De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 7, vierde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 1, onderdeel b, van de Regeling aanwijzing TMG-functies wordt als volgt gewijzigd:
1. In de opsomming wordt onder ‘plaatsvervangend secretaris-generaal bij het Ministerie
van Buitenlandse Zaken’ ingevoegd ‘inspecteur-generaal der Mijnen bij Staatstoezicht
op de Mijnen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat’.
2. In de opsomming wordt onder ‘inspecteur-generaal der Mijnen bij Staatstoezicht op
de Mijnen bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat’ ingevoegd ‘ABDTOPConsultant’.
3. De zinsnede ‘het Ministerie van Economische Zaken’ wordt telkens vervangen door ‘het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat’.
4. De zinsnede ‘het Ministerie van Infrastructuur en Milieu’ wordt telkens vervangen
door ‘het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat’.
5. De zinsnede ‘het Ministerie van Veiligheid en Justitie’ wordt telkens vervangen door
‘het Ministerie van Justitie en Veiligheid’.
6. De zinsnede ‘hoofd van de Inspectie Veiligheid en Justitie’ wordt vervangen door
‘hoofd van de Inspectie Justitie en Veiligheid’.
ARTIKEL II
De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018.
TOELICHTING
1. Algemeen
De topmanagementgroep bij de Rijksoverheid (TMG) omvatte tot 1 januari 2017 de functies
van secretaris-generaal, directeur-generaal, inspecteur-generaal, thesaurier-generaal,
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, ABDTOPconsultant en
de directeuren van de planbureaus (het Centraal Planbureau, het Sociaal en Cultureel
Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving). Op 1 januari 2017 zijn alle functies
op salarisschaal 18-niveau aan de TMG toegevoegd, tenzij:
-
• het een plaatsvervangend directeur-generaal of plaatsvervangend inspecteur-generaal
betreft,
-
• de functionaris een formatieve functie op salarisschaal 18 uitoefent maar geen lid
is van de Bestuursraad, of
-
• de functionaris een formatieve functie op salarisschaal 18 uitoefent maar niet eindverantwoordelijk
is voor een ambtelijke dienst.
Deze uitbreiding is geformaliseerd in de Regeling aanwijzing TMG-functies (Stcrt. 2016, 61103; hierna: de Regeling) bij gelijktijdige wijziging van artikel 7, vierde lid, van
het Algemeen Rijksambtenarenreglement (hierna: ARAR).1
Per 1 juli 2017 maken de functies van secretaris-generaal en directeur-generaal bij
het ministerie van Buitenlandse Zaken deel uit van de topmanagementgroep, evenals
de functie plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie van Buitenlandse
Zaken.2
De functie inspecteur-generaal der Mijnen bij Staatstoezicht op de Mijnen bij het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is thans toegevoegd aangezien de functie
voldoet aan de criteria op grond waarvan de functies op salarisschaal 18-niveau aan
de TMG worden toegevoegd (artikel I, onderdeel 1).
Daarnaast is de functie ABDTOPConsultant als TMG-functie aangewezen (artikel I, onderdeel
2). Deze functie is reeds een TMG-functie op grond van artikel 1, onder a, van de
Regeling. Echter, deze functie was uitsluitend een schaal 19-functie, omdat op grond
van bijlage A van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 de functies
genoemd onder a, bezoldigd worden naar salarisschaal 19. In het kader van de flexibiliteit
en de mobiliteit binnen de TMG is het gewenst deze functie ook op schaal 18-niveau
te kunnen invullen. De functie ABDTOPConsultant is daarom aan artikel 1, onder b,
toegevoegd.
Voorts is de Regeling aangepast in verband met de naamswijziging van enkele ministeries
sinds het aantreden van het kabinet-Rutte III (artikel I, onderdelen 3 tot en met
6). Het betreft de voormalige ministeries van Economische Zaken (gewijzigd bij KB
nr. 2017001803), Infrastructuur en Milieu (gewijzigd bij KB nr. 2017001802) en Veiligheid
en Justitie (gewijzigd bij KB nr. 2017001801).
2. Gevolgen voor de regeldruk
Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten met zich mee.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2018 en is meer dan twee maanden
vóór inwerkingtreding in de Staatscourant gepubliceerd. Daarmee is voldaan aan de
eisen van artikel 4.17 van de Aanwijzingen voor de regelgeving met betrekking tot
de vaste verandermomenten en minimuminvoeringstermijn.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren