TOELICHTING
I. Algemeen
Inleiding
De onderhavige subsidieregeling vormt een vervolg op de Subsidieregeling overgang
integrale tarieven medisch specialistische zorg. Ik heb bij brief van 13 oktober 2015
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal de onderhavige subsidieregeling aangekondigd
voor vrijgevestigde medisch specialisten die in de eerste zes maanden van 2016 hun
hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist beëindigen en naar loondienst overgaan
(Kamerstukken II 2015/16, 29 248, nr. 288, blz. 2 en 3).
Doelstelling
De verhouding tussen vrijgevestigde medisch specialisten en het ziekenhuis/zelfstandig
behandelcentrum is per 1 januari 2015 met de invoering van de integrale tarifering1 gewijzigd. Ziekenhuizen en vrijgevestigd medisch specialisten dienen afspraken te
maken over de positie van de medisch specialist in het ziekenhuis, op basis van lokale
en individuele overwegingen. Ze kozen er óf voor dat de vrijgevestigd medisch specialist
zijn ondernemerschap behield, aan de hand van daartoe uitgewerkte fiscale modellen,
óf ze kozen ervoor dat de specialist in loondienst trad.
Het goed inrichten van de besturing van ziekenhuizen in verband met de invoering van
integrale tarifering is nog niet afgerond. Het is belangrijk dat ziekenhuizen en medisch
specialisten blijven nadenken over wat voor hen de beste manier is om de samenwerking
zo in te richten dat deze is afgestemd op de behoeften en wensen van patiënten, en
de kwaliteit en doelmatigheid van de geleverde zorg ten goede komt. Dat kan betekenen
dat medisch specialisten overwegen om in 2016 alsnog over te gaan op het loondienstmodel.
De overwegingen die in 20142 golden voor het instellen van de regeling gelden daarmee nog steeds: het blijft van
belang dat voor medisch specialisten alle modellen een reële keuzemogelijkheid zijn.
Indien een specialist bij de overstap naar loondienst geen vergoeding krijgt voor
de staking van zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist leidt die overstap
tot schade. Deze schade kan ertoe leiden dat een dergelijke overstap naar loondienst
door het ziekenhuis en de medisch specialist wordt gepercipieerd als een minder aantrekkelijke
optie. Om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis en de medisch specialist een dergelijke
overstap naar loondienst toch een reële optie vinden, verleent de minister daarvoor
een subsidie. De subsidie vermindert de financiële belemmeringen voor ziekenhuizen
en vrijgevestigde medisch specialisten om een dienstverband aan te gaan zonder vergoeding
voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist.
Indien de subsidie wordt toegekend, maakt dit onderdeel uit van de afspraken die ziekenhuizen
en specialisten maken in verband met de overgang naar loondienst en de verdeling van
de schade. De subsidie vormt een gedeeltelijke compensatie voor het beëindiging van
de activiteiten als vrijgevestigde medisch specialist zonder vergoeding. De niet gecompenseerde
schade komt, afhankelijk van de gemaakte afspraken, voor rekening van het ziekenhuis
en/of de medisch specialist.
Omdat de kosten die gemaakt worden bij de overgang naar loondienst geen direct verband
houden met de zorgverlening aan een patiënt is ervoor gekozen om de subsidie ten laste
van de Rijksbegroting te brengen. De medisch specialist is de ontvanger van de subsidie.
Inhoud regeling
Subsidie-ontvanger
De minister verstrekt op aanvraag op grond van de onderhavige regeling een subsidie
aan de medisch specialist. Een persoon moet dus een medisch specialist zijn om in
aanmerking te komen voor de subsidie. De onderhavige subsidieregeling bevat een eigen
omschrijving van medisch specialist. Een medisch specialist staat als arts in een
register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (Wet BIG) ingeschreven. De minister stelt op basis van artikel 3,
derde lid, van de Wet BIG, een BIG-register in en beheert dat register. Personen die
als tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut, fysiotherapeut,
verloskundige of als verpleegkundige in een BIG-register staan ingeschreven staan
niet als arts in een BIG-register ingeschreven en zijn derhalve geen medisch specialist
in de zin van de onderhavige subsidieregeling.
Een medisch specialist mag bovendien een wettelijk beschermde specialistentitel voeren
en staat onder die titel in een specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG) dan wel van de Nederlandse
Vereniging tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) ingeschreven.
Een medisch specialist levert zorg als bedoeld in de Aanwijzing integrale tarifering
medisch specialistische zorg 2015 (Aanwijzing integrale tarifering). Het betreft hier
medisch-specialistische zorg anders dan geestelijke gezondheidszorg, audiologische
zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering en mondzorg zoals
kaakchirurgen die bieden. De reden voor die eis is dat het moet gaan om artsen waarvan
de verhouding met het ziekenhuis als gevolg van de invoering van de integrale tarifering
is gewijzigd. Huisartsen en psychiaters komen gezien het bovenstaande niet in aanmerking
voor de subsidie.
Voorwaarden aanspraak op subsidie
De onderhavige subsidieregeling regelt de voorwaarden waaraan de medisch specialist
moet voldoen om de subsidie te kunnen krijgen. De medisch specialist was gedurende
het gehele jaar 2015 een vrijgevestigde medisch specialist. Een vrijgevestigde medisch
specialist is een arts die geen werkzaamheden als medisch specialist verricht op
basis van een arbeidsovereenkomst met een of meer ziekenhuizen of van een uitzendovereenkomst.
Dit kan zich voordoen bij een individuele toelatingsovereenkomst met een ziekenhuis
of een participatie in een medisch-specialistisch bedrijf dat een overeenkomst tot
verlening van zorgdiensten sluit met een ziekenhuis. Deze eis houdt mede verband met
het feit dat het moet gaan om artsen bij wie de invoering van integrale tarifering
de verhouding met het ziekenhuis beïnvloedt.
De medisch specialist moet op basis van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten
ten minste twintig uur per week aanwezig zijn in het ziekenhuis ter uitoefening van
zijn medisch beroep. Hij beëindigt in de periode van 1 januari tot en met 30 juni
2016 zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist en verricht nadien zijn
activiteiten als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten
met één of meer ziekenhuizen. Hij verricht m.a.w. in geen enkel ziekenhuis werkzaamheden
als vrijgevestigd medisch specialist.
De subsidie is bedoeld als een tegemoetkoming in de kosten van de beëindiging van
de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Een vergoeding in verband met
die beëindiging verhindert dan ook de aanspraak op de subsidie. Er bestaat in het
geval van een vergoeding geen reden voor een tegemoetkoming in de kosten van de beëindiging.
Er geldt een uitzondering op bovengenoemde beperking van de aanspraak op de subsidie
voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in de vorm van geldsom van een
ziekenhuis waarmee medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. De medisch
specialist en het ziekenhuis maken in het kader van de overgang naar het dienstverband
afspraken waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de subsidie
van de minister betrekken bij het maken van hun afspraken.
Subsidiabele activiteiten en aanvullende doelverplichtingen
De minister verstrekt de subsidie voor het stoppen als vrijgevestigd medisch specialist
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 30 juni 2016 en het nadien als medisch
specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer
ziekenhuizen uitvoeren van de werkzaamheden. De subsidieregeling bevat ook aanvullende
doelverplichtingen die gelden in aanvulling op de standaardverplichtingen die de minister
ingevolge artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft
opgelegd. Het betreft hier de volgende verplichtingen voor de subsidie-ontvanger:
-
a. hij oefent zijn beroep als medisch specialist tot en met 31 mei 2020 uitsluitend op
basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen uit;
-
b. hij ontvangt geen vergoeding in welke vorm dan ook voor de beëindiging van de activiteiten
als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke vergoeding
in de vorm van een geldsom van een ziekenhuis waarmee een arbeidsovereenkomst heeft
gesloten, en
-
c. hij meldt indien hij niet langer voldoet aan één van de beide bovenbedoelde verplichtingen
of de beide bovenbedoelde verplichtingen dat feit onverwijld aan de minister.
De eerstgenoemde verplichting houdt niet in dat de medisch specialist tot en met 31 mei
2020 zijn medisch beroep moet blijven uitoefenen. Indien hij bijvoorbeeld vanwege
duurzame arbeidsongeschiktheid of pensionering zijn beroep niet meer uitoefent voldoet
hij nog steeds aan de eerstgenoemde verplichting. Hij verricht dan immers geen activiteiten
als vrijgevestigd medisch specialist. De eerstgenoemde verplichting betekent wel dat
de medisch specialist zijn beroep ook niet gedeeltelijk als vrijgevestigd medisch
specialist kan uitoefenen. Een medisch specialist die zijn beroep op basis van een
arbeidsovereenkomst en op basis van andere overeenkomsten uitoefent voldoet niet aan
de eerstgenoemde verplichting. De eerstbedoelde verplichting heeft tenslotte ook geen
betrekking op werkzaamheden anders dan als medisch specialist.
Subsidiebedrag
De subsidie bedraagt in beginsel € 100.000. Indien echter de activiteiten (artikel
4) waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden
bedraagt de subsidie nihil. De subsidie bedraagt ook nihil indien de medisch specialist
niet heeft voldaan aan de in de subsidieregeling genoemde aanvullende doelverplichtingen
(artikel 9). Een dergelijk geval doet zich voor indien de medisch specialist voor
1 juni 2020 toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht.
De subsidie beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.
De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger
niet heeft voldaan aan andere subsidieverplichtingen dan de in de onderhavige subsidieregeling
opgenomen aanvullende doelverplichtingen of aan de verplichtingen die de minister
krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de subsidie-ontvanger heeft opgelegd.
Aanvraag tot verlening van subsidie en bevoorschotting
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient de aanvraag tot verlening van de subsidie in. Dit vereiste hangt samen met het
feit dat de medisch specialist en het ziekenhuis afspraken maken in het kader van
de overgang naar het dienstverband waarbij beiden een financiële bijdrage leveren.
De partijen zullen de subsidie van de minister betrekken bij het maken van afspraken
over deze overgang naar het dienstverband. Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 maart
2016 indienen. De minister verleent een voorschot van € 80.000. De betaling van het
verleende voorschot geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot verlening van
de subsidie heeft ingediend. De betaling door het ziekenhuis van het verleende voorschot
aan de medisch specialist vormt onderdeel van de maatwerkafspraken die zij hebben
gemaakt. Het ziekenhuis moet in verband met het bovenstaande bij de aanvraag voegen:
de machtiging van de medisch specialist om de betaling van het voorschot in ontvangst
te nemen, en het met de medisch specialist overeengekomen kasritme voor de betaling
in één of meer termijnen aan de medisch specialist van het ontvangen voorschot.
Subsidievaststelling
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient ook de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in. Het ziekenhuis moet de
aanvraag voor 1 juli 2020 indienen. De minister stelt de subsidie op € 100.000 vast
indien al de activiteiten waarvoor de minister de subsidie heeft verstrekt hebben
plaatsgevonden en de medisch specialist heeft voldaan aan de subsidieverplichtingen.
De aanvrager moet, met het oog op het onderzoek van de subsidieverstrekker of de aanvrager
aan de subsidieverplichtingen heeft voldaan, kopieën van de in de regeling genoemde
fiscale bescheiden inzake de inkomstenbelasting en in voorkomend geval ook inzake
de vennootschapsbelasting meesturen. De medisch specialist kan ervoor kiezen om zelf
voor 1 juli 2020 de kopieën van de bovenbedoelde fiscale bescheiden aan de minister
te verstrekken. De medisch specialist zal bijvoorbeeld van die mogelijkheid gebruik
willen maken indien hij niet wenselijk vindt dat het ziekenhuis kennis kan nemen van
de inhoud van de bovenbedoelde fiscale bescheiden.
De minister stelt de subsidie op nihil vast indien de activiteiten waarvoor hij de
subsidie heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of de medisch specialist
niet heeft voldaan aan de in de onderhavige subsidieregeling opgenomen aanvullende
doelverplichtingen. De minister zal in dat geval het onverschuldigd betaalde voorschot
ten bedrage van € 80.000 van de medisch specialist terugvorderen. De minister zal
bij een vastgestelde subsidie van € 100.000 na verrekening van het betaalde voorschot
nog € 20.000 aan de aanvrager verstrekken. De betaling van dat bedrag geschiedt ook
aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend.
Het ziekenhuis moet in verband daarmee bij de aanvraag de machtiging overleggen van
de medisch specialist tot ontvangst van het bedrag van € 20.000. Het ziekenhuis moet
bij de aanvraag ook het met de medisch specialist overeengekomen betaalschema van
het van de minister ontvangen bedrag van € 20.000 overleggen.
Indien na de vaststelling alsnog sprake is van een vergoeding voor de beëindiging
van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke
of middellijke vergoeding van het ziekenhuis, zal de minister de subsidievaststelling
wijzigen en de subsidie op nihil vaststellen. De medisch specialist heeft namelijk
na de vaststelling van de subsidie niet voldaan aan de subsidieverplichtingen. De
minister gaat in het bovenbedoelde geval over tot terugvordering van het betaalde
subsidiebedrag van € 100.000.
De subsidie-ontvanger die niet langer werkzaam is als medisch specialist moet zelf
zorg dragen voor de tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie
en de daarbij te verstrekken (kopieën) van documenten. Indien de subsidie-ontvanger
is overleden moeten de erfgenamen ervoor zorgen dat de minister de aanvraag tot vaststelling
van de subsidie tijdig ontvangt. Het na verrekening van het betaalde voorschot resterende
subsidiebedrag onderscheidenlijk terug te betalen bedrag maakt onderdeel uit van de
nalatenschap van de subsidie-ontvanger.
Gevolgen voor fraude, administratieve lasten en de Rijksbegroting
De regeling heeft op het punt van de subsidieverplichtingen enige risico’s op het
gebied van de fraude.
Er geldt de verplichting dat de medisch specialist gedurende de periode vanaf de beëindiging
van zijn hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist tot en met 31 mei 2020,
zijn werkzaamheden uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten verricht.
Het toezicht op de naleving van die verplichting geschiedt aan de hand van de door
de medisch specialist met ziekenhuizen gesloten arbeidsovereenkomsten, de melding
dat hij niet langer voldoet aan de bovenbedoelde verplichting en de bij de aanvraag
tot vaststelling van de subsidie te verstrekken kopieën van fiscale bescheiden. De
minister stelt het bedrag van de subsidie (alsnog) op nihil vast indien de medisch
specialist niet aan de bovenbedoelde subsidieverplichtingen heeft voldaan. De minister
gaat in dat geval over tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde voorschot
respectievelijk subsidiebedrag. Met deze beheersmaatregelen worden de risico’s dat
het niet voldoen aan de bovenbedoelde verplichting onopgemerkt blijft zoveel mogelijk
ingedamd.
Er geldt de verplichting dat geen sprake is of zal zijn van een vergoeding voor de
beëindiging van de hoedanigheid als vrijgevestigd medisch specialist anders dan van
een ziekenhuis, waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. De subsidie-ontvanger
moet aan de minister melden indien hij niet langer voldoet aan de bovenbedoelde verplichting.
Het toezicht op de naleving van die verplichting geschiedt verder aan de hand van
de bij aanvraag tot vaststelling van de subsidie te verstrekken kopieën van fiscale
bescheiden. De fiscale bescheiden betreffen in de eerste plaats ingediende aangiften
en vastgestelde aanslagen inzake de inkomstenbelasting over het jaar 2016 en daaropvolgende
jaren en in voorkomend geval van de relevante ingediende aangiften en vastgestelde
aanslagen inzake de vennootschapsbelasting over het jaar 2016 en daarop volgende jaren.
De fiscale bescheiden betreffen in de tweede plaats de toelichting op de eventuele
door de belastinginspecteur aangebrachte correcties in de aangiften.
Uit correct ingevulde aangiften blijkt de staking van de activiteiten als vrijgevestigd
medisch specialist respectievelijk van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist
in de rechtspersoon. Uit correct ingevulde aangiften blijken de eventuele vergoedingen
voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist. Uit
de te verstrekken kopieën van de door de belastingsinspecteur vastgestelde aanslagen
en van de toelichting op de correcties op de aangiften kan de minister opmaken in
hoeverre de belastinginspecteur die aangiften heeft gevolgd.
De minister stelt het bedrag van de subsidie (alsnog) op nihil vast indien de medisch
specialist niet aan de bovenbedoelde subsidieverplichtingen heeft voldaan. De minister
gaat in dat geval over tot terugvordering van het onverschuldigd betaalde voorschot
respectievelijk subsidiebedrag.
De minister stelt het bedrag van de subsidie op nihil vast indien de subsidie-ontvanger
die niet langer voldoet aan de bovengenoemde doelverplichtingen dat feit niet tijdig
heeft gemeld.
De regeling heeft enige gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven
en de medisch specialist in loondienst. Het betreft in de eerste plaats de aanvraag
voor verlening van de subsidie met gebruik van het door de minister vastgesteld formulier.
Het betreft in de tweede plaats de voor de verlening te verstrekken kopieën van overeenkomsten,
machtiging en overeengekomen betaalschema. Het betreft in de derde plaats de meldingen
die de medisch specialist dat hij niet langer voldoet aan één of beide in de onderhavige
subsidieregeling opgenomen doelverplichtingen. Het betreft in de vierde plaats de
aanvraag tot vaststelling van de subsidie met gebruik van het door de minister vastgesteld
formulier. Het betreft in de vijfde plaats de voor de vaststelling te verstrekken
fiscale bescheiden, machtiging en overeengekomen betaalschema. De genoemde administratieve
lasten zijn beperkt.
De verleende subsidies komen ten laste van hoofdstuk XVI van de Rijksbegroting voor
2016. Het gaat naar verwachting om een bedrag van maximaal € 30 mln.
II. Artikelsgewijs
Artikel 1
Een arts is een persoon die als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste
lid, van de Wet BIG, is omschreven. Een dergelijk register is een BIG-register.
Een instelling is een organisatorisch verband dat strekt tot het leveren van zorg
omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. Er is sprake van een organisatorisch
verband wanneer afspraken zijn gemaakt omtrent de organisatie van werkzaamheden en
de verdeling van verantwoordelijkheden.
Organisatorische verbanden waarbinnen een deel van de binnen een instelling verleende
zorg leveren wordt geleverd, zijn geen instellingen. Dit houdt in dat specialistenmaatschappen
binnen een ziekenhuis en medisch-specialistische bedrijven niet als instellingen gelden.
De zorgaanbieders zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die een instelling
exploiteren. Het kan bij zorgaanbieders ook gaan om personen die gezamenlijk een instelling
vormen. (Kamerstukken II 1993/94, 23 633, nr. 3, blz. 8).
Artikel 2
In het eerste lid, onderdeel b is bepaald dat een medisch specialist zorg levert die
binnen het toepassingsbereik van de Aanwijzing integrale tarifering valt. Dit bewerkstelligt
dat alleen een vrijgevestigde medisch specialist waarvan de verhouding met het ziekenhuis
op grond van bovenbedoelde aanwijzing is gewijzigd, in aanmerking kan komen voor de
subsidie. Het gaat om medisch- specialistische zorg anders dan geestelijke gezondheidszorg
en om kaakchirurgie. Huisartsen en psychiaters kunnen geen gebruik maken van deze
regeling.
Het tweede lid bewerkstelligt dat ook de overstap van de vrijgevestigde medisch specialist
naar een ambtelijke aanstelling bij een universitair medisch centrum, kan leiden tot
verstrekking van de subsidie.
Artikel 3
Het eerste lid bevat de voorwaarden voor de verstrekking van de subsidie.
De arts moest op basis van het eerste lid, onderdeel a, het gehele jaar 2015 op grond
van de voor hem geldende één of meer overeenkomsten ten minste twintig uren per week
in een instelling ter uitoefening van zijn beroep aanwezig zijn. Indien de één of
meer overeenkomsten onvoldoende uitsluitsel bieden over de aanwezigheid, zullen de
aanvrager en de medisch specialist met andere bewijsstukken de vereiste aanwezigheid
moeten aantonen. De overeenkomst(en) kunnen individuele toelatingsovereenkomsten met
één of meer ziekenhuizen betreffen of overeenkomsten tussen een medisch specialistisch
bedrijf, waarin de medisch specialist als ondernemer deelneemt, en één of meer ziekenhuizen.
Een medisch specialist die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met een medisch
specialistisch bedrijf en door dat bedrijf aan één of meer ziekenhuizen ter beschikking
is gesteld, geldt niet als vrijgevestigd medisch specialist en komt derhalve niet
in aanmerking voor de subsidie. De voorwaarde in het eerste lid, onderdeel c, betreft
het ontbreken van een vergoeding voor de beëindiging van de activiteiten als vrijgevestigd
medisch specialist. Er mag geen sprake zijn van een vergoeding in welke vorm dan ook.
Het kan gaan om een geldsom of om een belang in een medisch specialistisch bedrijf
of in een collectief met het ziekenhuis. Ook een vergoeding aan de praktijkvennootschap
van de medisch specialist verhindert de verstrekking van subsidie.
De vrijgevestigde medisch specialist waarvan de opbrengsten uit zijn beroepsuitoefening
onder de heffing van de inkomstenbelasting vallen, moet zijn activiteiten als vrijgevestigd
medisch specialist staken zonder dat daarvoor een vergoeding is of zal worden verleend.
De medisch specialist die zijn activiteiten als vrijgevestigd medisch specialist in
een rechtspersoon heeft ondergebracht moet die activiteiten staken zonder dat daarvoor
een vergoeding aan hem of aan die rechtspersoon is of zal worden verleend.
Er geldt een uitzondering voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in
de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst
heeft gesloten. Een onmiddellijke vergoeding is een vergoeding die de zorgaanbieder
rechtstreeks aan de medisch specialist verleent. Een middellijke vergoeding is een
vergoeding die een andere entiteit aan de medisch specialist verleent waarbij de zorgaanbieder
door middel van bijdragen aan die andere entiteit het verlenen van vergoedingen aan
medisch specialisten heeft mogelijk gemaakt. Er kan in dit verband worden gedacht
aan een vergoeding ten laste van een goodwillfonds dat de zorgaanbieder heeft opgericht.
De medisch specialisten moeten op basis van het eerste lid, onderdeel d, slechts op
basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch
specialist werkzaam zijn. Een zorgaanbieder is een persoon die een instelling exploiteert
of samen met andere personen een instelling vormt. Specialistenmaatschappen binnen
een ziekenhuis en medisch specialistische bedrijven gelden niet als instellingen.
Artikel 4
Er wordt voor een toelichting op artikel 4 verwezen naar het onderdeel ‘Subsidiabele
activiteiten en aanvullende doelverplichtingen’ van het algemeen deel van deze toelichting.
Artikel 5
Ingevolge het tweede lid bedraagt de subsidie nihil indien de activiteiten waarvoor
de minister de subsidie heeft verstrekt (artikel 4) niet of niet geheel hebben plaatsgevonden
bedraagt de subsidie nihil. De subsidie bedraagt ook nihil indien de medisch specialist
niet heeft voldaan aan de in de artikel 9 van de subsidieregeling genoemde aanvullende
doelverplichtingen (artikel 9). Een medisch specialist heeft bijvoorbeeld niet aan
de bovengenoemde aanvullende doelverplichtingen voldaan indien hij in de periode tot
en met 31 mei 2020 toch weer als vrijgevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht.
De subsidie beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.
De minister kan de subsidie op een lager bedrag vaststellen indien de subsidieontvanger
niet heeft voldaan aan andere in de onderhavige subsidieregeling opgenomen verplichtingen
en/of de verplichtingen die de minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de
subsidie-ontvanger heeft opgelegd. Een lager bedrag houdt een bedrag in van meer dan
nihil en minder dan € 100.000.
Artikel 6
Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer
zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van
die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot verlening van de subsidie
in. De minister zal op grond van het zesde lid besluiten om een aanvraag tot verlening
van de subsidie niet te behandelen indien hij ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van
de Awb een dergelijk besluit kan nemen. Het besluit om een aanvraag niet te behandelen
is een discretionaire bevoegdheid waarvan de minister op basis van artikel 3:4 van
de Awb, pas na afweging van de betrokken belangen gebruik mag maken. De aanvrager
kan op basis van het vijfde lid, tot en met 30 juni 2016 een ongenoegzame aanvraag
aanvullen.
Het zesde lid maakt duidelijk dat de minister binnen de bovengenoemde kaders van de
Awb zal besluiten om een ongenoegzame aanvraag niet te behandelen. Er is sprake van
een ongenoegzame aanvraag indien het door de minister vastgestelde formulier voor
de aanvraag niet is gebruikt of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende
zijn voor de beoordeling of de medisch specialist voldoet aan de voorwaarden voor
verstrekking van de subsidie. Deze voorwaarden zijn neergelegd in artikel 3, eerste
lid.
Artikel 8
Artikel 4:89, vierde lid, van de Awb, maakt de regeling in het tweede lid van de betaling
van het verleende voorschot aan de instelling die de aanvraag tot verlening van de
subsidie heeft ingediend, mogelijk. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift
worden bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.
Artikel 9
Dit artikel bevat de aanvullende doelverplichtingen. Die verplichtingen zijn op basis
van artikel 4:38, tweede lid, van de Awb, in de onderhavige subsidieregeling opgenomen.
De medisch specialist mag voor de beëindiging van zijn hoedanigheid als medisch specialist
geen vergoeding van een derde ontvangen. Er geldt een uitzondering voor een (on)middellijke
vergoeding van een ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst
heeft gesloten. Een dergelijke vergoeding heeft dus geen gevolgen voor de subsidie.
Artikel 10
Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer
zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van
die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot vaststelling van de
subsidie in. Een aanslag als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
is een definitieve aanslag. De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van
de aangifte afwijken. Dit blijkt uit de toelichting op de correcties op de aangiften.
Het vierde lid heeft betrekking op de situatie dat de subsidie-ontvanger niet langer
als medisch specialist werkzaam is. Een dergelijk geval kan zich bijvoorbeeld voordoen
bij duurzame arbeidsongeschiktheid en pensionering. De subsidie-ontvanger zal in dat
geval geen dienstverband meer hebben met een ziekenhuis. Hij dient dan zelf zorg te
dragen voor tijdige indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie met
de daarbij te voegen stukken.
Het zesde lid regelt de mogelijkheid dat medisch specialist zelf de kopieën van de
voor de subsidievaststelling relevante fiscale bescheiden aan de minister verstrekt.
De medisch specialist zal van die mogelijkheid gebruik maken indien hij niet wenst
dat het betrokken ziekenhuis inzage krijgt in de relevante fiscale bescheiden.
Artikel 11
Op grond van het vierde lid van artikel 4:95 van de Awb worden de betaalde voorschotten
verrekend met het vastgestelde subsidiebedrag en kan de minister onverschuldigd betaalde
voorschotten terugvorderen. Ingevolge het tweede lid zal de minister van die bevoegdheid
gebruik maken.
De regeling in het derde lid van de betaling aan de zorgaanbieder die de aanvraag
tot vaststelling van de subsidie heeft ingediend, is mogelijk op grond van artikel
4:89, vierde lid, van de Awb. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden
bepaald dat de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.
Artikel 12
De wijzigingen van de artikelen 1 en 3 en de eerste wijziging van artikel 4 van de
Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg betreffen
de correcties van redactionele oneffenheden.
De tweede wijziging van artikel 4 en de wijziging van artikel 9, eerste lid, van de
Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, leidt tot
een redactionele verduidelijking. De zinsnede ‘uitsluitend op basis van één of meer
arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders’ heeft alleen betrekking op de
werkzaamheden als medisch specialist en niet op de andere werkzaamheden.
De wijzigingen van de artikelen 6, 9, tweede lid, en 10, eerste lid, van de Subsidieregeling
overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg, betreffen de correctie van
redactionele oneffenheden.
Het in artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische
zorg ingevoegde vierde lid komt inhoudelijk overeen met artikel 10, vierde lid, van
de onderhavige subsidieregeling.
De gewijzigde onderdelen a tot en met d van het tot vijfde lid vernummerde vierde
lid van artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische
zorg, komen inhoudelijk overeen met de corresponderende onderdelen van de onderhavige
subsidieregeling, met dien verstande dat ze betrekking hebben op 2015 en de daaropvolgende
jaren.
Het aan artikel 10 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische
zorg toegevoegde zesde lid bewerkstelligt dat de medisch specialist zelf de kopieën
van de voor de subsidievaststelling in 2019 relevante fiscale bescheiden aan de minister
verstrekt.
De wijzigingen van artikel 11 van de Subsidieregeling overgang integrale tarieven
medisch specialistische zorg brengen in dat artikel in overeenstemming met artikel
8 van die regeling. De minister verstrekt op basis van artikel 8, eerste lid, van
die regeling, één voorschot van € 80.000.
Artikel 13
Er wordt op basis van het eerste lid geen minimale invoeringstermijn van twee maanden
gehanteerd om belangrijk nadeel voor de betrokken medisch specialisten en ziekenhuizen
te voorkomen. De aanvragen tot verlening van de subsidie moet voor 1 maart 2016 zijn
ingediend. Het vasthouden aan de vaste invoeringstermijn van twee maanden zou betekenen
dat er erg weinig tijd voor indienen van de aanvraag tot subsidieverlening zou resteren.
De onderhavige subsidieregeling is bovendien bij brief van 13 oktober 2015 aan de
Tweede Kamer der Staten-Generaal aangekondigd (Kamerstukken II 2015/15, 29 248, nr. 288, blz. 2 en 3). De brief bevat de melding dat de onderhavige subsidieregeling op hoofdlijnen
overeen zou komen met de Subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische
zorg.
Op basis van het derde lid blijft de onderhavige subsidieregeling na het vervallen
daarvan van toepassing op de subsidies die de minister op grond van die regeling heeft
verleend. Deze bepaling is met name van belang voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures
tegen het besluit tot verlening van de subsidie en het besluit tot vaststelling van
de subsidie.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers