TOELICHTING
I. Algemeen
Inleiding
De onderhavige regeling geeft uitvoering aan afspraken in het ‘Onderhandelaarsresultaat
medisch specialistische zorg 2014 t/m 2017’ van 16 juli 2013. De Nederlandse Vereniging
van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
(NFU), de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF), Zelfstandige Klinieken
Nederland (ZKN), de Orde van Medisch Specialisten (OMS), Zorgverzekeraars Nederland
(ZN) en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de Minister) hebben het
bovenbedoelde akkoord gesloten. Paragraaf 3.2 van dat akkoord bevat een bevestiging
dat de invoering van de integrale tarieven voor medisch specialistische zorg met ingang
van 1 januari 2015 zal ingaan. De invoering van de integrale tarieven gaat gepaard
met de integratie van het macrokader voor honoraria van de vrij gevestigd medisch
specialisten met het macrokader van ziekenhuizen/zelfstandige behandelcentra. Er wordt
daarbij een integraal beheersmodel voor macrokosten ingevoerd dat het afzonderlijk
beheersmodel voor honoraria van vrij gevestigde medisch specialisten en het macrobeheersinstrument
voor medisch specialistische zorg vervangt. Paragraaf 3.2 van het bovenbedoelde onderhandelaarsresultaat
bevat de afspraak dat middelen beschikbaar zullen worden gesteld om de transitie naar
integrale bekostiging te faciliteren. De Minister heeft bij brief van 16 juli 2013
het bovenbedoelde akkoord aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gestuurd (Kamerstukken
II 2012/13, 29 248, nr. 257, met bijlage).
Invoering integrale tarifering medisch specialistische zorg en kaakchirurgie
De Minister heeft bij brief van 18 december 2013 aan de beide kamers der Staten-Generaal
de zakelijke inhoud weergegeven van de voorgenomen aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa) omtrent de invoering van de integrale tarifering medisch specialistische zorg
en kaakchirurgie (Kamerstukken II 2013/14, 32 620, nr. 105). De Minister heeft op 21 mei 2014 de Aanwijzing integrale tarifering medisch specialistische
zorg 2015 (Aanwijzing integrale tarifering) vastgesteld. De Minister heeft van die
aanwijzing aan de NZa mededeling gedaan in de Staatscourant (Stcrt. 2014, 14914). Met de invoering van de integrale tarifering bij medisch specialistische zorg en
kaakchirurgie komt een einde aan de situatie waarbij twee samenwerkende zorgaanbieders
ieder voor een deel van de prestatie een tarief in rekening brengen aan de ziektekostenverzekeraars
dan wel de patiënten terwijl ze in de ogen van patiënten één ondeelbare prestatie
hebben geleverd. De NZa moet op grond van artikel III.1, eerste lid, van de Aanwijzing
integrale tarifering, declaratieregels vaststellen op grond van artikel 37, eerste
en tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). De NZa moet in die
declaratieregels bepalen dat alleen de eigen zorgverlener een (integraal) tarief in
rekening mag brengen aan de eigen patiënt of diens ziektekostenverzekeraar. Medebehandelaars
kunnen alleen een tarief voor onderlinge dienstverrichting in rekening brengen aan
de zorgaanbieder met het declaratierecht voor het integrale tarief. De zorgverlener
met het declaratierecht maakt met andere betrokken zorgverleners afspraken over de
vergoeding die zij voor de onderlinge dienstverlening ontvangen. De medebehandelaars
moeten zich bij de gezamenlijke zorgprestatie voor hun tarief van de dienstverlening
richten tot de zorgverlener met het exclusieve declaratierecht voor het integrale
tarief.
Doelstelling
De verhouding tussen vrij gevestigde medisch specialisten en het ziekenhuis/zelfstandig
behandelcentrum wijzigt met de invoering van de integrale tarifering1. Ziekenhuizen en vrijgevestigd medisch specialisten dienen afspraken te maken over
de positie van de medisch specialist in het ziekenhuis, op basis van lokale en individuele
overwegingen. Ze kiezen er óf voor dat de vrijgevestigd medisch specialist zijn ondernemerschap
behoudt, aan de hand van daartoe uitgewerkte fiscale modellen, óf ze kiezen ervoor
dat de specialist in loondienst treedt. Indien een specialist bij de overstap naar
loondienst geen vergoeding krijgt voor zijn onderneming leidt die overstap tot schade.
Deze schade kan ertoe leiden dat een dergelijke overstap naar loondienst door het
ziekenhuis en de medisch specialist wordt gepercipieerd als een minder aantrekkelijke
optie. Om ervoor te zorgen dat het ziekenhuis en de medisch specialist een dergelijke
overstap naar loondienst toch een reële optie vinden, verleent de Minister daarvoor
een geldelijke tegemoetkoming. Deze regeling vermindert de financiële belemmeringen
voor ziekenhuizen en vrij gevestigde medisch specialisten om een dienstverband aan
te gaan zonder vergoeding voor de onderneming van de vrij gevestigde medisch specialist.
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
vraagt de tegemoetkoming aan. Indien deze wordt toegekend, maakt dit onderdeel uit
van de afspraken die ziekenhuizen en specialisten maken in verband met de overgang
naar loondienst en de verdeling van de schade. Dit bedrag vormt een gedeeltelijke
compensatie voor de beëindiging van de onderneming van de vrij gevestigde medisch
specialist zonder vergoeding. De niet gecompenseerde schade komt, afhankelijk van
de gemaakte afspraken, voor rekening van het ziekenhuis en/of de medisch specialist.
Omdat de kosten die gemaakt worden bij de overgang naar loondienst geen direct verband
houden met de zorgverlening aan een patiënt is ervoor gekozen om de tegemoetkoming
ten laste van de Rijksbegroting te brengen. De medisch specialist is ontvanger van
het bedrag. Het doel is een duurzame arbeidsverhouding tussen ziekenhuis en medisch
specialist. De voorwaarden die in deze regeling gesteld worden zijn hierop gericht.
Zo zal het volledige bedrag worden teruggevorderd indien de medisch specialist voor
1 juni 2019 als vrijgevestigde aan de slag gaat.
Inhoud
Ontvanger
De Minister verstrekt op aanvraag van en via het ziekenhuis, op grond van de onderhavige
regeling, een geldelijke tegemoetkoming aan de medisch specialist. Een persoon moet
dus een medisch specialist zijn om in aanmerking te komen voor deze regeling. De onderhavige
regeling bevat een eigen omschrijving van medisch specialist. Een medisch specialist
staat als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet op
de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) ingeschreven. De Minister
stelt op basis van artikel 3, derde lid, van de Wet BIG, een BIG-register in en beheert
dat register. Personen die als tandarts, apotheker, gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,
fysiotherapeut, verloskundige of als verpleegkundige in een BIG-register staan ingeschreven
staan niet als arts in een BIG-register ingeschreven en zijn derhalve geen medisch
specialist in de zin van de onderhavige regeling.
Een medisch specialist mag bovendien een wettelijk beschermde specialistentitel voeren
en staat onder die titel in een specialistenregister van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG) dan wel van de Nederlandse
Vereniging tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) ingeschreven.
Een medisch specialist levert zorg als bedoeld in de Aanwijzing integrale tarifering.
Het betreft hier medisch specialistische zorg met uitzondering van geestelijke gezondheidszorg,
audiologische zorg, trombosezorg, zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering en
mondzorg zoals kaakchirurgen die bieden. De reden voor die eis is dat het moet gaan
om artsen waarvan de verhouding met het ziekenhuis als gevolg van de invoering van
de integrale tarifering wijzigt. Huisartsen en psychiaters komen gezien het bovenstaande
niet in aanmerking voor de tegemoetkoming.
Voorwaarden
De onderhavige regeling regelt de voorwaarden waaraan de medisch specialist moet voldoen
om de tegemoetkoming te kunnen krijgen. De medisch specialist was gedurende het gehele
jaar 2014 een vrij gevestigd medisch specialist. Deze eis houdt mede verband met het
feit dat het moet gaan om artsen waarbij de invoering van integrale tarifering hun
verhouding met het ziekenhuis wijzigt.
