bedoeld in onderdeel a;

    • c. een kopie van de één of meer gesloten arbeidsovereenkomsten op basis waarvan de arts als medisch specialist werkzaam is of zal zijn;

    • d. de machtiging, bedoeld in het derde lid, en

    • e. het tussen de medisch specialist en de zorgaanbieder, bedoeld in het eerste lid, overeengekomen schema van de betalingen door de zorgaanbieder aan de medisch specialist van het door de minister verleende voorschot.

  • 5. De aanvrager kan de aanvraag tot en met 30 juni 2016 aanvullen.

  • 6. De minister maakt in de gevallen waarin hij met betrekking tot de aanvraag een besluit als bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, kan nemen, van die bevoegdheid gebruik.

Artikel 7 Besluit over subsidieverlening

  • 1. De minister besluit uiterlijk op 30 september 2016 over de subsidieverlening.

  • 2. Onverminderd artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, weigert de minister de subsidieverlening indien hij de aanvraag na 29 februari 2016 heeft ontvangen.

Artikel 8 Voorschot

  • 1. De minister verleent in 2016 aan de subsidie-ontvanger een voorschot van € 80.000.

  • 2. De betaling van het voorschot geschiedt aan de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Artikel 9 Aanvullende doelverplichtingen

  • 1. De subsidie-ontvanger is vanaf het tijdstip, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, tot en met 31 mei 2020 als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam.

  • 2. Er wordt voor de beëindiging van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist, geen vergoeding door een derde verleend anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten.

  • 3. De subsidie-ontvanger die in de periode, bedoeld in het eerste lid, niet langer voldoet aan het eerste of tweede lid, meldt dat feit onverwijld aan de minister.

Artikel 10 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. De zorgaanbieder respectievelijk een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, dient namens de medisch specialist, een aanvraag tot vaststelling van de subsidie uiterlijk op 1 juli 2020 in.

  • 2. Voor de aanvraag wordt een door de minister vastgesteld formulier gebruikt.

  • 3. De medisch specialist machtigt de instelling, bedoeld in het eerste lid, voor het indienen van de aanvraag en het in ontvangst nemen van de betaling door de minister van het subsidiebedrag.

  • 4. In afwijking van het eerste lid, dient de subsidie-ontvanger de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, indien hij niet langer als medisch specialist werkzaam is.

  • 5. Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden gevoegd:

    • a. een kopie van de aangiften voor de inkomstenbelasting over het jaar 2016 en de daaropvolgende jaren, die de medisch specialist heeft gedaan;

    • b. indien de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon waren ondergebracht een kopie van de aangiften voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2016 en de daaropvolgende jaren die voor die rechtspersoon zijn gedaan;

    • c. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door de medisch specialist over het jaar 2016 en daaropvolgende jaren verschuldigde inkomstenbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;

    • d. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door in onderdeel b bedoelde rechtspersoon over het jaar 2016 en daaropvolgende jaren verschuldigde vennootschapsbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;

    • e. de machtiging, bedoeld in het derde lid, en

    • f. het tussen de medisch specialist en de zorgaanbieder, bedoeld in het eerste lid, overeengekomen schema van de betalingen van de door de minister vastgestelde subsidie.

  • 6. De kopieën, bedoeld in het vijfde lid, kunnen in afwijking van dat lid, uiterlijk op 1 juli 2020 ook afzonderlijk, door de medisch specialist aan de minister worden verstrekt.

Artikel 11 Besluit tot vaststelling van subsidie

  • 1. Binnen tweeëntwintig weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie bedoeld in artikel 10 neemt de minister een besluit op de aanvraag.

  • 2. De minister vordert het onverschuldigd betaald voorschot terug.

  • 3. De minister verstrekt het deel van het vastgestelde subsidiebedrag dat na verrekening van het betaalde voorschot resteert, in één keer aan de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 10, eerste lid, respectievelijk de subsidie-ontvanger, bedoeld in het vierde lid van dat artikel.

ARTIKEL 12 WIJZIGING SUBSIDIEREGELING OVERGANG INTEGRALE TARIEVEN MEDISCH SPECIALISTISCHE ZORG

De Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘vrij gevestigd medisch specialist’ vervangen door: vrijgevestigd medisch specialist.

B

In artikel 3, eerste lid, wordt ‘vrij gevestigd medisch specialist’ telkens vervangen door: vrijgevestigd medisch specialist.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘vrij gevestigd medisch specialist’ wordt vervangen door: vrijgevestigd medisch specialist.

2. De zinsnede ‘uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam zijn als medisch specialist’ vervangen door: als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders werkzaam zijn.

D

In artikel 6, vierde lid, onderdeel d, wordt ‘het overeenkomen schema’ vervangen door: het overeengekomen schema.

E

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede ‘uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders, als medisch specialist werkzaam’ vervangen door: als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders, als medisch specialist werkzaam.

2. In het tweede lid wordt ‘als vrij gevestigd medisch specialist’ vervangen door: als vrijgevestigd medisch specialist.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. De subsidie-ontvanger die in de periode, bedoeld in het eerste lid, niet langer voldoet aan het eerste of tweede lid, doet van dat feit onverwijld melding aan de minister.

F

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het vierde tot vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

4. In afwijking van het eerste lid, dient de subsidie-ontvanger de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in, indien hij niet langer als medisch specialist werkzaam is.

2. De onderdelen a tot met d van het vijfde lid (nieuw) komen te luiden:

  • a. een kopie van de aangiften voor de inkomstenbelasting over het jaar 2015 en de daaropvolgende jaren, die de medisch specialist heeft gedaan;

  • b. indien de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon waren ondergebracht een kopie van de aangiften voor de vennootschapsbelasting over het jaar 2015 en de daaropvolgende jaren die voor die rechtspersoon zijn gedaan;

  • c. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door de medisch specialist over het jaar 2015 en daaropvolgende jaren verschuldigde inkomstenbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;

  • d. een kopie van de door de inspecteur vastgestelde aanslagen, bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen inzake de door in onderdeel b bedoelde rechtspersoon over het jaar 2015 en daaropvolgende jaren verschuldigde vennootschapsbelasting en van de toelichting op de correcties op de aangiften;.

3. Er wordt lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De kopieën, bedoeld in het vijfde lid, kunnen in afwijking van dat lid, uiterlijk op 1 juli 2019 ook afzonderlijk door de medisch specialist aan de minister worden verstrekt.

G

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de één of meer onverschuldigd betaalde voorschotten’ vervangen door: het onverschuldigd betaald voorschot.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De minister verstrekt het deel van het vastgestelde subsidiebedrag dat na verrekening van het betaalde voorschot resteert in één keer aan de zorgaanbieder, bedoeld in artikel 10, eerste lid, respectievelijk de subsidie-ontvanger, bedoeld in het vierde lid van dat artikel.

Artikel 13 Inwerkingtreding, vervaldatum en overgangsrecht

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2015, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2016.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2021.

  • 3. Deze regeling blijft van toepassing op een subsidie die de minister krachtens deze regeling heeft verstrekt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch-specialistische zorg 2016.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

TOELICHTING

I. Algemeen

Inleiding

De onderhavige subsidieregeling vormt een vervolg op de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg. Ik heb bij brief van 13 oktober 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal de onderhavige subsidieregeling aangekondigd voor vrijgevestigde medisch specialisten die in de eerste zes maanden van 2016 hun hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist beëindigen en naar loondienst overgaan (Kamerstukken II 2015/16, 29 248, nr. 288, blz. 2 en 3).

Doelstelling

De verhouding tussen vrijgevestigde medisch specialisten en het ziekenhuis/zelfstandig behandelcentrum is per 1 januari 2015 met de invoering van de integrale tarifering1 gewijzigd. Ziekenhuizen en vrijgevestigd medisch specialisten dienen afspraken te maken over de positie van de medisch specialist in het ziekenhuis, op basis van lokale en individuele overwegingen. Ze kozen er óf voor dat de vrijgevestigd medisch specialist zijn ondernemerschap behield, aan de hand van daartoe uitgewerkte fiscale modellen, óf ze kozen ervoor dat de specialist in loondienst trad.

Het goed inrichten van de besturing van ziekenhuizen in verband met de invoering van integrale tarifering is nog niet afgerond. Het is belangrijk dat ziekenhuizen en medisch specialisten blijven nadenken over wat voor hen de beste manier is om de samenwerking zo in te richten dat deze is afgestemd op de behoeften en wensen van patiënten, en de kwaliteit en doelmatigheid van de geleverde zorg ten goede komt. Dat kan betekenen dat medisch specialisten overwegen om in 2016 alsnog over te gaan op het loondienstmodel. De overwegingen die in 20142 golden voor het instellen van de regeling gelden daarmee nog steeds: het blijft van belang dat voor medisch specialisten alle modellen een reële keuzemogelijkheid zijn.

Indien een specialist bij de overstap naar loondienst geen vergoeding krijgt voor de staking van zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist leidt die overstap tot schade. Deze schade kan ertoe leiden dat een dergelijke overstap naar loondienst door het ziekenhuis en de medisch specialist wordt gepercipieerd als een minder aantrekkelijke optie. Om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis en de medisch specialist een dergelijke overstap naar loondienst toch een reële optie vinden, verleent de minister daarvoor een subsidie. De subsidie vermindert de financiële belemmeringen voor ziekenhuizen en vrijgevestigde medisch specialisten om een dienstverband aan te gaan zonder vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist.

Indien de subsidie wordt toegekend, maakt dit onderdeel uit van de afspraken die ziekenhuizen en specialisten maken in verband met de overgang naar loondienst en de verdeling van de schade. De subsidie vormt een gedeeltelijke compensatie voor het beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigde medisch specialist zonder vergoeding. De niet gecompenseerde schade komt, afhankelijk van de gemaakte afspraken, voor rekening van het ziekenhuis en/of de medisch specialist.

Omdat de kosten die gemaakt worden bij de overgang naar loondienst geen direct verband houden met de zorgverlening aan een patiënt is ervoor gekozen om de subsidie ten laste van de Rijksbegroting te brengen. De medisch specialist is de ontvanger van de subsidie.

Inhoud regeling

Subsidie-ontvanger

De minister verstrekt op aanvraag op grond van de onderhavige regeling een subsidie aan de medisch specialist. Een persoon moet dus een medisch specialist zijn om in aanmerking te komen voor de subsidie. De onderhavige subsidieregeling bevat een eigen omschrijving van medisch specialist. Een medisch specialist staat als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) ingeschreven. De minister stelt op basis van artikel 3, derde lid, van de Wet BIG, een BIG-register in en beheert dat register. Personen die als tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige of als verpleegkundige in een BIG-register staan ingeschreven staan niet als arts in een BIG-register ingeschreven en zijn derhalve geen medisch specialist in de zin van de onderhavige subsidieregeling.

Een medisch specialist mag bovendien een wettelijk beschermde specialistentitel voeren en staat onder die titel in een specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG) dan wel van de Nederlandse Vereniging tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) ingeschreven.

Een medisch specialist levert zorg als bedoeld in de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische zorg 2015 (Aanwijzing integrale tarifering). Het betreft hier medisch-specialistische zorg anders dan geestelijke gezondheidszorg, audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering en mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden. De reden voor die eis is dat het moet gaan om artsen waarvan de verhouding met het ziekenhuis als gevolg van de invoering van de integrale tarifering is gewijzigd. Huisartsen en psychiaters komen gezien het bovenstaande niet in aanmerking voor de subsidie.

Voorwaarden aanspraak op subsidie

De onderhavige subsidieregeling regelt de voorwaarden waaraan de medisch specialist moet voldoen om de subsidie te kunnen krijgen. De medisch specialist was gedurende het gehele jaar 2015 een vrijgevestigde medisch specialist. Een vrijgevestigde medisch specialist is een arts die geen werkzaamheden als medisch specialist verricht op basis van een arbeidsovereenkomst met een of meer ziekenhuizen of van een uitzendovereenkomst. Dit kan zich voordoen bij een individuele toelatingsovereenkomst met een ziekenhuis of een participatie in een medisch-specialistisch bedrijf dat een overeenkomst tot verlening van zorgdiensten sluit met een ziekenhuis. Deze eis houdt mede verband met het feit dat het moet gaan om artsen bij wie de invoering van integrale tarifering de verhouding met het ziekenhuis beïnvloedt.

De medisch specialist moet op basis van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uur per week aanwezig zijn in het ziekenhuis ter uitoefening van zijn medisch beroep. Hij beëindigt in de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2016 zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en verricht nadien zijn activiteiten als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen. Hij verricht m.a.w. in geen enkel ziekenhuis werkzaamheden als vrijgevestigd medisch specialist.

De subsidie is bedoeld als een tegemoetkoming in de kosten van de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Een vergoeding in verband met die beëindiging verhindert dan ook de aanspraak op de subsidie. Er bestaat in het geval van een vergoeding geen reden voor een tegemoetkoming in de kosten van de beëindiging. Er geldt een uitzondering op bovengenoemde beperking van de aanspraak op de subsidie voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in de vorm van geldsom van een ziekenhuis waarmee medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. De medisch specialist en het ziekenhuis maken in het kader van de overgang naar het dienstverband afspraken waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van hun afspraken.

Subsidiabele activiteiten en aanvullende doelverplichtingen

De minister verstrekt de subsidie voor het stoppen als vrijgevestigd medisch specialist in de periode van 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2016 en het nadien als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen uitvoeren van de werkzaamheden. De subsidieregeling bevat ook aanvullende doelverplichtingen die gelden in aanvulling op de standaardverplichtingen die de minister ingevolge artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft opgelegd. Het betreft hier de volgende verplichtingen voor de subsidie-ontvanger:

  • a. hij oefent zijn beroep als medisch specialist tot en met 31 mei 2020 uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen uit;

  • b. hij ontvangt geen vergoeding in welke vorm dan ook voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een ziekenhuis waarmee een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, en

  • c. hij meldt indien hij niet langer voldoet aan één van de beide bovenbedoelde verplichtingen of de beide bovenbedoelde verplichtingen dat feit onverwijld aan de minister.

De eerstgenoemde verplichting houdt niet in dat de medisch specialist tot en met 31 mei 2020 zijn medisch beroep moet blijven uitoefenen. Indien hij bijvoorbeeld vanwege duurzame arbeidsongeschiktheid of pensionering zijn beroep niet meer uitoefent voldoet hij nog steeds aan de eerstgenoemde verplichting. Hij verricht dan immers geen activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. De eerstgenoemde verplichting betekent wel dat de medisch specialist zijn beroep ook niet gedeeltelijk als vrijgevestigd medisch specialist kan uitoefenen. Een medisch specialist die zijn beroep op basis van een arbeidsovereenkomst en op basis van andere overeenkomsten uitoefent voldoet niet aan de eerstgenoemde verplichting. De eerstbedoelde verplichting heeft tenslotte ook geen betrekking op werkzaamheden anders dan als medisch specialist.

Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt in beginsel € 100.000. Indien echter de activiteiten (artikel 4) waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden bedraagt de subsidie nihil. De subsidie bedraagt ook nihil indien de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in de subsidieregeling genoemde aanvullende doelverplichtingen (artikel 9). Een dergelijk geval doet zich voor indien de medisch specialist voor 1 juni 2020 toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht. De subsidie beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren. De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan andere subsidieverplichtingen dan de in de onderhavige subsidieregeling opgenomen aanvullende doelverplichtingen of aan de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de subsidie-ontvanger heeft opgelegd.

Aanvraag tot verlening van subsidie en bevoorschotting

Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten dient de aanvraag tot verlening van de subsidie in. Dit vereiste hangt samen met het feit dat de medisch specialist en het ziekenhuis afspraken maken in het kader van de overgang naar het dienstverband waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van afspraken over deze overgang naar het dienstverband. Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 maart 2016 indienen. De minister verleent een voorschot van € 80.000. De betaling van het verleende voorschot geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend. De betaling door het ziekenhuis van het verleende voorschot aan de medisch specialist vormt onderdeel van de maatwerkafspraken die zij hebben gemaakt. Het ziekenhuis moet in verband met het bovenstaande bij de aanvraag voegen:

de machtiging van de medisch specialist om de betaling van het voorschot in ontvangst te nemen, en het met de medisch specialist overeengekomen kasritme voor de betaling in één of meer termijnen aan de medisch specialist van het ontvangen voorschot.

Subsidievaststelling

Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten dient ook de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 juli 2020 indienen. De minister stelt de subsidie op € 100.000 vast indien al de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt hebben plaatsgevonden en de medisch specialist heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen.

De aanvrager moet, met het oog op het onderzoek van de subsidieverstrekker of de aanvrager aan de subsidieverplichtingen heeft voldaan, kopieën van de in de regeling genoemde fiscale bescheiden inzake de inkomstenbelasting en in voorkomend geval ook inzake de vennootschapsbelasting meesturen. De medisch specialist kan ervoor kiezen om zelf voor 1 juli 2020 de kopieën van de bovenbedoelde fiscale bescheiden aan de minister te verstrekken. De medisch specialist zal bijvoorbeeld van die mogelijkheid gebruik willen maken indien hij niet wenselijk vindt dat het ziekenhuis kennis kan nemen van de inhoud van de bovenbedoelde fiscale bescheiden.

De minister stelt de subsidie op nihil vast indien de activiteiten waarvoor hij de subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in de onderhavige subsidieregeling opgenomen aanvullende doelverplichtingen. De minister zal in dat geval het onverschuldigd betaalde voorschot ten bedrage van € 80.000 van de medisch specialist terugvorderen. De minister zal bij een vastgestelde subsidie van €  100.000 na verrekening van het betaalde voorschot nog € 20.000 aan de aanvrager verstrekken. De betaling van dat bedrag geschiedt ook aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend. Het ziekenhuis moet in verband daarmee bij de aanvraag de machtiging overleggen van de medisch specialist tot ontvangst van het bedrag van € 20.000. Het ziekenhuis moet bij de aanvraag ook het met de medisch specialist overeengekomen betaalschema van het van de minister ontvangen bedrag van € 20.000 overleggen.

Indien na de vaststelling alsnog sprake is van een vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding van het ziekenhuis, zal de minister de subsidievaststelling wijzigen en de subsidie op nihil vaststellen. De medisch specialist heeft namelijk na de vaststelling van de subsidie niet voldaan aan de subsidieverplichtingen. De minister gaat in het bovenbedoelde geval over tot terugvordering van het betaalde subsidiebedrag van € 100.000.

De subsidie-ontvanger die niet langer werkzaam is als medisch specialist moet zelf zorg dragen voor de tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie en de daarbij te verstrekken (kopieën) van documenten. Indien de subsidie-ontvanger is overleden moeten de erfgenamen ervoor zorgen dat de minister de aanvraag tot vaststelling van de subsidie tijdig ontvangt. Het na verrekening van het betaalde voorschot resterende subsidiebedrag onderscheidenlijk terug te betalen bedrag maakt onderdeel uit van de nalatenschap van de subsidie-ontvanger.

Gevolgen voor fraude, administratieve lasten en de Rijksbegroting

De regeling heeft op het punt van de subsidieverplichtingen enige risico’s op het gebied van de fraude.

Er geldt de verplichting dat de medisch specialist gedurende de periode vanaf de beëindiging van zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist tot en met 31 mei 2020, zijn werkzaamheden uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten verricht. Het toezicht op de naleving van die verplichting geschiedt aan de hand van de door de medisch specialist met ziekenhuizen gesloten arbeidsovereenkomsten, de melding dat hij niet langer voldoet aan de bovenbedoelde verplichting en de bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie te verstrekken kopieën van fiscale bescheiden. De minister stelt het bedrag van de subsidie (alsnog) op nihil vast indien de medisch specialist niet aan de bovenbedoelde subsidieverplichtingen heeft voldaan. De minister gaat in dat geval over tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde voorschot respectievelijk subsidiebedrag. Met deze beheersmaatregelen worden de risico’s dat het niet voldoen aan de bovenbedoelde verplichting onopgemerkt blijft zoveel mogelijk ingedamd.

Er geldt de verplichting dat geen sprake is of zal zijn van een vergoeding voor de beëindiging van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist anders dan van een ziekenhuis, waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. De subsidie-ontvanger moet aan de minister melden indien hij niet langer voldoet aan de bovenbedoelde verplichting. Het toezicht op de naleving van die verplichting geschiedt verder aan de hand van de bij aanvraag tot vaststelling van de subsidie te verstrekken kopieën van fiscale bescheiden. De fiscale bescheiden betreffen in de eerste plaats ingediende aangiften en vastgestelde aanslagen inzake de inkomstenbelasting over het jaar 2016 en daaropvolgende jaren en in voorkomend geval van de relevante ingediende aangiften en vastgestelde aanslagen inzake de vennootschapsbelasting over het jaar 2016 en daarop volgende jaren. De fiscale bescheiden betreffen in de tweede plaats de toelichting op de eventuele door de belastinginspecteur aangebrachte correcties in de aangiften.

Uit correct ingevulde aangiften blijkt de staking van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist respectievelijk van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in de rechtspersoon. Uit correct ingevulde aangiften blijken de eventuele vergoedingen voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Uit de te verstrekken kopieën van de door de belastingsinspecteur vastgestelde aanslagen en van de toelichting op de correcties op de aangiften kan de minister opmaken in hoeverre de belastinginspecteur die aangiften heeft gevolgd.

De minister stelt het bedrag van de subsidie (alsnog) op nihil vast indien de medisch specialist niet aan de bovenbedoelde subsidieverplichtingen heeft voldaan. De minister gaat in dat geval over tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde voorschot respectievelijk subsidiebedrag.

De minister stelt het bedrag van de subsidie op nihil vast indien de subsidie-ontvanger die niet langer voldoet aan de bovengenoemde doelverplichtingen dat feit niet tijdig heeft gemeld.

De regeling heeft enige gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de medisch specialist in loondienst. Het betreft in de eerste plaats de aanvraag voor verlening van de subsidie met gebruik van het door de minister vastgesteld formulier. Het betreft in de tweede plaats de voor de verlening te verstrekken kopieën van overeenkomsten, machtiging en overeengekomen betaalschema. Het betreft in de derde plaats de meldingen die de medisch specialist dat hij niet langer voldoet aan één of beide in de onderhavige subsidieregeling opgenomen doelverplichtingen. Het betreft in de vierde plaats de aanvraag tot vaststelling van de subsidie met gebruik van het door de minister vastgesteld formulier. Het betreft in de vijfde plaats de voor de vaststelling te verstrekken fiscale bescheiden, machtiging en overeengekomen betaalschema. De genoemde administratieve lasten zijn beperkt.

De verleende subsidies komen ten laste van hoofdstuk XVI van de Rijksbegroting voor 2016. Het gaat naar verwachting om een bedrag van maximaal € 30 mln.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1

Een arts is een persoon die als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet BIG, is omschreven. Een dergelijk register is een BIG-register.

Een instelling is een organisatorisch verband dat strekt tot het leveren van zorg omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. Er is sprake van een organisatorisch verband wanneer afspraken zijn gemaakt omtrent de organisatie van werkzaamheden en de verdeling van verantwoordelijkheden.

Organisatorische verbanden waarbinnen een deel van de binnen een instelling verleende zorg leveren wordt geleverd, zijn geen instellingen. Dit houdt in dat specialistenmaatschappen binnen een ziekenhuis en medisch-specialistische bedrijven niet als instellingen gelden.

De zorgaanbieders zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die een instelling exploiteren. Het kan bij zorgaanbieders ook gaan om personen die gezamenlijk een instelling vormen. (Kamerstukken II 1993/94, 23 633, nr. 3, blz. 8).

Artikel 2

In het eerste lid, onderdeel b is bepaald dat een medisch specialist zorg levert die binnen het toepassingsbereik van de Aanwijzing integrale tarifering valt. Dit bewerkstelligt dat alleen een vrijgevestigde medisch specialist waarvan de verhouding met het ziekenhuis op grond van bovenbedoelde aanwijzing is gewijzigd, in aanmerking kan komen voor de subsidie. Het gaat om medisch- specialistische zorg anders dan geestelijke gezondheidszorg en om kaakchirurgie. Huisartsen en psychiaters kunnen geen gebruik maken van deze regeling.

Het tweede lid bewerkstelligt dat ook de overstap van de vrijgevestigde medisch specialist naar een ambtelijke aanstelling bij een universitair medisch centrum, kan leiden tot verstrekking van de subsidie.

Artikel 3

Het eerste lid bevat de voorwaarden voor de verstrekking van de subsidie.

De arts moest op basis van het eerste lid, onderdeel a, het gehele jaar 2015 op grond van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uren per week in een instelling ter uitoefening van zijn beroep aanwezig zijn. Indien de één of meer overeenkomsten onvoldoende uitsluitsel bieden over de aanwezigheid, zullen de aanvrager en de medisch specialist met andere bewijsstukken de vereiste aanwezigheid moeten aantonen. De overeenkomst(en) kunnen individuele toelatingsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen betreffen of overeenkomsten tussen een medisch specialistisch bedrijf, waarin de medisch specialist als ondernemer deelneemt, en één of meer ziekenhuizen. Een medisch specialist die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een medisch specialistisch bedrijf en door dat bedrijf aan één of meer ziekenhuizen ter beschikking is gesteld, geldt niet als vrijgevestigd medisch specialist en komt derhalve niet in aanmerking voor de subsidie. De voorwaarde in het eerste lid, onderdeel c, betreft het ontbreken van een vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Er mag geen sprake zijn van een vergoeding in welke vorm dan ook. Het kan gaan om een geldsom of om een belang in een medisch specialistisch bedrijf of in een collectief met het ziekenhuis. Ook een vergoeding aan de praktijkvennootschap van de medisch specialist verhindert de verstrekking van subsidie.

De vrijgevestigde medisch specialist waarvan de opbrengsten uit zijn beroepsuitoefening onder de heffing van de inkomstenbelasting vallen, moet zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist staken zonder dat daarvoor een vergoeding is of zal worden verleend.

De medisch specialist die zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in een rechtspersoon heeft ondergebracht moet die activiteiten staken zonder dat daarvoor een vergoeding aan hem of aan die rechtspersoon is of zal worden verleend.

Er geldt een uitzondering voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. Een onmiddellijke vergoeding is een vergoeding die de zorgaanbieder rechtstreeks aan de medisch specialist verleent. Een middellijke vergoeding is een vergoeding die een andere entiteit aan de medisch specialist verleent waarbij de zorgaanbieder door middel van bijdragen aan die andere entiteit het verlenen van vergoedingen aan medisch specialisten heeft mogelijk gemaakt. Er kan in dit verband worden gedacht aan een vergoeding ten laste van een goodwillfonds dat de zorgaanbieder heeft opgericht.

De medisch specialisten moeten op basis van het eerste lid, onderdeel d, slechts op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch specialist werkzaam zijn. Een zorgaanbieder is een persoon die een instelling exploiteert of samen met andere personen een instelling vormt. Specialistenmaatschappen binnen een ziekenhuis en medisch specialistische bedrijven gelden niet als instellingen.

Artikel 4

Er wordt voor een toelichting op artikel 4 verwezen naar het onderdeel ‘Subsidiabele activiteiten en aanvullende doelverplichtingen’ van het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel 5

Ingevolge het tweede lid bedraagt de subsidie nihil indien de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt (artikel 4) niet of niet geheel hebben plaatsgevonden bedraagt de subsidie nihil. De subsidie bedraagt ook nihil indien de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in de artikel 9 van de subsidieregeling genoemde aanvullende doelverplichtingen (artikel 9). Een medisch specialist heeft bijvoorbeeld niet aan de bovengenoemde aanvullende doelverplichtingen voldaan indien hij in de periode tot en met 31 mei 2020 toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht. De subsidie beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.

De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan andere in de onderhavige subsidieregeling opgenomen verplichtingen en/of de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de subsidie-ontvanger heeft opgelegd. Een lager bedrag houdt een bedrag in van meer dan nihil en minder dan € 100.000.

Artikel 6

Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot verlening van de subsidie in. De minister zal op grond van het zesde lid besluiten om een aanvraag tot verlening van de subsidie niet te behandelen indien hij ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van de Awb een dergelijk besluit kan nemen. Het besluit om een aanvraag niet te behandelen is een discretionaire bevoegdheid waarvan de minister op basis van artikel 3:4 van de Awb, pas na afweging van de betrokken belangen gebruik mag maken. De aanvrager kan op basis van het vijfde lid, tot en met 30 juni 2016 een ongenoegzame aanvraag aanvullen.

Het zesde lid maakt duidelijk dat de minister binnen de bovengenoemde kaders van de Awb zal besluiten om een ongenoegzame aanvraag niet te behandelen. Er is sprake van een ongenoegzame aanvraag indien het door de minister vastgestelde formulier voor de aanvraag niet is gebruikt of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende zijn voor de beoordeling of de medisch specialist voldoet aan de voorwaarden voor verstrekking van de subsidie. Deze voorwaarden zijn neergelegd in artikel 3, eerste lid.

Artikel 8

Artikel 4:89, vierde lid, van de Awb, maakt de regeling in het tweede lid van de betaling van het verleende voorschot aan de instelling die de aanvraag tot verlening van de subsidie heeft ingediend, mogelijk. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.

Artikel 9

Dit artikel bevat de aanvullende doelverplichtingen. Die verplichtingen zijn op basis van artikel 4:38, tweede lid, van de Awb, in de onderhavige subsidieregeling opgenomen. De medisch specialist mag voor de beëindiging van zijn hoedanigheid als medisch specialist geen vergoeding van een derde ontvangen. Er geldt een uitzondering voor een (on)middellijke vergoeding van een ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. Een dergelijke vergoeding heeft dus geen gevolgen voor de subsidie.

Artikel 10

Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Een aanslag als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is een definitieve aanslag. De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte afwijken. Dit blijkt uit de toelichting op de correcties op de aangiften. Het vierde lid heeft betrekking op de situatie dat de subsidie-ontvanger niet langer als medisch specialist werkzaam is. Een dergelijk geval kan zich bijvoorbeeld voordoen bij duurzame arbeidsongeschiktheid en pensionering. De subsidie-ontvanger zal in dat geval geen dienstverband meer hebben met een ziekenhuis. Hij dient dan zelf zorg te dragen voor tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie met de daarbij te voegen stukken.

Het zesde lid regelt de mogelijkheid dat medisch specialist zelf de kopieën van de voor de subsidievaststelling relevante fiscale bescheiden aan de minister verstrekt. De medisch specialist zal van die mogelijkheid gebruik maken indien hij niet wenst dat het betrokken ziekenhuis inzage krijgt in de relevante fiscale bescheiden.

Artikel 11

Op grond van het vierde lid van artikel 4:95 van de Awb worden de betaalde voorschotten verrekend met het vastgestelde subsidiebedrag en kan de minister onverschuldigd betaalde voorschotten terugvorderen. Ingevolge het tweede lid zal de minister van die bevoegdheid gebruik maken.

De regeling in het derde lid van de betaling aan de zorgaanbieder die de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend, is mogelijk op grond van artikel 4:89, vierde lid, van de Awb. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.

Artikel 12

De wijzigingen van de artikelen 1 en 3 en de eerste wijziging van artikel 4 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg betreffen de correcties van redactionele oneffenheden.

De tweede wijziging van artikel 4 en de wijziging van artikel 9, eerste lid, van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, leidt tot een redactionele verduidelijking. De zinsnede ‘uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders’ heeft alleen betrekking op de werkzaamheden als medisch specialist en niet op de andere werkzaamheden.

De wijzigingen van de artikelen 6, 9, tweede lid, en 10, eerste lid, van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, betreffen de correctie van redactionele oneffenheden.

Het in artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg ingevoegde vierde lid komt inhoudelijk overeen met artikel 10, vierde lid, van de onderhavige subsidieregeling.

De gewijzigde onderdelen a tot en met d van het tot vijfde lid vernummerde vierde lid van artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, komen inhoudelijk overeen met de corresponderende onderdelen van de onderhavige subsidieregeling, met dien verstande dat ze betrekking hebben op 2015 en de daaropvolgende jaren.

Het aan artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg toegevoegde zesde lid bewerkstelligt dat de medisch specialist zelf de kopieën van de voor de subsidievaststelling in 2019 relevante fiscale bescheiden aan de minister verstrekt.

De wijzigingen van artikel 11 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg brengen in dat artikel in overeenstemming met artikel 8 van die regeling. De minister verstrekt op basis van artikel 8, eerste lid, van die regeling, één voorschot van € 80.000.

Artikel 13

Er wordt op basis van het eerste lid geen minimale invoeringstermijn van twee maanden gehanteerd om belangrijk nadeel voor de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen te voorkomen. De aanvragen tot verlening van de subsidie moet voor 1 maart 2016 zijn ingediend. Het vasthouden aan de vaste invoeringstermijn van twee maanden zou betekenen dat er erg weinig tijd voor indienen van de aanvraag tot subsidieverlening zou resteren.

De onderhavige subsidieregeling is bovendien bij brief van 13 oktober 2015 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangekondigd (Kamerstukken II 2015/15, 29 248, nr. 288, blz. 2 en 3). De brief bevat de melding dat de onderhavige subsidieregeling op hoofdlijnen overeen zou komen met de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg.

Op basis van het derde lid blijft de onderhavige subsidieregeling na het vervallen daarvan van toepassing op de subsidies die de minister op grond van die regeling heeft verleend. Deze bepaling is met name van belang voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures tegen het besluit tot verlening van de subsidie en het besluit tot vaststelling van de subsidie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

In het vervolg van deze toelichting wordt onder ‘ziekenhuis’ tevens zelfstandig behandelcentrum begrepen.

X Noot
2

Zie voor de overwegingen in 2014 (Stcrt. 2014, 26413, blz. 5 en 6).

Naar boven