Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 31 oktober 2017, nr. MinBuZa-2017.0210, tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 en artikel 2.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 voor activiteiten gericht op voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over risico’s samenhangend met irreguliere migratie voor potentiële irreguliere migranten naar Europa in hun herkomstlanden of in transitlanden gelden voor de periode vanaf inwerkintreding van dit besluit tot en met 31 maart 2018 de in de bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

Voor subsidieverstrekking voor activiteiten als bedoeld in artikel 1 geldt voor de periode genoemd in dat artikel een subsidieplafond van EUR 2.500.000.

Artikel 3

De verdeling van de beschikbare middelen vindt plaats door behandeling van de aanvragen op volgorde van binnenkomst. Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het plafond zou worden overschreden, stelt de minister de volgorde van behandeling vast door middel van loting.

Artikel 4

Het besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 14 november 2016, nr. DSH-2016.754203, tot vaststelling van een subsidieplafond op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Nulplafond Migratie 2017)3 wordt ingetrokken.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 april 2018, met dien verstande dat het van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, A.C.C. Rebergen

BIJLAGE

Achtergrond

Een groot deel van de irreguliere migranten die besluiten te vertrekken naar Europa doen dit op basis van onvolledige of onjuiste informatie over de reis en de situatie in het bestemmingsland. Onder irreguliere migratie wordt hier verstaan grensoverschrijdende verplaatsing die niet voldoet aan de wetgeving van herkomst-, transit- of bestemmingsland. Onderdeel van het Nederlandse externe migratiebeleid is daarom het uitvoeren van voorlichtings- en bewustwordingscampagnes in herkomst- en transitlanden gericht op deze groep. Het kabinetsbeleid staat beschreven in de Brief van Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 22 maart 2017.4 Doel van dergelijke campagnes is enerzijds het geven van objectieve informatie over de gevaren tijdens de reis en de kansen op legaal verblijf in Europa. Anderzijds gaat het om het bevorderen van bewustwording en discussie over irreguliere migratie in herkomstlanden, inclusief alternatieven voor migratie. Teneinde een zo groot mogelijk effect te bereiken dienen daarbij de meest recente inzichten over de effectiviteit van dit soort campagnes te worden meegenomen.

Organisaties die voor subsidie in aanmerking kunnen komen

Voor een subsidie in het kader van dit Besluit kunnen in aanmerking komen non-gouvernementele organisaties.

Onder non-gouvernementele organisatie wordt verstaan: een niet op winst gerichte en niet door een overheidsinstantie opgerichte of aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisaties organisatie die beschikt over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht.

Subsidieplafond en verdeling beschikbare middelen

Voor subsidieverlening in het kader van dit Besluit heeft de minister EUR 2.500.000 beschikbaar gesteld voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 maart 2018. Dit bedrag is beschikbaar voor activiteiten gericht op voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over risico’s die samenhangen met irreguliere immigratie voor potentiële irreguliere migranten naar Europa in hun herkomstlanden of transitlanden.

Verdeelsystematiek

Aanvragen voor een subsidie in het kader van dit Besluit worden behandeld op volgorde van ontvangst. Indien honorering van aanvragen die op één dag zijn ontvangen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt tussen deze aanvragen geloot om de volgorde van behandeling te bepalen.

Toepasselijke regelgeving

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen en de uiteindelijke subsidieverstrekking. De aanvragen zullen worden beoordeeld met inachtneming van deze regelgeving en overeenkomstig de maatstaven die in dit besluit zijn neergelegd.

Eisen aan de aanvraag

  • De aanvraag is opgesteld in het Nederlands of Engels.

  • De aanvraag bevat een uitgewerkt activiteitenplan (projectplan) met een overzicht van activiteiten, naar aard, omvang, fasering en onderling verband, in relatie tot de daarmee beoogde doelstellingen, meetbare resultaten en verwachte effecten.

  • De aanvraag bevat een duidelijke en uitgebreide begroting van het project, die inzicht geeft in de inkomsten, daaronder begrepen bijdragen van derden, en uitgaven gerelateerd aan de voorgenomen activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • De aanvraag bevat een liquiditeitsprognose voor het gehele tijdvak waarvoor subsidie wordt gevraagd.

  • De aanvraag bevat een ‘theory of change’ en een methodologie voor monitoring en evaluatie.

Aanvragen dienen te worden gestuurd naar: dsh-mo@minbuza.nl.

Criteria

  • 1. De aanvrager is een non-gouvernementele organisatie.

    Onder non-gouvernementele organisatie wordt verstaan: een niet op winst gerichte en niet door een overheidsinstantie opgerichte of aan een overheidsinstantie statutair of feitelijk verbonden organisaties organisatie die beschikt over rechtspersoonlijkheid naar burgerlijk recht.

  • 2. De aanvrager heeft ervaring met het succesvol opzetten en uitvoeren van activiteiten gericht op voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over risico’s die samenhangen met irreguliere immigratie voor potentiële irreguliere migranten naar Europa in hun herkomstlanden of transitlanden en kennis van het land of de landen waarin de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd worden uitgevoerd.

  • 3. De aanvrager is in staat tot een adequaat financieel beheer en kan door ervaringsdeskundigheid met betrekking tot activiteiten als waarvoor subsidie wordt gevraagd, een doelgerichte en doelmatige uitvoering van de activiteiten kunnen waarborgen.

  • 4. De aanvrager neemt aantoonbaar de meest recente inzichten5 in acht over de effectiviteit van voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over risico’s samenhangend met irreguliere migratie voor potentiële irreguliere migranten naar Europa in hun herkomstlanden of in transitlanden.

  • 5. De aanvraag is gericht op activiteiten gericht op voorlichtings- en bewustwordingscampagnes over risico’s die samenhangen met irreguliere immigratie voor potentiële irreguliere migranten naar Europa in hun herkomstlanden of transitlanden.

  • 6. De aanvraag is in voldoende mate gebaseerd op bij de aanvrager aanwezige kennis van, en door hem verricht onderzoek naar, de landen en de doelgroepen waarop de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd zijn gericht.

  • 7. De aanvraag voorziet in voldoende mate in monitoring en evaluatie van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, op basis van een methodologie voor waarvan de werkzaamheid in de praktijk is aangetoond.

  • 8. De aanvraag omvat in voldoende mate initiatieven die reële kans bieden op latere opschaling met behulp van EU-fondsen of andere middelen.

  • 9. De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd zijn gericht op een of meer van de volgende herkomstlanden van irreguliere migratie naar Nederland en de EU: Afghanistan, Bangladesh, Gambia, Guinee, Irak, Iran, Ivoorkust, Mali, Niger, Pakistan, Senegal, Sudan.

  • 10. De gevraagde subsidie bedraagt ten minste € 1.000.000.

  • 11. Activiteiten waarin naar het oordeel van de Minister reeds in voldoende mate wordt voorzien door bestaande activiteiten komen niet in aanmerking voor subsidie.


X Noot
4

Kamerstukken II 2016–2017, 30 573, nr. 136.

X Noot
5

O.m. beschreven in WODC-rapport ‘Raising awareness, changing behaviour?’, cahier 2016-11.

Naar boven