28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 526 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2018

INLEIDING

Landelijke aanpak

In deze brief vindt u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, onze reactie op het rapport van de Onderzoeksraad Voor de Veiligheid (OVV) «Veiligheidsrisico’s jaarwisseling» en de daaruit voorvloeiende landelijke aanpak van de jaarwisselingsproblematiek, zoals toegezegd in de brief aan Uw Kamer van 18 december 20171.

De landelijke aanpak heeft betrekking op de maatregelen van de rijksoverheid en op de ondersteunende activiteiten van de VNG ten behoeve van de lokale aanpak van gemeenten. De reacties van de vier grootste Nederlandse gemeenten (G4) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) op de aanbevelingen van de OVV zijn bij de totstandkoming betrokken.

Het verwezenlijken van de doelstellingen van de OVV vraagt primair om een lokale aanpak, maar ook om een daaraan ondersteunende landelijke aanpak. Het rapport van de OVV noemt veel voorbeelden van lokale maatregelen. De inzet van deze maatregelen vraagt om lokaal maatwerk, op grond van lokale verantwoordelijkheden en met een lokale democratische controle. Gemeenten hebben in de afgelopen jaren hun aanpak steeds verder geprofessionaliseerd met een integrale aanpak en met regionale samenwerking.

De ambities en doelstellingen voor de landelijke en elke lokale aanpak gaan hand in hand. Daarmee volgt de landelijke aanpak de conclusie van de OVV dat de aanpak van de jaarwisselingsproblematiek de verantwoordelijkheid moet zijn van verschillende overheidslagen, samenhangend en meerjarig.

Jaarwisselingsproblematiek

De jaarwisseling is een feest dat ook in Nederland volop wordt gevierd. Helaas is aan de jaarwisseling ook een jaarwisselingsproblematiek verbonden die hardnekkig is. Elk jaar vraagt de jaarwisseling op heel veel plaatsen in Nederland om grootschalige inzet van politie en hulpdiensten.

Er is sprake van letsel als gevolg van vuurwerk, veel schade in de publieke ruimte en burgers ervaren overlast en onveiligheid. De hardnekkigheid van de jaarwisselingsproblematiek zorgt voor een voortdurend maatschappelijk en politiek debat over de wijze waarop dit feest wordt gevierd. De maatschappelijke discussie over de jaarwisseling toont enerzijds een nadrukkelijke wens om het nieuwe jaar uitbundig, met veel vuurwerk, in te luiden en anderzijds de wens om overlast en onveiligheid weg te nemen.

De problematiek van de jaarwisseling is allesbehalve eenvormig. Nederland kent gemeenten die tijdens de jaarwisseling geen enkel probleem ondervinden. En in gemeenten die wél problemen kennen, verschillen de problemen in zowel aard als omvang. Er is dus geen sprake van dé jaarwisselingsproblematiek: deze ziet er overal in Nederland anders uit.

Hinderen hulpverleners

Wat overal wel hetzelfde is, is de inzet van politie en hulpverleners. Zij zetten zich ook tijdens de jaarwisseling 100% in om mensen in nood te helpen en redden daarbij levens. Het is dan ook ongehoord, als zij hierbij worden gehinderd. In het strafvorderingsbeleid van het OM werkt agressie of geweld tegen werknemers met een publieke taak reeds flink strafverzwarend. In aanvulling hierop wordt nu een aparte strafbaarstelling voorbereid van het hinderen van hulpverleners, om ervoor te zorgen dat hulpverleners niet worden lastiggevallen tijdens het belangrijke werk dat zij onder vaak moeilijke omstandigheden moeten verrichten.

Rapport OVV

De jaarwisselingsproblematiek is voor de G4 reden geweest om op 23 februari 2017 de OVV te vragen om een onderzoek. Op 1 december 2017 presenteerde de OVV het resultaat van dit onderzoek: het rapport «Veiligheidsrisico’s jaarwisseling». Hierin doet de OVV zeven aanbevelingen:

  • 1. Verbied vuurwerk dat in de praktijk de grootste inbreuk maakt op de veiligheid doordat het zorgt voor letsel (vuurpijlen) en overlast (knalvuurwerk).

  • 2. Zorg voor meer inzicht in de relatie tussen het type vuurwerk en de omvang en ernst van het letsel en neem indien noodzakelijk nadere maatregelen.

  • 3. Verplicht verkopers van consumentenvuurwerk tot gratis verstrekking van vuurwerkbrillen en aansteeklonten en tot het geven van voorlichting over veilig gebruik van de verkochte vuurwerkartikelen.

  • 4. Versterk de opsporing en vervolging van de handel in illegaal vuurwerk. Denk daarbij aan extra personele capaciteit, een betere informatiepositie en intensievere samenwerking op nationaal en internationaal niveau.

  • 5. Bevorder op Europees niveau een verdere beperking van vuurwerkrisico’s door aanscherping van de Pyrorichtlijn. Denk daarbij in het bijzonder aan een verbod op de productie van zwaar professioneel knalvuurwerk waar geen legale markt voor is.

  • 6. Evalueer maatregelen voor de jaarwisseling op effectiviteit. Zorg ervoor dat gemeenten van elkaar leren door beter gebruik te maken van elkaars ervaringen en goede voorbeelden.

  • 7. Benader oud en nieuw als een evenement. Neem als gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid de regie om te zorgen dat de jaarwisseling een sterker georganiseerd karakter krijgt. Verbind voorwaarden aan evenementen en andere activiteiten. Stimuleer en ondersteun burgers bij het organiseren van activiteiten voor een veilige viering van de jaarwisseling.

Deze aanbevelingen moeten leiden tot een substantiële reductie van het aantal vuurwerkslachtoffers en verstoringen van de openbare orde en zijn gericht op:

  • het beperken van de gevaren die uitgaan van consumentenvuurwerk;

  • het bestrijden van illegaal vuurwerk; en

  • het terugdringen van verstoring van de openbare orde.

Zoals aangegeven in de brief van 18 december 20172, onderschrijven wij de noodzaak die de OVV schetst om zowel op de terreinen van veiligheid en letsel stappen te ondernemen. Hieronder schetsen wij in de landelijke aanpak welke maatregelen we treffen in reactie op de aan ons gerichte aanbevelingen van de OVV, hoe we streven naar minder letsel, hoe we de handel in illegaal vuurwerk tegengaan, hoe we omgaan met bescherming van politie en hulpverleners en hoe we tot slot de monitoring van de ingezette maatregelen vormgeven.

Maatregelen OVV aanbevelingen

OVV aanbeveling 1

«Verbied vuurwerk dat in de praktijk de grootste inbreuk maakt op de veiligheid en zorgt voor letsel (vuurpijlen) en overlast (knalvuurwerk)».

Maatregel

De OVV wil met een dergelijk verbod bijdragen aan het verminderen van letsel door vuurpijlen en overlast door knalvuurwerk. Wij hebben deze aanbeveling zeer uitdrukkelijk en zorgvuldig afgewogen op argumenten pro en contra. Aan de ene kant hebben wij ons daarbij rekenschap gegeven van het standpunt van onder meer de politie en een substantieel aantal burgemeesters, die deze aanbeveling van de OVV ten volle ondersteunen. Aan de andere kant zien wij ook dat grote delen van de bevolking willen vasthouden aan het afsteken van vuurpijlen en knalvuurwerk. Wij constateren dat het maatschappelijk debat volop gaande is, maar dat hieruit nog geen eensluidende vraag aan de overheid voortvloeit. Zeker in deze context ligt een vergaande maatregel als een verbod naar onze mening pas in de rede als andere maatregelen niet werken.

Ten aanzien van het legale knalvuurwerk is de oorzaak van gevaarzetting en van overlast voor een belangrijk deel te wijten aan ongepast of zelfs onveilig gedrag, bijvoorbeeld omdat met knalvuurwerk wordt gegooid naar omstanders. Daarom zullen wij nog nadrukkelijker inzetten op gedragsverandering via voorlichting. Mocht dit niet tot het gewenste resultaat leiden, dan sluiten we een verbod niet uit.

Onderzoek door Veiligheid NL3 toont aan dat vuurpijlen afgelopen jaarwisseling veel letsel veroorzaakten: 16% van de ongevallen was te wijten aan vuurpijlen en betrof vooral omstanders. De oorzaak is hierbij vaak dat de vuurpijl niet recht omhoog ging, omviel of daardoor te vroeg ontplofte. De OVV adviseert daarom een verbod op het gebruik van vuurpijlen door consumenten. Een vergaande maatregel als een verbod ligt echter pas in de rede als andere maatregelen niet werken. Het RIVM4 geeft in haar advies aan dat dit letsel en de oorzaak daarvan voorkomen kan worden. Om de veiligheid rond het gebruik van vuurpijlen te verbeteren, mogen vanaf komende jaarwisseling 2018/2019 vuurpijlen alleen aan consumenten verkocht worden, indien deze voorzien zijn van een stabilisatiemechanisme5 voor het afsteken. Deze maatregel moet er dit jaar voor zorgen dat het afsteken van vuurpijlen veiliger wordt – en zo minder letsel veroorzaakt. Begin volgend jaar zal deze maatregel worden geëvalueerd aan de hand van de letselcijfers en bekeken worden of aanvullende maatregelen met betrekking tot vuurpijlen nodig zijn. Dat laat onverlet dat er ook een verantwoordelijkheid bij de samenleving ligt om veilig met vuurwerk om te gaan. Regelgeving voor een verbod op vuurwerk kan in die periode worden voorbereid.

OVV aanbeveling 2

«Zorg voor meer inzicht in de relatie tussen type vuurwerk en de omvang en ernst van het letsel».

Maatregel

Naar het effect van de maatregelen om het aantal letselgevallen verder te reduceren, blijven we uitvoerig onderzoek verrichten. In bijgevoegd rapport van Veiligheid NL is weergegeven welke vuurwerkartikelen aandacht vergen. Zo blijkt nog veel legaal vuurwerk oorzaak van letsel omdat het onveilig is in gebruik. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) zal het vuurwerk hier intensief en nog gerichter op testen. Zo krijgen we – conform de wens van de OVV – door onderzoek en testen meer inzicht in de relatie tussen het type vuurwerk en de omvang en ernst van het letsel. Dit maakt nadere maatregelen op basis van type vuurwerk en letsel mogelijk, waarbij we een verbod van bepaalde typen vuurwerk niet uitsluiten. Deze maatregelen zijn nadrukkelijk een eerste stap naar veiliger vuurwerk.

Naast het doen van onderzoek naar type vuurwerk en letsel, is ook essentieel voor het voorkomen van letsel, dat vuurwerk veilig is. De overheid bepaalt de veiligheidseisen waaraan vuurwerk moet voldoen. De branche is er verantwoordelijk voor dat het consumentenvuurwerk, dat zij op de markt brengen voldoet aan de Nederlandse en Europese eisen. De ILT ziet hierop toe door jaarlijks vuurwerk met een verhoogd risico te testen op veiligheid in gebruik. Het percentage afgekeurd vuurwerk (circa 25%) is opeenvolgende jaren veel te hoog en toont aan dat er nog veel onveilig vuurwerk in de handel wordt gebracht. In het kader van het veranderprogramma van de ILT («Koers ILT 2021») schakelt de ILT steeds meer over op een risico- en informatiegestuurde benadering. Hierbij zal de ILT gebruik maken van de verzamelde data over afgekeurd vuurwerk, zodat de toezichtdruk vooral gevoeld zal worden door bedrijven die onveilig vuurwerk in de handel brengen. In het Meerjarenplan weegt de ILT af hoe zij haar schaarse capaciteit zo effectief mogelijk inzet. Ook de inzet van de ILT op vuurwerk wordt voortdurend in deze afweging betrokken. De ILT zal in haar jaarverslag inzicht geven in de resultaten van het toezicht op vuurwerk.

OVV aanbeveling 3

«Verplicht verkopers van vuurwerk tot het gratis verstrekken van vuurwerkbrillen, aansteeklonten en tot het geven van voorlichting over veilig gebruik van de verkochte vuurwerkartikelen».

Maatregel

We gaan de verkopers van consumentenvuurwerk verplichten aan de consumenten gratis of om niet vuurwerkbrillen en aansteeklonten te verstrekken bij de aankoop van vuurwerk. Vanwege de doorlooptijd voor het zorgvuldig aanpassen van het Besluit houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) hiervoor, geldt deze verplichting vanaf de jaarwisseling 2019/2020. Het personeel van vuurwerkwinkels moet in staat zijn klanten optimale voorlichting te geven over de risico’s en het veilig afsteken van vuurwerk. Daartoe gaan we onderzoeken in hoeverre we verkooppersoneel in de vuurwerkwinkels kunnen verplichten over de benodigde vakdeskundigheid te beschikken.

OVV aanbeveling 4

«Versterk de opsporing en vervolging van de handel in illegaal vuurwerk. Denk daarbij aan extra personele capaciteit, een betere informatiepositie en intensievere samenwerking op nationaal en internationaal niveau».

Maatregelen

De roep om de opsporing van illegaal vuurwerk te intensiveren is wijdverbreid. Terecht, gezien het gevaar dat uitgaat van illegaal, zwaar vuurwerk. Ook afgelopen jaar laat de inzet van politie en andere opsporingsdiensten goede resultaten zien, bijvoorbeeld met betrekking tot het in beslag nemen van illegaal vuurwerk. De inzet daarop van politie en andere opsporingsinstanties blijft een verantwoordelijkheid van het openbaar ministerie (OM). In het reguliere overleg met politie, OM en regioburgemeesters wordt gesproken over mogelijkheden om de opsporing te verbeteren. De opsporingscapaciteit is begrensd, maar ook organisatorische maatregelen kunnen hieraan bijdragen. Daarbij monitort de Strategische Milieukamer van het OM de resultaten van de interventies op het gebied van opsporing en toezicht. Met de volgende maatregelen6 willen wij de bestrijding van de handel in illegaal vuurwerk verbeteren:

  • Controle bij postpakketbedrijven

    Bovenop haar wettelijke toezichtstaak ondersteunt de ILT postpakketbedrijven om pakketten met illegaal vuurwerk te leren herkennen. Behalve de ILT voeren ook andere inspecties (zoals de Inspectie SZW) en het «Postpakket Interventie Team» van de politie, controles uit bij postpakketbedrijven. Door samen te werken kan de invoer van illegaal vuurwerk via postpakketten effectiever worden aangepakt en de pakkans worden vergroot. Ook zal de ILT met meer postpakketbedrijven afspraken maken over effectieve gegevensuitwisseling.

  • Verstoring aankoop illegaal vuurwerk door de politie

    In 2017 heeft de politie geëxperimenteerd met het «project oorworm». Dit project toont aan dat verstoring van de aankoop van illegaal vuurwerk via internet niet alleen de beschikbaarheid van illegaal vuurwerk tegengaat. Het draagt er ook toe bij dat de – veelal jonge – kopers en hun ouders zich beter bewust worden van het gevaar van illegaal vuurwerk. Continuering van deze acties door de politie staat daarom voorop.

  • Bundeling kennis en expertise

    Door de al beschikbare kennis met betrekking tot herkomst van vuurwerk, de informatie uit verstoring van aankoop van illegaal vuurwerk via internet en informatie uit het reguliere politie- en recherchewerk te bundelen ontstaat meer inzicht in de criminele activiteiten rond illegaal vuurwerk.

  • Samenwerking met andere opsporingsdiensten en inspecties

    Door gecoördineerde handhavingsacties van opsporingsdiensten en inspecties (Fiscale Inlichting- en Opsporingsdienst (FIOD), ILT-Inlichtingen- en Opsporingsdienst (IOD), Inspectie SZW en Douane) kan de opsporing worden geïntensiveerd.

  • Samenwerking met buurlanden en «exportlanden» van illegaal vuurwerk

    Op basis van een inventarisatie van knelpunten in de rechtspraktijk van de strafrechtelijke samenwerking met de belangrijkste «exportlanden» zal een aanpak voor verbetering van de samenwerking worden opgesteld.

Verwerking in beslag genomen vuurwerk

Op landelijk niveau wordt nu gewerkt aan een structurele oplossing voor de opslag en verwerking van in beslag genomen vuurwerk. Daarbij gaat het voornamelijk om de gevaarzetting van zwaar illegaal vuurwerk bij transport en in opslag. Vorig jaar hebben politie en partners een aantal proeven uitgevoerd met intensivering van de directe afvoer van in beslag genomen vuurwerk. Politie en partners zijn nu op landelijk niveau bezig te komen tot een structurele oplossing. De ervaringen van het afgelopen vuurwerkseizoen worden hierin meegenomen. Uw kamer zal hierover nader worden geïnformeerd, conform de eerdere toezegging in de brief van de Minister van Justitie en Veiligheid van 24 november jl. en de vraag van de vaste Commissie voor Justitie en Veiligheid van 24 januari jl.

Kostenverhaal in beslag genomen vuurwerk

Het bezit van vaak grote hoeveelheden zwaar illegaal vuurwerk zorgt voor gevaarlijke situaties: voor de buurtbewoners en voor de politie die dit aantreft. Afvoeren voor vernietiging is bepaald niet zonder risico en bovendien duur. In datzelfde kader onderzoeken we nu of de kosten hiervoor kunnen worden verhaald op de bezitter. Ook deze maatregel reikt verder dan de periode rond de jaarwisseling.

OVV aanbeveling 5

«Bevorder op Europees niveau een verdere beperking van vuurwerkrisico’s door aanscherping van de Pyrorichtlijn. Denk daarbij in het bijzonder aan een verbod op de productie van zwaar professioneel knalvuurwerk waar geen legale markt voor is».

Maatregel

De OVV wijst terecht op tekortkomingen in het Europese systeem van handhaving en controle op de veiligheid van consumentenvuurwerk en het verband tussen de legale en illegale handel binnen de Europese Unie (EU). Nederland heeft, zoals de OVV aangeeft, verschillende initiatieven ontplooid om – samen met de Europese Commissie (EC) – stappen voor te bereiden die moeten leiden tot aanpassing van de Europese regelgeving en het systeem van handhaving7. Zoals de OVV ook constateert, krijgt Nederland als «vragende partij» nog onvoldoende steun van andere lidstaten. Ondanks alle Nederlandse inspanningen en gehoor bij de EC, moeten we realistisch zijn: om in EU-verband draagvlak te krijgen voor de Nederlandse voorstellen rond aanscherping van de Pyrorichtlijn is nu eenmaal veel tijd nodig. Dit weerhoudt de Nederlandse vertegenwoordigers in de EU-gremia er echter niet van om onverminderd te streven naar dit draagvlak, dat moet leiden tot nieuwe EU-maatregelen. Zo zal de EC op aandringen van Nederland dit jaar een onderzoek starten naar de illegale handel in zwaar knalvuurwerk binnen de EU. De resultaten van dit onderzoek dienen voor de EC als input voor een toekomstige herziening van de Pyrorichtlijn op de doeltreffendheid van veiligheidsrisico’s die voortvloeien uit bepaalde producten.

Ook binnen de bestaande EU-regelgeving nemen wij stappen om tot verbetering te komen. In het kader van het veranderprogramma van de ILT («Koers ILT 2021») schakelt de ILT steeds meer over op een risico- en informatiegestuurde benadering. De ILT wil daarbij steeds meer inzetten op kennisdeling. Om de werking van de zogeheten «CE-markering» ook binnen de bestaande regelgeving te verbeteren, zal de ILT de informatie over afgekeurd vuurwerk beschikbaar stellen aan relevante partners en delen met de EC. De EC kan hiermee de lidstaat verzoeken om toezicht te houden op de werking van de keuringsinstantie die daar is gevestigd. De informatie zal ook worden gedeeld met de Europese markttoezichthouders verenigd binnen de «Administrative Cooperation Group Pyrotechnic Articles». Tot slot zal de ILT de informatie over afgekeurd vuurwerk benutten in de contacten met China. Vorig jaar zijn hierover met China afspraken gemaakt vooruitlopend op een nieuw af te sluiten «Memorandum of Understanding» later dit jaar. Op die manier probeert de ILT, bovenop haar wettelijke toezichtstaak, ook bij de bron invloed uit te oefenen.

OVV aanbevelingen 6 en 7

«Evalueer maatregelen voor de jaarwisseling op effectiviteit. Zorg ervoor dat gemeenten van elkaar leren door beter gebruik te maken van elkaars ervaringen en goede voorbeelden».

«Benader oud en nieuw als een evenement. Neem als gemeente in het belang van de openbare orde en veiligheid de regie om te zorgen dat de jaarwisseling een sterker georganiseerd karakter krijgt. Verbind voorwaarden aan evenementen».

Maatregelen

Zoals al in de inleiding gesteld, is handhaving van de openbare orde in gemeenten een kwestie van maatwerk en een lokale verantwoordelijkheid. De OVV heeft om die reden de burgemeesters ingevolge artikel 73 van de Rijkswet OVV gevraagd hun reactie op deze aanbevelingen kenbaar te maken aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Uit de reacties van burgemeesters blijkt dat genomen maatregelen voor de jaarwisseling reeds nadrukkelijk worden geëvalueerd. Politie, brandweer en andere gemeenten worden betrokken bij de evaluatie van genomen maatregelen. De uitkomsten van de evaluaties worden steeds gebruikt bij de voorbereiding van de daaropvolgende jaarwisseling.

De VNG agendeert samenwerking tussen gemeenten in de aanpak van de jaarwisselingsproblematiek in de eigen commissies en in de bijeenkomsten voor bestuurders en ambtenaren op het gebied van veiligheid. Ter ondersteuning van de samenwerking tussen gemeenten gebruikt de VNG de beschikbare platforms voor het intensiveren van uitwisseling van kennis en ervaring (goede voorbeelden). Daarbij bundelt de VNG de krachten met onder andere het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV).

Op de suggestie om de jaarwisseling als een evenement te benaderen reageerden de burgemeesters verschillend, waarbij de aard en omvang van gemeenten een rol lijkt te spelen. Burgemeesters van meerkernige gemeenten, weinig activiteiten en geringe problemen met de jaarwisseling geven aan het minder opportuun te vinden de jaarwisseling als een evenement te benaderen. Andere burgemeesters gaven daarentegen aan zich te beraden op vuurwerkvrije zones en professionele vuurwerkshows. In aanvulling daarop is ook aangegeven dat lokale initiatieven die bijdragen aan een sterker georganiseerd karakter van de jaarwisseling kunnen rekenen op bestuurlijk en ambtelijk commitment.

MAATREGELEN OVERIG

Verruiming bevoegdheden gemeenten

De OVV constateert dat de aard en omvang van de jaarwisselingsproblematiek per gemeente verschilt en dat maatwerk in de aanpak essentieel is voor het lokaal beheersen van een veilig gebruik van vuurwerk en het voorkomen van verstoringen van de openbare orde en overlast. Wij zijn in gesprek met de VNG om de mogelijkheden te verkennen om op lokaal niveau het afsteken van vuurwerk verder te reguleren.

Beïnvloeding jeugd

De afgelopen drie jaar zijn er vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat diverse campagnes gevoerd om de consument bewust te maken van de risico’s van het afsteken van vuurwerk en het voorkomen van letsel. Deze campagnes zijn zowel landelijk gevoerd als lokaal op basisscholen. De groep met het meeste letsel door vuurwerk zijn jongeren tussen de 10 en 19 jaar, die ook het meest ongepast gedrag vertonen met legaal en illegaal vuurwerk. Deze groep jongeren laat zich niet «vangen» door een belerende voorlichtingscampagne over de risico’s van vuurwerk, zoals in het verleden met de campagne «Je bent een rund als je met vuurwerk stunt». Er komt een breed onderzoek naar de vraag hoe deze groep wèl kan worden beïnvloed, bijvoorbeeld via social media. In een gezamenlijke campagne zullen wij ook komende jaren blijvend aandacht vragen voor een veilig en verantwoord afsteken van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling waarin geen plek is voor ongepast gedrag.

Handhaving

Veel maatregelen uit de landelijke aanpak vergen lokale handhavingsinspanningen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de afsteektijden voor vuurwerk en de verkoop van (legaal) vuurwerk. En het geldt evenzeer voor het handhaven van de openbare orde door de politie. De capaciteit die hiermee is gemoeid en de problemen die in de handhaving spelen, verschillen per gemeente. Het zijn lokale factoren die de effectiviteit van de handhavingsinspanningen bepalen. Gemeenten beschikken immers niet over onbeperkte middelen met betrekking tot bijvoorbeeld handhaving, politie-inzet, aanpak van individuele burgers of gelegenheid tot het organiseren van evenementen. De inzet op de lokale handhaving wordt bepaald in het lokale driehoeksoverleg.

Handhaving kent ook een grensoverschrijdend aspect: daar waar voorschriften met betrekking tot vuurwerk per land verschillen, zal dit leiden tot verplaatsing van de problematiek. Door de verschillen in regelgeving tussen Nederland en zijn buurlanden, wordt traditioneel veel vuurwerk (dat in Nederland is verboden) over de grens gekocht. Daarom zetten we bijvoorbeeld in Benelux verband in op harmonisatie van vuurwerkregelgeving.

MONITORING

De landelijke aanpak laat samenhang zien en heeft tijd nodig om de maatregelen te realiseren en doelstellingen te behalen. Dat vraagt voortdurend om een «vinger aan de pols» en een «vinger in de pap». Dat is duidelijk bij de aanpak van illegaal vuurwerk, dat immers het hele jaar door in het buitenland te bestellen is. En dat is duidelijk bij gemeenten die immers het hele jaar door investeren in de aanpak van personen en locaties om criminaliteit, verstoringen van de openbare orde en andere problemen tijdens de jaarwisseling te voorkomen. Juist deze voortdurende aandacht werpt ook tijdens de jaarwisseling zijn vruchten af.

In deze combinatie van factoren is een structuur behulpzaam om de monitoring en afstemming te laten plaatsvinden. Die structuur vinden we in het al bestaande Strategisch Beraad Veiligheid (SBV), waaraan de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het College van Procureurs-Generaal van het OM en de voorzitter van de VNG en verschillende burgemeesters deelnemen. Dit houdt in dat we een passende voorziening treffen om ook de betrokkenheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en van de korpsleiding van de politie bij het SBV te verzekeren. Het SBV komt ongeveer vier keer per jaar bijeen, zodat de inzet in de landelijke aanpak op verschillende momenten in het jaar besproken kan worden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 28 684, nr. 514.

X Noot
2

Kamerstuk 28 684, nr. 514.

X Noot
3

Veiligheid NL, Type vuurwerk en letsel: vuurwerkongevallen 2017–2018, rapport 714, maart 2018, bijgevoegd. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

RIVM, «Reflectie op rapport «Veiligheidsrisico’s jaarwisseling» van de OVV», 31 januari 2018

X Noot
5

Conform NEN EN 15947

X Noot
6

Met deze brief hebben wij ook voldaan aan het gevraagde in de motie Van Veen / Marcouch van 2 november 2016, waarin de regering wordt verzocht om de opsporing van illegaal vuurwerk afkomstig uit het buitenland te intensiveren, postorderbedrijven te ondersteunen en meer mogelijkheden te bieden om actie te ondernemen tegen illegale vuurwerkpakketten en de bezorging ervan.

X Noot
7

Zie hiervoor laatstelijk onze brief van 19 juni 2017, Kamerstuk 28 684, nr. 504

Naar boven