TOELICHTING
Algemeen
Doel en aanleiding
Deze subsidieregeling heeft tot doel leveranciers van persoonlijke gezondheidsomgevingen
(PGO’s) beter in staat te stellen te voldoen aan de eisen van het MedMij afsprakenstelsel
en het inbouwen van vier door de Stichting MedMij vastgestelde informatiestandaarden.
Het geven van regie over gezondheid aan mensen is een beleidsdoel van het kabinet
en een prioriteit in het veld. Méér grip op de gezondheidsgegevens is een middel op
weg naar een gezonder Nederland. Uit onderzoek van onder andere Patiëntenfederatie
Nederland blijkt dat mensen inzage willen in hun gezondheidsgegevens en dat dit kan
bijdragen aan meer regie over de eigen gezondheid. De digitale plek van waaruit mensen
kunnen beschikken over hun gezondheidsgegevens noemen we een persoonlijke gezondheidsomgeving
(PGO). Een persoonlijke gezondheidsomgeving stelt een zorggebruiker in staat om al
zijn relevante gezondheidsgegevens, die verspreid staan opgeslagen bij zorgaanbieders,
overzichtelijk en veilig te beheren, aan te vullen met eigen metingen en te delen
met wie de zorggebruiker dat wil.
Regie hebben vereist dat je in één digitale omgeving de relevante gezondheidsinformatie
kan verzamelen, beheren en delen. Hiertoe is, in opdracht van het Informatieberaad
Zorg, en onder leiding van de Patiëntenfederatie Nederland, het programma MedMij gestart.
Het programma heeft tot doel de opkomst van persoonlijke gezondheidsomgevingen te
bevorderen door barrières weg te nemen bij personen, zorgaanbieders en softwareleveranciers.
MedMij creëert een afsprakenstelsel waaraan dienstverlenende partijen kunnen toetreden.
Deze partijen (deelnemers) moeten zich aantoonbaar conformeren aan afspraken die zorgen
voor interoperabiliteit en vertrouwen. Door middel van het MedMij Afsprakenstelsel
wordt geborgd dat alle zorggebruikers die een PGO willen gebruiken erop kunnen vertrouwen
dat hun medische en gezondheidsgegevens veilig en vertrouwd worden uitgewisseld.
De baten van een persoonlijke gezondheidsomgeving zijn uit te drukken in ‘zachte’
effecten zoals tijdswinst, gemak, overzicht en rust voor burgers. Maar er is ook onderzoek
gedaan naar de ‘harde’ financieel-economische baten. Dit onderzoek door Gupta laat
zien dat de structurele baten van landelijk gebruik (6 miljoen gebruikers) van PGO’s
potentieel oplopen tot 4,6 mld. euro op jaarbasis, waarvan 2,4 mld. euro gerelateerd
is aan hogere arbeidsproductiviteit, minder ziekteverzuim en uitkeringen (instroom
WIA) als gevolg van betere gezondheid.
Doelstelling
Financiering van producten waar burgers gezondheidsinformatie kunnen inzien en delen
is in de huidige situatie gekoppeld aan individuele zorgaanbieders. Hierdoor is geen
compleet overzicht van gezondheidsgegevens beschikbaar en krijgen mensen slechts de
beschikking over deelverzamelingen. De verwachte maatschappelijke waarde van regie
over eigen gezondheid wordt hierdoor niet bereikt.
Het doel van deze subsidieregeling is het creëren van keuzevrijheid voor zorggebruikers
tussen meerdere veilige en betrouwbare PGO’s conform het MedMij afsprakenstelsel waarin
bovendien ten minste vier belangrijke gegevensbronnen middels informatiestandaarden
kunnen worden verzameld, uitgewisseld en gedeeld. Met de komst van meerdere PGO-leveranciers
die voldoen aan de eisen en waarborgen van MedMij ontstaat verscheidenheid in aanbod
en innovatie.
De beoogde subsidieontvangers zijn PGO-leveranciers die willen voldoen aan het MedMij
afsprakenstelsel en de aanvullende eisen omtrent informatiestandaarden.
De subsidieregeling maakt het mogelijk om subsidie te verstrekken in de vorm van een
compensatie voor de investering om te voldoen aan het MedMij afsprakenstelsel en het
implementeren van informatiestandaarden omtrent gegevens van huisartsen, ziekenhuis,
medicatiegegevens en zelfmeetgegevens.
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS (verder
te noemen: de Kaderregeling). Een aantal artikelen van de Kaderregeling is uitgezonderd.
Daarvoor zijn in de onderhavige regeling vervangende bepalingen op genomen. Het gaat
dan onder andere om de gegevens die in afwijking van de Kaderregeling aangeleverd
dienen te worden bij de aanvraag tot subsidieverlening en subsidievaststelling.
Tot en met 2019 is er eenmalig een bedrag van € 4.000.000,– beschikbaar.
Relatie met Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional
(VIPP)
In de zorg bestaan verschillende initiatieven rondom de verbetering van informatie-uitwisseling.
Het Versnellingsprogramma informatie-uitwisseling patiënt en professional (VIPP) zorgt
middels subsidies ervoor dat zorgaanbieders standaarden implementeren voor informatie-uitwisseling
met patiënten.
VIPP en de onderhavige regeling liggen in elkaars verlengde. Waar VIPP zich richt
op standaardisatie en daadwerkelijke beschikbaarstelling van gegevens aan de kant
van de zorgaanbieders, zorgt de onderhavige regeling ervoor dat er wordt geïnvesteerd
in de ontwikkeling van PGO’s die door personen (patiënten) gebruikt worden om gegevens
met zorgaanbieders uit te wisselen.
Door te stimuleren dat zorgaanbieder en PGO-leverancier dezelfde standaarden gebruiken
kan informatie makkelijker tussen zorginstellingen en de PGO’s van zorggebruikers
worden uitgewisseld.
Staatssteun
Er is sprake van staatssteun als aan de vijf cumulatieve criteria van artikel 107,
eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is voldaan.
Voor wat betreft de subsidies op grond van deze regeling kan niet worden uitgesloten
dat aan al deze vijf criteria wordt voldaan.
Toch is er op grond van deze regeling geen sprake van staatssteun omdat de subsidie
alleen wordt verleend wanneer aan de voorwaarden van Verordening (EU) van de Europese
Commissie met nr. 1407/2013 van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de
artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op
de-minimissteun (de de-minimisverordening) wordt voldaan. Doordat de subsidie om een
beperkt bedrag gaat (eenmalig maximaal € 160.000) kan de subsidie het handelsverkeer
tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloeden en de mededinging niet vervalsen of
dreigen te vervalsen.
Gevolgen voor de regeldruk
Het Informatieberaad Zorg speelt een belangrijke rol in de verlaging van administratieve
lasten door zich primair te richten op het afspreken van bovensectorale informatiestandaarden
en voorzieningen ten behoeve van de interoperabiliteit, het eenduidig vastleggen en
delen van informatie. In het Informatieberaad wordt ten behoeve van de doelstellingen
op digitale zorg gewerkt aan vier concrete outcome-doelen: veilige medicatieoverdracht,
patiëntregie op eigen gegevens, warme overdracht op basis van goede informatie-overdracht
en registratie aan de bron. Zeker registratie aan de bron in het zorgproces en hergebruik
van geregistreerde gegevens in de overdracht dragen bij aan administratieve lusten
in plaats van lasten en aan vermindering van de regeldruk (Actieplan (Ont)Regel de
zorg, Kamerstukken 2017–2018 29 515, nr. 424). Voorliggende subsidieregeling is een stap in het behalen van de outcome-doelen,
ICT-leveranciers spelen hierbij een cruciale rol.
Zorgaanbieders zullen door de komst van PGO’s te maken krijgen met nieuwe en/ of andere
manieren van gegevensuitwisseling met patiënten. Hiervoor is het nodig dat partijen
in de zorg de afgesproken standaarden, zoals de MedMij standaarden implementeren (Hoofdlijnenakkoord
Medisch Specialistische Zorg, Kamerstukken 2017–2018 29 248, nr. 311). Zorgaanbieders werken bij de implementatie van standaarden veelal intensief samen
met ICT-leveranciers en zijn daarbij opdrachtgever.
In deze subsidieregeling is een heldere set criteria vastgesteld waaraan de subsidieaanvrager
moet voldoen, zodat deze op voorhand weet of hij in aanmerking komt voor subsidie.
Het aanvragen van een subsidie door leveranciers heeft gevolgen voor de administratieve
lasten en nalevingskosten voor deze leveranciers.
Om in aanmerking te komen voor deze subsidie kunnen leveranciers een aanvraag indienen.
Leveranciers aan wie een subsidie is toegekend, moeten voor de vaststelling van deze
subsidie verantwoorden dat het resultaat is gehaald middels het overhandigen van een
getekend contract met de stichting MedMij en een bewijs van kwalificatie op de informatiestandaarden.
Middels een onafhankelijke toetsing door een accountant dient de leverancier aan te
tonen dat er tenminste evenveel werkelijke kosten zijn gemaakt voor het behalen van
het resultaat dan waarvoor de subsidie is verleend. Kosten voor het invullen van het
aanvraagformulier en vaststellingsformulier per leverancier is (8 uur a een tarief
van € 54 = € 432). De accountantskosten voor de aanvrager bedragen naar verwachting
€ 5.000,–.
Artikelsgewijs
Artikel 1. Definities
In artikel 1 is onder andere gedefinieerd wat voor deze regeling verstaan wordt onder
kosten. Deze definitie is ten opzichte van de Kaderregeling nader gedefinieerd. In
de Kaderregeling is kosten gedefinieerd als ‘kosten van de subsidieontvanger voor
zover die samenhangen met de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit’. In deze
subsidieregeling worden uitsluitend investeringskosten van de subsidieontvanger gesubsidieerd.
Afschrijvingskosten komen dus niet voor subsidie in aanmerking. Hiermee wordt dubbelfinanciering
(subsidiëring van zowel de investeringskosten als de afschrijvingskosten voor dezelfde
activiteit) voorkomen. Evenmin komen kosten als promotiekosten of accountantskosten
in aanmerking voor subsidie.
Artikel 2 Toepasselijkheid Kaderregeling
Deze regeling geldt in aanvulling op de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS. Een
aantal artikelen van de Kaderregeling is uitgezonderd. Daarvoor zijn in de onderhavige
regeling vervangende bepalingen op genomen. Het gaat dan onder andere om de gegevens
die in afwijking van de Kaderregeling aangeleverd dienen te worden bij de aanvraag
tot subsidieverlening en subsidievaststelling.
Artikel 3 Subsidiabele activiteiten
De activiteiten die uitgevoerd dienen te worden voor deze projectsubsidie bestaan
uit de investeringen in de bouw of aanpassing van een PGO om te voldoen aan de eisen
van het MedMij afsprakenstelsel en het inbouwen van de informatiestandaarden in de
PGO.
Het MedMij afsprakenstelsel is een set van afspraken op juridisch, organisatorisch,
financieel, semantisch en technisch gebied om alle partijen voldoende vertrouwen te
geven in hetgeen het stelsel hen biedt. Partijen die deelnemen aan het MedMij afsprakenstelsel
committeren zich aan de afspraken, en kunnen op basis van de reeds overeengekomen
afspraken, diensten aanbieden.
Conform het MedMij afsprakenstelsel is een PGO een dienst aan een persoon voor de
regie op zijn gezondheid die minimaal gegevensuitwisseling met de Zorgaanbieder mogelijk
maakt middels het MedMij afsprakenstelsel.
De informatiestandaarden zorgen ervoor dat een minimale set aan gegevens vanuit ziekenhuis,
huisarts, apotheek en zelfmeetgegevens uitgewisseld kunnen worden.
De projectsubsidie wordt voor ten hoogste een jaar verleend. Verlenging is niet mogelijk.
Artikel 4 Hoogte van de subsidie
De subsidie bedraagt maximaal € 160.000 per leverancier. Dat betekent dat een leverancier
bij de aanvraag tot subsidieverlening maximaal € 160.000 subsidie aan kan vragen.
Het is niet nodig dat hiervoor een begroting wordt bijgevoegd. Elke leverancier kan
het maximale bedrag aanvragen. Bij de subsidievaststelling wordt gekeken naar de werkelijk
gemaakte investeringskosten van de subsidieontvanger voor zover die samenhangen met
de te subsidiëren of gesubsidieerde activiteit.
Artikel 5 Subsidievoorwaarde
Om het risico op staatssteun uit te sluiten dient de subsidie in overeenstemming te
zijn met de de-minimisverordening. Zo dient bv elke leverancier een de-minimisverklaring
in te vullen en bij de subsidieaanvraag te voegen.
In de de-minimisverordening wordt onder andere bepaald wat voor deze verordening onder
het begrip onderneming wordt verstaan. In artikel 2, tweede lid, wordt uiteengezet
wanneer er sprake is van één zelfstandige onderneming. Indien twee ondernemingen een
bepaalde band met elkaar onderhouden, kan het voor de toepassing van de de-minimisverordening
zo zijn dat deze ondernemingen als één zelfstandige onderneming moeten worden gezien.
Artikel 6 Subsidieplafond
Voor verstrekking van subsidies op grond van deze regeling is een subsidieplafond
vastgesteld van € 4.000.000.
Artikel 7 Verlening van de subsidie
Tot uiterlijk 31 december 2019 kan een subsidieaanvraag worden ingediend. Indien een
aanvraag na deze periode wordt ingediend zal deze worden afgewezen.
De aanvraag tot verlening van een subsidie gaat vergezeld van een de-minimisverklaring.
Deze voorwaarde is gesteld om subsidie te verstrekken in lijn met de de-minimisverordening.
Daarnaast dient de aanvraag vergezeld te zijn van een bewijs van de Stichting MedMij
dat de leverancier kandidaat-deelnemer is van het MedMij afsprakenstelsel.
Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling
Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient de leverancier het daartoe
aangewezen formulier te gebruiken. De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van
een financieel verslag als bedoeld in artikel 1.1 van de Kaderregeling, een overeenkomst
tussen de leverancier en de Stichting MedMij en een verklaring van de Stichting MedMij
dat de PGO voldoet aan de informatiestandaarden.
Omdat de onderhavige regeling geen begroting vereist bij de aanvraag tot subsidieverlening,
behoeft het financieel verslag vanzelfsprekend ook niet aan te sluiten bij de begroting.
Het financieel verslag dient vergezeld te gaan van een controleverklaring en een rapport
van feitelijke bevindingen, waarin in ieder geval verklaard dient te worden dat voldaan
wordt aan hetgeen is bepaald in de de-minimisverordering.
De hoogte van de subsidie wordt bepaald door de totale werkelijke kosten te verminderen
met de totale werkelijke opbrengsten. De subsidie bedraagt maximaal € 160.000 en kan
niet hoger zijn dat het bedrag waarvoor subsidie is verleend.
Het contract met de Stichting MedMij heeft betrekking op de PGO waarvoor de subsidie
is aangevraagd, waaruit blijkt dat de PGO in overeenstemming is met het MedMij afsprakenstelsel.
De verklaring van de Stichting MedMij met betrekking tot de informatiestandaarden
geeft weer dat de PGO voldoet aan de informatiestandaarden waarvoor de subsidie is
aangevraagd.
Artikel 10 Inwerkingtreding en vervaldatum
Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2018 vervalt met ingang van 31 december
2021.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins