De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op artikel 2.2, eerste lid, van de Wet dieren;
Besluit:
's-Gravenhage, 19 december 2019
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Beroepsmogelijkheid
Indien een belanghebbende het oneens is met deze beslissing, kan deze binnen zes weken
na de datum van uitgifte van deze Staatscourant een beroepschrift indienen. Stuur
het beroepschrift naar het College van Beroep voor het bedrijfsleven, Postbus 20021,
2500 EA Den Haag. Voor de behandeling van het beroep brengt het College aan u een
bedrag in rekening.
In sommige situaties kunt u digitaal beroep instellen bij het College via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Kijk op de genoemde site voor precieze voorwaarden.
TOELICHTING
Met deze regeling zijn drie diersoorten (grootoorspringmuis, Wagners gerbil en Afrikaanse
dwergmuis) op de huis- en hobbydierenlijst geplaatst. Deze beslissing is naar aanleiding
van drie aanvragen daartoe. Aanvankelijk is besloten de aanvragen niet in behandeling
te nemen en zijn de daartegen gerichte bezwaren niet-ontvankelijk verklaard. Naar
aanleiding van het daartegen ingestelde beroep heeft het College van Beroep voor het
bedrijfsleven (CBb) heeft bepaald dat uiterlijk op 10 januari 2020 beslissingen op
het bezwaarschrift van PVH moeten worden genomen.1
Het Europees recht vereist voor een afwijzing van een diersoort voor een lijst van
toegestane diersoorten dat deze plaatsvindt op grond van een beoordeling die berust
op de meest betrouwbare wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn en op de meest
recente resultaten van internationaal onderzoek.2 Deze beoordeling moet daarnaast worden gebaseerd op de beginselen van deskundigheid,
doorzichtigheid en onafhankelijkheid.3 De Algemene wet bestuursrecht bepaalt daarnaast in artikel 3:2 dat een bestuursorgaan
bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis omtrent de relevante feiten
en de af te wegen belangen vergaart.
Naar aanleiding van de uitspraken van het CBb zijn de desbetreffende diersoorten (grootoorspringmuis,
Wagners gerbil en Afrikaanse dwergmuis) beoordeeld door een wetenschappelijke beoordelingscommissie.
Deze beoordeling is verricht aan de hand van het beoordelingskader dat is opgesteld
door de Wetenschappelijke Adviescommissie Positieflijst. Dit beoordelingskader is
naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2019/20, 28286, nr. 1085) en daarmee openbaar geworden. De beoordelingscommissie heeft in de beoordeling van
de diersoorten op verschillende onderdelen aangegeven dat er weliswaar wetenschappelijke
gegevens beschikbaar zijn, maar dat er nadere wetenschappelijke duiding van deze gegevens
nodig is om tot een doorzichtige en objectieve beoordeling te kunnen komen. Op deze
onderdelen zijn de diersoorten niet gescoord.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit werkt aan een nieuwe huis-
en hobbydierenlijst. In dit verband is het ministerie nog bezig met het vergaren van
relevante feiten en belangen. Zo wordt bijvoorbeeld nog onderzocht onder welke aanvullende
voorwaarden het mogelijk kan worden om diersoorten in een hogere risicoklasse alsnog
op de nieuwe huis- en hobbydierenlijst te plaatsen.
Gelet op de Europeesrechtelijke vereisten en de plicht om bij besluitvorming de relevante
feiten en belangen te vergaren, is besloten de bezwaren gegrond te verklaren en om
de grootoorspringmuis, Wagners gerbil en Afrikaanse dwergmuis op de huis- en hobbydierenlijst
te plaatsen, conform de aanvragen van PVH. Het was op grond van een vrijstelling reeds
mogelijk om deze diersoorten te houden, mits dit werd gemeld bij de Rijksdienst voor
Ondernemend Nederland.4 Nu de diersoorten op de lijst zijn geplaatst, vervalt de meldingsplicht ten aanzien
van de genoemde drie diersoorten.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten