Besluit SONT tarieven en voorwerpen thuiskopievergoeding 2018 – 30 augustus 2017, Ministerie van Veiligheid en Justitie

De tarieven en voorwerpen van de thuiskopievergoeding voor 2018 komen als volgt te luiden:

Tabel 1 Besluit tarieven en voorwerpen 2018–2020

Apparaat/drager

Tarief 2018–2020

PC / Laptop / notebook / server / mediacenter

€ 2,60

Tablet

€ 2,60

Smartphone / Telefoon met MP3-speler

€ 4,70

Portable audio- / videospeler

€ 1,20

Settopbox met harde schijf / HDD-recorder

€ 3,80

E-reader

€ 0,80

Externe Hard Disk Drive (HDD) en Solid State Disk (SSD)

€ 0,60

USB-stick

€ 0,60

Wearables met opslagmogelijkheid

€ 1,20

Het tarief op CD-r en DVD-r komt te vervallen.

Toelichting

1. Inleiding

De Stichting Onderhandelingen Thuiskopievergoeding (SONT) is op grond van artikel 16e van de Auteurswet en artikel 10, onder a, Wet op de naburige rechten belast met het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet ten behoeve van makers, naburig rechthebbenden of hun rechtverkrijgenden voor het verveelvoudigen van beschermde werken voor eigen oefening, studie of gebruik door natuurlijke personen op voorwerpen bestemd om een werk ten gehore te brengen, te vertonen of weer te geven, oftewel: het thuiskopiëren.

De afgelopen jaren zijn de besluiten van de SONT omgezet in algemene maatregelen van bestuur. De Minister van Veiligheid en Justitie heeft de Tweede Kamer er onlangs van op de hoogte gesteld dat hij niet langer aanleiding ziet om het besluit van de SONT nog in een algemene maatregel van bestuur te vertalen.1

De laatste herziening van de thuiskopievergoedingen vond plaats bij besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 28 oktober 2014 (Stb. 2014, 410) conform het advies van de SONT van 7 oktober 2014.

De werking van het besluit van 28 oktober 2014 eindigt op 31 december 2017. Dit nieuwe besluit voorziet in de vaststelling van de tarieven voor de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2020.

2. Uitgangspunten bij de onderhandelingen over en de vaststelling van de voorwerpen en de tarieven voor 2018

Voor de tarieven en voorwerpen van de thuiskopievergoeding voor 2018 zijn de feitelijke tarieven voor de jaren 2015–2017 als vertrekpunt gehanteerd.

Evenals in het Besluit op Hoofdlijnen van 12 oktober 2012 en het besluit van 7 oktober 2014 is gekozen voor een regeling die sober is voor wat betreft:

  • a) de tarieven in relatie tot de prijzen van de dragers, om marktverstoring, ontduiking en vraaguitval te voorkomen en

  • b) de totale lastendruk, waarbij ook is gekeken naar trends elders in Europa.

De thuiskopievergoedingen zijn de vergoedingen als bedoeld in artikel 16c van de Auteurswet, en houden verband met de schade die wordt geleden door de auteurs en andere rechthebbenden van beschermde werken als gevolg van het thuiskopiëren. De volgende factoren zijn meegewogen bij de tarieven en voorwerpen zoals weergegeven in Tabel 1:

  • a) Ontwikkelingen in rechtspraak en regelgeving in Nederland en de EU

  • b) Ontwikkelingen in de mate waarin apparaten en dragers worden gebruikt voor het maken van thuiskopieplichtige kopieën

  • c) Verschuiving van kopieergedrag/verkoopvolume naar andere apparaten en media

  • d) Inflatie

Hieronder worden deze factoren nader toegelicht en uitgewerkt. Vervolgens wordt een projectie gegeven van de verwachte bruto en netto facturatie op basis van de nieuwe tarieven. De Appendix licht toe hoe deze geprojecteerde facturatie zich verhoudt tot de incasso in EU-landen met een thuiskopievergoeding.

