Besluit van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid van 9 januari 2019 nr. 2454946, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de directeur-generaal ressorterende functionarissen (Mandaatbesluit DGRR Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019)

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 3, tweede lid van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 3.3, van de Comptabiliteitswet 2016;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters van Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun dienstonderdeel of programma betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. de directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding;

    • b. de directeur Rechtsbestel;

    • c. de directeur Financiën, Bedrijfsvoering en Control;

    • d. de directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden;

    • e. de directeur Veiligheid en Bestuur;

    • f. de directeur Strafrechtketen;

    • g. de programmadirecteur Anti-Ondermijning;

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van het Mandaatbesluit hoofden clusters van Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

Als bevoegd gezag als bedoeld in het Algemeen Rijksambtenarenreglement, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij dit besluit, voor zover het betreft de uitoefening van de bevoegdheden, vermeld in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de functionarissen, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij dit besluit voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de directeur-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens functionarissen op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

  • b. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onder a tot en met g, genoemde functionarissen betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 6

De in artikel 1, eerste lid, onder a tot en met g, genoemde functionarissen wordt toegestaan elkaar volledig te vervangen. Zij treden daarbij in elkaars, in artikel 1, eerste lid, genoemde bevoegdheden.

Artikel 7

Het Mandaatbesluit DGRR Ministerie van Justitie en Veiligheid 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot 19 oktober 2018.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit DGRR Ministerie van Justitie en Veiligheid 2019.

Dit besluit zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 9 januari 2019

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Vegter

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ ARTIKEL 2 VAN HET MANDAATBESLUIT DGRR MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2019

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter A is geplaatst, zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) aan het bevoegd gezag zijn toegekend.

De functionarissen bij wie in kolom 2 de letter B is geplaatst zijn, onverminderd artikel 4 van dit besluit, bevoegd tot uitoefening van alle bevoegdheden die in of krachtens het ARAR aan het bevoegd gezag zijn toegekend, met uitzondering van de bevoegdheden tot aanstelling (hoofdstuk II, paragraaf 2, ARAR), bevorderen naar een hogere salarisschaal (artikel 8, BBRA), het opleggen van disciplinaire straffen (artikel 80, derde lid ARAR) en ontslag (artikel 93, ARAR), alsmede het nemen van besluiten over de toekenning van een persoonsgebonden dienstauto.

 

Kolom 1

Kolom 2

 

Hoofd van dienst

 
     

1.

directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

A

1.1.

plv. DGRR

A

     

2.

directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding

A

2.1.

plv. directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding

A

2.1.1.

hoofd Georganiseerde misdaad en algemeen criminaliteitsbeleid

B

2.1.2.

hoofd Fraude en Ordening

B

2.1.3.

hoofd Criminaliteit en Veiligheid

B

     

3.

directeur Rechtsbestel

A

3.1.

plv. directeur Rechtsbestel

A

3.1.1.

hoofd Strafrechtelijk Bestel en Arbeidsvoorwaarden

B

3.1.2.

hoofd Rechtspraak en Geschiloplossing

B

3.1.3

hoofd Toegang Rechtsbestel

B

     

4.

directeur Financiën, Bedrijfsvoering en Control

A

4.1.2.

hoofd Financiën, Bedrijfsvoering en Control

B

     

5.

directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden

A

5.1.

plv. directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden

A

5.1.1.

hoofd Juridische, Bestuurlijke en Operationele Zaken

B

5.1.2.

hoofd Internationale Aangelegenheden en Rechtshulp in Strafzaken

B

5.1.3.

hoofd Algemeen Juridische Ondersteuning

B

     

6.

directeur Veiligheid en Bestuur

A

6.1.

plv. directeur Veiligheid en Bestuur

A

6.1.1.

hoofd Integrale veiligheid

B

6.1.2.

hoofd Bestuurlijke aanpak

B

6.1.3.

hoofd Keteninformatievoorziening

B

6.1.4.

Hoofd Landelijk Informatie en Expertise Centrum

A

     

7.

directeur Strafrechtketen

A

     

8.

programmadirecteur Anti-Ondermijning

A

’s-Gravenhage, 9 januari 2019

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Vegter

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 3 VAN HET MANDAATBESLUIT DGRR MINISTERIE VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID 2019

De functionarissen genoemd in kolom 1 zijn bevoegd in overeenstemming met artikel 3.3. van de Comptabiliteitswet 2016 tot het aangaan van verplichtingen en het doen van uitgaven.

Indien in kolom 2 een bedrag is opgenomen betreft dit het maximumbedrag waarvoor de ambtenaar telkens een verplichting of uitgave mag doen. Indien in kolom 2 geen bedrag is opgenomen, geldt geen maximumbedrag.

 

kolom 1

Kolom 2

 

aangewezen functionarissen (art. 3.3 CW 2016)

 
     

1.

directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

 

1.1.

plv. directeur-generaal DGRR

 
     

2.

directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding

 

2.1.

plv. directeur Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding

 

2.1.1.

hoofd Georganiseerde misdaad en algemeen criminaliteitsbeleid

€ 75.000

2.1.2.

hoofd Fraude en Ordening

€ 75.000

2.1.3.

hoofd Criminaliteit en Veiligheid

€ 75.000

     

3.

directeur Rechtsbestel

 

3.1.

plv. directeur Rechtsbestel

 

3.1.1.

hoofd Strafrechtelijk Bestel en Arbeidsvoorwaarden

€ 75.000

3.1.2.

hoofd Rechtspraak en Geschiloplossing

€ 75.000

3.1.3

hoofd Toegang Rechtsbestel

€ 75.000

     

4.

directeur Financiën, Bedrijfsvoering en Control

 

4.1

hoofd Financiën, Bedrijfsvoering en Control

€ 75.000

     

5.

directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden

 

5.1.

plv. directeur Juridische en Operationele Aangelegenheden

 

5.1.1.

hoofd Juridische, Bestuurlijke en Operationele Zaken

€ 75.000

5.1.2.

hoofd Internationale Aangelegenheden en Rechtshulp in Strafzaken

€ 75.000

5.1.3.

hoofd Algemeen Juridische Ondersteuning

€ 75.000

     

6.

directeur Veiligheid en Bestuur

 

6.1.

plv. directeur Veiligheid en Bestuur

 

6.1.1.

hoofd Integrale veiligheid

€ 75.000

6.1.2.

hoofd Bestuurlijke aanpak

€ 75.000

6.1.3.

hoofd Keteninformatievoorziening

€ 75.000

6.1.4.

hoofd Landelijk Informatie en Expertise Centrum

 
     

7.

directeur Strafrechtketen

 
     

8.

Programmadirecteur Anti-Ondermijning

 

’s Gravenhage, 9 januari 2019

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Vegter

TOELICHTING

Met dit besluit wordt door de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid aan de (programma)directeuren en hoofden van de onder het directoraat-generaal ressorterende directies en diensten de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Justitie en Veiligheid besluiten te nemen (ondermandaat).

Verder wordt ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken wat betreft de aangelegenheden genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a, van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het betreft de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures.

Aanleiding voor het vaststellen van een nieuw mandaatbesluit is de invoering van een nieuw Sturingsmodel bij besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 29 oktober 2018, houdende de wijziging van het Organisatiebesluit Justitie en Veiligheid (Stcrt. 2018, 62269). Door deze wijziging vallen de desbetreffende taakorganisaties nu rechtstreeks onder de secretaris-generaal en niet langer onder de directeuren-generaal. Omdat de grondslag van het mandaatbesluit ook wijzigt is ervoor gekozen een integraal nieuw mandaatbesluit voor DGRR vast te stellen en te publiceren.

Ingevolge artikel 7 van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (Stcrt. 2018, 62274) wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Ingevolge artikel 5, van het Mandaatbesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid behoeven besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van functionarissen op managementfuncties in schaal 14 en hoger instemming van het Centraal Loopbaanberaad (CLB) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, tenzij de secretaris-generaal anders bepaalt. Dergelijke besluiten worden door tussenkomst van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving aan het CLB voorgelegd.

’s Gravenhage, 9 januari 2019

De directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, J.G. Vegter

Naar boven