TOELICHTING
1. Aanleiding en doel
Met de in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
(hierna: WVA) opgenomen S&O-afdrachtvermindering (ook wel WBSO genoemd) kan een S&O-inhoudingsplichtige
gedurende het kalenderjaar via zijn aangifte loonheffingen een deel van de kosten
voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O) compenseren. Er gelden twee schijven met een
verschillend ondersteuningspercentage, waarbij de te gebruiken schijf afhankelijk
is van de totaal gemaakte S&O-kosten (grens tussen de eerste en tweede schijf ligt
bij € 350.000). Daarnaast geldt een verhoogd starterspercentage van de eerste schijf.
De WBSO is een gebudgetteerde regeling waarvan de kosten kunnen toe- of afnemen. Dit
betekent dat de voorwaarden moeten worden aangepast aan het beschikbare budget. Jaarlijks
wordt dan ook bezien of de ondersteuningspercentages, opgenomen in artikel 23, derde,
vierde en zevende lid, WVA, gelet op het op de rijksbegroting opgenomen bedrag voor
WBSO, aangepast dienen te worden.1
Door de jaarlijkse kostenstijging van de verschillende onderdelen van de WBSO zou
de regeling in 2018 bij continuering van de huidige percentages € 1.235 mln. kosten.
Gelet op het structureel op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken
en Klimaat opgenomen bedrag voor WBSO (€ 1.205 mln.) en na verrekening van de WBSO-overschrijding
in 2016 (€ 65 mln.) en de RDA-onderuitputting 2014 (€ 23 mln.), is in 2018 effectief
echter € 1.163 mln. beschikbaar voor deze regeling.
Gelet op deze cijfers dienen de ondersteuningspercentages herzien te worden. Het percentage
voor de tweede schijf wordt daarom voor het jaar 2018 verlaagd van 16 naar 14 (artikel
1, eerste lid). Om het gebruik van de WBSO door het MKB zoveel mogelijk te blijven
stimuleren, blijven de percentages van de eerste schijf en het verhoogde starterspercentage
van de eerste schijf wel gelijk aan de huidige percentages, te weten respectievelijk
32 en 40.2 Hiertoe worden de vermeerderingspercentages uit artikel 23, derde en vierde lid,
WVA (eerste schijf) en uit artikel 23, zevende lid, WVA (starterspercentage eerste
schijf), verhoogd (artikel 1, tweede en derde lid).
2. Regeldruk
Deze regeling heeft geen regeldrukeffecten, omdat deze regeling geen verplichtingen
oplegt aan bedrijfsleven, maar hierin slechts de percentages S&O-afdrachtvermindering
worden aangepast.
3. Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, een vast verandermoment.
Met publicatie minder dan twee maanden voordien wordt afgeweken van het beleid inzake
de vaste verandermomenten, zoals opgenomen in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor
de regelgeving. Deze afwijking is gerechtvaardigd, omdat het spoedregelgeving betreft.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes