Regeling van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 27 maart 2018, nummer 2229215, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (honderdvierenvijftigste wijziging)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 8 van de Verordening nr. 2016/399 tot vaststelling van een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode), de artikelen 4, tweede en vierde lid, 9, derde en vijfde lid en 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 3.6, tweede lid, 3.43, derde lid, 4.11, eerste lid en 6.5, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt het bedrag van € 5.345 vervangen door: € 3.861.

2. In het tweede lid wordt het bedrag van € 2.672 vervangen door: € 1.930.

B

Artikel 3.17 vervalt.

C

Artikel 3.24, vierde lid, vervalt.

D

In artikel 3.34 wordt de tarieftabel vervangen door:

I. Verblijfsdoel	II. Verlening of wijziging	III. Verlenging
a. ‘verblijf als familie- of gezinslid’	€ 240	€ 240
b. ‘verblijf als economisch niet-actieve langdurig ingezetene of vermogende vreemdeling’	€ 161 of als vermogende vreemdeling: € 2.137	€ 161, of als vermogende vreemdeling: € 1.069
c. ‘arbeid als zelfstandige’	In het kader van ‘arbeid als zelfstandige’ als bedoeld in artikel 3.30, zesde lid, van het Besluit € 321, overige € 1.325	€ 355
d. ‘arbeid als kennismigrant’	€ 582	€ 355
e. ‘verblijf als houder van de Europese blauwe kaart’	€ 661	€ 355
f. ‘seizoenarbeid’	€ 570	niet van toepassing
g. ‘overplaatsing binnen een onderneming’	€ 582	€ 355
h. ‘arbeid in loondienst’	€ 909	€ 355
i. ‘grensoverschrijdende dienstverlening’	€ 909	€ 355
j. ‘wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG’	€ 321	€ 321
k. ‘lerend werken’	€ 570	niet van toepassing
l. ‘arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel’	€ 0	€ 0
m. ‘studie’	€ 192	€ 161
n. ‘het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst’	€ 285	niet van toepassing
o. ‘uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag’	€ 283	niet van toepassing
p. ‘medische behandeling’	In het kader van ‘medische behandeling’ als bedoeld in artikel 3.46, vierde lid, van het Besluit € 0, overige € 1.016	In het kader van ‘medische behandeling’ als bedoeld in artikel 3.46, vierde lid, van het Besluit € 0, overige € 355
q. ‘tijdelijke humanitaire gronden’	In het kader van ‘buiten schuld’, met uitzondering van amv’s € 321, overige € 0	In het kader van ‘buiten schuld’, met uitzondering van amv’s € 321, overige € 0
r. ‘het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap’	€ 1.016	€ 355
s. ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’	In het kader van de regeling langdurig verblijvende kinderen € 161, overige € 1.016	In het kader van de regeling langdurig verblijvende kinderen € 161, overige € 355
t. alle overige verblijfsdoelen	€ 1.016	€ 355

E

In artikel 3.34j worden de bedragen van € 267, € 161 en € 240, telkenmale vervangen door: € 132.

F

In artikel 3.51, eerste lid, wordt het bedrag van € 161 vervangen door: € 132.

G

Artikel 4.4a, eerste lid, komt te luiden:

1. De gezagvoerder, scheepsagent, of een ander door de gezagvoerder naar behoren gemachtigd persoon van een zeeschip of ander schip, daaronder begrepen schepen die vanuit Nederlandse havens veerverbindingen met havens in derde landen verzorgen, zendt de in artikel 4.11 van het Besluit en artikel 4.4 bedoelde gegevens elektronisch aan het hoofd van de grensdoorlaatpost via een elektronisch platform waarvoor de autoriteit belast met grenstoezicht het Nederlandse Maritiem Single Window heeft aangewezen.

H

In artikel 6.6, eerste lid, wordt ‘artikel 3.4, eerste lid, onder a tot en met e, i, l, m, p en r, van het Besluit’ vervangen door: artikel 3.4, eerste lid, onder a tot en met e, g, j, m, n, q en s, van het Besluit.

I

Bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onder a, komt te luiden als aangegeven in de bijlage 1 behorend bij deze regeling.

J

In bijlage 4 wordt kolom A als volgt gewijzigd:

1. Aan de regel bevattend ‘Gent-Terneuzen -haven’ wordt toegevoegd ‘(ambulant)’.

2. In de regel bevattend ‘Vlissingen -haven (ambulant)’ vervalt ‘(ambulant)’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2018, met uitzondering van artikel I, onderdelen A, D, E en F, die in werking treden met ingang van 3 mei 2018.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 maart 2018

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2.1, EERSTE LID, ONDER A, VOORSCHRIFT VREEMDELINGEN 2000

Luchthaven	Luchthavencode
Accra International Airport	ACC
Abu Dhabi International Airport	AUH
Bahrein International Airport	BAH
Boryspil International Airport	KBP
Ezeiza International Airport	EZE
Damman- King Fahd International Airport	DMM
Dar Es Salaam International Airport	DAR
Dubai International Airport	DXB
Dubai Al Maktoum International Airport	DWC
Entebbe International Airport	EBB
Guangzhou Baiyun International Airport	CAN
Hong Kong International Airport	HKG
Hamad International Airport	DOH
Istanboel International Atatürk Airport	IST
Istanboel Sabiha Gökçen International Airport	SAW
Izmir International Airport	ADB
Johan Adolf Pengel International Airport	PBM
Johannesburg International Airport	JNB
Kigali International Airport	KGL
Kuala Lumpur International Airport	KUL
Konya Airport	KYA
Kuwait International Airport	KWI
Lagos International Airport	LOS
Lungi International Airport	FNA
Moskou Sheremetjevo International Airport	SVO
Muscat International Airport	MCT
Nairobi Jomo Kenyatta International Airport	NBO
New Delhi Indira Gandhi International Airport	DEL
Rafael Núnez International Airport	CTG
Roberts International Airport	RBO
Sao Paulo International Airport	GRU
Singapore Changi International Airport	SIN
Teheran Imam Khomeini International Airport	IKA
Tirana Nene Tereza International Airport	TIA

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling tot wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 bevat onder andere een aanpassing van de legestarieven en aanpassing van de lijst met afschriftplichtige luchthavens.

De invoeringstermijn van deze regeling bedraagt minder dan twee maanden. Hiermee wordt afgeweken van het in het Kabinetsstandpunt inzake Vaste Verandermomenten neergelegde uitgangspunt. Deze uitzondering is toegestaan omdat de doelgroep bij de wijzigingen van de leges (artikel I, onderdelen A, D, E en F) een financieel belang heeft (Aanwijzing 174, vierde lid, onder a, van de Aanwijzingen voor de regelgeving).

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, D, E en F (artikelen 1.11, 3.34, 3.34j en 3.51)

Bij brief van 29 maart 2018 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn enkele wijzigingen in de hoogte van leges bekend gemaakt. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de artikelen 1.11, 3.34, 3.34j en 3.51.

Onderdeel B (artikel 3.17)

Als onderdeel van de Regeling afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet is in de drieënzestigste wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt. 2007, nr. 111) de mogelijkheid tot ambtshalve verlening en eerste verlenging van de bijbehorende verblijfsvergunning geïntroduceerd. Aangezien de ambtshalve verlening en verlenging inmiddels niet meer wordt toegepast vervalt deze mogelijkheid tot ambtshalve verlening.

Onderdeel C (artikel 3.24, vierde lid)

Artikel 3.43, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 bewerkstelligt dat aanvragen in het kader van een Working Holiday Programma niet worden afgewezen als wordt voldaan aan de internationale verplichtingen die daarin zijn vastgelegd. Dit maakt dat artikel 3.24, vierde lid overbodig is.

Onderdeel G (artikel 4.4a, eerste lid)

De verbinding met de havens in het Verenigd Koninkrijk is een belangrijk onderdeel van de infrastructuur van Nederland. Deze verbindingen passeren een buitengrens van het Schengengebied. Op deze grenspassage zijn de bepalingen van de Schengengrenscode van toepassing. Het is daarom van belang om de controles op geschikte en efficiënte wijze vorm te geven.

Vorig jaar zijn de grenscontroles van burgers afkomstig uit de Europese Unie verscherpt (zie Verordening (EU) 2017/458 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 tot wijziging van Verordening (EU) 2016/399 inzake het aanscherpen van de controles aan de hand van relevante databanken aan de buitengrenzen (Publicatieblad van de Europese Unie, 18 maart 2017, L 74/1): ook deze groep personen wordt nu systematisch gecontroleerd op eventueel gevaar voor de openbare orde en nationale veiligheid door raadpleging in de opsporingsgegevens. Bij de huidige volumes is door deze verscherpte controles op sommige tijdstippen sprake van aanzienlijke vertraging bij de ontscheping en de controles aan de grens. In belangrijke mate komt dit doordat, anders dan bij luchtverbindingen met het Verenigd Koninkrijk en zeeschepen die niet volgens een gepubliceerde dienstregeling varen, niet voorafgaand aan de aankomst van het schip informatie wordt verstrekt over de passagiers aan boord van het schip. Dit, terwijl de vervoerders wel dergelijke gegevens verzamelen, als invulling van hun verplichting uit hoofde van artikel 4, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Deze uitzondering op de hoofdregel dat bij overschrijding van de buitengrens door de gezagvoerder direct bij vertrek informatie over de passagiers wordt verstrekt, volgt uit paragraaf 3.2.9 van bijlage VI van de Schengengrenscode. Deze uitzondering heeft als achtergrond het faciliteren van het grensverkeer op veerdiensten met derde landen, die in veel gevallen korte afstanden afleggen. In de Nederlandse context leggen deze schepen aanzienlijk langere afstanden af. Bovendien is de inscheping bij deze maatschappijen in hoge mate gedigitaliseerd. Het is dan ook in het belang van de rederijen, de passagiers en de Nederlandse autoriteiten belast met de grensbewaking om in deze context wel vooraf informatie te verstrekken.

Om deze reden is thans in artikel 4.4a geëxpliciteerd dat gezagvoerders, scheepsagenten of andere door de gezagvoerder naar behoren gemachtigde personen van vaartuigen die veerverbindingen met havens in derde landen verzorgen, verplicht zijn om de bemanningslijst en passagierslijst als bedoeld in artikel 4.4 verzenden. Daarbij wordt het karakter van deze schepen, die tevens zeewaardige schepen zijn, benadrukt, in tegenstelling tot veerdiensten waarbij slechts een korte afstand over bijvoorbeeld een rivier wordt afgelegd. Hierbij wordt voorbij gegaan aan de bepaling in artikel 3.2.9, onder i, van Bijlage VII, van de Schengengrenscode, omdat die regeling, anders dan beoogd, in dit geval voor vervoerders noch passagiers een gunstiger uitwerking heeft. Om het proces bij aankomst in Nederland te faciliteren, zijn zij vanaf nu wel verplicht gesteld deze lijsten voorafgaand aan aankomst te verzenden. Hierdoor is de meerderheid van de voor de grensoverschrijding benodigde controles al uitgevoerd bij aankomst, waardoor de passagiers sneller aan wal kunnen.

Onderdeel H (artikel 6.6, eerste lid)

Krachtens artikel 6.5, vijfde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 kunnen andere gevallen worden aangewezen waarin het inreisverbod als bedoeld in artikel 66a van de Vreemdelingenwet 2000 om humanitaire of andere redenen achterwege wordt gelaten dan wel wordt opgeheven.

In het besluit van 13 oktober 2016 tot wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 en enige andere besluiten in verband met de implementatie van Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming (PbEU 2014, L 157), Richtlijn 2014/36/EU van het Europees Parlement en Raad van 26 februari 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op tewerkstelling als seizoenarbeider (PbEU 2014, L 94) en Richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging (PbEU 2003, L 251) (Stb. 2016, 408) is de nieuwe beperking ‘overplaatsing binnen een onderneming’ aan artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 toegevoegd. Deze nieuwe beperking is in artikel 3.4, eerste lid, onderdeel g, van het Vreemdelingenbesluit 2000 opgenomen. De verlettering van artikel 3.4, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 geeft allereerst aanleiding tot actualisering van artikel 6.6, eerste lid. Voorts wordt met verwijzing naar de toelichting van de honderdtweeëndertigste wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Stcrt. 2014, nr. 36739), gezien de aard van de beperking, de nieuwe beperking toegevoegd aan de gevallen waarin het inreisverbod als bedoeld in artikel 66a van de Vreemdelingenwet 2000 achterwege wordt gelaten dan wel wordt opgeheven.

Onderdeel I (bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a)

Bijlage 1, behorend bij artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, wijst de vervoerders aan die de documenten van hun passagiers dienen te fotograferen, te fotokopiëren of te scannen. Hiervoor zijn alle vervoerders aangewezen indien zij vanaf bepaalde luchthavens naar Nederland vliegen. Om de luchtvaartmaatschappijen niet onnodig te belasten, is de opsomming beperkt tot een aantal luchthavens waarvandaan niet gedocumenteerde vreemdelingen worden aangevoerd. Teneinde de maatregel zo effectief mogelijk te laten zijn, wordt de lijst met luchthavens steeds geactualiseerd aan de hand van ervaringsgegevens.

De ervaringsgegevens van augustus 2017 tot en met januari 2018 hebben geleid tot een aangepaste lijst van vierendertig afschriftplichtige luchthavens. Drieëndertig luchthavens die het laatste half jaar op de lijst worden genoemd, blijven gehandhaafd. De luchthaven van Konya, Turkije is aan de lijst toegevoegd, vanwege het bereiken van de gehanteerde ondergrens van 5 ongedocumenteerden en op grond van de beschikbare (trend)informatie en ter preventie.

Onderdeel J (bijlage 4, behorend bij artikel 2.4 en 4.2)

Door operationele wijzigingen wordt Vlissingen nu als vaste grensdoorlaatpost aangewezen in plaats van Terneuzen. Hiermee wordt tevens tegemoet gekomen aan een wens van de scheepvaart: het merendeel van de scheepvaart in Zeeland maakt gebruik van de haven van Vlissingen. Voor aan- en afmonstering maken de schepen nu gebruik van de doorlaatpost Terneuzen en zijn deze schepen gedwongen extra kilometers te reizen.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, M.G.J. Harbers