TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Landbouwtelling en gecombineerde opgave
De bij deze regeling gepubliceerde vraagstelling vormt de grondslag om in 2019 gecombineerd
de opgave te doen voor de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet, de opgave gebruik
gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet, de verzamelaanvraag
op grond van de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB, de aangifte van
de CO2-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven op grond van de Wet milieubeheer, de opgave
voor aanspraak op betalingen uit het Diergezondheidsfonds op grond van de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren en voor het verstrekken van informatie of een betaalverzoek
in het kader van twee steunregelingen die onderdeel zijn van het plattelandsontwikkelingsprogramma.
De landbouwtelling heeft twee doelen: het verzamelen van gegevens ten behoeve van
statistiek en ten behoeve van beleidsontwikkeling en -monitoring. Het is van belang
dat de Minister beschikt over correcte en actuele gegevens per bedrijf in de land-
en tuinbouw. De bij deze regeling gepubliceerde vraagstelling vormt het beschrijvingsbiljet
als bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Landbouwwet om in 2019 opgave te doen.
Om de regeldruk te beperken wordt het principe van éénmalig inwinnen en meervoudig
gebruik waar mogelijk toegepast. Aangeschreven landbouwers worden met stuurvragen
door het elektronische formulier geleid en hoeven zodoende alleen die onderdelen in
te vullen die op hen van toepassing zijn.
Gegevens uit de gecombineerde opgave worden verzameld ten behoeve van statistisch
en beleidsmatig inzicht, in gevallen voor handhavingsdoeleinden evenals om adequaat
te kunnen handelen ten tijde van crises.
Het specifieke juridische kader met betrekking tot de volgende vragen is te vinden
in de volgende wet- en regelgeving:
-
– de verzameling van statistische informatie voor biologische landbouw: Verordening
(EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en
de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG)
nr. 2092/91 (PbEU 2007, L 189) en Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van
5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG)
nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische
producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft (PbEU
2008, L 250);
-
– statistische informatie voor WKK (warmtekrachtkoppeling) en energie: Verordening (EG)
nr. 1099/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2008 betreffende
energiestatistieken (PbEU 2008, L 304).
-
– statistische informatie voor vee- en vleesstatistieken: Verordening (EG) nr. 1165/2008
van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende vee- en vleesstatistieken
en houdende intrekking van Richtlijnen 93/23/EEG, 93/24/EEG en 93/25/EEG van de Raad
(PbEU 2008, L 321);
-
– statistische informatie voor de gewasstatistieken: Verordening (EG) nr. 543/2009 van
het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende gewasstatistieken en
houdende intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 837/90 en (EEG) nr. 959/93 van de
Raad (PbEU 2009, L 167);
-
– statistische informatie voor meerjarige teelten: Verordening (EU) nr. 1337/2011 van
het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende Europese statistieken
van meerjarige teelten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 357/79 van
de Raad en Richtlijn 2001/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2011,
L 347);
-
– het doen van een aanvraag voor de Brede Weersverzekering: Verordening (EU) nr. 1305/2013
van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling
uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking
van Verordening (EG) nr 1698/2005 van de Raad (PbEU 2013, L347) (hierna: Verordening
nr. 1305/2013) en de Regeling Europese EZ-subsidies;
-
– het verstrekken van informatie of het indienen van een betaalverzoek als bedoeld in
een Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van een provincie: op basis van
Verordening (EU) nr. 1305/2013 en Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees
Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de
monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen
(EEG) nr 352/78, (EG) nr 165/94 (EG), nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005
en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PbEU 2013 L 347) (hierna: Verordening 1306/2013);
-
– het doen van de verzamelaanvraag voor de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen
GLB (Gemeenschappelijk landbouwbeleid) op grond van Verordening (EU) nr. 1306/2013
en Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december
2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers
in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot
intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr 73/2009
van de Raad (PbEU 2013, L347);
-
– de aangifte van de CO2-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven: het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw;
-
– de aanspraak op betalingen uit het Diergezondheidsfonds: Hoofdstuk VIII van de Gezondheids-
en welzijnswet voor dieren en Verordening (EU) nr. 702/2014 van de Commissie van 25 juni
2014 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in
plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
(PbEU 2014, L 193);
-
– de erkenningscontroles op het lidmaatschap van producentenorganisaties: Uitvoeringsverordening
(EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen
voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren
groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (PbEU 2011, L 157);
-
– het gebruik van gewaspercelen: het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
-
– enkele aanvullende vragen naar risicogewassen in de tuinbouw op basis van artikel
3a van de Plantenziektenwet;
-
– vragen ten behoeve van emissieregistratie en de Programmatische Aanpak Stikstof op
basis van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet;
-
– een vijftal vragen, nodig voor (nationale) beleidsontwikkeling en -monitoring: artikel
24 en 25 van de Landbouwwet.
-
– de verzamelaanvraag: de Uitvoeringsregeling rechtstreekse betalingen GLB (Gemeenschappelijk
landbouwbeleid);
II. SPECIFIEK
2. Meststoffenwet
Op grond van de Meststoffenwet en het Besluit gebruik meststoffen wordt informatie
opgevraagd over het gebruik van gewaspercelen. Deze informatie kan worden benut voor
handhavingsdoeleinden.
3. Gemeenschappelijk landbouwbeleid
Landbouwers kunnen met de gecombineerde opgave enkele specifieke steunregelingen aanvragen.
Dit betreft de rechtstreekse betalingen als bedoeld in de Uitvoeringsregeling rechtstreekse
betalingen GLB: de basisbetalingsregeling, betaling voor klimaat- en milieuvriendelijke
landbouwpraktijken, betaling voor jonge landbouwers en de vrijwillig gekoppelde steun
inzake graasdierhouderij. Een landbouwer die aanspraak wil maken op een rechtstreekse
betaling vermeldt de landbouwgrond die hoort bij het landbouwbedrijf. Daarnaast is
het voor de uitvoering van het Europese landbouwbeleid van belang dat de Minister
over de correcte en actuele gegevens beschikt over de structuurkenmerken op bedrijfsniveau
in de land- en tuinbouw.
Voor het bijwerken en raadplegen van gegevens in het perceelsregister heeft de RVO.nl
een op zichzelf staande web applicatie ontwikkeld ('Mijn percelen') die het gehele
jaar door gebruikt kan worden. Voor het registreren van gegevens voortvloeiend uit
het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid wordt 'Mijn percelen' rechtstreeks vanuit de
gecombineerde opgave geopend.
4. (Stal)emissies en programmatische aanpak stikstof
Op basis van het Besluit inventarisatie broeikasgassen Wvl is het RIVM belast met
de jaarlijkse inventarisatie voor broeikasgassen. Tevens zijn voor de programmatische
aanpak stikstof (PAS) gegevens uit de landbouw nodig voor het monitoren van stikstofdepositie
op Natura 2000 gebieden en het bepalen van de ontwikkelruimte voor (agrarische) bedrijven
rondom deze gebieden. De gecombineerde opgave kan voor deze doeleinden nauwkeurige
informatie opleveren door per emissielocatie gemiddelde dieraantallen op te vragen.
Het RIVM en het Planbureau voor de Leefomgeving zijn verantwoordelijk voor het genereren
van de benodigde informatie voor de PAS en hebben aangedrongen op deze vraagstelling.
Gelet hierop is in de gecombineerde opgave zoals ook in voorgaande jaren ten behoeve
van de PAS de aanvullende stalvraag opgenomen.
5. Biologische landbouw
Artikel 36 van de biologische verordening (EG) 834/2007 en artikel 93 van de uitvoeringsverordening
(EG) 889/2008 vormen de grondslag op basis waarvan jaarlijks de verzameling van statistische
informatie over de biologische landbouw plaatsvindt.
6. Gewasstatistieken, vee- en vleesstatistieken
Ter invulling van de verplichte gegevensverzameling en om extra enquêtes en regeldruk
te voorkomen, benut het CBS de gecombineerde opgave voor de gewasstatistieken en de
vee- en vleesstatistieken.
7. Aangifte CO2-jaarvracht glastuinbouwbedrijven
Op grond van het Besluit kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw kan de Minister regels stellen over de uitvoering van het CO2 kostenvereveningssysteem voor de glastuinbouw. Deze regels zijn opgenomen in de Regeling
kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw. Op grond van die regels wordt onder meer de CO2 reductiedoelstelling gemonitord met een register dat tot 2015 bij het voormalig Productschap
Tuinbouw was ondergebracht. Met ingang van 2015 houdt RVO.nl op basis van de Regeling
kostenverevening reductie CO2-emissies glastuinbouw het register bij. In dat kader dienen glastuinbouwondernemingen
jaarlijks vóór 1 juli de aangifte van de totale CO2-emissie door te geven. Gezien de ICT infrastructuur en interne werkprocessen van
RVO.nl is deze aangifte opgenomen in de gecombineerde opgave.
8. Warmtekrachtkoppeling- en energiestatistieken
Ter invulling van de nationaal verplichte gegevensverzameling voor energiestatistieken
kan het CBS op basis van het Besluit gegevensverwerving CBS hiervoor een eigen gegevensinwinning
inrichten. Om de lastendruk te beperken, worden deze gegevens verzameld via de Gecombineerde
opgave.
9. Diergezondheidsfonds
Houders van kippen, kalkoenen, eenden, schapen, geiten, runderen en varkens moeten
door middel van een verklaring aangeven of zij aanspraak willen maken op betalingen
uit het Diergezondheidsfonds. Deze betalingen zijn veelal in de vorm van gesubsidieerde
diensten voor maatregelen en voorzieningen die verband houden met preventie van besmettelijke
dierziekten. Het betreft ook de (tegemoetkomingen in de) kosten van vaccins, bloedonderzoeken,
tests en dergelijke aan een uitbraak van een besmettelijke dierziekte verbonden maatregelen,
uitgevoerd op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Daarbij dienen
deze houders aan te geven of hun onderneming een kleine of middelgrote onderneming
is. Deze opgaveverplichting vloeit voort uit de Europese eisen die zijn opgenomen
in de per 1 juli 2014 gewijzigde Richtsnoeren van de Europese Unie voor staatssteun
in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden 2014–2020 (deel II,
hoofdstuk 1 art. 1.2.1.3). De opgave heeft betrekking op de periode die loopt van
15 mei 2019 tot 15 mei 2020 en deze moet uiterlijk 15 mei 2019 bij de Minister ingediend
zijn.
10. Erkenningscontroles lidmaatschap producentenorganisaties
Om in aanmerking te komen voor steun in het kader van de GMO groenten en fruit moet
een producentenorganisatie erkend zijn als producentenorganisatie in de zin van de
GMO (artikel 32 en 152, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 1308/2013). Een producent
van groenten en fruit producten mag voor hetzelfde product slechts bij één producentenorganisatie
zijn aangesloten. Het is de taak van de lidstaat om te controleren dat een producent
niet bij meer dan één producentenorganisatie is aangesloten. Dit als onderdeel van
de erkenningscontroles als bedoeld in artikel 104, eerste lid, en de controles die
worden uitgevoerd voorafgaand aan uitbetaling van de steunaanvraag als bedoeld in
de artikelen 105, eerste lid, en 106, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van verordening
(EU) nr. 543/2011. Door de vraag in de Gecombineerde opgave wordt controle vanuit
één bestand mogelijk en vermindert het controlerisico. De aanzienlijke vermindering
in uitvoeringslast en de beperking van het controlerisico rechtvaardigen de minieme
toename van de administratieve lasten voor de sector. De minister is op grond van
artikel 15, gelezen in samenhang met artikel 13, eerste lid, onderdeel b, van de Landbouwwet
bevoegd om regels te stellen ten behoeve van uitvoering van verordeningen 543/2013
en 1308/2013.
11. Risicogewassen in de tuinbouw
Op grond van artikel 3a, eerste lid, van de Plantenziektenwet is de Minister bevoegd
om telers te verplichten opgave te doen van de bedrijfsmatige teelt op met die planten
te betelen terreinen en plaatsen van planten die behoren tot door de Minister aangewezen
soorten of groepen. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van Europees verplichte
rapportages en surveys naar de teelt van risicogewassen alsmede voor steekproefsgewijze
inspecties door de nVWA.
12. Verstrekken van informatie en/of doen van betaalverzoeken in het kader van het
derde Plattelandsprogramma
Het betreft twee steunregelingen uit het plattelandsontwikkelingsprogramma:
(i) betalingen als bedoeld in de Regeling inrichting landelijk gebied die kunnen worden
verstrekt op grond van de Regeling uitvoering ELFPO programmaperiode 2014–2020 en
de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van een provincie, en (ii) de tegemoetkoming
in de verzekeringspremie voor brede weersverzekering die kan worden verstrekt op grond
van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies.
13. (Nationale) beleidsvorming en -monitoring
Gezien de substantiële economische omvang van de witloftrek en bollenbroei in Nederland
vormen deze twee teelten een aanvulling op de Europees verplichte statistiek. Ook
zijn twee vragen over assimilatieverlichting opgenomen vanwege het nationale belang.
III. OVERIG
14. Elektronische opgave
Sinds de in werking getreden wijziging van de Landbouwwet en de Meststoffenwet (elektronisch
verstrekken van gegevens) (Stb. 2011, 626) is deelname aan de gecombineerde opgave alleen nog op digitale wijze mogelijk via
de RVO.nl website. Evenals in 2018 zal RVO.nl waar nodig steun aanbieden. Dit kan
uiteenlopen van een uitnodiging aan betreffende relatie op één van de RVO-locaties
tot het meekijken op afstand.
Een opgaveplichtige die valt onder de verplichting tot registratie bij de Kamer van
Koophandel op grond van artikel 5 van de Handelsregisterwet 2007, krijgt slechts toegang
tot het elektronisch formulier met een bij een private partij aangeschaft e-Herkennings-middel
met een betrouwbaarheidsniveau van 2+ of 3. Een e-Herkenningsmiddel met een betrouwbaarheidsbiveau
van 3 is nog niet verplicht maar er kan al wel toegang tot het formulier worden gegeven.
Natuurlijke personen die niet onder deze verplichte registratie vallen, mogen ook
gebruik maken van DigiD. Voor opgaveplichtigen in het buitenland blijft het mogelijk
om een door RVO.nl te verstrekken toegangscode te gebruiken. Naast de methode met
TAN-codes kan het elektronische formulier ook met het e-Herkenningsmiddel worden ondertekend.
Op basis van de laatstelijk in 2018 verstrekte en geverifieerde informatie worden
gegevens op het elektronische formulier zoveel als mogelijk al vooraf ingevuld, waarbij
de landbouwer deze gegevens alleen nog moet controleren.
15. Indieningsperiode gecombineerde opgave
De sluitingsdatum is op 15 mei 2019 om 24:00 uur (Midden-Europese tijd). Voor de verzamelaanvraag
voor de rechtstreekse betalingen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en de steunregelingen
van het plattelandsontwikkelingsprogramma volgen sluitingsdatum en – tijdstip uit
de Europese verordeningen. Voor de opgave gebruik gewaspercelen volgen deze uit artikel
26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet. Voor wat betreft de landbouwtelling
en opgave Diergezondheidsfonds volgt de sluitingsdatum uit de artikelen 3 en 5, tweede
lid, van deze regeling. Net als in voorgaande jaren is opgave voor deelname aan het
programma agrarisch natuurbeheer (SNL-a) mogelijk vanaf 1 april. Om het hele proces
van opgave te begeleiden en te stroomlijnen, communiceert RVO.nl hier nadrukkelijk
over. Ondernemers in de land- en tuinbouw ontvangen gespreid over de maand maart 2019
een brief van de Minister waarin wordt aangekondigd dat zij voor wat betreft 2019
als opgaveplichtig zijn aangemerkt.
Het niet voldoen aan de verplichting tot indiening is een economisch delict in de
zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. Ook leidt het niet
of niet tijdig melden van de gevraagde informatie tot een verlaging of uitsluiting
van de rechtstreekse betaling of de plattelandsontwikkelingssubsidie.
De enige uitzondering op de voorgaande sluitingsdatum betreft de opgave van het onderdeel
uit de gecombineerde opgave dat betrekking heeft op de CO2-jaarvracht, welke opgave op grond van artikel 2, vijfde lid, van deze regeling uiterlijk
op 1 juli 2019 moet zijn ingediend. Deze uitzondering is noodzakelijk omdat de daarvoor
benodigde informatie op 15 mei nog niet in bezit is bij de betreffende glastuinbouwondernemingen.
16. Regeldruk
Evenals in 2018 zijn de vragen naar aantal stuks rundvee, schapen, geiten en pluimvee
per 1 april 2019 waar mogelijk vervallen door de gevraagde informatie af te leiden
uit het register I&R. Voor houders van rundvee, schapen en geiten met zowel melk-
als vleesvee wordt naar aanvullende gegevens gevraagd. Voor varkens kunnen de aantallen
op 1 april 2019 niet uit het register I&R worden afgeleid, I&R varkens blijkt nog
te weinig detailgegevens te bevatten. Eerst na aanpassing van dit register is de toepassing
van een overeenkomstige benadering pas mogelijk.
De regeldruk van de Gecombineerde opgave van 2019 is vergelijkbaar met die van 2018.
Uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 39 voor de agrarische sector en € 54 voor
dienstverleners/intermediairs bedragen de totale administratieve lasten als gevolg
van deze regeling naar verwachting € 6.811.542. Uitgaand van een verwachte omvang
van de doelgroep van 60.000 landbouwers zijn de administratieve lasten per bedrijf
gemiddeld € 113,53 in 2019. Dit is gelijk aan de ex post berekening van 2018.
De ex ante berekening van 2018 ging nog uit van een administratieve last van € 131,08
euro per bedrijf. Dankzij een daling van de benodigde tijd om de opgave in te vullen,
een daling van het aantal telefoontjes met het klantcontactcentrum en kortere gesprekstijden
kon vorig jaar een forse afname van de administratieve lasten worden gerealiseerd.
Omdat de vraagstelling jaarlijks varieert, kan deze lastendaling niet als structureel
worden aangemerkt.
De gehanteerde tarieven zijn gebaseerd op het 'Handboek Meting Regeldrukkosten', versie
1.0. In de berekening wordt ervan uitgegaan dat het aantal landbouwers licht blijft
dalen en dat 45% van de opgaven via een adviseur wordt ingediend.
17. Vaste verandermomenten
In afwijking van het beleid inzake vaste verandermomenten treedt deze regeling in
werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en niet pas op het
vaste verandermoment 1 april (2019). Op grond van deze regeling is de periode van
mogelijke indiening verruimd, hetgeen vooral ten goede komt aan betrokken landbouwers
en hun adviseurs. De gecombineerde opgave kan worden ingediend met ingang van de dag
na publicatie. De uiterlijke termijn van indiening is 15 mei 2019. Voor de opgave
C02-jaarvracht van glastuinbouwbedrijven geldt hiervoor 1 juli 2019.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten