Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2017, 62688 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2017, 62688 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de Minister van Economische Zaken en Klimaat;
Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;
subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;
bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, derde lid, van de wet;
een op grond van de artikelen 3.6, 3.10 of 3.12 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;
tarieven, bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling;
1. Voor de kosten van de door of namens het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in bijlage 1, zijn de in bijlage 1 genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2018 verschuldigd.
2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging van een vergunning, wijziging van de vergunning of van de tenaamstelling, of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.
3. Indien een vergunning gedeeltelijk wordt overgedragen met gebruik van geografische splitsing, wordt in afwijking van categorie I.C van bijlage 1 de voor de vergunning verschuldigde vergoeding voor toezicht naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen.
4. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.E.3 is in afwijking van het eerste lid een vergoeding verschuldigd van € 30. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.
De jaarlijkse bijdrage is onderdeel van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage 1 is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën, bedoeld in bijlage 1, genoemde percentage als onderdeel van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:
a. (sub)categorie I.A.: 3 procent;
b. (sub)categorie I.B.: 4 procent;
c. (sub)categorie I.C.: 7 procent;
d. (sub)categorie I.D.: 3 procent;
e. (sub)categorie I.E.: 4 procent;
f. (sub)categorie I.F.: 4 procent;
g. (sub)categorie II.C.: 8 procent.
De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedragen gezamenlijk voor:
a. het ministerie van Defensie: € 1.313.507;
b. het ministerie van Justitie en Veiligheid: € 304.631;
c. het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat: € 507.246.
1. Voor de verlenging van een vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 30 bij de categorieën en subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.6, I.B, met uitzondering van de categorieën en subcategorieën I.B.9, I.B.16 en I.B.17, I.D, I.E en I.G, genoemd in bijlage 1.
2. Voor de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 30.
3. Voor de verlenging van een vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2, bij de categorieën en subcategorieën I.A.4, I.A.5, I.B.9, I.B.16, I.B.17, I.C en I.F, genoemd in bijlage 1.
4. Voor de wijziging van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 633 bij de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B.1, I.B.3, I.B.6, I.B.14, I.B.15, I.B.18 en I.D.2, ingeval die het wijzigen van een of meer individueel geplande frequenties inhoudt.
5. Voor de wijziging van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 156 bij de subcategorieën: I.B.1, I.B.5, I.B.6, I.B.14, I.D.2 en I.E.2, ingeval die het wijzigen van een of meer algemeen geplande frequenties inhoudt.
6. Voor de wijziging van een vergunning, anders dan bedoeld in het vierde of het vijfde lid, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.
7. Bij het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning alsmede de wijziging van een vergunning bij dat toestemmingsbesluit, is de ingevolge dit artikel vastgestelde vergoeding verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.
8. In afwijking van het eerste en derde lid is geen vergoeding verschuldigd voor een verlenging van rechtswege als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de wet.
Voor de kosten van de door het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5 is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.
1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding als bedoeld in de Regeling storingsmeldingen, is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting of radioapparaat niet voldoet aan artikel 4, eerste lid, onderdeel b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting of het radioapparaat niet wordt gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onderdeel d of e, van die regeling.
2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.
De vergoeding voor het afnemen van een bijzonder examen als bedoeld in artikel 5 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2.
Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen taak worden verricht en waarop de artikelen 2 tot en met 6 niet van toepassing zijn, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage 2, indien vooraf kenbaar is gemaakt dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.
1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten door het agentschap ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding ingevolge deze regeling is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.
2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.
De minister kan met toepassing van artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de wet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.
Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 31 oktober 2017
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Over het kalenderjaar 2018 zijn de volgende bedragen verschuldigd:
I |
(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN FREQUENTIERUIMTE |
Verdeelsleutel voor de subcategorie |
Vergoeding voor de uitvoering (I) |
Vergoeding voor het toezicht (II) |
Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III) |
---|---|---|---|---|---|
A. |
VASTE VERBINDINGEN |
||||
1. |
Zendende satelliet-grondstations |
Per vergunning |
€ 633 |
||
Per radioapparaat met een bandbreedte: |
|||||
– tot 2 MHz |
€ 18 |
||||
– 2 MHz – 18 MHz |
€ 92 |
||||
– vanaf 18 MHz |
€ 459 |
||||
2. |
Satellite News Gathering (SNG) |
Per vergunning |
€ 633 |
||
Per radioapparaat |
€ 382 |
||||
3. |
Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations |
Per coördinatie ten behoeve van de verlening |
€ 1.125 |
||
4. |
Point-point straalverbindingen |
Per vergunning |
€ 633 |
A |
|
5. |
Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL |
Per vergunning |
€ 7.667 |
||
Per internationale coördinatie / per opstelpunt |
€ 156 |
||||
Per vergunde MHz bandbreedte: |
|||||
– 3,5 GHz |
€ 234 |
||||
– 24,5 tot 26,5 GHz |
€ 117 |
||||
6. |
Satellite Repeater System |
Per vergunning |
€ 51 |
||
7. |
GNSS Repeaters |
Per vergunning |
€ 101 |
||
B. |
MOBIELE COMMUNICATIE |
I |
II |
III |
|
1. |
VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik |
Per vergunning met algemene planning |
€ 156 |
||
Per vergunning met individuele planning |
€ 633 |
||||
Per vergunning |
€ 59 |
||||
Per vaste post |
€ 301 |
||||
2. |
Vervallen |
||||
3. |
VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking) Radioapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring) |
Per basisstation |
€ 633 |
||
Per toegewezen frequentiekanaal als volgt : |
|||||
-één frequentiekanaal toegepast op één opstelpunt |
€ 738 |
||||
-één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten |
€ 1.476 |
||||
-één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten |
€ 2.213 |
||||
4. |
Draadloze audioverbinding |
Per vergunning |
€ 59 |
||
Radio-alarmering |
€ 59 |
||||
Radiobeveiligings-installatie |
€ 59 |
||||
HF Radiotelefonen (27 MHz) |
€ 59 |
||||
Bijzonder gebruik maritieme frequenties |
€ 21 |
||||
5. |
Marifoonwalstation |
Per installatie |
€ 156 |
€ 59 |
|
AIS-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen |
|||||
6. |
HF-oproepinrichting (OS-HF) |
Per radioapparaat |
€ 156 |
€ 212 |
|
Radio-afstandsbesturing |
Per radioapparaat |
€ 156 |
€ 212 |
||
Telemetrie (TLA/ TLM) |
Per radioapparaat met algemene planning |
€ 156 |
€ 212 |
||
Per radioapparaat met individuele planning |
€ 633 |
||||
7. |
GSM-R |
Per netwerk |
€ 12.090 |
€ 21.077 |
|
8. |
Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik |
Per vergunning |
€ 156 |
€ 237 |
|
9. |
Landelijke volg- en opsporingssystemen |
Per vergunning |
€ 5.075 |
€ 2.701 |
|
10. |
Recreatieve luchtvaartfrequenties |
Per vergunning |
€ 66 |
||
11. |
Beperkte toegang luchtvaart-frequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder) |
Per vergunning |
€ 132 |
||
12. |
Volledige toegang luchtvaart-frequenties |
Per vergunning |
€ 330 |
||
13. |
Grondstation gedeeld gebruik communicatie-frequenties, inclusief Heli-VHF |
Per frequentie per opstelpunt |
€ 156 |
€ 59 |
|
14. |
Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik |
Per frequentie per opstelpunt individuele planning |
€ 633 |
€ 176 |
|
Per frequentie per opstelpunt algemene planning |
€ 156 |
||||
15. |
Grondstations luchtverkeersdienstverlening/ vitaal gebruik |
Per frequentie per opstelpunt |
€ 633 |
€ 1.587 |
|
16. |
Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band |
Per vergunning |
€ 12.339 |
€ 41.298 |
|
Per MHz bandbreedte |
€ 4.131 |
||||
17. |
Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz |
Per vergunning |
€ 11.952 |
||
18. |
Kerktelefonie |
Per vergunning |
€ 633 |
€ 301 |
|
C. |
(OPENBARE) (MOBIELE) ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE |
I |
II |
III |
|
1. |
SMF 3 |
Per vergunning |
€ 11.689 |
||
2. |
800-900-1800-2100-2600-3500 MHz |
Per gepaarde MHz |
€ 633 |
€ 6.245 |
|
Per ongepaarde MHz |
€ 3.123 |
||||
3. |
ERMES |
Per vergunning |
€ 21.722 |
||
D. |
RADIODETERMINATIE |
I |
II |
III |
|
1. |
Walradarstation |
Per vergunning |
€ 29 |
||
PLB |
|||||
2. |
Radarsysteem landmobiel |
Per radioapparaat |
€ 156 |
€ 166 |
|
Baken voor helikopter (helibeacon) |
€ 633 |
€ 58 |
|||
E. |
RADIOZENDAMATEURS |
I |
II |
III |
|
1. |
Tijdelijke vergunning in Nederland voor niet-ingezetenen van Nederland |
Per vergunning |
€ 30 |
||
2. |
Frequentiegebruik relaisstations en bakenstations radiozendamateurs |
€ 156 |
|||
3. |
Overig niet vrijgesteld gebruik amateurbanden |
€ 55 |
|||
F. |
OMROEP |
I |
II |
III |
|
1. |
AM/FM/Kortegolf |
Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz |
€ 633 |
||
Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger |
€ 156 |
||||
Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen |
€ 349 € 578 |
||||
2. |
Digitale omroep in de banden III, IV en V |
Per vergunning |
€ 633 |
||
Per melding opstelpunt1 |
€ 156 |
||||
Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats, en tevens per kW zendvermogen 1 |
€ 417 € 417 |
||||
3. |
Laag vermogen middengolf waarvan de vergunning is verleend na 11 mei 2016 |
Per vergunning |
€ 156 |
||
Per vergunning met een vermogen van ≤1 Watt |
€ 165 |
||||
Per vergunning met een vermogen van >1 Watt-100 Watt |
€ 437 |
||||
G. |
IMMUNITEITSBEPROEVINGEN |
I |
II |
III |
|
1. |
Immuniteitsbeproevingen |
Per vergunning |
€ 156 |
€ 286 |
|
H. |
Registraties |
I |
II |
III |
|
1. |
Registratie maritiem frequentiegebruik |
Per registratie |
€ 34 |
||
Registratie radiozendamateur |
Indien artikel 3.21 van de wet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.F.2, waar voetnoot 1 is geplaatst, bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:
A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde capaciteit van de frequentieruimte;
B voorstelt: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.F.2.
II. |
(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT EINDAPPARATEN EN RADIOAPPARATEN |
Verdeelsleutel voor de subcategorie |
Vergoeding voor de uitvoering (I) |
---|---|---|---|
A. |
EXAMENS, CERTIFICATEN EN AANWIJZINGEN ALS EXAMINERENDE INSTELLING |
||
1. |
Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen: |
Per examen / per module |
|
-algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A; |
€ 86 |
||
-beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B; |
€ 86 |
||
-basiscertificaat marifonie; |
€ 62 |
||
-module GMDSS-B. |
€ 86 |
||
2. |
Examens ter verkrijging van een registratie voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen: |
Per examen |
|
- examen voor de categorie N; |
€ 62 |
||
- examen voor de categorie F. |
€ 62 |
||
3. |
Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 |
Per erkenning |
€ 66 |
4. |
Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart |
Per certificaat |
€ 28 |
Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radioapparaten voor het doen van proeven |
€ 28 |
||
5. |
Aanwijzing van een examinerende instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 |
Per aanwijzing |
€ 484 |
B. |
VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN |
I |
II |
III |
|
---|---|---|---|---|---|
1. |
Vergunning voor de aanleg van zendende radioapparaten zonder gebruik van frequentieruimte |
Per vergunning |
€ 46 |
C. |
EINDAPPARATEN |
I |
|
---|---|---|---|
1. |
Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van eindapparatuur bepaalde |
Per op 1 januari 2018 bij de ACM bekende toegekend nummer |
€ 0,013 |
AVoor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:
frequentieband |
||||
---|---|---|---|---|
Bandbreedte |
< 12 GHz |
12 GHz – < 24,5 GHz |
24,5 GHz – < 39,5 GHz |
> 39, 5 GHz |
< 10 MHz |
€ 187 |
€ 94 |
€ 66 |
€ 38 |
10 MHz – < 25 MHz |
€ 234 |
€ 113 |
€ 85 |
€ 42 |
25 MHz – < 50 MHz |
€ 281 |
€ 131 |
€ 103 |
€ 47 |
50 MHz – < 150 MHz |
€ 328 |
€ 149 |
€ 122 |
€ 51 |
> 150 MHz |
n.v.t. |
€ 168 |
€ 140 |
€ 56 |
Tarieven personeel (in €):
SALARISSCHAAL BBRA 1984 |
VERGOEDINGEN PER MANUUR 1 |
---|---|
1 tot en met 5 |
€ 83 |
6 tot en met 8 |
€ 92 |
9 tot en met 11 |
€ 107 |
12 tot en met 14 |
€ 119 |
15 en hoger |
€ 146 |
1 Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.
In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2018 (verder: Regeling vergoedingen 2018) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (hierna: het agentschap) in 2018 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) worden opgelegd geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).
Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2. 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en radioapparaten) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.
De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit. Tevens is een aantal categorieën op basis van artikel 4, tweede lid, van het Besluit toegevoegd. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het Besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.
De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model is in 2007 doorgelicht door KPMG en beschreven in hun rapport van april 2007. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.
De vergunningentarieven stijgen met 2,2%, zijnde de toegestane loon- en prijscompensatie.
De vergoedingen in de categorieën Mobiele Communicatie (I.B), Registraties (I.H) en de bedragen in artikel 4 stijgen met 10%.
De kosten voorvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de departementen die vallen onder de Regeling Behoefte-onderbouwingsplannen moeten door de betreffende departementen worden gedekt. De complexiteit van de dossiers die door de departementen Veiligheid en Justitie en Infrastructuur en Milieu worden aangeboden, neemt versneld toe. Dit leidt tot meer maatwerk om aan de specifieke wensen omtrent frequentiegebruik tegemoet te kunnen komen. Deze toenemende complexiteit gecombineerd met de stijgende directe ICT-kosten en de jaarlijkse loon-prijscompensatie, leiden per 1 januari 2018 tot een tariefstijging van 10% voor de departementen Veiligheid en Justitie en Infrastructuur en Milieu.
De vergoeding voor het toezicht op straalverbindingen opgenomen in bijlage 1, tabel I, subcategorie A.4, is ten opzichte van 2017 met 10% verlaagd. Deze verlaging is mogelijk gebleken door een daling van de kosten voor het toezicht. Dit is in overeenstemming met de trend van de afgelopen jaren.
De tarieven in categorie I.B. van bijlage 1, tabel I, worden met 10% verhoogd ten aanzien van vorig jaar. De reden van deze verhoging is de stijging van de kosten voor deze categorie. De kostenstijging wordt veroorzaakt door de toename in complexiteit van de aanvragen, waardoor er meer maatwerk nodig is in de uitvoering en in het toezicht, hetgeen een grotere tijdsinvestering met zich meebrengt. Daarnaast wordt de kostenstijging veroorzaakt door de benodigde vernieuwing van de directe ICT-systemen voor deze categorie.
De kosten voortvloeiend uit de taken en werkzaamheden voor de registratiehouders moeten sinds de herinvoering van het tarief op 1 januari 2016 door de registratiehouders worden gedekt. De kosten voor de directe ICT (onder andere samenhangend met de waarborging van de gegevens van registratiehouders, met het oog op de Baseline Informatiebeveiliging Rijksoverheid (BIR) en de Wet bescherming persoonsgegevens) zijn het afgelopen jaar toegenomen. Deze stijging had bij de vaststelling van het tarief bij de herinvoering ervan dan ook niet voorzien kunnen worden. Daarnaast moet er meer tijd dan initieel werd aangenomen worden besteed aan het behandelen van dossiers en het in behandeling nemen van storingsklachten. Een en ander heeft als consequentie dat het tarief voor een registratie per 1 januari 2018 wordt verhoogd.
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het begrip ‘regeldruk’.
Artikel 2 is ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 gewijzigd. Het vijfde lid bevatte een grondslag om een vergoeding op basis van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II in rekening te brengen in het geval van het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.F.2 waarbij geen frequentieplanning plaatsvindt. Deze bepaling is komen te vervallen. In subcategorie I.F.2 is een tarief opgenomen voor de verlening van deze vergunningen, waarbij geen frequentieplanning plaatsvindt. Daarmee bestaat er geen noodzaak meer voor een grondslag voor een vergoeding van dergelijke werkzaamheden op basis van uurtarief.
Zie ook de toelichting bij de wijziging van subcategorie I.F.2. in bijlage 1.
Artikel 5 is ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 op enkele punten gewijzigd. Allereerst was overeenkomstig het oude artikel 5, eerste lid, een vergoeding verschuldigd voor de wijziging van de tenaamstelling van vergunning van de in dat lid genoemde (sub)categorieën. Voor de wijziging van de tenaamstelling van vergunningen in de andere (sub)categorieën dan genoemd, was geen vergoeding verschuldigd. Dit is niet juist, omdat ook voor de wijziging van de tenaamstelling van vergunningen in deze andere (sub)categorieën werkzaamheden worden verricht en daarmee kosten worden gemaakt. Om deze reden is voor de wijziging van de tenaamstelling een afzonderlijk lid geformuleerd (het tweede lid). Hierdoor is voor de wijziging van de tenaamstelling van alle vergunningen een vergoeding is verschuldigd.
Daarnaast is ten opzichte van artikel 5 in de regeling van vorig jaar een nieuw zesde lid toegevoegd. Hierin is de grondslag opgenomen om in het geval van een wijziging van een vergunning, anders dan een wijziging van individueel of algemeen geplande frequenties van vergunningen in de (sub)categorieën zoals opgesomd in het vierde of het vijfde lid, een vergoeding in rekening te brengen op basis van uurtarief. Voor wijziging van een vergunning verricht Agentschap Telecom werkzaamheden en maakt het kosten. Deze kosten dienen gedekt te worden. Het zesde lid voorziet in een grondslag hiervoor.
De werkzaamheden die het agentschap uitvoert zoals geformuleerd in artikel 5, vijfde lid, van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 zijn gewijzigd. Er vindt geen omzetting meer plaats van een allotment in een assingment. In plaats daarvan registreert het agentschap een door een houder van een vergunning voor digitale omroep, zoals bedoeld in de subcategorie I.F.2. van bijlage 1, opgegeven opstelpunt in het Master International Frequency Register. De werkzaamheden van het agentschap bestaan daarbij uit het narekenen van de door de vergunninghouder opgegeven gegevens van de opstelplaats en het daadwerkelijk melden van het opstelpunt in het genoemde register. Omdat ook de genoemde subcategorie I.F.2 voor digitale omroep is gewijzigd, is ten behoeve van de overzichtelijkheid ervoor gekozen om het oude artikel 5, vijfde lid, van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 te schrappen. Het tarief voor het opgegeven van een opstelpunt in het Master International Frequency Register is opgenomen in de gewijzigde subcategorie I.F.2. Omdat deze werkzaamheden minder omvangrijk zijn, is ook het tarief bijgesteld. Deze wijziging houdt verband met de genoemde wijzigingen van artikel 2 aangaande subcategorie I.F.2. Zie ook de toelichting van de wijziging van subcategorie I.F.2. van bijlage 1.
Vergunningenhouders dienen voor ingebruikname van een frequentie het gebruik daarvan te melden aan Agentschap Telecom. Indien er als gevolg van een melding meer opstelpunten komen of het cumulatieve zendvermogen toeneemt, worden de extra toezichtskosten in rekening gebracht.
Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in de laatste zes weken van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij niet meer tijdens dat jaar te worden betaald, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.
Dit artikel geeft de minister de bevoegdheid in voorkomend geval een geldschuld jegens de vergunninghouder met de vordering inzake het eenmalig bedrag te verrekenen. Verrekening is op grond van artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht slechts mogelijk met een expliciete wettelijke grondslag. Deze bepaling biedt een grondslag voor verrekening in het geval een vergunninghouder in gebreke blijft (een betalingstermijn van) een krachtens deze regeling opgelegd bedrag te betalen maar anderzijds wel een vordering jegens de staat heeft die verband houdt met de uitvoering van het frequentiebeleid.
De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling na 31 december 2017 van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2017 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2017 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2017. Dit geldt ook voor de eerdere regelingen waarin de vergoedingen van het agentschap werden vastgesteld.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018. Dit is overeenkomstig het systeem van vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).
De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen 1 en 2 zijn ter dekking van de kosten voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlening van de vergunning in rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor uitvoering en toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht.
De benaming van subcategorie I.E.2 is aangepast, omdat deze beter past bij het beleid dat voor deze vergunningen geldt. Het betreft een tekstuele wijziging.
De verdeelsleutel voor het tarief dat in rekening wordt gebracht voor de uitvoeringswerkzaamheden van het agentschap voor digitale omroep, zoals opgenomen in bijlage 1, tabel I, subcategorie F.2, is gewijzigd. Het betreft hier onder meer de frequentieruimte die bestemd is voor DVB-T(2) en digitale radio (DAB+). Reden voor deze wijziging is dat de uitvoeringswerkzaamheden die het agentschap verricht ten behoeve van deze vergunningen reeds worden verricht bij de verlening van een dergelijke vergunning. Derhalve worden de kosten reeds gemaakt bij de vergunningverlening. Overeenkomstig de oude verdeelsleutel werd slechts een vergoeding voor de uitvoeringswerkzaamheden in rekening gebracht per opstelplaats. Echter, omdat bij de vergunningverlening nog geen opstelplaats bekend hoeft te zijn, voorzag de oude verdeelsleutel dus niet in een juiste dekking van de reeds door het agentschap bij de vergunningverlening gemaakte kosten. Om dit te bewerkstelligen wordt de verdeelsleutel gewijzigd in een vergoeding per vergunning in plaats van een vergoeding per opstelplaats. Deze wijziging houdt verband met de genoemde wijzigingen van artikel 2 en artikel 5, vijfde lid.
In bijlage 1, tabel II, is subcategorie B.1 aangaande de aanwijzing van instanties in vergelijking met de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 komen te vervallen. In de ons omringende landen vindt geen doorberekening plaats van de kosten van de werkzaamheden tot aanwijzing van Notified Bodies. Om hiermee aansluiting te zoeken, vindt geen doorberekening meer plaats van kosten van deze werkzaamheden.
Agentschap Telecom voert geen toezichtswerkzaamheden meer uit voor deze categorie werkzaamheden. Deze werkzaamheden worden tegenwoordig uitgevoerd door de Raad van Accreditatie. De komende tijd zullen naar verwachten ook de uitvoeringswerkzaamheden van het agentschap op dit gebied teruglopen, waardoor geen kosten meer worden gemaakt.
De uurtarieven zoals opgenomen in bijlage 2 bedragen gemiddeld € 107,29. Dit is een nominale daling van het tarief van 0,27% ten opzichte van het uurtarief 2017bij een toegestane loon- en prijsbijstelling van 2,18%. De reële tariefdaling bedraagt 2,45%.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-62688.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.