3. Onderbouwing van de voorwerpen en tarieven

3.1 Ontwikkelingen in rechtspraak en regelgeving in Nederland en de EU

Uit de uitspraak van het Hof in de zaak Nokia/Copydan volgt dat het feit dat een rechthebbende toestemming heeft gegeven, niet betekent dat er in die gevallen geen thuiskopievergoeding zou moeten gelden. De Sont heeft rekening gehouden met deze jurisprudentie. Dit levert het in Tabel 2 weergegeven besluit op voor de als vergoedingsplichtig mee te nemen herkomstcategorieën zoals die zijn gedefinieerd in het onderzoek van Kantar Public (voorheen: Veldkamp/TNS).2 Kopieën van games vallen nog steeds buiten de thuiskopieregeling, aangezien het kopiëren van software niet is opgenomen in de wettelijke thuiskopie-exceptie.

Tabel 2 Als vergoedingsplichtig mee te nemen herkomstcategorieën1

Herkomstcategorie

Besluit voor 2018

originelen gekocht op cd/dvd

Ja

online gekocht

Ja

betaalde download streaming dienst

Ja

bestaande collectie gedigitaliseerd

Ja

originelen gekregen

Ja

download podcast/vodcast

Ja

download gratis online videoplatform

Ja

downloads andere bron met toestemming

Ja

download rechtenvrije collectie

Nee

download torrentsite etc.

Nee

download streaming media onbetaald

Ja

andere download/rip/opname internet

Ja

via social media

Ja

kopie zelfgemaakt geleende originelen

Ja

kopie gemaakt door vrienden/kennissen

Nee

verkregen via vrienden of kennissen (ongespecificeerd)

Nee

zelf gemaakt material

Nee

gehuurd (bijvoorbeeld van een bibliotheek) en toen gekopieerd

Ja

opname rtv

Ja

herkomst onbekend

Nee

X Noot
1

De categorieën waar in dit besluit een wijziging plaatsvindt zijn gecursiveerd.

3.2 Ontwikkelingen in het maken van thuiskopieplichtige kopieën

Het Kantar-onderzoek laat tussen 2014 en 2017 in totaal een daling zien van het aantal thuiskopieën, ook wanneer rekening wordt gehouden met de veranderingen in Tabel 2 als gevolg van de juridische ontwikkelingen. Ook bij de meeste apparaten is er een daling. Wanneer de jaren 2014–2015 worden vergeleken met de jaren 2016–2017 is er echter een duidelijke toename bij de smartphone. Bij settopboxen met harde schijf en harddiskrecorders, en bij e-readers bleef het aantal thuiskopieën per saldo ongeveer gelijk.

3.3 Verschuiving naar andere apparaten en media

Steeds vaker worden zogenaamde ‘refurbished’ apparaten aangeboden. Het gaat hierbij onder andere om gebruikte telefoons, tablets of settopboxen die opnieuw worden samengesteld waardoor er sprake is van een nieuw op de markt gebracht compleet product voor een nieuwe gebruiker en er ook sprake is van fabricage van een voorwerp als bedoeld in artikel 16c de Auteurswet. Als ‘refurbished’ voorwerpen op die manier als nieuw product op de markt worden gebracht, vallen zij onder de vergoeding die geldt voor de desbetreffende categorie.

Wearables

Uit het Kantar-onderzoek blijkt voorts dat wearables met opslagmogelijkheid (zoals smartwatches en fitness trackers) in substantiële mate worden gebruikt voor het maken van vergoedingsplichtige privékopieën, vooral van muziekbestanden. De markt heeft daarbij een zodanige omvang bereikt en groeit zodanig sterk, dat het invoeren van een thuiskopievergoeding gepast is.

USB-sticks en externe SSD

Ook laat het onderzoek zien dat er een substantieel aantal thuiskopieplichtige werken wordt opgeslagen op USB-sticks. De externe SSD (Solid State Disk) valt onder het tarief van de externe HDD.

Cloud

Uit het Kantaronderzoek blijkt voorts dat thuiskopieplichtige werken in toenemende mate in de cloud worden opgeslagen (personal lockers). Cloudopslag wordt met name gebruikt in combinatie met de PC/laptop, tablet en smartphone, waarbij gebruikers de cloud vooral gebruiken als backup-medium en bestanden automatisch laten synchroniseren.

Gelet op de omvang van het thuiskopiëren op personal lockers in de cloud is er aanleiding om hiervoor een vergoeding te introduceren. De vergoeding is verwerkt in de tarieven van voorwerpen die hiervoor met name gebruikt worden. Hoewel de kopie wordt vastgelegd op de server van de clouddienst zijn het hoofdzakelijk deze voorwerpen waarmee de consument toegang heeft tot de cloud en de kopie maakt. In het Copydan-arrest heeft het Hof van Justitie van de EU bevestigd dat de richtlijn auteursrecht zich niet verzet tegen een regeling die voorziet in een billijke compensatie voor reproducties van beschermde werken die een natuurlijke persoon vervaardigt vanaf of met behulp van een inrichting die aan een derde toebehoort.3

Blanco CD’s en DVD’s

Het consumentengebruik van blanco cd’s en dvd’s is sterk teruggelopen en zal de komende jaren naar verwachting nog verder teruglopen. Er is onvoldoende aanleiding om de heffing op deze voorwerpen te continueren.

3.4 Inflatie

Sinds 2013 zijn de tarieven niet gecorrigeerd voor de inflatie. Gebaseerd op de cumulatieve ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) over de periode januari 2013 – juli 2017 volgens het CBS, bedraagt de opslag 5,5%.

4. Uitvoering

Stichting de Thuiskopie heeft zich bereid verklaard een deel van het incasso-volume te bestemmen voor korting vanwege compliance en daarmee tevens gemoeide lagere juridische en incassokosten van Stichting de Thuiskopie. In het vorige besluit voor de periode 2015–2017 was de kortingsregeling voor betalingsplichtigen die hun verplichtingen conform afspraak nakomen verhoogd van 5 naar 10%. Het doel daarvan was het stimuleren van de compliance en het ontmoedigen van ontduiking. Nu de kosten voor Stichting de Thuiskopie in verband met verschillende juridische procedures over de incasso de laatste tijd zijn gestegen, is er aanleiding om de compliancekorting te verlagen naar 8%.

Zowel de rechthebbenden als de betalingsplichtigen hebben aangegeven dat een wettelijke verplichting om de thuiskopievergoeding als zodanig te vermelden op de factuur, de uitvoering van het stelsel aanzienlijk zou verbeteren. De Minister van VenJ heeft zich bereid verklaard het verzoek te honoreren en bereidt hiertoe een wetswijziging voor.

Naar aanleiding van het Besluit SONT tarieven en voorwerpen Thuiskopievergoeding 2015 is de mogelijkheid opengesteld voor restitutie/vrijstelling voor aantoonbaar uitsluitend professioneel gebruik voor alle voorwerpen. Op basis van onderzoek van Veldkamp/Kantar4 is voor smartphones bekend dat in 82% van de gevallen de werkgever privégebruik toestaat en dat op iets meer dan de helft van de zakelijke smartphones vergoedingsplichtige werken staan opgeslagen. Om deze reden mag Stichting de Thuiskopie in het geval van smartphones aanvullende waarborgen vragen om in aanmerking te komen voor restitutie/vrijstelling, zoals een gebruiksovereenkomst die privégebruik verbiedt.

5. Ontwikkeling tarieven en verwachte facturatie

De in paragraaf 3 genoemde factoren leiden tot de introductie van een vergoeding voor USB-sticks en wearables met opslag. Tegelijk verdwijnen de vergoedingen voor blanco cd’s en dvd’s. Voor de andere apparaten worden de vergoedingen aangepast op basis van de ontwikkeling in het gebruik, in enkele gevallen met medeneming van substantieel gebruik van cloudopslag, en de inflatie.

Tabel 3 geeft de oude en de nieuwe tarieven weer. Tevens geeft de tabel een projectie van de verwachte facturatie per categorie apparaten/dragers in 2018.

Per saldo blijkt de verwachte totale facturatie in nominale termen vrijwel gelijk. In reële termen is er derhalve een afname die ongeveer gelijk is aan de gehanteerde inflatiecorrectie van 5,5%.

Tabel 3 Ontwikkeling tarieven en verwachte facturatie

Apparaat/drager

Tarief 2015–2017

Tarief

2018–2020

Projectie aantallen (x 1.000)

2015 (besluit)

2018

PC / Laptop / notebook / server / mediacenter

€ 3,50

€ 2,60

1.358

1.287

Tablet

€ 3,50

€ 2,60

2.336

1.006

Smartphone / Telefoon met MP3-speler

€ 3,50

€ 4,70

4.811

5.112

Portable audio- / videospeler

€ 1,40

€ 1,20

343

101

Settopbox met harde schijf / HDD-recorder

€ 3,50

€ 3,80

353

281

E-reader

€ 0,70

€ 0,80

417

182

Externe Hard Disk Drive (HDD) en Solid State Disk (SSD)

€ 0,70

€ 0,60

933

528

CD-r

€ 0,02

€ –

18.844

1.662

DVD-r

€ 0,02

€ –

22.248

1.810

USB-stick

€ –

€ 0,60

 

1.702

Wearables met opslagmogelijkheid

€ –

€ 1,20

 

154

         

Facturatie

Schatting facturatie 2018 (mln)

Incentives, juridische kosten 8%

Projectie netto 2018 (mln)

€ 32,8

€ – 2,6

€  30,2

6. Tot besluit

Dit nieuwe Besluit op Hoofdlijnen geldt voor drie jaar. Net als het vorige besluit op hoofdlijnen kunnen echter de reeds genoemde factoren een tussentijdse herijking noodzakelijk maken. Eventuele herziening van de tarieven zal alleen per 1 januari van ieder jaar plaatsvinden, teneinde duidelijkheid te creëren en administratieve lasten te beperken.

Appendix Internationale Benchmark

Deze appendix geeft een beknopte internationale benchmark op basis van de incassocijfers over de jaren 2013 tot en met 2015 in andere landen met een thuiskopiestelsel, en een vergelijking met de netto incasso in Nederland. De donkerblauwe staaf en het eurobedrag in de figuur geven de incasso per hoofd van de bevolking per land in 2015 weer. De lichtblauwe staaf eronder geeft de gemiddelde incasso per hoofd per land over de jaren 2013–2015. De staven voor landen buiten de EU zijn grijs weergegeven.5

In de figuur is te zien dat Nederland voor de totale incasso per hoofd van de bevolking in 2015 met € 1,67 een zesde plaats innam binnen deze groep landen. De incasso in Duitsland werd in dat jaar sterk gedrukt door lopende rechtszaken. Gemiddeld over de jaren 2013–2015 nam de incasso in Nederland een vijfde plaats in, na Duitsland maar voor Italië en Finland.

De gemiddelde incasso per hoofd van de bevolking voor de EU landen in de dataset (gewogen naar bevolking) bedroeg in 2015 € 1,62 tegenover € 1,67 in Nederland. Gemiddeld over de jaren 2013–2015 was het € 1,61 tegenover € 1,87 in Nederland.6


X Noot
1

Brief van de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 14 juni 2017, Kamerstuk 29 838, nr. 91.

X Noot
2

Kantar Public, Privékopiëren – editie 2017. Management summary (21 augustus 2017) en Kantar Public, Privékopiëren rapport editie 2017 (21 augustus 2017).

X Noot
3

Arrest van het Hof van 5 maart 2015, C-463/12, Copydan, r.o. 90.

X Noot
4

Veldkamp, Gebruik van zakelijke smartphones. (23 augustus 2016).

X Noot
5

Bron: WIPO (2017), International Survey on Private Copying. Law & Practice 2016, figure 2.

X Noot
6

In deze gemiddelden zijn Spanje en Denemarken buiten beschouwing gelaten, in verband met uitspraken van het Europese Hof in de zaak Egeda (C-470/14) respectievelijk Copydan (C-463/12), waaruit blijkt dat het stelsel in deze landen niet richtlijnconform is.

Naar boven