Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat van 18 oktober 2019, nr. WJZ/19242094, houdende regels omtrent de vergoeding voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2020)

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet, artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht en artikelen 3 en 4 van het Besluit kosten hercontroles Metrologiewet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

b. agentschap:

Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat;

c. categorieën:

categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën:

subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. jaarlijkse bijdrage:

bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, derde lid, van de wet;

f. vergunning:

een op grond van de artikelen 3.6, 3.10 en 3.12 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;

g. uurtarieven:

tarieven, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling;

h. geplande eenheid:

algemene of individuele planning van een frequentie of frequentiekanaal; dit bepaald per opstelpunt, basisstation, vaste post, radio-apparaat, per coördinatie, dan wel per installatie.

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten van de door of namens het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in bijlage 1, zijn de in bijlage 1 genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2020 verschuldigd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging van een vergunning, wijziging van een vergunning of van de tenaamstelling, of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.

  • 3. Indien een vergunning gedeeltelijk wordt overgedragen met gebruik van geografische splitsing, wordt in afwijking van subcategorieën I.A.5 en I.A.6 van bijlage 1, de voor de vergunning verschuldigde vergoeding voor toezicht naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen, tenzij de verwachte toezichtkosten naar het oordeel van de Minister een andere verdeling rechtvaardigen.

  • 4. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.B.13 is in afwijking van het eerste lid een vergoeding verschuldigd van € 36. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage is onderdeel van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage 1 is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën, bedoeld in bijlage 1, genoemde percentage als onderdeel van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

  • a. (sub)categorie I.A.: 14 procent;

  • b. (sub)categorie I.B.: 4 procent;

  • c. (sub)categorie I.C.: 3 procent;

  • d. (sub)categorie I.D.: 3 procent;

  • e. (sub)categorie I.E.: 4 procent;

  • f. (sub)categorie I.F.: 4 procent;

  • g. (sub)categorie II.C.: 29 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedragen gezamenlijk voor:

  • a. het Ministerie van Defensie: € 1.410.921;

  • b. het Ministerie van Justitie en Veiligheid: € 562.280;

  • c. het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: € 800.000.

Artikel 5

  • 1. Voor de in onderstaande tabel opgenomen werkzaamheden is de daarbij opgenomen vergoeding verschuldigd, indien in bijlage 1, tabel I, kolom IV, de daarbij corresponderende letter is opgenomen voor de betreffende subcategorie of subcategorieën.

    Werkzaamheden

    Vergoeding

    Aanduiding in bijlage 1, tabel I, kolom IV

    Verlenging van een vergunning of verlenen van toestemming tot overdracht

    € 36

    A

    Vergoeding op basis van uurtarief, bedoeld in bijlage 2

    B

    Voor de wijziging van een vergunning ingeval dit het wijzigen van een of meer geplande frequenties inhoudt

    Vergoeding ter hoogte van het uitvoeringstarief, bedoeld in bijlage 1

    C

    € 191

    D

  • 2. Voor de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning, met uitzondering van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.E.1, van bijlage 1, is een vergoeding verschuldigd van € 36.

  • 3. Bij het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning alsmede de wijziging van een vergunning bij dat toestemmingsbesluit, is de ingevolge dit artikel vastgestelde vergoeding verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is geen vergoeding verschuldigd voor een verlenging van rechtswege als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de wet.

  • 5. In geval van een vergunningverlening op grond van artikel 3.8a van de wet is, in afwijking van subcategorie I.A.6, een vergoeding verschuldigd die wordt bepaald door toepassing van de formule (A + B) : 2, waarbij:

    • A voorstelt: de hoeveelheid frequentieruimte per MHz als bedoeld in artikel 3.8a, eerste lid, onder a, van de wet;

    • B voorstelt: de hoeveelheid frequentieruimte per MHz als bedoeld in artikel 3.8a, eerste lid, onder b, van de wet.

Artikel 6

Voor de kosten van de door het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5 is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 7

  • 1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding, bedoeld in de Regeling storingsmeldingen, is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting of radio-apparaat niet voldoet aan artikel 4, eerste lid, onder b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting of radio-apparaat niet wordt gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onder d of e, van die regeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 8

De vergoeding voor het afnemen van een bijzonder examen door de minister als bedoeld in artikel 5 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.

Artikel 9

Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen wettelijke taak worden verricht en waarop de artikelen 2 tot en met 6 niet van toepassing zijn, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2, indien vooraf is aangegeven dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.

Artikel 10

  • 1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten voor het agentschap ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

  • 2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 11

De minister kan overeenkomstig artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de wet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.

Artikel 12

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.

Artikel 13

De tabel van bijlage I van de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet komt als volgt te luiden:

SALARISSCHAAL BBRA 1984

VERGOEDINGEN PER MANUUR

1 tot en met 5

100

6 tot en met 8

107

9 tot en met 11

122

12 tot en met 14

143

15 en hoger

167

Artikel 14

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2019 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor werkzaamheden of diensten die zijn verricht vóór het kalenderjaar 2020 het recht van toepassing blijft zoals dat ten tijde van verrichting van die werkzaamheden of diensten gold.

Artikel 15

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Artikel 16

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2020.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 oktober 2019

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer

BIJLAGE 1, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID

Over het kalenderjaar 2020 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN FREQUENTIE-RUIMTE

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

Vergoeding voor werkzaamheden artikel 5, lid, 1 (IV)

A.

Elektronische communicatienet-werken en -diensten, landelijke exclusieve vergunningen (exclusief omroep)

         

1.

GSM-R

(Per vergunning)

Per vergunning (tarief I) en/of per MHz (tarief II)

€ 14.762

€ 25.735

 

B

2.

Landelijke volg- en opsporingssystemen

(Per vergunning)

€ 6.197

€ 3.298

B

3.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

(Per vergunning en per MHz)

€ 15.066

€ 50.425 (per vergunning) en

€ 5.044 (per MHz)

B

4.

Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz

(per vergunning)

 

€ 14.593

B

5.

SMF 3

(Per vergunning)

 

€ 14.271

B

6.

800-900-1400-1800-2100-2600 MHz

(Per MHz)

€ 773

€ 7.626 (gepaard) en

€ 3.814 (ongepaard)

B

B.

Elektronische communicatienet-werken en -diensten, vergunningen met algemene planning met regionaal bereik

 

I

II

III

IV

   

Mobiele communicatie

         
             

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, alg. planning

(Per vergunning en per vaste post)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 191

€ 72, en per vaste post € 369

 

A en D

2.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

(Per radioapparaat)

€ 260

 

A en D

Radioafstands-besturing, alg. planning

(Per radioapparaat)

€ 260

 

A en D

Telemetrie alg. planning (TLA/ TLM)

(Per radioapparaat)

€ 260

 

A en D

3.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

(Per vergunning)

€ 289

 

A en D

4.

Draadloze audioverbinding

(Per vergunning)

   

€ 72

A en D

 

Radio-alarmering

(Per vergunning)

   

€ 72

A en D

 

Radiobeveiligings-installatie

(Per vergunning)

   

€ 72

A en D

 

HF Radiotelefonen (27 MHz)

(Per vergunning)

   

€ 72

A en D

   

Luchtvaart

 

I

II

III

IV

             

5.

Helibeacon inclusief Heli-VHF

(Per vergunning en per opstelpunt)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

   

€ 72

A en C

6.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik alg. planning

(Per vergunning en per opstelpunt)

€ 191

€ 208

 

A en D

7.

Recreatieve luchtvaart-frequenties

(Per vergunning)

   

€ 81

A

8.

Beperkte toegang luchtvaartfrequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder)

(Per vergunning)

   

€ 161

A

9.

Volledige toegang luchtvaartfrequenties

(Per vergunning)

   

€ 403

A

   

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

IV

             

10.

Walradarstation

(Per vergunning)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

   

€ 34

A

PLB

(Per vergunning)

A

11.

Bijzonder gebruik maritieme frequenties

(Per vergunning)

   

€ 26

A

   

Radiozendamateurs

 

I

II

III

IV

             

12.

Tijdelijke vergunning radiozendamateurs voor niet-ingezetenen van Nederland

(Per vergunning)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 37

   

A

13.

Overig niet vrijgesteld gebruik amateur-banden

(Per vergunning)

   

€ 68

A

   

Overige

 

I

II

III

IV

             

14.

Satellite News Gathering (SNG)

(Per vergunning en per radioapparaat)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 773

€ 466

 

A en C

15.

Radarsysteem landmobiel, alg. planning

(Per radioapparaat)

€ 191

€ 202

 

A en D

16.

GNSS Repeaters

(Per vergunning)

   

€ 123

 

C.

Elektronische communicatienet-werken en -diensten, vergunningen met individuele planning met regionaal bereik

 

I

II

III

IV

             

Mobiele communicatie

         
             

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik en lokale mobiele breedband netwerken, individuele planning

(Per vergunning en per vaste post)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 745

€ 70, en per vaste post € 355

 

A en C

2.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radioapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

(Per vergunning en per frequentiekanaal per opstelpunt)

€ 745

€ 869 per frequen-tiekanaal per opstel-punt, met een maximum totaalbe-drag van € 2.605

 

A en C

3.

Telemetrie (TLA/TLM) indiv. planning

(Per radioapparaat)

€ 745

€ 260

 

A en C

4.

Radioafstands-besturing, indiv. planning

(Per radioapparaat)

€ 745

€ 260

 

A en C

             

Luchtvaart

 

I

II

III

IV

             

5.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik indiv. planning

(Per vergunning en per opstelpunt)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 745

€ 208

 

A en C

6.

Grondstations luchtverkeersdienst-verlening/vitaal gebruik

(Per vergunning en per opstelpunt)

€ 745

€ 1.868

 

A en C

7.

Baken voor helikopter (helibeacon)

(Per radioapparaat)

€ 745

€ 68

 

A en C

             

Maritiem frequentiegebruik

 

I

II

III

IV

             

8.

Marifoonwalstation

(Per installatie)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 184

€ 70

 

A en D

 

AIS-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen

(Per installatie)

 
             

Radiozendamateurs

 

I

II

III

IV

             

9.

Frequentiegebruik relais- en bakenstations radiozendamateurs

(Per vergunning)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 184

   

A en C

             

Overige

 

I

II

III

IV

             

10.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

(Per coördinatie)

Per vergunning en/of per geplande eenheid

€ 1.325

     

11.

Kerktelefonie

(Per vergunning)

€ 745

€ 355

 

A en C

12.

Radarsysteem landmobiel, indiv. planning

(Per radioapparaat)

€ 745

€ 202

 

B en C

13.

Zendende satelliet-grondstations

(Per vergunning en per radioapparaat)

Per vergunning

€ 745

   

A en C

Per radioapparaat met een bandbreedte:

   

– tot 2 MHz

€ 21

 

– 2 MHz - 18 MHz

€ 108

 

– vanaf 18 MHz

€ 540

 

D.

OMROEP

 

I

II

III

IV

1.

AM/FM/Kortegolf

Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz

€ 633

   

B

Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger

€ 156

 

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 349, en € 578

2.

Digitale omroep in de banden III, IV en V

Per vergunning

€ 633

   

B

Per melding opstelpunt1

€ 156

 

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen1

 

€ 417, en € 417

3.

Laag vermogen middengolf waarvan de vergunning is verleend na 11 mei 2016

Per vergunning

€ 156

   

B

Per vergunning met een vermogen van ≤1 Watt

 

€ 165

Per vergunning met een vermogen van >1 Watt-100 Watt

 

€ 437

E.

Vergunningen straalverbindingen

 

I

II

III

IV

1.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 570

A

 

B en C

F.

Registraties

 

I

II

III

IV

1.

Registratie maritiem frequentiegebruik bij niet volledig zelfstandige digitale melding en registratie, in het jaar dat de werkzaamheden plaatsvinden

Per registratie

   

€ 57

 

Registratie radiozendamateur bij niet volledig zelfstandige digitale melding en registratie, in het jaar dat de werkzaamheden plaatsvinden

 

2.

Registratie maritiem frequentiegebruik, bij volledig zelfstandige digitale melding en registratie en registraties als bedoeld in I.F.1 in de tweede en daaropvolgende jaren

Per registratie

   

€ 42

 

Registratie radiozendamateur, bij volledig zelfstandige digitale melding en registraties als bedoeld in I.F.1 in de tweede en daaropvolgende jaren

 
X Noot
1

Indien artikel 3.21 van de wet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.D.2 bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:

A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde capaciteit van de frequentieruimte;

B voorstelt: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.D.2.

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT EINDAPPARATEN EN RADIOAPPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

EXAMENS, CERTIFICATEN EN AANWIJZINGEN ALS EXAMINERENDE INSTELLING

   

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

Per examen / per module

 

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

€ 94

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

€ 94

– basiscertificaat marifonie;

€ 68

– module GMDSS-B.

€ 94

2.

Examens ter verkrijging van een registratie voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

Per examen

 

– examen voor de categorie N;

€ 68

– examen voor de categorie F.

€ 68

3.

Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per erkenning

€ 73

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 73

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radioapparaten voor het doen van proeven

€ 73

5.

Aanwijzing van een examinerende instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per aanwijzing

€ 565

B.

VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN

Vergoe-ding voor de uitvoe-ring (I)

Vergoe-ding voor het toezicht (II)

Vergoe-ding voor de uit-voering en het toezicht

(III)

1.

Vergunning voor de aanleg van zendende Radio-apparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 46

   

C.

EINDAPPARATEN

 

III

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van eindapparatuur bepaalde

Per op 1 januari 2020 bij de ACM bekende nummers

€ 0,013

A Voor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

Bandbreedte

frequentieband

< 12 GHz

12 GHz -

< 24,5 GHz

24,5 GHz -

< 39,5 GHz

> 39, 5 GHz

< 10 MHz

€ 168

€ 85

€ 59

€ 34

10 MHz – < 25 MHz

€ 211

€ 102

€ 77

€ 38

25 MHz – < 50 MHz

€ 253

€ 118

€ 93

€ 42

50 MHz – < 150

MHz

€ 295

€ 134

€ 110

€ 46

> 150 MHz

n.v.t.

€ 151

€ 126

€ 50

BIJLAGE 2, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN, 5, EERSTE LID, 6, 7, TWEEDE LID, 8 EN 9

Tarieven personeel (in €):

SALARISSCHAAL BBRA 1984

VERGOEDINGEN PER MANUUR1

1 tot en met 5

100

6 tot en met 8

107

9 tot en met 11

122

12 tot en met 14

143

15 en hoger

167

X Noot
1

Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

TOELICHTING

I. ALGEMEEN

1. Inleiding

In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2020 (verder: Regeling vergoedingen 2020) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: het agentschap) in 2020 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) worden opgelegd, geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).

Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2, 3.3, 3.3a, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en Radio-apparaten) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

2. Vaststelling vergoedingen

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

3. Vergoedingenbeleid

Tarieven in alle categorieën

Het agentschap werkt aan kostendekkende producten en diensten. De meeste tarieven van het agentschap stijgen in 2020 vanwege het doorberekenen van de loop- en prijsstijging, toegenomen ICT-kosten, de Algemene verordening gegevensbescherming en Digitaal archiveren. Zoals ook al in de toelichting bij Regeling vergoedingen 2019 uiteen is gezet, zijn in de jaren 2014 tot en met 2017 de loon- en prijsstijgingen ter grootte van 7,4% in die jaren niet doorberekend.1 Bij de Regeling vergoedingen 2019 zijn de loon- en prijsstijgingen voor 2019 doorberekend en zijn ook gedeeltelijk de loon- en prijsstijgingen voor de jaren 2004 tot en met 2017 alsnog doorberekend. Met de tariefstijging voor 2020 wordt het resterende deel van de loon- en prijsstijgingen voor de jaren 2014 tot en met 2017 doorberekend. De doorberekende loon- en prijsstijging bedraagt voor 2020 2,0% conform de rijksnorm.

In de toelichting op de Regeling vergoedingen 2019 is aangegeven dat de toegenomen ICT-kosten en de loon- en prijsstijging voor de jaren 2014 tot en met 2017 tot dan toe zijn betaald uit een overschot op de begroting, aangeduid als de post ‘te verrekenen met vergunninghouders’. Hierdoor hoefden de tarieven in de jaren 2014–2017 niet verhoogd te worden. De post ‘te verrekenen met vergunninghouders’ is per 2019 uitgegeven aan ICT-kosten en de andere kostenstijgingen (ter dekking van de niet doorgevoerde loon-prijsstijgingen in 2014 tot en met 2017). Vanaf 2019 is er dan ook geen sprake meer van een overschot. Desondanks dienen de kostenstijgingen van die periode wel gedekt te worden door de tarieven die het agentschap hanteert. In de Regeling vergoedingen 2019 is in dat kader dan ook een algehele tariefstijging doorgevoerd. Het agentschap kan ook dit jaar niet anders dan de gestegen kosten verder door te berekenen in de tarieven. Het agentschap moet immers kostendekkend werken.

Naast de loon- en prijsstijgingen, zijn ook de ICT-kosten in de periode tussen 2014 en 2019 aanzienlijk gestegen. Ook dit jaar zorgen de toegenomen ICT-kosten tot een stijging van de tarieven. Daarnaast stijgen de kosten als gevolgen van het doorberekenen van de kosten die samenhangen met het invoeren en doorvoeren van de vereisten die voortvloeien uit de Algemene verordening gegevensbescherming en Digitaal Archiveren.

Tot slot wordt per product of dienst rekening gehouden met de kostendekkendheid in meerjarig perspectief. Dit kan ertoe leiden dat de tarieven stijgen, gelijk blijven of dalen. De tarieven in de categorieën Omroep, Eindapparaten en Straalverbindingen blijven gelijk aan de tarieven in 2019. Dit betekent een reële daling van deze tarieven.

Tarieven artikel 4 Vergoedingen departementen

De kosten die voorvloeien uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die vallen onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen moeten door de betreffende departementen worden gedekt.

Voor de departementen Justitie en Veiligheid en Infrastructuur en Waterstaat is van belang dat is gebleken dat deze tarieven niet toereikend waren om de kosten te kunnen dekken. In overleg met deze departementen is overeengekomen dat de benodigde tarievenstijgingen worden doorgevoerd om kostendekkendheid van de tarieven te realiseren. Voor het departement Justitie en Veiligheid wordt hierin voorzien bij de huidige tariefstijging voor 2020. Voor het departement Infrastructuur en Waterstaat wordt deze stijging verdeeld over 2020 en het daaropvolgende jaar. Voor het departement Defensie is geen tariefwijziging voorzien voor 2020.

Tarieven categorieën I.A, I.B en I.C Elektronische communicatienetwerken en -diensten

Ook deze tarieven stijgen als gevolg van de doorberekening van de loon- en prijsindexatie en de stijgende ICT-kosten. Bij de producten in deze categorieën zijn de kosten hoger dan de inkomsten. De stijging in de kosten leidt dan ook tot een stijging van het tarief met 11% voor de categorieën I.A en I.B. Voor categorie I.C betreft het een stijging van 7%. Hierbij speelt voor categorie I.C mee dat de kosten voor de toezichtwerkzaamheden mede zijn gestegen als gevolg van een verhoging van de personele inzet ter bevordering van de naleving voor de vergunningen binnen deze categorie.

Tarieven categorie I.D Omroep

In de categorie I.D van bijlage 1, tabel I, is sprake geweest van een lichte overdekking in 2019 als gevolg van het verschil in de realisatie van de vooraf begrote werkzaamheden en de inkomsten in deze categorie in 2019. Als gevolg hiervan wordt het tarief vooralsnog gelijk gehouden aan dat van 2019, wat resulteert in een reële daling van het tarief. Dit omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt doorberekend.

Tarieven categorie I.E Straalverbindingen

In de categorie Straalverbindingen, I.E, van bijlage 1, heeft de laatste jaren een tariefdaling plaatsgevonden als gevolg van een overdekking. Voor 2020 wordt geen tariefdaling doorgevoerd. In plaats daarvan wordt overdekking gebruikt voor een vervanging van verouderde ICT-systemen voor straalverbindingen.

Tarieven categorie I.F Registraties

De kosten voortvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de registratiehouders zijn het afgelopen jaar opnieuw licht toegenomen. Dit enerzijds als gevolg van de loon- en prijsstijging, anderzijds als gevolg van de stijgende ICT-kosten. Daarnaast is er een extra stijging doorgevoerd om het tarief kostendekkend te maken. Dit was niet het geval. Met de extra stijging wordt dit alsnog gerealiseerd. Dit heeft in 2020 een tariefstijging van € 4 tot gevolg.

Voor wat betreft het tarief voor registraties is voor 2020 sprake van een wijziging. Hierbij is sprake van een tariefdifferentiatie, waarbij er een ander tarief geldt voor de melding en registratie die via het daarvoor bestemde digitale gebruikersregister plaatsvindt, dan voor de melding en registratie die (deels) schriftelijk geschiedt. Onderstaand, in de toelichting bij bijlage 1, Gedifferentieerd tarief Registaties I.F.2, wordt dit nader toegelicht.

Tarieven afgifte certificaten II.A.4 en aanwijzing examinerende instellingen II.A.5

De tarieven voor de afgifte van certificaten, zoals opgenomen in subcategorie II.A.4, van bijlage 1, en het tarief voor de aanwijzing van examinerende instellingen, zoals opgenomen in subcategorie II.A.5, van bijlage 1, zijn voor 2020 extra gestegen. Er worden jaarlijks circa 5.000 certificaten afgegeven, waarbij veel handmatige handelingen plaatsvinden. Uit herberekening van de met deze diensten samenhangende kosten is gebleken dat deze tarieven niet voldoende waren om deze kosten te dekken. De onderhavige tariefstijging dient om deze kostendekkendheid alsnog te realiseren. Dit resulteert in een verhoging van € 43.

Tarief categorie II.C Eindapparaten

Voor eindapparaten, zoals opgenomen in bijlage 1, tabel II, categorie C, heeft het agentschap in 2019 minder kosten gemaakt dan vooraf begroot. Het tarief wordt vooralsnog gelijk gehouden aan dat van 2019, wat resulteert in een reële daling van het tarief, omdat de ondervonden stijging van de loon- en prijskosten niet wordt doorberekend. Zoals ook bij de Regeling vergoedingen 2019 benoemd, wordt wel een stijging van de kosten voorzien in de komende jaren. Dit als gevolg van de verwachte toename van eisen voor cyberveiligheid van Radio-apparaten, die vanuit de Europese Unie worden opgesteld op basis van de Richtlijn betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radio-apparatuur (2014/53/EU). Daarom wordt het tarief niet verder verlaagd.

Geplande Multibandveiling voor mobiele communicatie

In 2020 staat de vergunningverlening gepland voor frequentieruimte voor openbare mobiele communicatie als gevolg van de tweede Multibandveiling. In deze veiling zullen vergunningen voor frequentieruimte in de 700, 1.400 en 2.100 MHz-band worden geveild. In dit kader is in subcategorie I.A.6, van bijlage 1 de 1400 MHz-band toegevoegd. Voor de vergunningen voor de 700 MHz-band is het nog niet mogelijk tarieven vast te stellen.

Voor de vergunningen in de 700 MHz-band is van belang dat ten tijde van het opstellen van de Regeling vergoedingen 2020 er een internetconsultatie aanhangig is. Deze heeft betrekking op het ontwerpbesluit tot wijziging van het Nationaal Frequentieplan, inhoudende een bestemmingswijziging in de 700 MHz-band (frequenties van 698 MHz tot 791 MHz). Daarbij wordt ook een geografische splitsing aangebracht tussen het gebruik van deze frequenties op land en in de territoriale wateren enerzijds, en op installaties ter zee anderzijds. In afwachting op formele besluitvorming hieromtrent kunnen er nog geen tarieven vastgesteld worden voor de 700 MHz-vergunningen, omdat definitieve besluitvorming nog moet plaatsvinden. Zodra deze duidelijkheid er is en deze tarieven bekend zijn, zullen deze door een tussentijdse wijziging van de Regeling vergoedingen 2020 worden doorgevoerd.

4. Regeldruk

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het begrip ‘regeldruk’. De regeling is uitgezonderd van toetsing door ATR.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020. Hiermee is aangesloten bij het beleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).

II. ARTIKELSGEWIJS

Artikel 3

In dit artikel zijn de bijdragen opgenomen per categorie of subcategorie die gebruikt worden ter dekking van de kosten van de uitvoering- en toezichtwerkzaamheden van het agentschap in het kader van elektromagnetische compatibiliteit (hierna: EMC), zoals omschreven in artikel 16.1, derde lid, van de wet. Deze jaarlijkse bijdrage wordt uitgedrukt in een percentage. Het genoemde percentage per (sub)categorie, is het percentage van een tarief in de (sub)categorie dat dient ter dekking van de genoemde kosten in het kader van EMC. Naar aanleiding van een herberekening van de percentages voor deze bijdrage is gebleken dat sommige percentages niet juist zijn vastgesteld. Dit gebeurt bij de Regeling vergoedingen 2020 alsnog. Daarbij wordt opgemerkt dat dit geen gevolgen heeft voor de hoogte van de uiteindelijke vergoeding en dat dit in het verleden ook niet het geval is geweest.

Artikel 5

In artikel 5 is een tweetal wijzigingen doorgevoerd. Deze eerste wijziging is gericht op het vergroten van de overzichtelijkheid en leesbaarheid. In het eerste lid is een tabel opgenomen waarin soorten werkzaamheden zijn opgenomen met de daarbij behorende tarieven of wijze waarop de vergoeding wordt vastgesteld en een letter, A tot en met D. Tevens is in tabel I, van bijlage 1, een extra kolom IV toegevoegd. In deze kolom is, indien van toepassing, de letter opgenomen, die correspondeert met het soort werkzaamheden en het van toepassing zijnde tarief zoals opgenomen in de tabel van artikel 5, eerste lid. Deze tabel vervangt daarmee het eerste, derde, vierde en vijfde lid, van artikel 5 zoals deze in de voorgaande versies van de regeling vergoedingen waren opgenomen. Het zesde lid, zoals opgenomen in de voorgaande versies van de regeling vergoedingen, is komen te vervallen. Deze bepaalde dat een vergoeding op basis van uurtarief wordt vastgesteld in geval van wijziging van een vergunning, anders dan een wijziging van een of meer geplande frequenties. Een dergelijke bepaling is reeds opgenomen in artikel 6, waarmee reeds was voorzien in een grondslag om een vergoeding voor dergelijke werkzaamheden in rekening te brengen.

De andere wijziging is de toevoeging van een nieuw vijfde lid. Deze ziet op de verlening van zogenaamde transitievergunningen overeenkomstig artikel 3.8a van de wet. Voor 2020 staat een tweede Multibandveiling (700 MHz, 1.400 MHz en 2.100 MHz) gepland. Na de uitvoering van deze veiling worden transitievergunningen verleend voor de 2.100 MHz-band omdat die al in gebruik is. De 700 MHz-band en de 1.400 MHz-band zijn niet voor mobiel in gebruik, zodat voor deze banden geen transitievergunningen worden verleend. In de transitievergunning wordt het gebruiksrecht verleend voor de ‘oude’ en ‘nieuw’ verworven frequentieruimte, wat de overgang van de ‘oude’ naar de ‘ nieuwe’ situatie moet vergemakkelijken. De vergunninghouder mag niet meer frequentieruimte in gebruik nemen dan de maximale hoeveelheid frequentieruimte die aan hem vergund was/wordt, onder ofwel de ‘oude’ vergunning ofwel ‘nieuwe’ vergunning. De transitievergunning gaat in nadat de oude vergunningen aflopen en loopt af voordat de nieuwe vergunningen ingaan. Het geeft de vergunninghouder de mogelijkheid en tijd om zijn netwerk om te zetten van de ‘oude’ naar de ‘nieuwe’ frequentieruimte.

De kosten van uitvoering (vergunningverlening) en het toezicht voor de transitievergunningen die worden verleend in het kader van de tweede Multibandveiling, zijn gelijk aan de kosten voor een ‘reguliere’ vergunning. Het betreft de tarieven zoals opgenomen in subcategorie I.A.6 van bijlage 1. Voor de vaststelling van de verschuldigde vergoeding wordt gerekend met de gemiddelde hoeveelheid frequentieruimte van de ‘oude’ en de ‘nieuwe’ vergunning. Voor de bepaling van vergoeding voor toezichtwerkzaamheden geldt daarbij nog dat deze naar rato van het aantal dagen van de vergunningsduur van deze transitievergunning wordt vastgesteld. Dit is overeenkomstig het vaste beleid. Door deze wijze van vaststelling van de vergoedingen is een duidelijk verband gelegd tussen de hoeveelheid toegekende en inzetbare frequentieruimte van een vergunninghouder en de daarvoor verschuldigde vergoeding. Dit is in lijn met de reguliere tariefsystematiek in de betreffende subcategorie.

Artikel 13

In de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet (Stcrt. 2017, 35110) zijn de bedragen vastgesteld die de Minister van Economische Zaken en Klimaat ter vergoeding van de kosten van hercontroles van meetinstrumenten in rekening brengt, en voor zover van toepassing, de wijze van berekening daarvan, op grond van het Besluit kosten hercontroles Metrologiewet. De in bijlage I van de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet opgenomen uurtarieven zijn gerelateerd aan de uurtarieven die op het moment van inwerkingtreding ervan waren opgenomen in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 (Stcrt 2016, 57740).

De uurtarieven, zoals opgenomen in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017, zijn opnieuw en het meest recent vastgesteld bij de Regeling vergoedingen 2020. Daarbij stijgen de uurtarieven als gevolg van indexatie vanwege loon- en prijsstijgingen. De onderhavige wijziging van de Regeling vergoeding kosten hercontroles Metrologiewet voorziet in de aanpassing van de van toepassing zijnde uurtarieven en brengt deze vergoedingen in lijn met de van toepassing zijnde uurtarieven voor alle werkzaamheden van Agentschap Telecom, wat de kostendekkendheid van de tarieven realiseert.

Bijlagen I en II

De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen I en II zijn ter dekking van de kosten voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van een vergunning in rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor zowel uitvoering als toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht. In kolom IV zijn de letters opgenomen, die corresponderen met het soort werkzaamheden en de daarbij behorende tarief of wijze van vaststelling van de vergoeding, zoals opgenomen in artikel 5, eerste lid.

Bijlage 1

Tabelindeling tabel I

Bij de Regeling vergoedingen 2019 heeft een grote wijziging plaatsgevonden in de tabelindeling van tabel I, van bijlage 1. In de Regeling vergoedingen 2020 zijn nog enkel kleine wijzingen doorgevoerd om de herkenbaarheid van de subcategorieën in de categorieën te vergroten. Deze wijzigingen beogen geen materiele wijzingen in het tarief.

Vergunning ERMES

In de voorgaande versies van de regeling vergoedingen was een tarief opgenomen voor een ERMES-vergunning. In de Regeling vergoedingen 2019 was deze opgenomen in bijlage 1, tabel I, subcategorie A.7. Dit tarief is komen te vervallen. Er zijn geen vergunningen meer in deze subcategorie en deze worden ook niet meer verleend.

Vergoeding voor Satellite Repeater Systems

De vergoeding voor Satellite Repeater Systems, vorig jaar opgenomen in de subcategorie C.11 van bijlage 1 van de Regeling vergoedingen 2019, is komen te vervallen. In deze categorie zijn geen vergunning (meer) van kracht. Daarnaast is de vergunningverlening voor deze toepassing geschrapt bij de wijziging van het Nationaal Frequentieplan bij besluit van 26 april 2019 (Stcrt. 2019, 26174).

Gedifferentieerd tarief Registaties I.F.2

In de categorie I.F, van bijlage 1, is ten opzichte van vorige jaar de subcategorie I.F.2 toegevoegd. Zoals bij de toelichting op de tariefstijging van deze categorie I.F vermeld, betreft het hier een nieuwe subcategorie als gevolg van een tariefdifferentiatie.

Het tarief voor registraties, zoals deze in de voorgaande versies van de regeling was opgenomen, kende als uitgangspunt dat er sprake was van het volledig digitaal afwikkelen van de melding van het voorgenomen frequentiegebruik en de registratie ervan door middel van het daarvoor bestemde digitale gebruikersregister. Geconstateerd is echter dat er naast deze digitale afhandeling, veelvuldig nog gebruik wordt gemaakt van de papieren weg. In die gevallen geschiedt de afwikkeling al dan niet gedeeltelijk door een medewerker van het agentschap. De kosten hierbij zijn echter hoger, aangezien er naast de kosten van de betreffende ICT-systemen, ook personele kosten gemaakt worden. Deze kosten zijn niet verdisconteerd in het tarief dat uitgaat van een volledig digitale melding in registratie. Om dit kostenverschil toe te rekenen aan de baathebbers, is gemeend om een tariefdifferentiatie door te voeren. Daarbij is niet meer het gebruik van de digitale weg het uitgangspunt voor de vaststelling van het tarief, maar de papieren weg. Dit heeft tot gevolg dat het initiële tarief is gestegen. Daarentegen is in de toegevoegde subcategorie I.F.2 een lager tarief opgenomen voor het verkrijgen van een registratie, indien de melding van het voorgenomen frequentiegebruik en de registratie daarvan door het agentschap, volledig digitaal geschiedt via het daarvoor bestemde digitale gebruikersregister. Dit lagere tarief is ook van toepassing indien voor de melding en registratie de tussenkomst van een medewerker van het agentschap wel noodzakelijk is.

De tarieven in de categorie I.F zijn jaarlijkse tarieven. Het initiële tarief, zoals opgenomen in subcategorie I.F.1, geldt enkel voor het jaar waarin de werkzaamheden door een medewerker van het agentschap zijn verricht. In de daaropvolgende jaren zal enkel het lagere tarief van subcategorie I.F.2 verschuldigd zijn.

Tarief subcategorie II.B.1

Bij de Regeling vergoeding voor 2018 (Stcrt. 2017, 62688) is de oude subcategorie II.B.1, van bijlage 1, aangaande de aanwijzing van instanties komen te vervallen. Abusievelijk is deze subcategorie in de Regeling vergoedingen 2019 weer toegevoegd. In lijn met het schrappen van deze subcategorie in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2018, is deze niet meer opgenomen in Regeling vergoedingen 2020.

Bijlage 2

De uurtarieven, zoals opgenomen in bijlage 2 bedragen gemiddeld € 126,26. Dit is een nominale tariefstijging van 7,64% ten opzichte van het uurtarief 2019. De reële tariefstijging bedraagt 5,66%. In deze tariefstijging zijn de loon-prijsstijgingen voor de jaren 2014–2017, 2019 en 2020 verwerkt en de stijging van de ICT-kosten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

In 2018 is wel de loon-prijsstijging voor 2018 doorgevoerd.

Naar boven