De medisch specialist moet op basis van de voor hem geldende één of meer toelatingsovereenkomsten
ten minste twintig uur per week aanwezig zijn in het ziekenhuis ter uitoefening van
zijn medisch beroep. Hij beëindigt in de periode van 1 januari tot en met 30 juni
2015 zijn hoedanigheid als vrij gevestigd medisch specialist en verricht nadien zijn
activiteiten als medisch specialist uitsluitend op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten
met één of meer ziekenhuizen. Hij verricht m.a.w. in geen enkel ziekenhuis werkzaamheden
als vrij gevestigd medisch specialist.
Het gaat hier om een tegemoetkoming in de kosten van de beëindiging van de activiteiten
als vrij gevestigd medisch specialist. Een vergoeding in verband met die beëindiging
verhindert dan ook de aanspraak. Een voorbeeld van een dergelijke vergoeding is de
overnamesom voor de onderneming van de medisch specialist waarin hij zijn activiteiten
als vrij gevestigde medisch specialist had ondergebracht. De verkrijging van een belang
in een medisch specialistisch bedrijf of een collectief met het ziekenhuis tegen inbreng
van een onderneming is een ander voorbeeld van een vergoeding die de aanspraak verhindert.
Er bestaat in het geval van een vergoeding geen reden voor een tegemoetkoming in de
kosten van de beëindiging. Er geldt een uitzondering op bovengenoemde beperking van
de aanspraak voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in de vorm van
geldsom van een ziekenhuis waarmee medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft
gesloten. De medisch specialist en het ziekenhuis maken in het kader van de overgang
naar het dienstverband afspraken waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De
partijen zullen de compensatie van de Minister betrekken bij het maken van hun afspraken.
Activiteiten en aanvullende doelverplichtingen
De tegemoetkoming is bedoeld voor het stoppen als vrij gevestigd medisch specialist
in de periode van 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2015 en het nadien uitsluitend
op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen uitvoeren
van de werkzaamheden als medisch specialist. De regeling bevat ook aanvullende doelverplichtingen
die gelden in aanvulling op de standaardverplichtingen die de Minister ingevolge artikel
4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft opgelegd. Het betreft
hier de volgende verplichtingen:
-
a. hij is vanaf het tijdstip van beëindiging van zijn hoedanigheid als vrijgevestigd
medisch specialist tot en met 31 mei 2019, een medisch specialist zijn;
-
b. hij is gedurende de onder a bedoelde periode voor ten minste twintig uren per week
als medisch specialist in één of meer ziekenhuizen werkzaam zijn;
-
c. hij is gedurende de onder a bedoelde periode uitsluitend op basis van één of meer
arbeidsovereenkomsten met één of meer ziekenhuizen zijn medisch beroep uitoefenen;
-
d. hij ontvangt geen vergoeding in welke vorm dan ook voor de beëindiging van de activiteiten
als vrij gevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke of middellijke
vergoeding in de vorm van een geldsom van een ziekenhuis waarmee een arbeidsovereenkomst
heeft gesloten, en
-
e. hij doet onverwijld een schriftelijke melding van een nieuwe arbeidsovereenkomst met
een ziekenhuis en van een wijziging van een bestaande arbeidsovereenkomst indien die
de arbeidsduur betreft.
Bedrag
De tegemoetkoming bedraagt in beginsel € 100.000. Indien echter de activiteiten waarvoor
de Minister het bedrag heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden bedraagt
de tegemoetkoming nihil (artikel 4). De tegemoetkoming bedraagt ook nihil indien de
medisch specialist niet heeft voldaan aan de in de regeling genoemde aanvullende doelverplichtingen
(artikel 9). Een dergelijk geval doet zich voor indien de medisch specialist voor
1 juni 2019 toch weer als vrij gevestigd medisch specialist werkzaamheden verricht.
De regeling beoogt juist om de gehele overstap naar het dienstverband te faciliteren.
De vaststelling op nihil blijft achterwege indien de ontvanger voor 1 juni 2019 is
overleden of zijn medische beroep heeft beëindigd vanwege volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid.
De Minister kan de tegemoetkoming op een lager bedrag vaststellen indien de ontvanger
niet heeft voldaan aan andere verplichtingen dan de in de onderhavige regeling opgenomen
aanvullende doelverplichtingen of aan de verplichtingen die de Minister krachtens
artikel 4:37 van de Awb, aan de ontvanger heeft opgelegd.
Aanvraag tot verlening en bevoorschotting
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient de aanvraag tot verlening in. Dit vereiste hangt samen met het feit dat de medisch
specialist en het ziekenhuis afspraken maken in het kader van de overgang naar het
dienstverband waarbij beiden een financiële bijdrage leveren. De partijen zullen de
tegemoetkoming van de Minister betrekken bij het maken van afspraken over deze overgang
van het dienstverband. Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 maart 2015 indienen.
De Minister gaat over tot bevoorschotting voor een bedrag van € 80.000. De betaling
van de verleende voorschotten geschiedt aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot verlening
heeft ingediend. De betaling door het ziekenhuis van de verleende voorschotten aan
de medisch specialist vormt onderdeel van de maatwerkafspraken die zij hebben gemaakt.
Het ziekenhuis moet in verband met het bovenstaande bij de aanvraag voegen:
-
a. de machtiging van de medisch specialist om de betaling van het voorschot in ontvangst
te nemen, en
-
b. het met de medisch specialist overeengekomen kasritme voor de betaling aan de medisch
specialist van de één of meer ontvangen voorschotten.
Vaststelling
Het ziekenhuis waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst heeft gesloten
dient ook de aanvraag tot vaststelling in. Het ziekenhuis moet de aanvraag voor 1 juli
2019 indienen. De Minister stelt het definitieve bedrag op € 100.000 vast indien al
de activiteiten waarvoor de Minister de tegemoetkoming heeft verstrekt hebben plaatsgevonden
en de medisch specialist heeft voldaan aan de verplichtingen.
De aanvrager moet, met het oog op het onderzoek van de verstrekker of de aanvrager
aan de verplichtingen heeft voldaan, kopieën van de in de regeling genoemde fiscale
bescheiden inzake de inkomstenbelasting en in voorkomend geval ook inzake de vennootschapsbelasting
2015 meesturen.
De Minister stelt het bedrag op nihil vast indien de activiteiten waarvoor hij de
tegemoetkoming heeft verstrekt niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of de medisch
specialist niet heeft voldaan aan de in de onderhavige regeling opgenomen aanvullende
doelverplichtingen. De Minister zal in dat geval de onverschuldigd betaalde voorschotten
ten bedrage van € 80.000 van de medisch specialist terugvorderen. De Minister zal
bij een vastgesteld bedrag van € 100.000 na verrekening van de verleende voorschotten
nog € 20.000 aan de aanvrager verstrekken. De betaling van dat bedrag geschiedt ook
aan het ziekenhuis dat de aanvraag tot vaststelling heeft ingediend. Het ziekenhuis
moet in verband daarmee bij de aanvraag de machtiging overleggen van de medisch specialist
tot ontvangst van het bedrag van € 20.000. Het ziekenhuis moet bij de aanvraag ook
het met de medisch specialist overeengekomen betaalschema van het van de Minister
ontvangen bedrag van € 20.000 overleggen.
Indien na de vaststelling alsnog sprake is van een vergoeding voor de beëindiging
van de activiteiten als vrij gevestigd medisch specialist anders dan een onmiddellijke
of middellijke vergoeding van het ziekenhuis, zal de Minister de vaststelling wijzigen
en het bedrag op nihil vaststellen. De medisch specialist heeft namelijk na de vaststelling
niet voldaan aan de verplichtingen. De Minister gaat in het bovenbedoelde geval over
tot terugvordering van het betaalde bedrag van € 100.000.
Gevolgen voor fraude, administratieve lasten en de Rijksbegroting
De regeling heeft op het punt van de verplichtingen enige risico’s op het gebied van
de fraude.
Er geldt de verplichting dat de medisch specialist gedurende de periode vanaf de beëindiging
van zijn hoedanigheid als vrij gevestigd medisch specialist tot en met 31 mei 2019,
in het geheel niet als vrij gevestigd medisch specialist werkzaam is. Het toezicht
op de naleving van die verplichting geschiedt aan de hand van de door de medisch specialist
met ziekenhuizen gesloten arbeidsovereenkomsten en de te verstrekken wijziging van
een arbeidsovereenkomst op het punt van de arbeidsduur. Met deze beheersmaatregelen
wordt het risico dat niet wordt voldaan aan de bovenbedoelde verplichting zoveel mogelijk
ingedamd.
Er geldt de verplichting dat geen sprake is of zal zijn van een vergoeding voor de
beëindiging van de hoedanigheid als vrij gevestigd medisch specialist anders dan van
een ziekenhuis, waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. Het toezicht op
de naleving van die verplichting geschiedt aan de hand van de in de ingediende aangiften
en vastgestelde aanslagen inzake de inkomstenbelasting over het jaar 2015 en daaropvolgende
jaren en in voorkomend geval van de relevante ingediende aangifte en vastgestelde
aanslag inzake de vennootschapsbelasting over het jaar 2015. Uit een correct ingevulde
aangifte blijkt de staking van de ondernemersactiviteiten als vrij gevestigd medisch
specialist respectievelijk van de ondernemingsactiviteiten als vrij gevestigd medisch
specialist in de rechtspersoon. Uit een correct ingevulde aangifte blijken de eventuele
vergoedingen voor de beëindiging van de ondernemersactiviteiten als vrij gevestigd
medisch specialist. Uit de te verstrekken kopieën van de door de belastingsinspecteur
vastgestelde aanslagen met de toelichting kan de Minister opmaken in hoeverre de belastinginspecteur
de aangifte heeft gevolgd.
De Minister stelt het bedrag (alsnog) op nihil vast indien de medisch specialist niet
aan de bovenbedoelde verplichtingen heeft voldaan. De Minister gaat in dat geval over
tot terugvordering van onverschuldigd betaalde voorschotten respectievelijk bedragen.
De regeling heeft enige gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven
en de medisch specialist in loondienst. Het betreft in de eerste plaats de aanvraag
met gebruik van het door de Minister vastgesteld formulier. Het betreft in de tweede
plaats de bij de aanvraag mee te sturen kopieën van overeenkomsten, machtiging en
overeengekomen betaalschema. Het betreft in de derde plaats de meldingen die de medisch
specialist moet doen van een nieuwe arbeidsovereenkomst met een ziekenhuis en van
een wijziging van een bestaande arbeidsovereenkomst met een ziekenhuis. Het betreft
in de vierde plaats de aanvraag tot vaststelling van de tegemoetkoming met gebruik
van het door de Minister vastgesteld formulier. Het betreft in de vijfde plaats de
met de aanvraag mee te sturen kopieën van fiscale bescheiden, machtiging en overeengekomen
betaalschema. De genoemde administratieve lasten zijn beperkt.
De verleende bedragen komen ten laste van hoofdstuk XVI van de Rijksbegroting voor
2015. Het gaat naar verwachting om een bedrag van maximaal € 125 mln.
II. Artikelsgewijs
Artikel 1
Een arts is een persoon die als arts in een register als bedoeld in artikel 3, eerste
lid, van de Wet BIG, is omschreven. Een dergelijk register is een BIG-register.
De definities van instelling en zorgaanbieder zijn ontleend aan de Kwaliteitswet zorginstellingen.
Een instelling is een organisatorisch verband dat strekt tot het leveren van zorg
omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet. Er is sprake van een organisatorisch
verband wanneer afspraken zijn gemaakt omtrent de organisatie van werkzaamheden en
de verdeling van verantwoordelijkheden.
Met de uitsluiting van organisatorische verbanden als bedoeld in artikel 1, derde
lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen wordt geregeld dat specialistenmaatschappen
binnen een ziekenhuis en medisch specialistische bedrijven niet gelden als instellingen.
De zorgaanbieders zijn de natuurlijke personen of rechtspersonen die een instelling
exploiteren. Het kan bij zorgaanbieders ook gaan om personen die gezamenlijk een instelling
vormen. (Kamerstukken II 1993/94, 23 633, nr. 3, blz. 8). De personen die een organisatorisch verband exploiteren onderscheidenlijk
vormen dat niet als instelling wordt aangemerkt, zijn geen zorgaanbieder in de zin
van deze regeling.
Artikel 2
In het eerste lid, onderdeel b is bepaald dat een medisch specialist zorg levert die
binnen het toepassingsbereik van de Aanwijzing integrale tarifering valt. Dit bewerkstelligt
dat alleen een vrij gevestigde medisch specialist waarvan de verhouding met het ziekenhuis
op grond van bovenbedoelde aanwijzing wijzigt, in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming.
Het gaat om medisch specialistische zorg anders dan geestelijke gezondheidszorg en
om kaakchirurgie. Huisartsen en psychiaters kunnen geen gebruik maken van deze regeling.
Het tweede lid bewerkstelligt dat ook de overstap van de vrij gevestigde medisch specialist
naar een ambtelijke aanstelling bij een universitair medisch centrum, kan leiden tot
verstrekking van een tegemoetkoming.
Artikel 3
Het eerste lid bevat de voorwaarden voor de verstrekking van de tegemoetkoming. De
voorwaarde in het eerste lid, onderdeel c, betreft het ontbreken van een vergoeding
voor de beëindiging van de activiteiten als vrij gevestigd medisch specialist. Er
mag geen sprake zijn van een vergoeding in welke vorm dan ook. Het kan gaan om een
geldsom ter overname van de onderneming of om een belang in een medisch specialistisch
bedrijf of in een collectief met het ziekenhuis in ruil voor de onderneming. Het gebruik
van de zinsnede ‘is of zal zijn’ bewerkstelligt dat ook een vergoeding in verband
met de beëindiging van de activiteiten als vrij gevestigd medisch specialist de verstrekking
van tegemoetkoming verhinderen. Een vergoeding aan de praktijkvennootschap van de
medisch specialist verhindert de verstrekking van tegemoetkoming.
De vrij gevestigde medisch specialist waarvan het winstaandeel wordt belast als winst
uit onderneming voor de inkomstenbelasting, moet zijn onderneming staken zonder dat
daarvoor een vergoeding is of zal worden verleend.
De medisch specialist die zijn ondernemingsactiviteiten als vrij gevestigd medisch
specialist in een rechtspersoon heeft ondergebracht moet die activiteiten zonder vergoeding
staken. Een belangrijk voorbeeld is de praktijkvennootschap waarin de vrij gevestigde
medisch specialist zijn praktijk heeft ondergebracht. De vrij gevestigde medisch specialist
is in dienstbetrekking bij de praktijkvennootschap.
Er geldt een uitzondering voor een onmiddellijke dan wel middellijke vergoeding in
de vorm van een geldsom van een zorgaanbieder waarmee de medisch specialist een arbeidsovereenkomst
heeft gesloten. Een onmiddellijke vergoeding is een vergoeding die de zorgaanbieder
rechtstreeks aan de medisch specialist verleent. Een middellijke vergoeding is een
vergoeding die een andere entiteit aan de medisch specialist verleent waarbij de zorgaanbieder
door middel van bijdragen aan die andere entiteit het verlenen van vergoedingen aan
medisch specialisten heeft mogelijk gemaakt. Er kan in dit verband worden gedacht
aan een vergoeding ten laste van een goodwillfonds dat de zorgaanbieder heeft opgericht.
De medisch specialisten moeten op basis van het eerste lid, onderdeel d, slechts op
basis van één of meer arbeidsovereenkomsten met één of meer zorgaanbieders als medisch
specialist werkzaam zijn. Een zorgaanbieder is een persoon die een instelling exploiteert
of samen met andere personen een instelling vormt. Specialistenmaatschappen binnen
een ziekenhuis en medisch specialistische bedrijven gelden niet als instellingen.
Artikel 5
Indien echter de activiteiten waarvoor de Minister de tegemoetkoming heeft verstrekt
niet of niet geheel hebben plaatsgevonden bedraagt het bedrag nihil (artikel 4). Het
bedrag bedraagt ook nihil indien de medisch specialist niet heeft voldaan aan de in
de regeling genoemde aanvullende doelverplichtingen (artikel 9). De vaststelling op
nihil vanwege het niet voldoen aan de bovenbedoelde verplichtingen blijft achterwege
indien de ontvanger voor 31 mei 2019:
Een medisch specialist is volledig en duurzaam arbeidsongeschikt indien hij als gevolg
van een rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek,
zwangerschap of bevalling duurzaam slechts in staat is om met arbeid ten hoogste 20%
te verdienen van het zogenaamde maatmaninkomen per uur.
Een medisch specialist heeft bijvoorbeeld niet aan de bovengenoemde aanvullende verplichtingen
voldaan indien hij in de periode tot en met 31 mei 2019 toch weer als vrij gevestigd
medisch specialist werkzaamheden verricht. De tegemoetkoming beoogt juist om de gehele
overstap naar het dienstverband te faciliteren. De Minister kan de tegemoetkoming
op een lager bedrag vaststellen indien de ontvanger niet heeft voldaan aan andere
verplichtingen dan de in de onderhavige regeling opgenomen aanvullende doelverplichtingen
of aan de verplichtingen die de Minister krachtens artikel 4:37 van de Awb, aan de
ontvanger heeft opgelegd.
Artikel 6
Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer
zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van
die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot verlening in. De Minister
zal op grond van het vijfde lid besluiten om een aanvraag tot verlening niet te behandelen
indien hij ingevolge artikel 4:5, eerste lid, van de Awb een dergelijk besluit kan
nemen. Het besluit om een aanvraag niet te behandelen is een discretionaire bevoegdheid
waarvan de Minister op basis van artikel 3:4 van de Awb, pas na afweging van de betrokken
belangen gebruik mag maken. De aanvrager kan op basis van het vijfde lid tot en met
30 juni 2015 een ongenoegzame aanvraag aanvullen.
Het zesde lid maakt duidelijk dat de Minister binnen de bovengenoemde kaders van de
Awb zal besluiten om een ongenoegzame aanvraag niet te behandelen. Er is sprake van
een ongenoegzame aanvraag indien het door de Minister vastgestelde formulier voor
de aanvraag niet is gebruikt of indien de verstrekte gegevens en bescheiden onvoldoende
zijn voor de beoordeling of de medisch specialist voldoet aan de voorwaarden voor
verstrekking. Deze voorwaarden zijn neergelegd in artikel 3,eerste lid.
Artikel 8
De regeling in het tweede lid van de betaling van het verleende voorschot aan de instelling
die de aanvraag tot verlening van de tegemoetkoming heeft ingediend, is mogelijk op
grond van het vierde lid van artikel 4:89 van de Algemene wet bestuursrecht. Op basis
van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat de betaling aan een ander
dan de schuldeiser geschiedt.
Artikel 9
Dit artikel bevat de aanvullende doelverplichtingen. Die verplichtingen zijn op basis
van artikel 4:38, tweede lid, van de Awb, in de onderhavige regeling opgenomen.
Artikel 10
Het eerste lid voorziet ook in de situatie dat de medisch specialist met twee of meer
zorgaanbieders een arbeidsovereenkomst heeft gesloten. In dat geval dient een van
die zorgaanbieders namens de medisch specialist de aanvraag tot vaststelling in. Een
aanslag als bedoeld in artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is een
definitieve aanslag. De inspecteur kan bij het vaststellen van de aanslag van de aangifte
afwijken. Dit blijkt uit de toelichting bij de vastgestelde aanslag.
Artikel 11
Op grond van het vierde lid van artikel 4:95 van de Awb worden de betaalde voorschotten
verrekend met het vastgestelde bedrag en kan de Minister onverschuldigd betaalde voorschotten
terugvorderen. Ingevolge het tweede lid zal de Minister van die bevoegdheid gebruik
maken.
De regeling in het derde lid van de betaling aan de zorgaanbieder die de aanvraag
tot vaststelling heeft ingediend, is mogelijk op grond van artikel 4:89, vierde lid,
van de Awb. Op basis van dat lid kan bij wettelijk voorschrift worden bepaald dat
de betaling aan een ander dan de schuldeiser geschiedt.
Artikel 12
Op basis van het tweede lid blijft de onderhavige regeling na het vervallen daarvan
van toepassing op de besluiten van de Minister op grond van die regeling. Deze bepaling
is met name van belang voor eventuele bezwaar- en beroepsprocedures tegen het besluit
tot verlening en het besluit tot vaststelling.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers