Verordening doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht aan de leden van de KBvG

De Ledenraad van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders

Overwegende dat de KBvG tot taak heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door de leden van de KBvG en van hun vakbekwaamheid;

Overwegende dat met de invoering van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen (Stb. 2016, 500) de kosten die samenhangen met de uitoefening van het bij of krachtens de Gerechtsdeurwaarderswet geregelde toezicht en tuchtrechtspaak die ten laste komen van de Staat, door de KBvG worden vergoed aan de Staat (artikel 78 lid 1 Gerechtsdeurwaarderswet);

Overwegende dat de KBvG met de invoering van de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen (Stb. 2016, 500) bij verordening regels kan stellen over de doorberekening van de kosten die de KBvG maakt in verband met de uitoefening van toezicht en tuchtrechtspraak aan haar leden (artikel 78 lid 2 Gerechtsdeurwaarderswet);

Gezien het ontwerp van het bestuur en de bijbehorende toelichting

Gehoord het advies van de Algemene Ledenvergadering van de KBvG

Stelt de navolgende verordening vast:

Artikel 1

Bestuur:

het bestuur van de KBvG in de zin van artikel 58 Gerechtsdeurwaarderswet;

Gerechtsdeurwaarder:

gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 1, onder c, van de Gerechtsdeurwaarderswet of waarnemend gerechtsdeurwaarder in de zin van artikel 23 van de Gerechtsdeurwaarderswet;

KBvG:

de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders als bedoeld in artikel 56 Gerechtsdeurwaarderswet;

Ledenraad:

de ledenraad van de KBvG in de zin van artikel 58 Gerechtsdeurwaarderswet;

Opdrachtgever:

de partij die de opdracht tot het verrichten van een ambtshandeling verstrekt aan de gerechtsdeurwaarder;

Repertorium:

het repertorium van de gerechtsdeurwaarder als bedoeld in artikel 17 lid 4 Gerechtsdeurwaarderswet.

Artikel 2

Ieder lid van de KBvG maakt melding aan de KBvG van ieder exploot dat hij of zij registreert in zijn of haar repertorium.

Artikel 3

Ieder lid van de KBvG is gehouden tot het betalen aan de KBvG van de hem of haar door de KBvG in rekening gebrachte heffing per registratie van zijn of haar exploot in het repertorium.

Artikel 4

Het bestuur van de KBvG stelt jaarlijks het bedrag vast van de heffing per registratie van een exploot in het repertorium.

Artikel 5

Het bestuur van de KBvG stelt nadere regels over de wijze waarop de melding aan de KBvG wordt gedaan en de heffing per registratie van een exploot in het repertorium, wordt vastgesteld.

Artikel 6

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht aan de leden van de KBvG.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na die van de dag van de bekendmaking door plaatsing in de Staatscourant.

TOELICHTING

In december 2016 werd de Wet doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen in het Staatsblad gepubliceerd1. De wet treedt waarschijnlijk per 1 januari 2018 in werking.

Door deze wet wordt artikel 78 van de Gerechtsdeurwaarderswet2 aangepast. De gewijzigde tekst luidt:

Artikel 78

  • 1. De KBvG draagt alle kosten die uit de uitvoering van de haar door deze wet opgedragen taken voortvloeien. Ter dekking van deze kosten kan zij van de leden jaarlijks bijdragen heffen. De algemene ledenvergadering stelt, op voorstel van het bestuur, de hoogte van de bijdragen voor het boekjaar vast. Het bedrag daarvan kan voor verschillende categorieën van leden verschillend zijn.

    De kosten die samenhangen met de uitoefening van het bij of krachtens deze wet geregelde toezicht en de tuchtrechtspaak die ten laste komen van de Staat worden door de KBvG vergoed aan de Staat. De KBvG vergoedt eveneens de kosten die samenhangen met de uitoefening van de bij of krachtens deze wet geregelde tuchtrechtspraak en ten laste komen van de Staat.

  • 2. Bij verordening kunnen regels worden gesteld over de doorberekening van de kosten die de KBvG maakt in verband met de uitoefening van toezicht en tuchtrechtspraak aan haar leden.

Het wetsvoorstel doorberekening kosten toezicht en tuchtrecht juridische beroepen en de aanhangende kamerstukken, zoals de Memorie van toelichting3 en de Nadere memorie van antwoord4, lichten toe wat de reden is van het doorberekenen van de kosten van toezicht en tuchtrecht aan onder meer de gerechtsdeurwaarders.

Uit deze kamerstukken blijkt dat de doorberekening van de kosten van het toezicht en tuchtrecht aan de juridische beroepen plaats vindt omdat beide primair in het belang zijn van de beroepsgroepen van advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen, omdat zij bijdragen aan de kwaliteit en integriteit van deze beroepsgroepen en het vertrouwen in deze beroepen. Toezicht en tuchtrecht ondersteunen hun bijzondere wettelijke positie. Toezicht en tuchtrecht zorgen er voor dat beroepsnormen worden gehandhaafd, wat in positieve zin bijdraagt aan de kwaliteit en integriteit en daarmee het goede functioneren van de beroepsgroepen.

De regering is voorts van oordeel dat de extra lasten als gevolg van de invoering van dit wetsvoorstel voor de beroepsgroepen te dragen zijn. Het is aan de beroepsgroepen zelf om te bepalen op welke wijze zij de lasten op een redelijke wijze over de beroepsgenoten te verdelen, waarbij bovendien geldt dat de lasten desgewenst kunnen worden doorberekend aan de opdrachtgevers.

Deze verordening regelt derhalve de doorberekening van de kosten door de KBvG aan haar leden. Die doorberekening geschiedt door het in rekening brengen van een bedrag per exploot dat een lid van de KBvG in zijn of haar repertorium registreert.

De leden worden met deze verordening verplicht de heffing voor iedere registratie te betalen aan de KBvG.

Naar boven