Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 29 oktober 2018 (kenmerk: 2388146/18/DP&O), houdende wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid in verband met de verwerking van het sturingsmodel en enkele correcties

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt:

In onderdeel e wordt 'vijfde' vervangen door: zevende.

B

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2

  • 1. Het ministerie bestaat uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de clusters, de beleidsuitvoerende diensten en baten-lastenagentschappen en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

  • 2. De clusters van het ministerie zijn:

    • a. het cluster secretaris-generaal (SG-cluster);

    • b. het cluster plaatsvervangend secretaris-generaal (pSG-cluster);

    • c. het directoraat-generaal Straffen en Beschermen (DGSenB);

    • d. het directoraat-generaal Politie (DGPOL);

    • e. het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving (DGRR);

    • f. het directoraat-generaal Migratie (DGM);

    • g. de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV);

    • h. de Inspectie Justitie en Veiligheid.

  • 3. De diensten en baten-lastenagentschappen, met taken op het terrein van de uitvoering van wet- en regelgeving dan wel beleid, zijn:

    • a. de diensten:

      • 1°. de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V);

      • 2°. de Justitiële Informatiedienst (JustID);

      • 3°. de raad voor de kinderbescherming (RvdK);

    • b. de baten-lastenagentschappen:

      • 1°. het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB);

      • 2°. de Dienst JUSTIS;

      • 3°. de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI);

      • 4°. de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND);

      • 5°. het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

C

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt na 'dienstonderdelen' ingevoegd:

en vervult de rol van eigenaar als bedoeld in de Regeling agentschappen en de circulaire 'Governance ten aanzien van zbo’s’, voor de diensten en baten-lastenagentschappen, genoemd in artikel 2, derde lid, en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven alsmede voor de volgende zelfstandige bestuursorganen:

  • a. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

  • b. de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven;

  • c. het Instituut Fysieke Veiligheid;

  • d. de Onderzoeksraad voor veiligheid;

  • e. de raad voor rechtsbijstand

2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot zesde en zevende lid, wordt een vierde en vijfde lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De directeuren-generaal vervullen de rol van opdrachtgever als bedoeld in de Regeling agentschappen en de circulaire 'Governance ten aanzien van zbo’s’

  • 5. De hoofden van de diensten, baten-lastenagentschappen, genoemd in artikel 2, derde lid, en het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven vervullen de rol van opdrachtnemer als bedoeld in de Regeling agentschappen.

D

Artikel 18a, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het aandachtsgebied van de taken van de DEA omvat de diensten en baten-lastenagentschappen, genoemd in artikel 2, derde lid, alsmede de volgende zelfstandige bestuursorganen:

    • a. het Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

    • b. de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven;

    • c. het Instituut Fysieke Veiligheid;

    • d. de Onderzoeksraad voor veiligheid;

    • e. de raad voor rechtsbijstand.

E

Artikel 19 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt in de aanhef voor de dubbele punt ingevoegd 'het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid voor' en vervalt in de onderdelen a en b 'het ontwikkelen en uitvoeren van beleid voor'.

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het tweede lid, onderdeel c, door een punt, vervallen de onderdelen d tot en met g.

F

Artikel 22 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het vijfde lid vervalt onderdeel e onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.

2. Het zesde lid vervalt.

G

De artikelen 24 tot en met 27 vervallen.

H

Artikel 34 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

a. In de aanhef wordt voor de dubbele punt ingevoegd: het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid voor.

b. In onderdeel a vervalt 'het ontwikkelen en uitvoeren van beleid ten behoeve van'.

c. Onderdeel d vervalt.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot derde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Voorts is het directoraat-generaal belast met de behandeling van uitvoeringsvraagstukken in de strafrechtketen waar een specifieke verantwoordelijkheid van de bewindspersoon aan de orde is.

  • 3. In het derde lid (nieuw) vervallen de onderdelen g en h onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel f door een punt.

I

Artikel 38, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De directie Financiën, Bedrijfsvoering en Control (FBC) is belast met financiële en juridische advisering aan en ondersteuning van de directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving en de overige directies. Het adviseren omvat in ieder geval de financiële advisering ten aanzien van de taakorganisaties, genoemd in artikel 18a, tweede lid, rechtspersonen met een wettelijke taak, zelfstandige bestuursorganen en, organisaties en instellingen op het terrein van het directoraat-generaal.

J

Artikel 39 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid wordt voor de punt ingevoegd: en in voorkomende gevallen voor dienstonderdelen en organisaties, werkzaam op het terrein van het directoraat-generaal.

2. In het vijfde lid wordt voor de punt ingevoegd: op het terrein van het directoraat-generaal.

K

De artikelen 42 en 43 vervallen.

L

Artikel 44 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt voor de dubbele punt ingevoegd: het ontwikkelen, in opdracht geven dan wel uitvoeren en/of implementeren van het beleid voor.

2. In het tweede lid vervallen de onderdelen c en d, onder verlettering van onderdeel e tot c.

3. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:

  • 2. Het directoraat-generaal is voorts belast met:

    • a. het voeren van regie op de keten van toegang, toelating, toezicht en terugkeer van vreemdelingen;

    • b. het adviseren van de regering over het vreemdelingenrecht en het -beleid, en over het naturalisatie- en nationaliteitsrecht.

4. In het derde lid (nieuw) vervallen, onder verlettering van onderdeel e tot onderdeel c, de onderdelen c en d.

M

In artikel 45, eerste lid, wordt na 'belast met' ingevoegd: het ontwikkelen en implementeren van het beleid voor.

N

De artikelen 47 en 48 vervallen.

O

Na artikel 63 worden twee hoofdstukken ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 9a. Beleidsuitvoerende diensten en baten-lastenagentschappen

Artikel 63a
  • 1. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) is als taakorganisatie belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving ten aanzien van vertrek en uitzetting.

  • 2. De dienst bestaat uit:

    • a. de directie Internationale aangelegenheden;

    • b. de directie Ondersteuning en Voorbereiden Terugkeer;

    • c. de directie Toezicht en Maatregelen;

    • d. de afdeling Strategisch advies;

    • e. de afdeling Bedrijfsvoering.

Artikel 63b
  • 1. De Justitiële Informatiedienst (JustID) is belast met de centrale voorziening ten behoeve van de registratie van justitiële en strafvorderlijke gegevens en de verstrekking daarvan aan daartoe bevoegde personen en instanties.

  • 2. Bij de JustID zijn onder meer het Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie (CIOT) en het Platform Interceptie & Decriptie & Signaalanalyse (PIDS) ondergebracht.

Artikel 63c
  • 1. De raad voor de kinderbescherming (RvdK) is belast met de bij of krachtens wet opgedragen taken. Deze taken omvatten onder meer dat de raad onderzoek doet naar het belang en de positie van het kind in beschermingszaken, strafzaken en gezag- en omgangszaken.

  • 2. De raad adviseert in juridische procedures en kan om kinderbeschermingsmaatregelen verzoeken bij een rechtbank.

  • 3. De raad coördineert de uitvoering van taakstraffen, voert casusregie in strafzaken en doet onderzoeken ten behoeve van het verkrijgen van een beginseltoestemming voor interlandelijke adoptie.

Artikel 63d
  • 1. Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) is belast met namens de bewindspersoon het innen van administratieve sancties en administratiekosten op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, waaronder de incasso van de administratieve sancties en de daarop gevallen verhogingen.

  • 2. Het CJIB is tevens belast met de ondersteuning van het openbaar ministerie en de departementsleiding bij hun werkzaamheden ten behoeve van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen en administratieve sancties alsmede met betrekking tot het beheer en de verwerking van gegevens dienaangaande.

  • 3. Het CJIB verricht incassowerkzaamheden voor de door de bewindspersoon aangewezen onderdelen van het Rijk alsmede voor de zelfstandige bestuursorganen ten aanzien waarvan krachtens artikel 21a, eerste en tweede lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is bepaald dat zij voor de incasso van vorderingen gebruik maken van de rijksincassovoorziening.

  • 4. Het CJIB is voorts belast met door de bewindspersoon aangewezen andere werkzaamheden ter ondersteuning van het Rijk bij de uitvoering zijn taken.

Artikel 63e

De Dienst JUSTIS is belast met het namens de bewindspersoon nemen van besluiten en verwerken van informatie ter bevordering van een betrouwbare, veilige en rechtvaardige samenleving in sectoren met kwetsbare belangen.

Artikel 63f
  • 1. De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is belast met het tenuitvoerleggen van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen en met het voorbereiden van de aan de zorg van de bewindspersoon toevertrouwde personen op hun succesvolle terugkeer naar de maatschappij, binnen of buiten Nederland.

  • 2. De DJI is tevens belast met het behandelen van rechtshulpverzoeken inzake de overdracht en overname van de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen op grond van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen en de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

Artikel 63g

De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) is belast met de uitvoering van de vreemdelingenwetgeving en van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

Artikel 63h
  • 1. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) is met het oog op de waarheidsvinding in strafzaken belast met:

    • a. het verrichten van onafhankelijk forensisch zaakonderzoek op overwegend technisch, medisch-biologisch en natuurwetenschappelijk gebied en het ter zake daarvan uitbrengen van verslag;

    • b. het ontwikkelen en implementeren van nieuwe onderzoeksmethoden en technieken ter bevordering van kennis op het gebied van forensisch onderzoek;

    • c. het zijn van een nationaal en internationaal kennis- en expertisecentrum op het gebied van forensisch onderzoek.

  • 2. Bij de uitvoering van deze taken levert het NFI producten of diensten aan het openbaar ministerie, de politie, de bijzondere opsporingsdiensten, de zittende magistratuur en het ministerie.

  • 3. Het NFI is voorts belast met door de bewindspersoon aangewezen bijkomende taken.

Hoofdstuk 9b. Secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven

Artikel 63i

Het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven (secretariaat SGM) is belast met de bedrijfsvoering en ondersteuning van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

P

In artikel 64 wordt 'clusters' vervangen door: dienstonderdelen.

Q

Artikel 66 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt 'baten-lastendienstregeling' vervangen door: baten-lastenagentschapsregeling.

2. In het tweede lid wordt 'artikel 2, onder a, b, g en h' vervangen door 'artikel 2, tweede lid, onder a, b, g of h, of derde lid, of het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven'.

R

Artikel 70 vervalt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 19 oktober 2018.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

TOELICHTING

Dit besluit tot wijziging van het Organisatiebesluit Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: Organisatiebesluit) bevat actualiseringen van de organisatie in verband met de verwerking van het sturingsmodel.

Met dit besluit is de organisatorische wijziging als gevolg van de invoering van het sturingsmodel verwerkt. Daarmee zijn de rollen in de sturingsdriehoek, te weten de eigenaar, de opdrachtgever en de opdrachtnemer, geëxpliciteerd. Besluiten ten aanzien van de sui generis-organisaties als de rechtspraak, het Openbaar Ministerie, de politie en de taakorganisaties met een omzet kleiner dan € 10 miljoen volgen later in de tijd een separaat traject, waarbij mede op basis van wet- en regelgeving wordt bekeken hoe de rollen worden ingevuld.

Tot slot zijn enkele technische en redactionele correcties aangebracht door dit besluit.

Artikel I, onderdelen A, C en Q, onder 1

Deze onderdelen betreffen grotendeels redactionele correcties.

Onderdeel V, onder 1, vervangt tot slot 'baten-lastendienst' door 'baten-lastenagentschap', in lijn met artikel 1.1 van de Comptabiliteitswet 2016.

Artikel I, onderdelen B, D, E, onder 2, F, G, H, onder 3, I, K, L, onder 2, N, O, P en Q, onder 2

Het grootste deel van dit besluit betreft de implementatie van de wijziging van het sturingsmodel. Ten aanzien van de taakorganisaties was de positie in de sturingsdriehoek niet geheel helder en niet meer in lijn met de rijksbrede kaders. Nu wordt een duidelijke scheiding aangebracht door de rollen bij verschillende functionarissen onder te brengen.

De taakorganisaties zijn bij een vorige wijziging van het Organisatiebesluit onder het aandachtsgebied van de nieuwe directie Eigenaarsadvisering gebracht. Die directie is onderdeel van het pSG-cluster. De rol van eigenaar is belegd bij de hoogste ambtelijke functionaris, de secretaris-generaal. De eigenaar is verantwoordelijk voor het toezicht op het beleid van de opdrachtnemer en op de algemene gang van zaken in de taakorganisatie. De eigenaar zorgt voor goede systemen voor het toezicht op de budgettaire kaders en waaronder in ieder geval:

  • a. toezicht op de doelmatigheid, de sturing, de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening;

  • b. het toetsen van de bedrijfsvoering van organisaties en het adviseren binnen de planning- en controlcyclus van het ministerie;

  • c. het toezien op kwetsbaarheden en het goed functioneren van het sturingsmodel;

  • d. het coördineren van de ontwikkelingen van het advisering over kaders en richtlijnen van de eigenaar;

  • e. het houden van toezicht op de rechtmatigheid, meer specifiek ten aanzien van aangelegenheden van de bedrijfsvoering en de beheersing, sturing en verantwoording.

De vorenstaande werkzaamheden hangen met elkaar samen.

De opdrachtgever zorgt primair voor een goede opdrachtformulering, met een zo concreet mogelijke omschrijving van de prestaties en de daarmee te leveren bijdrage aan het gewenste maatschappelijk resultaat, en een passend budget. De opdrachtgeversrol behoort bij de directoraten-generaal; die zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling, het in opdracht geven en de implementatie van het beleid. Naast regie voeren op de keten van het aandachtsgebied van de opdrachtgever, voert de opdrachtgever in voorkomende gevallen taken zelf uit.

Organisaties met de rol van opdrachtnemer voeren de ‘opdracht’ van de beleidsclusters uit conform de afspraken, binnen de financiële kaders, zoals gemaakt met de opdrachtgever(s) en de eigenaar en legt daarover verantwoording af. Doordat de organisaties, die nu genoemd zijn in artikel 2, derde lid, van het Organisatiebesluit, nog wel genoemd waren als onderdelen van de directoraten-generaal, was er onduidelijkheid ten aanzien van de sturingsdriehoek. Om de rollen van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer te onderscheiden, zijn bij dit besluit daarom de organisaties in de structuur van het ministerie weggehaald bij de beleidsclusters en als zelfstandige entiteiten, los van de clusters, binnen het ministerie geplaatst. De eigenaarsrol is belegd bij de secretaris-generaal, die nu op grond van artikel 3, eerste lid, expliciet ambtelijk eindverantwoordelijk is voor die organisaties.

Terzijde zij opgemerkt dat de bovengenoemde verplaatsing ook is doorgevoerd voor het secretariaat van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Het secretariaat was ondergebracht bij de directie Beschermen, Aanpakken en Voorkomen van het directoraat-generaal Straffen en Beschermen. Aangezien dat secretariaat ook een uitvoerende taak heeft, is ervoor gekozen het secretariaat ook een afzonderlijke plaats te geven binnen de structuur van het ministerie (artikel 2, eerste lid).

In de roluitoefening van eigenaar, opdrachtgever en opdrachtnemer wordt de positie van betreffende organisaties die volgt uit wet- en/of regelgeving gerespecteerd. Dit geldt in het bijzonder voor de relatie tussen de Minister en zelfstandig bestuursorganen en andere organisaties die niet onder het ministerie ressorteren.

Artikel I, onderdelen E, onder 1, H, onder 1, onder a en b, L, onder 1, en M

Deze wijzigingen houden verband met het op uniforme wijze vermelden van de taken van de directoraten-generaal Straffen en Beschermen, Rechtspleging en Rechtshandhaving en Migratie en (binnen die laatste) de directie Migratiebeleid. In essentie gaat het telkens om het ontwikkelen en implementeren van beleid. Voorheen werd het uitvoeren van beleid genoemd, maar dat past niet binnen het model van de sturingsdriehoek, voor zover de uitvoering op het vlak ligt van de organisaties die de opdrachtnemersrol vervullen en zijn genoemd in artikel 2, derde lid, van het Organisatiebesluit.

Artikel I, onderdeel H, onder 1, onder c, 2 en J

In artikel 34 van het Organisatiebesluit is de taak van het directoraat-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving die werd genoemd in het eerste lid, onder d, in een afzonderlijk lid geplaatst. De taak tot de behandeling van uitvoeringsvraagstukken in de strafrechtketen waar een specifieke verantwoordelijkheid van de bewindspersoon aan de orde past niet goed bij de andere taken, genoemd in het eerste lid, omdat hier sprake is van uitvoering, en niet van de ontwikkeling en implementatie van beleid. Over deze taak wordt wel opgemerkt dat het wel degelijk een beleidsmatige taak is, die binnen een directoraat-generaal thuishoort. Het is een taak die in de sturingsdriehoek hoort bij de opdrachtgever. Ook vanwege de verhouding met de sturingsdriehoek past de taak beter in een afzonderlijk lid. De wijziging M ziet op een verduidelijking van de taakopdracht van de directie Juridische en Operationele Aangelegenheden.

Artikel I, onderdeel R

Artikel 70 is komen te vervallen, om te voorkomen dat deze uitgewerkte bepaling onduidelijkheid schept over de verschillende momenten waarop de artikelen (en onderdelen daarvan) in het besluit werking hebben gekregen.

Artikel II

Het besluit treedt in werking, op de dag na publicatie in de Staatscourant. Aan het besluit is terugwerkende kracht verleend tot 19 oktober 2018, omdat op die datum de organisatiewijziging in de praktijk is ingevoerd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Naar boven