Regeling van de Minister van Economische Zaken van 27 oktober 2016, nr. WJZ/16148102, houdende regels omtrent de vergoeding voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet en artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. agentschap:

Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken;

c. categorieën:

categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. subcategorieën:

subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

e. jaarlijkse bijdrage:

bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, vierde lid, van de wet;

f. vergunning:

een op grond van de artikelen 3.6, 3.10 en 3.12 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte;

g. uurtarieven:

tarieven, bedoeld in bijlage II bij deze regeling;

h. wet:

Telecommunicatiewet.

Artikel 2

  • 1. Voor de kosten van de door of namens het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage I, zijn de in bijlage I genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2017 verschuldigd.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover werkzaamheden worden verricht voor verlenging van een vergunning, wijziging tenaamstelling of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning.

  • 3. Indien een vergunning gedeeltelijk wordt overgedragen met gebruik van geografische splitsing, wordt in afwijking van categorie I.C van bijlage I de voor de vergunning verschuldigde vergoeding voor toezicht naar evenredigheid van de grootte van de geografische gebieden van de gesplitste vergunningen over de houders omgeslagen.

  • 4. Indien geen frequentieplanning plaatsvindt bij het verlenen van een vergunning als bedoeld in subcategorie I.E.3 is in afwijking van het eerste lid een vergoeding verschuldigd van € 29. Deze vergoeding is verschuldigd door de verkrijger van de vergunning.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage maakt deel uit van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage I is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën genoemde percentage van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

  • I. categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte:

    • A. vaste verbindingen: 3 procent;

    • B. mobiele communicatie: 4 procent;

    • C. (openbare) (mobiele) elektronische communicatie: 7 procent;

    • D. radiodeterminatie: 3 procent;

    • E. radiozendamateurs: 4 procent;

    • F. omroep: 4 procent.

  • II. categorieën met betrekking tot eindapparaten en radioapparaten:

    • C. eindapparaten: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door het agentschap verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot uitvoering en het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedraagt voor:

  • a. het ministerie van Defensie: € 1.285.232;

  • b. het ministerie van Veiligheid en Justitie: € 276.937;

  • c. het ministerie van Infrastructuur en Milieu: € 461.133.

Artikel 5

  • 1. Voor de verlenging van een vergunning, wijziging tenaamstelling of verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd van € 29 bij de categorieën en subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.6, I.B, met uitzondering van de categorieën en subcategorieën I.B.9, I.B.16, I.B.17, I.D, I.E en I.G, genoemd in bijlage I.

    Deze vergoeding is verschuldigd door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning of, in het geval van overdracht van een vergunning, door de verkrijger van de vergunning.

  • 2. Voor de verlenging of wijziging van een vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, voor de categorieën en subcategorieën I.A.4, I.A.5, I.B.9, I.B.16, I.B.17, I.C en I.F, genoemd in bijlage I.

    Deze vergoeding is verschuldigd door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning of, in het geval van overdracht van een vergunning, door de verkrijger van de vergunning.

  • 3. In afwijking van het eerste en tweede lid is voor de wijziging van een vergunning die het wijzigen van een of meer individueel geplande frequenties inhoudt een vergoeding verschuldigd van € 619 bij de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.A.4, I.B.1, I.B.3, I.B.6, I.B.14, I.B.15, I.B.18 en I.D.2.

  • 4. In afwijking van het eerste lid is voor de wijziging van een vergunning die het wijzigen van een of meer algemeen geplande frequenties inhoudt een vergoeding verschuldigd van € 153 bij de subcategorieën: I.B.1, I.B.5, I.B.6, I.B.14, I.D.2 en I.E.3.

  • 5. In afwijking van het tweede lid is voor wijziging van een vergunning in de subcategorie I.F.2, inhoudende het omzetten van een allotment in een assignment, een vergoeding verschuldigd van € 619 per opstelplaats.

  • 6. In afwijking van het eerste en tweede lid is geen vergoeding verschuldigd voor een verlenging van rechtswege als bedoeld in artikel 3.17, tweede lid, van de wet.

Artikel 6

Voor de kosten van de door het agentschap te verrichten werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder de artikelen 2 tot en met 5 is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 7

  • 1. Een vergoeding voor de kosten van behandeling van een storingsmelding, bedoeld in de Regeling storingsmeldingen, is verschuldigd door degene die de storing heeft gemeld, indien uit het onderzoek is gebleken dat zijn uitrusting of radioapparaat niet voldoen aan artikel 4, eerste lid, onder b of c, van de Regeling storingsmeldingen of als de uitrusting of radioapparaat niet worden gebruikt conform artikel 4, eerste lid, onder d of e, van die regeling.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 8

De vergoeding voor het afnemen van een bijzonder examen door de minister als bedoeld in artikel 5 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008 wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II.

Artikel 9

Voor de kosten van andere werkzaamheden of diensten die door het agentschap in het kader van de bij of krachtens de wet opgedragen wettelijke taak worden verricht en die niet genoemd worden in de artikelen 2 tot en met 6, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, indien vooraf is aangegeven dat voor de werkzaamheden of diensten een vergoeding in rekening zal worden gebracht.

Artikel 10

  • 1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

  • 2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeft door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan, indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste zes weken van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 11

De minister kan overeenkomstig artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht een geldschuld jegens de vergunninghouder die verband houdt met een bij of krachtens hoofdstuk 3 van de wet genomen besluit, verrekenen met een vordering op grond van deze regeling.

Artikel 12

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van het agentschap te Groningen.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor werkzaamheden of diensten die zijn verricht vóór het kalenderjaar 2017 het recht van toepassing blijft zoals dat ten tijde van verrichting van die werkzaamheden of diensten gold.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2016

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

BIJLAGE I, BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID

Over het kalenderjaar 2017 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT HET GEBRUIK VAN FREQUENTIERUIMTE

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

A.

VASTE VERBINDINGEN

       

1.

Zendende satelliet-grondstations

Per vergunning

€ 619

   

Per radioapparaat met een bandbreedte:

   

– tot 2 MHz

 

€ 18

– 2 MHz – 18 MHz

 

€ 90

– vanaf 18 MHz

 

€ 449

2.

Satellite News Gathering (SNG)

Per vergunning

€ 619

   

Per radioapparaat

 

€ 374

3.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per coördinatie ten behoeve van de verlening

€ 1.101

   

4.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 619

A

 

5.

Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL

Per vergunning

€ 7.502

   

Per internationale coördinatie / per opstelpunt

€ 153

 
   

Per vergunde MHz bandbreedte:

   

– 3,5 GHz

 

€ 229

–24,5 tot 26,5 GHz

 

€ 114

 

6.

Satellite Repeater System

Per vergunning

   

€ 50

7.

GNSS Repeaters

Per vergunning

   

€ 99

           

B.

MOBIELE COMMUNICATIE

 

I

II

III

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik

Per vergunning met algemene planning

€ 153

   

Per vergunning met individuele planning

€ 619

 

Per vergunning

 

€ 54

Per vaste post

 

€ 274

2.

Vervallen

       

3.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Radioapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

Per basisstation

€ 619

   

Per toegewezen frequentiekanaal als volgt:

   

– één frequentiekanaal toegepast op één opstelpunt

 

€ 671

– één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten

 

€ 1.342

– één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten

 

€ 2.012

4.

Draadloze audioverbinding

Per vergunning

   

€ 54

Radio-alarmering

   

€ 54

Radiobeveiligings-installatie

   

€ 54

HF Radiotelefonen (27 MHz)

   

€ 54

Bijzonder gebruik maritieme frequenties

   

€ 19

5.

Marifoonwalstation

Per installatie

€ 153

€ 54

 

AIS-installatie voor maritiem gebruik anders dan aan boord van schepen

6.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

Per radioapparaat

€ 153

€ 193

 

Radio-afstandsbesturing

Per radioapparaat

€ 153

€ 193

Telemetrie (TLA/ TLM)

Per radioapparaat met algemene planning

€ 153

€ 193

Per radioapparaat met individuele planning

€ 619

7.

GSM-R

Per netwerk

€ 10.991

€ 19.161

 

8.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

Per vergunning

€ 153

€ 215

 

9.

Landelijke volg- en opsporingssystemen

Per vergunning

€ 4.614

€ 2.455

 

10.

Recreatieve luchtvaartfrequenties

Per vergunning

   

€ 60

11.

Beperkte toegang luchtvaart-frequenties (hele VHF-band, ELT en SSR-transponder)

Per vergunning

   

€ 120

12.

Volledige toegang luchtvaart-frequenties

Per vergunning

   

€ 300

13.

Grondstation gedeeld gebruik communicatie-frequenties, inclusief Heli-VHF

Per frequentie per opstelpunt

€ 153

€ 54

 

14.

Grondstation gepland en gecoördineerd gebruik

Per frequentie per opstelpunt individuele planning

€ 619

€ 160

 

Per frequentie per opstelpunt algemene planning

€ 153

15.

Grondstations luchtverkeersdienstverlening/ vitaal gebruik

Per frequentie per opstelpunt

€ 619

€ 1.443

 

16.

Openbare elektronische communicatie netwerken in de VHF/UHF-band

Per vergunning

€ 11.217

€ 37.544

 

Per MHz bandbreedte

 

€ 3.755

17.

Landelijke DGPS en CGC’s t.b.v. MSS 2 GHz

Per vergunning

 

€ 10.865

 

18.

Kerktelefonie

Per vergunning

€ 619

€ 274

 
           

C.

(OPENBARE) (MOBIELE) ELEKTRONISCHE COMMUNICATIE

 

I

II

III

1.

SMF 3

Per vergunning

 

€ 11.437

 

2.

800-900-1800-2100-2600-3500 MHz

Per gepaarde MHz

€ 619

€ 6.111

 

Per ongepaarde MHz

€ 3.056

3.

ERMES

Per vergunning

 

€ 21.254

 
           

D.

RADIODETERMINATIE

 

I

II

III

1.

Walradarstation

Per vergunning

   

€ 28

PLB

2.

Radarsysteem landmobiel

Per radioapparaat

€ 153

€ 162

 

Baken voor helikopter (helibeacon)

€ 619

€ 57

           

E.

RADIOZENDAMATEURS

 

I

II

III

1.

Tijdelijke vergunning in Nederland voor niet-ingezetenen van Nederland

Per vergunning

€ 29

   

2.

Onbemand frequentiegebruik radiozendamateurs

€ 153

   

3.

Overig niet vrijgesteld gebruik amateurbanden

   

€ 54

           

F.

OMROEP

 

I

II

III

1.

AM/FM/Kortegolf

Per opstelplaats voor AM/DRM-frequenties, KG/DRM-frequenties en FM-frequenties lager dan 104,9 MHz

€ 619

   

Per opstelplaats voor FM-frequenties 104,9 MHz en hoger

€ 153

 

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 341

€ 566

2.

Digitale omroep in de banden III, IV en V 1

Per opstelplaats

€ 619

   

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 408

€ 408

3.

Laag vermogen middengolf waarvan de vergunning is verleend na 11 mei 2016

Per vergunning

€ 153

   

Per vergunning met een vermogen van ≤1 Watt

 

€ 161

Per vergunning met een vermogen van >1 Watt-100 Watt

 

€ 428

           

G.

IMMUNITEITSBEPROEVINGEN

 

I

II

III

1.

Immuniteitsbeproevingen

Per vergunning

€ 153

€ 280

 
           

H.

Registraties

 

I

II

III

1.

Registratie maritiem frequentiegebruik

Per registratie

   

€ 31

Registratie radiozendamateur

X Noot
1

Indien artikel 3.21 van de wet van toepassing is, worden de bedragen in subcategorie I.F.2 bepaald door toepassing van de formule A x B, waarbij:

A voorstelt: het minimaal vergunde percentage van de in de vergunning genoemde capaciteit van de frequentieruimte;

B voorstelt: het van toepassing zijnde bedrag dat genoemd is in subcategorie I.F.2.

II.

(SUB)CATEGORIEËN MET BETREKKING TOT EINDAPPARATEN EN RADIOAPPARATEN

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

EXAMENS, CERTIFICATEN EN AANWIJZINGEN ALS EXAMINERENDE INSTELLING

   

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

Per examen / per module

 

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

 

€ 84

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

 

€ 84

– basiscertificaat marifonie;

 

€ 61

– module GMDSS-B.

 

€ 84

2.

Examens ter verkrijging van een registratie voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

Per examen

 

– examen voor de categorie N;

 

€ 61

– examen voor de categorie F.

 

€ 61

3.

Erkenning als bedoeld in artikel 18 van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per erkenning

€ 65

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radioapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Per certificaat

€ 27

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radioapparaten voor het doen van proeven

€ 27

5.

Aanwijzing van een examinerende instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Examenregeling frequentiegebruik 2008

Per aanwijzing

€ 474

         

B.

VERKLARINGEN EN ERKENNINGEN

I

II

III

1.

Aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 10 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016, aanwijzen van een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 8 van het Besluit radioapparaten 2016, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Aanwijzen van een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 15 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016, aanwijzen van een overeenstemmingsbeoordelingsorgaan als bedoeld in artikel 13 van het Besluit radioapparaten 2016, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.442

€ 270

 

2.

Vergunning voor de aanleg van zendende radioapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 45

   
       

C.

EINDAPPARATEN

 

I

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van eindapparatuur bepaalde

Per op 1 januari 2017 bij de ACM bekende toegekend nummer

€ 0,013

A Voor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

 

frequentieband

Bandbreedte

< 12 GHz

12 GHz – < 24,5 GHz

24,5 GHz – < 39,5 GHz

≥ 39,5 GHz

< 10 MHz

€ 208

€ 104

€ 73

€ 42

10 MHz – < 25 MHz

€ 260

€ 125

€ 94

€ 47

25 MHz – < 50 MHz

€ 312

€ 146

€ 114

€ 52

50 MHz – < 150 MHz

€ 364

€ 166

€ 135

€ 57

≥ 150 MHz

n.v.t.

€ 187

€ 156

€ 62

BIJLAGE II, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 5, TWEEDE LID, 6, 7, TWEEDE LID, 8 EN 9

Tarieven personeel (in €):

SALARISSCHAAL BBRA 1984

VERGOEDINGEN PER MANUUR 1

1 tot en met 5

83

6 tot en met 8

94

9 tot en met 11

108

12 tot en met 14

119

15 en hoger

147

1 Bij onregelmatigheid of overwerk kunnen de tarieven voor functionarissen tot en met schaal 10 worden verhoogd met een toeslag van 30% voor onregelmatigheid en 50% voor overwerk.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Inleiding

In de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2017 (verder: Regeling vergoedingen 2017) worden de vergoedingen vastgesteld die Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken (hierna: het agentschap) in 2017 in rekening kan brengen bij degenen ten behoeve van wie door het agentschap werkzaamheden of diensten worden verricht. Voor vergoedingen die op basis van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) worden opgelegd geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het Besluit).

Het agentschap heeft onder meer tot taak uitvoering te geven aan paragrafen 3.2. 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6 (vergunningverlening en registratie voor het gebruik van frequentieruimte) en hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot uitrusting en radioapparaten) van de wet. Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen. De vergoedingen zijn aan te merken als retributies en hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

2. Vaststelling vergoedingen

De vergoedingen worden bepaald voor categorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. Deze categorieën zijn weer verder verdeeld in subcategorieën van soortgelijke werkzaamheden en diensten. De categorieën zijn opgesomd in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet. Op grond van artikel 3, eerste lid, van het besluit worden de directe en indirecte kosten toegerekend aan de desbetreffende categorieën. Dit zijn geprognosticeerde kosten voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Wanneer na afloop van het kalenderjaar de daadwerkelijke kosten en de geprognosticeerde kosten verschillen, wordt dit verschil meegenomen naar het volgende kalenderjaar.

De kosten voor de verschillende (sub)categorieën worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. Dit model is in 2007 doorgelicht door KPMG en beschreven in hun rapport van april 2007. Dit model ligt ter inzage op het kantoor van het agentschap, Emmasingel 1, Groningen.

3. Vergoedingenbeleid

De vergunningentarieven blijven nagenoeg gelijk ten opzichte van 2016.

4. Wijzigingen als gevolg van wetswijziging Telecommunicatiewet

In deze regeling zijn een aantal wijzigingen in de terminologie doorgevoerd ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016. Die wijzigingen vloeien voort uit de voorziene wijziging van hoofdstuk 10 van de Telecommunicatiewet vanwege implementatie van de nieuwe Europese richtlijnen (2014/30/EU en 2014/53/EU) met betrekking tot radioapparaten en elektromagnetische compatibiliteit2. De wetswijziging zal op het tijdstip van de inwerkingtreding van de regeling in werking zijn. Met de wetswijziging zullen de definities van ‘radiozendapparaat’ en ‘randapparaat’ worden geschrapt. Daarnaast zal in het Besluit Eindapparaten een definitie van ‘eindapparaten’ worden toegevoegd. In lijn hiermee is vooruitlopend op de publicatie van het Besluit eindapparaten in deze regeling op verschillende plaatsen ‘randapparatuur’ vervangen door ‘eindapparatuur’. Dit zonder dat een inhoudelijke wijziging is beoogd.

In het gewijzigde artikel 1.1, onder kk, van de Telecommunicatiewet is een definitie van ‘radioapparaten’ opgenomen. Deze luidt: Radioapparaten: elektrisch of elektronisch product dat: a) doelbewust radiogolven uitzendt of ontvangt ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie, of b) dat moet worden aangevuld met een accessoire om doelbewust radiogolven te kunnen uitzenden en ontvangen ten behoeve van radiocommunicatie of radiodeterminatie. Het begrip radioapparaten omvat dus de apparaten die eerder als radiozendapparaten werden aangeduid. Daarnaast omvat dit begrip ook radio-ontvangers.

In de regeling is in de artikelen in de subcategorieën I.A.1, I.A.2, I.B.6, I.D.2, II.A.1, II.A.4 en II.B.2 ‘radiozendapparaat’ vervangen door ‘radioapparaat’. Hoewel het begrip radioapparaat ruimer is dan het begrip radiozendapparaat is het niet beoogd om ook voor radio-ontvangers een vergoeding in rekening brengen. Het agentschap brengt slechts een vergoeding in rekening voor de werkzaamheden en diensten die zij verricht. Nu voor de radio-ontvangers in deze subcategorieën geen werkzaamheden worden verricht, wordt daar vanzelfsprekend ook geen vergoeding voor in rekening gebracht.

In subcategorie II.B.2 gaat het om een beperkt aantal vergunningen. Het gaat daarbij met name om rijdende museumvoertuigen met authentieke radioapparatuur die wel is aangelegd maar niet wordt gebruikt.

In subcategorie II.B.1 zijn de verwijzingen naar het nieuwe Besluit radioapparaten 2016 en het nieuwe Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2016 opgenomen.

5. Regeldruk

Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten. De vergoedingen vallen niet onder het begrip ‘regeldruk’.

II. Artikelsgewijs

Artikel 10

Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in de laatste zes weken van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij niet meer tijdens dat jaar te worden betaald, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.

Artikel 11

Dit artikel geeft de minister de bevoegdheid in voorkomend geval een geldschuld jegens de vergunninghouder met de vordering inzake het eenmalig bedrag te verrekenen. Verrekening is op grond van artikel 4:93 van de Algemene wet bestuursrecht slechts mogelijk met een expliciete wettelijke grondslag. Deze bepaling biedt een grondslag voor verrekening in het geval een vergunninghouder in gebreke blijft (een betalingstermijn van) een krachtens deze regeling opgelegd bedrag te betalen maar anderzijds wel een vordering jegens de staat heeft die verband houdt met de uitvoering van het frequentiebeleid.

Artikel 13

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016 wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling na 31 december 2016 van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2016 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2016 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2016. Dit geldt ook voor de eerdere regelingen waarin de vergoedingen van het agentschap werden vastgesteld.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Dit is overeenkomstig het systeem van vaste verandermomenten voor regelgeving (Kamerstukken II 2009/10, 29 515).

Bijlagen I en II

De vergoedingen genoemd in kolom I van bijlagen I en II zijn ter dekking van de kosten voor uitvoering, zoals de eenmalige kosten die bij verlenging van de vergunning in rekening worden gebracht. De vergoedingen genoemd in kolom II zijn ter dekking van de toezichtkosten. Deze worden jaarlijks in rekening gebracht. Deze kosten worden immers ook jaarlijks gemaakt. De vergoedingen in kolom III zijn voor uitvoering en toezicht en worden jaarlijks in rekening gebracht.

Bijlage I

In bijlage I is subcategorie I.A.7 GNSS-repeaters toegevoegd ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016. Repeaters voor GNSS (Global Navigation Satellite Systems) zijn installaties die het signaal van GPS, Galileo of andere satellietnavigatiesystemen ontvangen en opnieuw uitzenden.

Agentschap Telecom verleend sinds 2012 vergunningen voor het gebruik van frequentieruimte door middel van GNSS-repeaters. De bepaling van de hoogte van de vergoedingen voor uitvoerings- en toezichtswerkzaamheden die samenhangen met dergelijke vergunningen geschiedde tot nog toe op basis van uurtarief. Omdat de vergunningverlening voor GNSS-repeaters de afgelopen jaren een structureel karakter heeft gekregen, is reden gezien om hiervoor een vaste subcategorie op te nemen in de Regeling vergoedingen 2017. Op deze manier wordt een vast tarief vastgesteld voor dergelijke vergunningen.

Voor deze subcategorie wordt een gecombineerd tarief, categorie III, in rekening gebracht. Hierin zit zowel het tarief voor uitvoering- als toezichtswerkzaamheden opgesloten.

In subcategorie I.B.6, van bijlage I, is ten opzichte van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2016 TLMB komen te vervallen voor Telemetrie. Dit ging om medische telemetrie(bijvoorbeeld het meten van hartslag op afstand) in de 200MHz-band. Reden hiervoor is omdat er geen specifieke TLMB-vergunningen meer zijn en deze niet meer worden verleend. Deze vergunningen worden ondergebracht in de andere categorieën binnen telemetrie; TLA en TLM.

Tevens is in deze subcategorie de verdeelsleutel aangepast, van een tarief per vergunning, naar een tarief per radioapparaat. Gebleken is dat de hoeveelheid werkzaamheden in relatie staat tot het aantal radioapparaten waarvoor frequentieruimte moet worden gepland. Omdat één vergunning meerdere radioapparaten kan bevatten, waardoor derhalve meer planningswerkzaamheden moeten worden verricht, is het opportuun om de vergoedingen per radioapparaat in rekening te brengen in plaats van per vergunning.

Bijlage II

De uurtarieven zoals opgenomen in bijlage II bedragen gemiddeld € 107,58. Dit is een nominale tariefstijging van 0,47% ten opzichte van het uurtarief 2016. Dit percentage ligt onder de toegestane loon- en prijsbijstelling. De reële tariefdaling bedraagt 1,86%.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
2

Wijziging van de Telecommunicatiewet in verband met de implementatie van richtlijn 2014/30/EU en richtlijn 2014/53/EU ( Stb.2016, 58).

Naar boven