Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 14 november 2018, nr. IENW/BSK-2018/234428, tot wijziging van de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk in verband met het verplichtstellen van een lanceerstandaard bij vuurpijlen

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 9.2.2.1, derde lid, van de Wet milieubeheer en artikel 2.1.1 van het Vuurwerkbesluit;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt het volgende begrip met de daarbij behorende begripsomschrijving in alfabetische rangschikking ingevoegd:

lanceerstandaard:

een voorwerp dat geschikt is voor meervoudig gebruik en dat is geproduceerd om verschillende typen vuurpijlen vanaf zowel verharde als onverharde ondergrond stabiel verticaal de lucht in te schieten;.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘Consumentenvuurwerk’ vervangen door ‘Consumentenvuurwerk, niet zijnde vuurpijlen,’.

2. De aanhef van het vierde lid komt te luiden:

Consumentenvuurwerk, niet zijnde vuurpijlen, kan zijn voorzien van een lanceerbuis, mits de lanceerbuis voldoet aan de volgende eisen:.

3. Onder vernummering van het zevende lid tot negende lid worden twee nieuwe leden ingevoegd, luidende:

  • 7. Per verkooptransactie waarbij één of meerdere vuurpijlen, zijnde consumentenvuurwerk, worden verkocht levert de verkoper ten minste één lanceerstandaard mee, tenzij de koper aantoont hier al voldoende in te zijn voorzien.

  • 8. Degene die vuurpijlen, zijnde consumentenvuurwerk, tot ontbranding brengt gebruikt hiervoor een lanceerstandaard.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

TOELICHTING

Algemeen

Met deze regeling wordt de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (Ract) gewijzigd. Het doel van deze wijziging is het terugdringen van letsel, veroorzaakt door vuurpijlen. Daartoe wordt in de Ract voor verkopers van vuurwerk de verplichting opgenomen om bij de verkoop van vuurpijlen een lanceerstandaard mee te leveren, tenzij de koper aantoont hier al voldoende in te zijn voorzien. Daarnaast wordt de verplichting opgenomen om vuurpijlen vanuit een lanceerstandaard tot ontbranding te brengen.

Op verzoek van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht (G4) heeft de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) de veiligheidsrisico’s tijdens de jaarwisseling onderzocht. De bevindingen van dit onderzoek zijn eind 2017 gepubliceerd in het onderzoeksrapport ‘Veiligheidsrisico’s jaarwisseling’.1 De OVV constateert dat er bij geen enkel ander feest in Nederland zoveel gewonden vallen als tijdens de jaarwisseling en dat er op grote schaal verstoring van de openbare orde plaats vindt, door vernieling, openlijke geweldpleging en geluidsoverlast. Deze problematiek moet volgens de OVV op twee gebieden worden aangepakt: vuurwerk en openbare orde.

Voor wat betreft vuurwerk doet de OVV een aantal aanbevelingen voor een structurele veiligheidsverbetering tijdens de jaarwisseling.

Om het letsel voortkomend uit het gebruik van consumentenvuurwerk verder te beperken, adviseert de OVV om de verkoop van vuurpijlen aan consumenten te verbieden. De OVV constateert dat vuurpijlen al jaren voor veel oogletsel en brandwonden zorgen en uitnodigen tot onveilig gebruik, bijvoorbeeld doordat vuurpijlen bedoeld of onbedoeld richting omstanders worden geschoten.

Een verbod op vuurpijlen ligt echter pas in de rede als andere maatregelen niet werken. Het RIVM2 adviseert daarbij het gebruik van een lanceerstandaard als maatregel bij het afsteken van vuurpijlen. Het gebruik van een stevige en stabiele lanceerstandaard bij het afsteken van vuurpijlen kan veel letsel voorkomen. Het kabinet heeft het advies van het RIVM overgenomen en besloten dat vuurpijlen voortaan alleen verkocht mogen worden wanneer daarbij een stabilisatie mechanisme (hierna lanceerstandaard) wordt bijgeleverd.3 Het effect van deze maatregel zal worden gemonitord op basis van de jaarlijkse letselcijfers, waarna bekeken zal worden of aanvullende maatregelen met betrekking tot vuurpijlen nodig zijn.

Met de onderhavige wijzigingsregeling wordt invulling gegeven aan de aanbeveling van de OVV om het letsel als gevolg van vuurpijlen terug te dringen en het advies van het RIVM overgenomen door verplicht te stellen dat vuurpijlen voortaan, naast de reeds vereiste vast verbonden stok voor vluchtstabiliteit, moeten worden afgestoken vanuit een lanceerstandaard. Tevens moet een lanceerstandaard door de verkopers worden meegeleverd bij de verkoop van vuurpijlen, tenzij de koper aantoont hier al voldoende in te zijn voorzien.

Voor het zonder risico verticaal afsteken van vuurpijlen, is het noodzakelijk deze te plaatsen in een stevige stabiele lanceerstandaard. Een lanceerstandaard wordt in de Ract gedefinieerd als een voorwerp dat geschikt is voor meervoudig gebruik om verschillende typen vuurpijlen vanaf zowel verharde als onverharde ondergrond stabiel verticaal de lucht in te schieten. Bij de verkoop van vuurpijlen aan consumenten wordt doorgaans geen lanceerstandaard meegeleverd waardoor de consument genoodzaakt is zelf een voorziening voor het afsteken te treffen. Vaak wordt hiervoor een lege fles of iets dergelijks dat voorhanden is gebruikt. Indien deze voorziening echter niet stevig wordt geplaatst, kan er bij harde wind, door de vuurkracht van de pijl of door andere omstandigheden een risico ontstaan voor de omgeving.

Met de onderhavige wijziging van de Ract geldt voor vuurpijlen, die onder de Ract zijn aangewezen als consumentenvuurwerk, dat bij een transactie waarbij deze (een of meerdere of in een samengesteld pakket) verkocht worden aan consumenten gelijktijdig een lanceerstandaard moet worden meegeleverd. Het verplicht meeleveren geldt niet, als de consument kan aantonen reeds in het bezit te zijn van een lanceerstandaard. De lanceerstandaard is daarbij geschikt voor meervoudig gebruik voor het afsteken van verschillende type vuurpijlen die door de consument zijn gekocht. De lanceerstandaard moet daarbij in combinatie met plaatsing van de vuurpijl hierin zorg dragen voor een verticale en stabiele ontsteking. Deze maatregel stimuleert een veiliger gebruik van vuurpijlen met minder risico voor de gebruiker en de omgeving.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

De onderhavige wijziging brengt geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven met zich. Wel gelden er inhoudelijke nalevingskosten. Voortaan moet bij de verkoop van vuurpijlen aan consumenten een lanceerstandaard meegeleverd worden. De verkopers van vuurpijlen zullen de kosten voor deze lanceerstandaard naar alle waarschijnlijkheid doorberekenen aan de consument. Hierdoor nemen de lasten voor de burger toe. De aanschafkosten van een lanceerbuis worden geschat op circa 4,00 euro per stuk.

Consultatie

Voor de onderhavige wijzigingsregeling is gebruik gemaakt van internetconsultatie en zijn van de zijde van de Omgevingsdienst Achterhoek, de Landelijke Werkgroep Vuurwerk Coördinatoren (hierna: LWVC) en de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (hierna BPN) reacties ontvangen. Deze reacties betreffen in hoofdzaak:

  • 1. Begripsomschrijving en veiligheid van de lanceerstandaard;

  • 2. Duurzaam gebruik van lanceerstandaard.

Ad 1.

Door verschillende partijen zijn opmerkingen geplaatst over de definitie van de lanceerstandaard. Zij geven aan dat de definitie voor meerderlei uitlegbaar vatbaar is vanwege het ontbreken van een nadere specificatie.

De verplichtstelling van een lanceerstandaard bij de verkoop van vuurpijlen aan consumenten geldt al voor komende jaarwisseling 2018–2019. Dit heeft als gevolg dat het uitwerken van een technische specificatie waaraan de lanceerstandaard dient te voldoen in relatie tot de af te steken vuurpijlen voor komende jaarwisseling niet haalbaar is. Ook op Europees niveau is in de norm voor consumentenvuurwerk F1 t/m F3 NEN EN 15947 geen technische specificatie opgenomen waaraan een lanceerstandaard dient te voldoen.

Er is daarom in de definitie van de lanceerstandaard gekozen voor een omschrijving die zo veel mogelijk aansluit bij de doelstelling: het stabiel afschieten van vuurpijlen waardoor de kans op letsel wordt verkleind.

De genoemde opmerkingen hebben ertoe geleid dat de definitie van de lanceerstandaard is aangepast, waarbij de lanceerstandaard geschikt moet zijn voor verschillende type vuurpijlen.

Ad 2.

Meerdere partijen merken op dat er geen maximum wordt gesteld aan het aantal vuurpijlen dat per levering verkocht mag worden met levering van één lanceerstandaard, en vragen zich af of een koper die bij de ene vuurwerkverkoper vuurpijlen met lanceerstandaard heeft gekocht bij een andere vuurwerkverkoper weer een lanceerstandaard moet kopen. Tevens wordt verzocht vanuit het oogpunt van duurzaamheid na te gaan in hoeverre onnodig materiaal- en energieverbruik, alsmede het voorkomen van onnodig afval, kan worden voorkomen.

Deze wijziging van de regeling is gericht op de verplichte aankoop en het gebruik van een lanceerstandaard bij aanschaf van vuurpijlen. Deze verplichtstelling moet zorgen voor het veilig en stabiel afsteken van vuurpijlen en voorkomen van letsel. De lanceerstandaard is daarbij geschikt voor meervoudig gebruik. Om te voorkomen dat bij elke eerste volgende transactie en jaarwisseling opnieuw een lanceerstandaard moet worden aangeschaft, is mede vanuit het oogpunt van duurzaam gebruik verduidelijkt dat als de koper kan aantonen reeds in bezit te zijn van een lanceerstandaard deze niet opnieuw meegeleverd hoeft te worden. Het betreffende artikel en de toelichting zijn hierop aangepast.

Uitvoering en handhaving

De onderhavige wijziging van de Ract zal leiden tot een beperkte verhoging van de uitvoeringslasten bij de bevoegde instanties die belast zijn met het toezicht op de verkoop van vuurwerk tijdens de verkoopdagen aan het eind van het jaar bij de vuurwerkverkooppunten.

De verplichtstelling van een lanceerstandaard bij het afsteken van vuurpijlen door consumenten zal meer strafrechtelijke handhavingscapaciteit vergen; zowel politie als buitengewone opsporingsambtenaren kunnen worden ingezet voor de handhaving.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (hierna ILT) is verzocht een toets uit te voeren op de handhaafbaar- en uitvoerbaarheid.

De ILT merkt daarbij op dat niet bekend is of de producten die tijdens de verkoopdagen van vuurwerk worden geleverd, uitsluitend zijn geproduceerd om vuurpijlen af te schieten. Hierdoor zou de bepaling niet goed handhaafbaar zijn. De doelstelling van de wijziging van de Ract is dat vanaf komende jaarwisseling vuurpijlen alleen nog verkocht en gebruikt mogen worden samen met een lanceerstandaard. Nu al zijn er producten op de markt die voldoen aan de definitie van een lanceerstandaard, maar die echter ook gebruikt kunnen worden voor het afsteken van andere vuurwerkartikelen dan een vuurpijl. Het gebruik van deze artikelen wordt met de omschrijving van de lanceerstandaard in de concept wijziging van de Ract echter uitgesloten. Toezichthouders weten hierdoor niet of de producten die tijdens de verkoop worden geleverd uitsluitend zijn geproduceerd om vuurpijlen te schieten. Ter verbetering van de handhaafbaarheid is de omschrijving van de lanceerstandaard hierop aangepast en het woord ‘uitsluitend’ uit de definitie geschrapt.

Over de levering van een lanceerstandaard aan de consument merkt de ILT op dat in de Ract ontbreekt wie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de lanceerstandaard. Wanneer deze bij de detaillisten ligt zal dat het toezicht bemoeilijken en zal het leiden tot hogere uitvoeringskosten.

Met de importeurs van vuurwerk, verenigd in de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN), is afgesproken dat zij zorg zullen dragen voor de levering van de lanceerstandaard aan de detaillisten. Deze afspraak zal worden overgenomen in een nieuwe Safety Deal met de BPN. Daarmee hebben de leden van de BPN de verantwoordelijkheid op zich genomen om zorg te dragen voor een lanceerstandaard die voldoet aan de eisen en dat deze lanceerstandaarden via de detaillisten beschikbaar zullen worden gesteld aan de consumenten.

Europeesrechtelijke aspecten

Met de onderhavige wijziging worden technische voorschriften ten aanzien van een product gekoppeld aan de verkoop van vuurpijlen. Om te beoordelen of de aanpassing van de technische productvoorschriften geen gevolgen heeft voor het vrij verkeer van goederen, dient de wijziging op grond van de notificatierichtlijn4 aan de Europese Commissie gemeld te worden. Derhalve is een ontwerp van deze regeling op 27 juli 218 aan de Europese Commissie voorgelegd (notificatienummer 2018/0384 NL). Er zijn geen vragen gesteld of opmerkingen gemaakt tijdens deze procedure.

Ingevolge artikel 4, tweede lid, van richtlijn 2013/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen (herschikking) (PbEU 2013, L 178), hebben lidstaten de mogelijkheid om in het belang van de ‘openbare orde of gezondheid en veiligheid, of omwille van milieubescherming’, maatregelen te nemen om het bezit, gebruik en de verkoop aan het grote publiek van vuurwerk van de categorieën F2 en F3 te verbieden. Derhalve staat de voornoemde richtlijn toe dat verkoop van vuurpijlen zonder een lanceerstandaard wordt verboden in verband met de gezondheid en veiligheid van gebruikers en omstanders. Bovendien is het gebruik van vuurpijlen door consumenten voortaan alleen toegestaan als bij het afsteken een lanceerstandaard wordt gebruikt.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I

Wijziging artikel 1 (definities)

Het gebruik van een lanceerstandaard door consumenten dient om vuurpijlen stabiel en verticaal af te kunnen afsteken. De lanceerstandaard is in ieder geval voor dit doel geschikt voor zowel een onverharde als een verharde ondergrond. Deze laatste eis is bedoeld om met name het veilig afsteken van vuurpijlen op een verharde ondergrond (straat, trottoir) mogelijk te maken. Aan de lanceerstandaard zijn geen specifieke constructie eisen gesteld anders dan dat deze wel geproduceerd is voor het veilig stabiel en verticaal afsteken van vuurpijlen.

Wijziging artikel 2, tweede en vierde lid

Met aanpassing van het tweede lid is duidelijk gemaakt dat het gebruik van een externe ondersteuner niet geldt voor vuurpijlen. Het gebruik van een externe ondersteuner geldt daarbij alleen voor batterijen en combinaties en betreft een meegeleverde plastic pin of licht metalen beugel.

De aanhef van het vierde lid is aangepast om eveneens duidelijk te maken dat de mogelijkheid om een lanceerbuis te gebruiken niet geldt voor vuurpijlen. Een lanceerbuis is alleen toegestaan indien de lanceerbuis en de vuurwerklading door de fabrikant aan elkaar zijn bevestigd en de lanceerbuis na eenmaal te zijn gebruikt niet meer geschikt is om opnieuw te worden gebruikt. Om die reden zijn vuurpijlen uitgezonderd van het gebruik van een lanceerbuis zoals toegestaan onder de voorwaarden genoemd in het vierde lid van artikel 2.

Wijziging artikel 2, zevende en achtste lid

Met de invoeging van het zevende lid wordt bij de verkoop van vuurwerk aan consumenten tijdens de verkoopdagen waarbij een of meerdere vuurpijlen worden verkocht (al of niet in een samengesteld pakket), verplicht gesteld dat een lanceerstandaard voor vuurpijlen wordt meegeleverd. Aangezien een lanceerstandaard geschikt moet zijn voor meervoudig gebruik van verschillende type vuurpijlen, is het niet nodig om bij een transactie van meerdere vuurpijlen bij elke vuurpijl een aparte lanceerstandaard mee te leveren.

Uit het oogpunt van duurzaamheid en het voorkomen van onnodig afval na gebruik van de lanceerstandaard, geldt de verplichting van aanschaf van een lanceerstandaard niet indien de koper aantoont hier al over te beschikken.

Met het achtste lid wordt het gebruik van een lanceerstandaard door de consument verplicht gesteld bij het afsteken van een vuurpijl.

Artikel II

Om de maatregelen die moeten zorgen voor minder letsel door vuurpijlen dit jaar al te laten gelden, treedt de onderhavige wijzigingsregeling vóór de jaarwisseling van 2018/2019 in werking, op de dag nadat de regeling in de Staatscourant is gepubliceerd. De onderhavige regeling is niet twee maanden voor de inwerkingtreding gepubliceerd in de Staatscourant. Daarnaast is de regeling niet in werking getreden op een vast verandermoment. Vanwege het belang bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding van de regeling, is met gebruikmaking van de uitzonderingsmogelijkheden die Aanwijzing 4.17, vijfde lid, onder a (voorkomen van aanmerkelijke private en publieke nadelen), van de Aanwijzingen voor de regelgeving daarvoor biedt, afgeweken van het stelsel van vaste verandermomenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Veiligheidsrisico’s jaarwisseling, Den Haag: Onderzoeksraad voor Veiligheid 2017.

X Noot
2

RIVM, ‘Reflectie op rapport ‘Veiligheidsrisico’s jaarwisseling’ van de OVV’, 31 januari 2018.

X Noot
3

Tweede Kamer 2018–2019, 28 684, nr. 526.

X Noot
4

Richtlijn (EU) 2015/1535 van het Europees Parlement en de Raad van 9 september 2015 betreffende een informatieprocedure op het gebied van technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEU 2015, L 241).

Naar boven