Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 maart 2019, 2019-0000041144, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met de vervanging van bijlage XIIIc en XIIIf door een certificatieschema en enkele wijzigingen van bijlage XVIIh

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 1.5b, vierde lid, 1.5d, vijfde lid, en 1.5f, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.27 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. in geval van het certificaat, bedoeld in artikel 4.54d, vijfde lid, van het besluit, de aanvrager voldoet aan de eisen, vastgelegd in paragraaf 6 van het Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), dat is vastgesteld door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);.

2. Onderdeel d komt te luiden:

  • d. in geval van het certificaat, bedoeld in artikel 4.54d, zevende lid, van het besluit, de aanvrager voldoet aan de eisen, vastgelegd in paragraaf 4 en 5 van het Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), dat is vastgesteld door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);.

B

Artikel 4.28, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. in geval van een certificerende instelling als bedoeld in artikel 4.54d, vijfde of zevende lid, van het besluit de aanvragende instelling voldoet aan de criteria, vastgelegd in paragraaf 2 van het Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), dat is vastgesteld door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 en door de minister is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart 2019 (Stcrt. 17010);

C

Bijlage XIIIc, behorend bij artikel 4.27, en bijlage XIIIf, behorend bij artikel 4.28, vervallen.

D

Bijlage XVIIh, behorend bij artikel 7.7, tweede lid, onder h, wordt als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk 9 ‘Eindtermen’ komt paragraaf 6.4 te luiden:

6.4. De kandidaat kan een grote funderingsmachine demonteren, transportgereed maken en monteren.

2. In paragraaf 10.1 ‘Toetstermen’:

  • a. vervalt in onderdeel 2.4 het woord ‘kan’ en wordt de zin afgesloten met een punt.

  • b. wordt de tweede tabel na onderdeel 4.7 vervangen door de onderstaande tabel:

    Het praktijkexamen bestaat uit de volgende activiteiten

    1

    Doornemen opdracht

    6

    Praktijk funderingsopdracht 1

    2

    Aanvangscontrole van de machine (visueel)

    7

    Assisteren last verplaatsen

    3

    Onderhoud van de machine

    8

    Praktijk funderingsopdracht 2

    4

    Controle en inspectie hijsgereedschap

    9

    Machine achterlaten

    5

    Opstellen en gebruiksklaar maken van grote funderingsmachine

       
  • c. komt onderdeel 5.9 te luiden: 5.9. de grote funderingsmachine veilig en volgens de gebruiksaanwijzing monteren, dat wil zeggen opstellen, rekening houdend met de omgevingsfactoren.

  • d. komt onderdeel 6.12 te luiden: 6.12. de grote funderingsmachine zelfstandig verplaatsen op de examenlocatie, demonteren en transportgereed maken.

ARTIKEL II

De regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2019.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 maart 2019

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

TOELICHTING

Algemeen

Deze wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling (hierna: Arboregeling) regelt dat personen die asbest verwijderen respectievelijk personen die toezicht houden op de verwijdering van asbest voor het verkrijgen van een wettelijk verplicht certificaat niet meer moeten voldoen aan eisen uit Bijlage XIIIc bij de Arboregeling (Werkveldspecifiek Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA), maar aan de eisen in het door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 vastgestelde Certificatieschema voor de Persoonscertificaten Deskundig Asbest Verwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2) en Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA) dat is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart (Stcrt. 17010). De Stichting Ascert is op het werkveld van de asbestinventarisatie en -verwijdering de schemabeheerder, bedoeld in artikel 1.5b, tweede lid, onder m, van het Arbeidsomstandighedenbesluit (hierna: Arbobesluit).

Daarnaast regelt deze wijziging van de Arboregeling dat aan te wijzen certificerende instellingen die wettelijk verplichte persoonscertificaten op het gebied van asbest afgeven niet meer moeten voldoen aan de eisen uit bijlage XIIIf bij de Arboregeling (Werkveldspecifiek document voor Aanwijzing en Toezicht op de certificerende instellingen voor Deskundig Toezichthouder Asbestverwijdering (DTA) en Deskundig Asbestverwijderaar niveau 1 en niveau 2 (DAV-1 en DAV-2), maar aan de eisen uit het door de Stichting Ascert op 15 maart 2019 vastgestelde certificatieschema dat is gepubliceerd in de Staatscourant van 29 maart (Stcrt. 17010).

De bijlagen XIIIc en XIIIf bij de Arboregeling worden ingetrokken.

Per 1 januari 2018 zijn nieuwe artikelen van kracht van paragraaf 1 van Afdeling 1A Certificatie van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit met betrekking tot de aanwijzing van certificerende instellingen op hun verzoek (Stb. 2017, 487). In de nota van toelichting bij deze nieuwe artikelen is aangegeven dat zij mede bedoeld zijn om de verantwoordelijkheden van enerzijds de minister en anderzijds de schemabeheerders helder te scheiden. De minister is primair verantwoordelijk voor de generieke aanwijzingseisen aan certificerende instellingen (paragraaf 1 van Afdeling 1A van hoofdstuk 1 van het Arbobesluit) en de schemabeheerders zijn primair verantwoordelijk voor de inhoud van hun certificatieschema’s, waaronder de daarin opgenomen of op te nemen werkveldspecifieke (aanwijzings-)eisen aan certificerende instellingen.

In lijn met het bovenstaande is een nieuw certificatieschema opgesteld door de Stichting Ascert, de schemabeheerder op het gebied van asbestcertificatie. Dit certificatieschema bevat enerzijds de certificatie-eisen aan asbestverwijderaars respectievelijk toezichthouders asbestverwijdering en anderzijds werkveldspecifieke eisen aan de certificerende instellingen die certificaten verstrekken aan asbestverwijderaars respectievelijk toezichthouders asbestverwijdering.

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is nauw betrokken geweest bij de opstelling van dit schema van de Stichting Ascert. Dat asbestverwijderaars en toezichthouders asbestverwijdering beschikken over een certificaat dat is afgegeven op basis van de eisen uit dit schema is van groot belang voor hun gezondheid en de gezondheid van derden. Daarom wordt in de Arboregeling het beschikken over een certificaat op basis van dit schema verplicht gesteld. In de Arboregeling wordt daartoe naar dit schema verwezen en het schema wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Bij de opstelling van het certificatieschema is door de Stichting Ascert ook rekening gehouden met opmerkingen ter zake van de Stichting Raad voor Accreditatie (RvA). Voor certificerende instellingen die een accreditatie zullen aanvragen bij de RvA voor het certificeren aan de hand van dit certificatieschema is het immers van belang dat het certificatieschema voldoet aan eisen uit hoofde van accreditatie. De RvA heeft kenbaar gemaakt dat dit certificatieschema aan die eisen voldoet.

Deze wijziging van de Arboregeling is tezamen met het certificatieschema ter beoordeling voorgelegd aan de Inspectie SZW.

De Inspectie SZW heeft geen opmerkingen gemaakt over de onderhavige wijziging van de Arboregeling, maar wel enkele opmerkingen over het certificatieschema. Een reactie daarop is opgenomen in de toelichting bij het certificatieschema.

Voor een nadere toelichting op de inhoudelijke wijzigingen in het certificatieschema wordt verwezen naar de toelichting daarop die is gevoegd bij het certificatieschema.

Om de verantwoordelijkheid van schemabeheerder voor het nieuwe certificatieschema te onderstrepen is ervoor gekozen om het certificatieschema niet langer integraal op te nemen als bijlage bij de Arboregeling. Er wordt in de Arboregeling alleen geregeld dat de personen die asbest verwijderen respectievelijk personen die toezicht houden op de verwijdering van asbest dienen te beschikken over een certificaat dat wordt afgegeven op basis van de eisen uit het nieuwe certificatieschema dat is vastgesteld door de Stichting Ascert. Een certificerende instelling die deze certificaten afgeeft moet voldoen aan de eisen in paragraaf 2 van dat certificatieschema. Het gaat om een statische verwijzing naar het certificatieschema (verwijzing naar een specifieke versie van het certificatieschema).

Omdat duidelijk moet zijn wat de geldende tekst is van het certificatieschema en deze versie van het certificatieschema moet kunnen worden geraadpleegd wanneer nieuwe versies van kracht zijn geworden, wordt het certificatieschema in de Staatscourant gepubliceerd. De publicatie van het certificatieschema geschiedt door middel van een bekendmaking in de Staatscourant op dezelfde dag als de onderhavige regelingswijziging.

Al met al leiden de wijzigingen in de Arboregeling niet tot een toename van de (administratieve) lasten. De gevolgen van de invoering van het nieuwe certificatieschema wordt toegelicht in de toelichting bij het schema.

Tevens wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele wijzigingen door te voeren in bijlage XVIIh bij de Arboregeling. Die bijlage heeft betrekking op het certificaat voor de machinist grote funderingsmachine.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A en B (artikel 4.27, onderdeel c en d en artikel 4.28, onderdeel b)

De wijzigingen van de artikelen 4.27 en 4.28 regelen dat personen die toezicht houden op asbestverwijdering respectievelijk personen die asbest verwijderen voor het verkrijgen van een wettelijk verplicht certificaat moeten voldoen aan de eisen in paragraaf 6, respectievelijk 4 en 5 van het door de Stichting Ascert vastgestelde Certificatieschema voor de Procescertificaten Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering en dat aan te wijzen certificerende instellingen moeten voldoen aan de werkveldspecifieke eisen in paragraaf 2 van dat certificatieschema. Dit is al toegelicht in het algemeen deel van de toelichting.

Artikel I, onderdeel C

Het vervallen van bijlage XIIIc en bijlage XIIIf is al toegelicht in het algemeen deel van deze toelichting.

Artikel I, onderdeel D

In onderdeel 6.4 van hoofdstuk 9 is niet meer als eindterm voor de praktijk bepaald dat een kandidaat een grote funderingsmachine kan laden en lossen, aangezien dit door de vervoerder van de grote funderingsmachine wordt uitgevoerd en niet door de machinist. De eindterm van onderdeel 6.4 is nu beperkt tot demonteren, transportgereed maken en monteren.

Door de Raad voor Accreditatie is een onbedoelde omissie in het schema geconstateerd. In een certificatieschema geven de toetstermen voor het theorie- en praktijkexamen aan hoe de eindtermen getoetst worden. In veel gevallen zullen eindtermen zowel met theorievragen als met praktijkopdrachten getoetst worden.

Door de Raad voor Accreditatie werd geconstateerd dat er een omissie was ten aanzien van de eindterm in onderdeel 6.4 uit hoofdstuk 9. Deze eindterm is als toetsterm in onderdeel 2.4 van het theorie-examen in hoofdstuk 10 uitgewerkt, maar in de toetstermen van het praktijkexamen in paragraaf 10.1 kwamen deze eisen niet meer allemaal als zodanig terug, zodat het niet noodzakelijk was om deze eisen in de praktijk te toetsen. In de praktijk maakte toetsing van deze eindterm overigens wel deel uit van het praktijkexamen. Deze tekortkoming wordt nu opgelost, doordat de eis tot het kunnen monteren van een grote funderingsmachine aan onderdeel 5.9 van het praktijkexamen in hoofdstuk 10 is toegevoegd door invoeging van de woorden ‘monteren, dat wil zeggen’. Daarmee wordt opstellen gelijkgesteld aan monteren, zodat de itembank met examenvragen niet aangepast hoeft te worden. De eisen om zo’n machine ook te kunnen demonteren en transportgereed maken zijn toegevoegd aan onderdeel 6.12 van paragraaf 10.1.

Hiermee samenhangend is de tabel in onderdeel 4.7 van paragraaf 10.1, waarin de activiteiten van het praktijkexamen worden vermeld, aangepast zodat duidelijk is dat het praktijkexamen nu twee praktijkfunderingsopdrachten in plaats van één bevat. Deze opdrachten werden al uitgevoerd tijdens het praktijkexamen, maar worden nu ook in de tabel apart en duidelijk genoemd.

Tot slot is bij onderdeel 2.4 (inzake het theorie-examen) van paragraaf 10.1 het overbodige woord ‘kan’ geschrapt.

Artikel II

Voor de datum van inwerkingtreding moet worden aangesloten bij de datum van inwerkingtreding van het nieuwe certificatieschema.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van Ark

Naar boven