De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 1.5b, vierde lid, 1.5d, vijfde lid, en 1.5f, tweede lid, van
het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluit:
ARTIKEL I
De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 4.27 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel c komt te luiden:
-
c. in geval van het certificaat, bedoeld in artikel 4.54d, vijfde lid, van het besluit,
de aanvrager voldoet aan de eisen, vastgelegd in paragraaf 6 van het Certificatieschema
voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1
en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), dat is vastgesteld
door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister is gepubliceerd in de
Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);.
2. Onderdeel d komt te luiden:
-
d. in geval van het certificaat, bedoeld in artikel 4.54d, zevende lid, van het besluit,
de aanvrager voldoet aan de eisen, vastgelegd in paragraaf 4 en 5 van het Certificatieschema
voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1
en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), dat is vastgesteld
door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister is gepubliceerd in de
Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);.
B
Artikel 4.28, onderdeel b, komt te luiden:
-
b. in geval van een certificerende instelling als bedoeld in artikel 4.54d, vijfde of
zevende lid, van het besluit de aanvragende instelling voldoet aan de criteria, vastgelegd
in paragraaf 2 van het Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest
Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering
(DTA), dat is vastgesteld door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister
is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);
C
Bijlage XIIIc, behorend bij artikel 4.27, en bijlage XIIIf, behorend bij artikel 4.28,
vervallen.
D
Bijlage XVIIh, behorend bij artikel 7.7, tweede lid, onder h, wordt als volgt gewijzigd:
1. In hoofdstuk 9 ‘Eindtermen’ komt paragraaf 6.4 te luiden:
6.4. De kandidaat kan een grote funderingsmachine demonteren, transportgereed maken
en monteren.
2. In paragraaf 10.1 ‘Toetstermen’:
-
a. vervalt in onderdeel 2.4 het woord ‘kan’ en wordt de zin afgesloten met een punt.
-
b. wordt de tweede tabel na onderdeel 4.7 vervangen door de onderstaande tabel:
Het praktijkexamen bestaat uit de volgende activiteiten
|
1
|
Doornemen opdracht
|
6
|
Praktijk funderingsopdracht 1
|
2
|
Aanvangscontrole van de machine (visueel)
|
7
|
Assisteren last verplaatsen
|
3
|
Onderhoud van de machine
|
8
|
Praktijk funderingsopdracht 2
|
4
|
Controle en inspectie hijsgereedschap
|
9
|
Machine achterlaten
|
5
|
Opstellen en gebruiksklaar maken van grote funderingsmachine
|
|
|
-
c. komt onderdeel 5.9 te luiden: 5.9. de grote funderingsmachine veilig en volgens de
gebruiksaanwijzing monteren, dat wil zeggen opstellen, rekening houdend met de omgevingsfactoren.
-
d. komt onderdeel 6.12 te luiden: 6.12. de grote funderingsmachine zelfstandig verplaatsen
op de examenlocatie, demonteren en transportgereed maken.
ARTIKEL II
De regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.
TOELICHTING
Algemeen
Deze wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (hierna: Arboregeling) regelt
dat personen die asbest verwijderen respectievelijk personen die toezicht houden op
de verwijdering van asbest voor het verkrijgen van een wettelijk verplicht certificaat
niet meer moeten voldoen aan eisen uit Bijlage XIIIc bij de Arboregeling (Werkveldspecifiek
Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau
1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA),
maar aan de eisen in het door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 vastgestelde Certificatieschema
voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1
en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA) dat is gepubliceerd
in de Staatscourant van 29 maart (Stcrt. 17010). De Stichting Ascert is op het werkveld van de asbestinventarisatie en -verwijdering
de schemabeheerder, bedoeld in artikel 1.5b, tweede lid, onder m, van het Arbeidsomstandighedenbesluit
(hierna: Arbobesluit).
Daarnaast regelt deze wijziging van de Arboregeling dat aan te wijzen certificerende
instellingen die wettelijk verplichte persoonscertificaten op het gebied van asbest
afgeven niet meer moeten voldoen aan de eisen uit bijlage XIIIf bij de Arboregeling
(Werkveldspecifiek document voor Aanwijzing en Toezicht op de certificerende instellingen
voor Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA) en Deskundig Asbestverwijderaar
niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2), maar aan de eisen uit het door de Stichting
Ascert op 15 maart 2019 vastgestelde certificatieschema dat is gepubliceerd in de
Staatscourant van 29 maart (Stcrt. 17010).
De bijlagen XIIIc en XIIIf bij de Arboregeling worden ingetrokken.
Per 1 januari 2018 zijn nieuwe artikelen van kracht van paragraaf 1 van Afdeling 1A
Certificatie van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit met betrekking tot de aanwijzing
van certificerende instellingen op hun verzoek (Stb. 2017, 487). In de nota van toelichting bij deze nieuwe artikelen is aangegeven dat zij mede
bedoeld zijn om de verantwoordelijkheden van enerzijds de minister en anderzijds de
schemabeheerders helder te scheiden. De minister is primair verantwoordelijk voor
de generieke aanwijzingseisen aan certificerende instellingen (paragraaf 1 van Afdeling 1A van
hoofdstuk 1 van het Arbobesluit) en de schemabeheerders zijn primair verantwoordelijk
voor de inhoud van hun certificatieschema’s, waaronder de daarin opgenomen of op te
nemen werkveldspecifieke (aanwijzings-)eisen aan certificerende instellingen.
In lijn met het bovenstaande is een nieuw certificatieschema opgesteld door de Stichting
Ascert, de schemabeheerder op het gebied van asbestcertificatie. Dit certificatieschema
bevat enerzijds de certificatie-eisen aan asbestverwijderaars respectievelijk toezichthouders
asbestverwijdering en anderzijds werkveldspecifieke eisen aan de certificerende instellingen
die certificaten verstrekken aan asbestverwijderaars respectievelijk toezichthouders
asbestverwijdering.
Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is nauw betrokken geweest bij
de opstelling van dit schema van de Stichting Ascert. Dat asbestverwijderaars en toezichthouders
asbestverwijdering beschikken over een certificaat dat is afgegeven op basis van de
eisen uit dit schema is van groot belang voor hun gezondheid en de gezondheid van
derden. Daarom wordt in de Arboregeling het beschikken over een certificaat op basis
van dit schema verplicht gesteld. In de Arboregeling wordt daartoe naar dit schema
verwezen en het schema wordt gepubliceerd in de Staatscourant.
Bij de opstelling van het certificatieschema is door de Stichting Ascert ook rekening
gehouden met opmerkingen ter zake van de Stichting Raad voor Accreditatie (RvA). Voor
certificerende instellingen die een accreditatie zullen aanvragen bij de RvA voor
het certificeren aan de hand van dit certificatieschema is het immers van belang dat
het certificatieschema voldoet aan eisen uit hoofde van accreditatie. De RvA heeft
kenbaar gemaakt dat dit certificatieschema aan die eisen voldoet.
Deze wijziging van de Arboregeling is tezamen met het certificatieschema ter beoordeling
voorgelegd aan de Inspectie SZW.
De Inspectie SZW heeft geen opmerkingen gemaakt over de onderhavige wijziging van
de Arboregeling, maar wel enkele opmerkingen over het certificatieschema. Een reactie
daarop is opgenomen in de toelichting bij het certificatieschema.
Voor een nadere toelichting op de inhoudelijke wijzigingen in het certificatieschema
wordt verwezen naar de toelichting daarop die is gevoegd bij het certificatieschema.
Om de verantwoordelijkheid van schemabeheerder voor het nieuwe certificatieschema
te onderstrepen is ervoor gekozen om het certificatieschema niet langer integraal
op te nemen als bijlage bij de Arboregeling. Er wordt in de Arboregeling alleen geregeld
dat de personen die asbest verwijderen respectievelijk personen die toezicht houden
op de verwijdering van asbest dienen te beschikken over een certificaat dat wordt
afgegeven op basis van de eisen uit het nieuwe certificatieschema dat is vastgesteld
door de Stichting Ascert. Een certificerende instelling die deze certificaten afgeeft
moet voldoen aan de eisen in paragraaf 2 van dat certificatieschema. Het gaat om een
statische verwijzing naar het certificatieschema (verwijzing naar een specifieke versie
van het certificatieschema).
Omdat duidelijk moet zijn wat de geldende tekst is van het certificatieschema en deze
versie van het certificatieschema moet kunnen worden geraadpleegd wanneer nieuwe versies
van kracht zijn geworden, wordt het certificatieschema in de Staatscourant gepubliceerd.
De publicatie van het certificatieschema geschiedt door middel van een bekendmaking
in de Staatscourant op dezelfde dag als de onderhavige regelingswijziging.
Al met al leiden de wijzigingen in de Arboregeling niet tot een toename van de (administratieve)
lasten. De gevolgen van de invoering van het nieuwe certificatieschema wordt toegelicht
in de toelichting bij het schema.
Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele wijzigingen door te voeren
in bijlage XVIIh bij de Arboregeling. Die bijlage heeft betrekking op het certificaat
voor de machinist grote funderingsmachine.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onderdeel A en B (artikel 4.27, onderdeel c en d en artikel 4.28, onderdeel
b)
De wijzigingen van de artikelen 4.27 en 4.28 regelen dat personen die toezicht houden
op asbestverwijdering respectievelijk personen die asbest verwijderen voor het verkrijgen
van een wettelijk verplicht certificaat moeten voldoen aan de eisen in paragraaf 6,
respectievelijk 4 en 5 van het door de Stichting Ascert vastgestelde Certificatieschema
voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering en dat aan te
wijzen certificerende instellingen moeten voldoen aan de werkveldspecifieke eisen
in paragraaf 2 van dat certificatieschema. Dit is al toegelicht in het algemeen deel
van de toelichting.
Artikel I, onderdeel C
Het vervallen van bijlage XIIIc en bijlage XIIIf is al toegelicht in het algemeen
deel van deze toelichting.
Artikel I, onderdeel D
In onderdeel 6.4 van hoofdstuk 9 is niet meer als eindterm voor de praktijk bepaald
dat een kandidaat een grote funderingsmachine kan laden en lossen, aangezien dit door
de vervoerder van de grote funderingsmachine wordt uitgevoerd en niet door de machinist.
De eindterm van onderdeel 6.4 is nu beperkt tot demonteren, transportgereed maken
en monteren.
Door de Raad voor Accreditatie is een onbedoelde omissie in het schema geconstateerd.
In een certificatieschema geven de toetstermen voor het theorie- en praktijkexamen
aan hoe de eindtermen getoetst worden. In veel gevallen zullen eindtermen zowel met
theorievragen als met praktijkopdrachten getoetst worden.
Door de Raad voor Accreditatie werd geconstateerd dat er een omissie was ten aanzien
van de eindterm in onderdeel 6.4 uit hoofdstuk 9. Deze eindterm is als toetsterm in
onderdeel 2.4 van het theorie-examen in hoofdstuk 10 uitgewerkt, maar in de toetstermen
van het praktijkexamen in paragraaf 10.1 kwamen deze eisen niet meer allemaal als
zodanig terug, zodat het niet noodzakelijk was om deze eisen in de praktijk te toetsen.
In de praktijk maakte toetsing van deze eindterm overigens wel deel uit van het praktijkexamen.
Deze tekortkoming wordt nu opgelost, doordat de eis tot het kunnen monteren van een
grote funderingsmachine aan onderdeel 5.9 van het praktijkexamen in hoofdstuk 10 is
toegevoegd door invoeging van de woorden ‘monteren, dat wil zeggen’. Daarmee wordt
opstellen gelijkgesteld aan monteren, zodat de itembank met examenvragen niet aangepast
hoeft te worden. De eisen om zo’n machine ook te kunnen demonteren en transportgereed
maken zijn toegevoegd aan onderdeel 6.12 van paragraaf 10.1.
Hiermee samenhangend is de tabel in onderdeel 4.7 van paragraaf 10.1, waarin de activiteiten
van het praktijkexamen worden vermeld, aangepast zodat duidelijk is dat het praktijkexamen
nu twee praktijkfunderingsopdrachten in plaats van één bevat. Deze opdrachten werden
al uitgevoerd tijdens het praktijkexamen, maar worden nu ook in de tabel apart en
duidelijk genoemd.
Tot slot is bij onderdeel 2.4 (inzake het theorie-examen) van paragraaf 10.1 het overbodige
woord ‘kan’ geschrapt.
Artikel II
Voor de datum van inwerkingtreding moet worden aangesloten bij de datum van inwerkingtreding
van het nieuwe certificatieschema.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
T. van Ark