TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2020 (verder: Regeling vergoedingen
2020) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat (hierna: het agentschap) in 2020 in rekening kan
brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten
worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna:
de wet) worden opgelegd, geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden
bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten,
bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).
Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2, 3.3,
3.3a, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte)
en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en Radio-apparaten) van de wet.
Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen.
De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking
tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en
hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.
2. Vaststelling vergoedingen
De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en
diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke
werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid,
van het Besluit. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe
en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde
kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het
kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen,
wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.
De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een
kostencalculatiemodel. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap,
Emmasingel 1, Groningen.
3. Vergoedingenbeleid
Tarieven in alle categorieën
Het agentschap werkt aan kostendekkende producten en diensten. De meeste tarieven
van het agentschap stijgen in 2020 vanwege het doorberekenen van de loop- en prijsstijging,
toegenomen ICT-kosten, de Algemene verordening gegevensbescherming en Digitaal archiveren.
Zoals ook al in de toelichting bij Regeling vergoedingen 2019 uiteen is gezet, zijn
in de jaren 2014 tot en met 2017 de loon- en prijsstijgingen ter grootte van 7,4%
in die jaren niet doorberekend.1 Bij de Regeling vergoedingen 2019 zijn de loon- en prijsstijgingen voor 2019 doorberekend
en zijn ook gedeeltelijk de loon- en prijsstijgingen voor de jaren 2004 tot en met
2017 alsnog doorberekend. Met de tariefstijging voor 2020 wordt het resterende deel
van de loon- en prijsstijgingen voor de jaren 2014 tot en met 2017 doorberekend. De
doorberekende loon- en prijsstijging bedraagt voor 2020 2,0% conform de rijksnorm.
In de toelichting op de Regeling vergoedingen 2019 is aangegeven dat de toegenomen
ICT-kosten en de loon- en prijsstijging voor de jaren 2014 tot en met 2017 tot dan
toe zijn betaald uit een overschot op de begroting, aangeduid als de post ‘te verrekenen
met vergunninghouders’. Hierdoor hoefden de tarieven in de jaren 2014–2017 niet verhoogd
te worden. De post ‘te verrekenen met vergunninghouders’ is per 2019 uitgegeven aan
ICT-kosten en de andere kostenstijgingen (ter dekking van de niet doorgevoerde loon-prijsstijgingen
in 2014 tot en met 2017). Vanaf 2019 is er dan ook geen sprake meer van een overschot.
Desondanks dienen de kostenstijgingen van die periode wel gedekt te worden door de
tarieven die het agentschap hanteert. In de Regeling vergoedingen 2019 is in dat kader
dan ook een algehele tariefstijging doorgevoerd. Het agentschap kan ook dit jaar niet
anders dan de gestegen kosten verder door te berekenen in de tarieven. Het agentschap
moet immers kostendekkend werken.
Naast de loon- en prijsstijgingen, zijn ook de ICT-kosten in de periode tussen 2014
en 2019 aanzienlijk gestegen. Ook dit jaar zorgen de toegenomen ICT-kosten tot een
stijging van de tarieven. Daarnaast stijgen de kosten als gevolgen van het doorberekenen
van de kosten die samenhangen met het invoeren en doorvoeren van de vereisten die
voortvloeien uit de Algemene verordening gegevensbescherming en Digitaal Archiveren.
Tot slot wordt per product of dienst rekening gehouden met de kostendekkendheid in
meerjarig perspectief. Dit kan ertoe leiden dat de tarieven stijgen, gelijk blijven
of dalen. De tarieven in de categorieën Omroep, Eindapparaten en Straalverbindingen
blijven gelijk aan de tarieven in 2019. Dit betekent een reële daling van deze tarieven.
Tarieven artikel 4 Vergoedingen departementen
De kosten die voorvloeien uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die
vallen onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen moeten door de betreffende
departementen worden gedekt.
Voor de departementen Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat is van
belang dat is gebleken dat deze tarieven niet toereikend waren om de kosten te kunnen
dekken. In overleg met deze departementen is overeengekomen dat de benodigde tarievenstijgingen
worden doorgevoerd om kostendekkendheid van de tarieven te realiseren. Voor het departement
Justitie en Veiligheid wordt hierin voorzien bij de huidige tariefstijging voor 2020.
Voor het departement Infrastructuur en Waterstaat wordt deze stijging verdeeld over
2020 en het daaropvolgende jaar. Voor het departement Defensie is geen tariefwijziging
voorzien voor 2020.
Tarieven categorieën I.A, I.B en I.C Elektronische communicatienetwerken en -diensten
Ook deze tarieven stijgen als gevolg van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie
en de stijgende ICT-kosten. Bij de producten in deze categorieën zijn de kosten hoger
dan de inkomsten. De stijging in de kosten leidt dan ook tot een stijging van het
tarief met 11% voor de categorieën I.A en I.B. Voor categorie I.C betreft het een
stijging van 7%. Hierbij speelt voor categorie I.C mee dat de kosten voor de toezichtwerkzaamheden
mede zijn gestegen als gevolg van een verhoging van de personele inzet ter bevordering
van de naleving voor de vergunningen binnen deze categorie.
Tarieven categorie I.D Omroep
In de categorie I.D van bijlage 1, tabel I, is sprake geweest van een lichte overdekking
in 2019 als gevolg van het verschil in de realisatie van de vooraf begrote werkzaamheden
en de inkomsten in deze categorie in 2019. Als gevolg hiervan wordt het tarief vooralsnog
gelijk gehouden aan dat van 2019, wat resulteert in een reële daling van het tarief.
Dit omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt doorberekend.
Tarieven categorie I.E Straalverbindingen
In de categorie Straalverbindingen, I.E, van bijlage 1, heeft de laatste jaren een
tariefdaling plaatsgevonden als gevolg van een overdekking. Voor 2020 wordt geen tariefdaling
doorgevoerd. In plaats daarvan wordt overdekking gebruikt voor een vervanging van
verouderde ICT-systemen voor straalverbindingen.
Tarieven categorie I.F Registraties
De kosten voortvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de registratiehouders zijn
het afgelopen jaar opnieuw licht toegenomen. Dit enerzijds als gevolg van de loon-
en prijsstijging, anderzijds als gevolg van de stijgende ICT-kosten. Daarnaast is
er een extra stijging doorgevoerd om het tarief kostendekkend te maken. Dit was niet
het geval. Met de extra stijging wordt dit alsnog gerealiseerd. Dit heeft in 2020
een tariefstijging van € 4 tot gevolg.
Voor wat betreft het tarief voor registraties is voor 2020 sprake van een wijziging.
Hierbij is sprake van een tariefdifferentiatie, waarbij er een ander tarief geldt
voor de melding en registratie die via het daarvoor bestemde digitale gebruikersregister
plaatsvindt, dan voor de melding en registratie die (deels) schriftelijk geschiedt.
Onderstaand, in de toelichting bij bijlage 1, Gedifferentieerd tarief Registaties
I.F.2, wordt dit nader toegelicht.
Tarieven afgifte certificaten II.A.4 en aanwijzing examinerende instellingen II.A.5
De tarieven voor de afgifte van certificaten, zoals opgenomen in subcategorie II.A.4,
van bijlage 1, en het tarief voor de aanwijzing van examinerende instellingen, zoals
opgenomen in subcategorie II.A.5, van bijlage 1, zijn voor 2020 extra gestegen. Er
worden jaarlijks circa 5.000 certificaten afgegeven, waarbij veel handmatige handelingen
plaatsvinden. Uit herberekening van de met deze diensten samenhangende kosten is gebleken
dat deze tarieven niet voldoende waren om deze kosten te dekken. De onderhavige tariefstijging
dient om deze kostendekkendheid alsnog te realiseren. Dit resulteert in een verhoging
van € 43.
Tarief categorie II.C Eindapparaten
Voor eindapparaten, zoals opgenomen in bijlage 1, tabel II, categorie C, heeft het
agentschap in 2019 minder kosten gemaakt dan vooraf begroot. Het tarief wordt vooralsnog
gelijk gehouden aan dat van 2019, wat resulteert in een reële daling van het tarief,
omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt doorberekend.
Zoals ook bij de Regeling vergoedingen 2019 benoemd, wordt wel een stijging van de
kosten voorzien in de komende jaren. Dit als gevolg van de verwachte toename van eisen
voor cyberveiligheid van Radio-apparaten, die vanuit de Europese Unie worden opgesteld
op basis van de Richtlijn betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten
inzake het op de markt aanbieden van radio-apparatuur (2014/53/EU). Daarom wordt het
tarief niet verder verlaagd.
Geplande Multibandveiling voor mobiele communicatie
In 2020 staat de vergunningverlening gepland voor frequentieruimte voor openbare mobiele
communicatie als gevolg van de tweede Multibandveiling. In deze veiling zullen vergunningen
voor frequentieruimte in de 700, 1.400 en 2.100 MHz-band worden geveild. In dit kader
is in subcategorie I.A.6, van bijlage 1 de 1400 MHz-band toegevoegd. Voor de vergunningen
voor de 700 MHz-band is het nog niet mogelijk tarieven vast te stellen.
Voor de vergunningen in de 700 MHz-band is van belang dat ten tijde van het opstellen
van de Regeling vergoedingen 2020 er een internetconsultatie aanhangig is. Deze heeft
betrekking op het ontwerpbesluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan, inhoudende
een bestemmingswijziging in de 700 MHz-band (frequenties van 698 MHz tot 791 MHz).
Daarbij wordt ook een geografische splitsing aangebracht tussen het gebruik van deze
frequenties op land en in de territoriale wateren enerzijds, en op installaties ter
zee anderzijds. In afwachting op formele besluitvorming hieromtrent kunnen er nog
geen tarieven vastgesteld worden voor de 700 MHz-vergunningen, omdat definitieve besluitvorming
nog moet plaatsvinden. Zodra deze duidelijkheid er is en deze tarieven bekend zijn,
zullen deze door een tussentijdse wijziging van de Regeling vergoedingen 2020 worden
doorgevoerd.
4. Regeldruk
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het
begrip ‘regeldruk’. De regeling is uitgezonderd van toetsing door ATR.
5. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Hiermee is aangesloten
bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).
II. ARTIKELSGEWIJS
Artikel 3
In dit artikel zijn de bijdragen opgenomen per categorie of subcategorie die gebruikt
worden ter dekking van de kosten van de uitvoering- en toezichtwerkzaamheden van het
agentschap in het kader van elektromagnetische compatibiliteit (hierna: EMC), zoals
omschreven in artikel 16.1, derde lid, van de wet. Deze jaarlijkse bijdrage wordt
uitgedrukt in een percentage. Het genoemde percentage per (sub)categorie, is het percentage
van een tarief in de (sub)categorie dat dient ter dekking van de genoemde kosten in
het kader van EMC. Naar aanleiding van een herberekening van de percentages voor deze
bijdrage is gebleken dat sommige percentages niet juist zijn vastgesteld. Dit gebeurt
bij de Regeling vergoedingen 2020 alsnog. Daarbij wordt opgemerkt dat dit geen gevolgen
heeft voor de hoogte van de uiteindelijke vergoeding en dat dit in het verleden ook
niet het geval is geweest.
Artikel 5
In artikel 5 is een tweetal wijzigingen doorgevoerd. Deze eerste wijziging is gericht
op het vergroten van de overzichtelijkheid en leesbaarheid. In het eerste lid is een
tabel opgenomen waarin soorten werkzaamheden zijn opgenomen met de daarbij behorende
tarieven of wijze waarop de vergoeding wordt vastgesteld en een letter, A tot en met
D. Tevens is in tabel I, van bijlage 1, een extra kolom IV toegevoegd. In deze kolom
is, indien van toepassing, de letter opgenomen, die correspondeert met het soort werkzaamheden
en het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in de tabel van artikel 5, eerste
lid. Deze tabel vervangt daarmee het eerste, derde, vierde en vijfde lid, van artikel
5 zoals deze in de voorgaande versies van de regeling vergoedingen waren opgenomen.
Het zesde lid, zoals opgenomen in de voorgaande versies van de regeling vergoedingen,
is komen te vervallen. Deze bepaalde dat een vergoeding op basis van uurtarief wordt
vastgesteld in geval van wijziging van een vergunning, anders dan een wijziging van
een of meer geplande frequenties. Een dergelijke bepaling is reeds opgenomen in artikel
6, waarmee reeds was voorzien in een grondslag om een vergoeding voor dergelijke werkzaamheden
in rekening te brengen.
De andere wijziging is de toevoeging van een nieuw vijfde lid. Deze ziet op de verlening
van zogenaamde transitievergunningen overeenkomstig artikel 3.8a van de wet. Voor
2020 staat een tweede Multibandveiling (700 MHz, 1.400 MHz en 2.100 MHz) gepland.
Na de uitvoering van deze veiling worden transitievergunningen verleend voor de 2.100
MHz-band omdat die al in gebruik is. De 700 MHz-band en de 1.400 MHz-band zijn niet
voor mobiel in gebruik, zodat voor deze banden geen transitievergunningen worden verleend.
In de transitievergunning wordt het gebruiksrecht verleend voor de ‘oude’ en ‘nieuw’
verworven frequentieruimte, wat de overgang van de ‘oude’ naar de ‘ nieuwe’ situatie
moet vergemakkelijken. De vergunninghouder mag niet meer frequentieruimte in gebruik
nemen dan de maximale hoeveelheid frequentieruimte die aan hem vergund was/wordt,
onder ofwel de ‘oude’ vergunning ofwel ‘nieuwe’ vergunning. De transitievergunning
gaat in nadat de oude vergunningen aflopen en loopt af voordat de nieuwe vergunningen
ingaan. Het geeft de vergunninghouder de mogelijkheid en tijd om zijn netwerk om te
zetten van de ‘oude’ naar de ‘nieuwe’ frequentieruimte.
De kosten van uitvoering (vergunningverlening) en het toezicht voor de transitievergunningen
die worden verleend in het kader van de tweede Multibandveiling, zijn gelijk aan de
kosten voor een ‘reguliere’ vergunning. Het betreft de tarieven zoals opgenomen in
subcategorie I.A.6 van bijlage 1. Voor de vaststelling van de verschuldigde vergoeding
wordt gerekend met de gemiddelde hoeveelheid frequentieruimte van de ‘oude’ en de
‘nieuwe’ vergunning. Voor de bepaling van vergoeding voor toezichtwerkzaamheden geldt
daarbij nog dat deze naar rato van het aantal dagen van de vergunningsduur van deze
transitievergunning wordt vastgesteld. Dit is overeenkomstig het vaste beleid. Door
deze wijze van vaststelling van de vergoedingen is een duidelijk verband gelegd tussen
de hoeveelheid toegekende en inzetbare frequentieruimte van een vergunninghouder en
de daarvoor verschuldigde vergoeding. Dit is in lijn met de reguliere tariefsystematiek
in de betreffende subcategorie.
Artikel 13
In de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet (Stcrt. 2017, 35110) zijn de bedragen vastgesteld die de Minister van Economische Zaken en Klimaat ter
vergoeding van de kosten van hercontroles van meetinstrumenten in rekening brengt,
en voor zover van toepassing, de wijze van berekening daarvan, op grond van het Besluit
kosten hercontroles Metrologiewet. De in bijlage I van de Regeling vergoeding kosten
hercontroles Metrologiewet opgenomen uurtarieven zijn gerelateerd aan de uurtarieven
die op het moment van inwerkingtreding ervan waren opgenomen in de Regeling vergoedingen
Agentschap Telecom 2017 (Stcrt 2016, 57740).
De uurtarieven, zoals opgenomen in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017,
zijn opnieuw en het meest recent vastgesteld bij de Regeling vergoedingen 2020. Daarbij
stijgen de uurtarieven als gevolg van indexatie vanwege loon- en prijsstijgingen.
De onderhavige wijziging van de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet
voorziet in de aanpassing van de van toepassing zijnde uurtarieven en brengt deze
vergoedingen in lijn met de van toepassing zijnde uurtarieven voor alle werkzaamheden
van Agentschap Telecom, wat de kostendekkendheid van de tarieven realiseert.
Bijlagen I en II
De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen I en II zijn ter dekking van de kosten
voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van een vergunning in
rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van
de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden
immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor zowel uitvoering
als toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht. In kolom IV zijn de letters
opgenomen, die corresponderen met het soort werkzaamheden en de daarbij behorende
tarief of wijze van vaststelling van de vergoeding, zoals opgenomen in artikel 5,
eerste lid.
Bijlage 1
Tabelindeling tabel I
Bij de Regeling vergoedingen 2019 heeft een grote wijziging plaatsgevonden in de tabelindeling
van tabel I, van bijlage 1. In de Regeling vergoedingen 2020 zijn nog enkel kleine
wijzingen doorgevoerd om de herkenbaarheid van de subcategorieën in de categorieën
te vergroten. Deze wijzigingen beogen geen materiele wijzingen in het tarief.
Vergunning ERMES
In de voorgaande versies van de regeling vergoedingen was een tarief opgenomen voor
een ERMES-vergunning. In de Regeling vergoedingen 2019 was deze opgenomen in bijlage
1, tabel I, subcategorie A.7. Dit tarief is komen te vervallen. Er zijn geen vergunningen
meer in deze subcategorie en deze worden ook niet meer verleend.
Vergoeding voor Satellite Repeater Systems
De vergoeding voor Satellite Repeater Systems, vorig jaar opgenomen in de subcategorie
C.11 van bijlage 1 van de Regeling vergoedingen 2019, is komen te vervallen. In deze
categorie zijn geen vergunning (meer) van kracht. Daarnaast is de vergunningverlening
voor deze toepassing geschrapt bij de wijziging van het Nationaal Frequentieplan bij
besluit van 26 april 2019 (Stcrt. 2019, 26174).
Gedifferentieerd tarief Registaties I.F.2
In de categorie I.F, van bijlage 1, is ten opzichte van vorige jaar de subcategorie
I.F.2 toegevoegd. Zoals bij de toelichting op de tariefstijging van deze categorie
I.F vermeld, betreft het hier een nieuwe subcategorie als gevolg van een tariefdifferentiatie.
Het tarief voor registraties, zoals deze in de voorgaande versies van de regeling
was opgenomen, kende als uitgangspunt dat er sprake was van het volledig digitaal
afwikkelen van de melding van het voorgenomen frequentiegebruik en de registratie
ervan door middel van het daarvoor bestemde digitale gebruikersregister. Geconstateerd
is echter dat er naast deze digitale afhandeling, veelvuldig nog gebruik wordt gemaakt
van de papieren weg. In die gevallen geschiedt de afwikkeling al dan niet gedeeltelijk
door een medewerker van het agentschap. De kosten hierbij zijn echter hoger, aangezien
er naast de kosten van de betreffende ICT-systemen, ook personele kosten gemaakt worden.
Deze kosten zijn niet verdisconteerd in het tarief dat uitgaat van een volledig digitale
melding in registratie. Om dit kostenverschil toe te rekenen aan de baathebbers, is
gemeend om een tariefdifferentiatie door te voeren. Daarbij is niet meer het gebruik
van de digitale weg het uitgangspunt voor de vaststelling van het tarief, maar de
papieren weg. Dit heeft tot gevolg dat het initiële tarief is gestegen. Daarentegen
is in de toegevoegde subcategorie I.F.2 een lager tarief opgenomen voor het verkrijgen
van een registratie, indien de melding van het voorgenomen frequentiegebruik en de
registratie daarvan door het agentschap, volledig digitaal geschiedt via het daarvoor
bestemde digitale gebruikersregister. Dit lagere tarief is ook van toepassing indien
voor de melding en registratie de tussenkomst van een medewerker van het agentschap
wel noodzakelijk is.
De tarieven in de categorie I.F zijn jaarlijkse tarieven. Het initiële tarief, zoals
opgenomen in subcategorie I.F.1, geldt enkel voor het jaar waarin de werkzaamheden
door een medewerker van het agentschap zijn verricht. In de daaropvolgende jaren zal
enkel het lagere tarief van subcategorie I.F.2 verschuldigd zijn.
Tarief subcategorie II.B.1
Bij de Regeling vergoeding voor 2018 (Stcrt. 2017, 62688) is de oude subcategorie II.B.1, van bijlage 1, aangaande de aanwijzing van instanties
komen te vervallen. Abusievelijk is deze subcategorie in de Regeling vergoedingen
2019 weer toegevoegd. In lijn met het schrappen van deze subcategorie in de Regeling
vergoedingen Agentschap Telecom 2018, is deze niet meer opgenomen in Regeling vergoedingen
2020.
Bijlage 2
De uurtarieven, zoals opgenomen in bijlage 2 bedragen gemiddeld € 126,26. Dit is een
nominale tariefstijging van 7,64% ten opzichte van het uurtarief 2019. De reële tariefstijging
bedraagt 5,66%. In deze tariefstijging zijn de loon-prijsstijgingen voor de jaren
2014–2017, 2019 en 2020 verwerkt en de stijging van de ICT-kosten.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer