Internationaal Belastingrecht. Vermijding van dubbele belasting. Toepassing van de vrijstellingsmethode voor bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking onder belastingverdragen met Golfstaten

7 september 2017

nr. IZV 2017-0000015971.

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Zaken en Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Voor bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking van inwoners van Nederland waarvoor, onder het desbetreffende belastingverdrag, een heffingsrecht is toegewezen aan Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië of de Verenigde Arabische Emiraten (hierna: VAE), keur ik goed dat een vermindering ter vermijding van dubbele belasting wordt verleend volgens de vrijstellingsmethode.

1. Algemeen

1.1. Gebruikte begrippen

De Golfstaten:

Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.

Een Golfstaat:

Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië onderscheidenlijk de Verenigde Arabische Emiraten, al naargelang de context vereist.

Het verdrag met Bahrein:

Het verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Bahrein tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2008, nr. 119).

Het verdrag met Koeweit:

Het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Staat Koeweit tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2001, nr. 126).

Het verdrag met Oman:

Het verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Sultanaat Oman tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2010, nr. 181).

Het verdrag met Qatar:

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Qatar tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2008, nr. 112).

Het verdrag met Saoedi-Arabië:

Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen(Trb. 2008, nr. 214).

Het verdrag met de VAE:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Arabische Emiraten tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2007, nr. 107).

De verdragen:

Het verdrag met Bahrein, Koeweit, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië en de VAE.

Bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking:

Inkomsten uit dienstbetrekking in de zin van artikel 14, eerste en derde lid, en artikel 23, vijfde lid, van het verdrag met Bahrein, artikel 24, zesde lid, van het verdrag met Koeweit, artikel 15, eerste en derde lid, van het verdrag met Oman, artikel 15, derde lid, en artikel 23, zesde lid, van het verdrag met Qatar, artikel 15, derde lid, van het verdrag met Saoedi- Arabië, onderscheidenlijk artikel 14, derde lid, van het verdrag met de VAE, al naargelang de context vereist.

1.2. Aanleiding

Voor inkomsten uit dienstbetrekking is het in zijn algemeenheid Nederlands verdragsbeleid om dubbele belasting te vermijden door middel van de vrijstellingsmethode. In de belastingverdragen met de Golfstaten is dit verdragsbeleid niet ten volle tot uitdrukking gekomen, wat leidt tot onbedoelde verschillen in behandeling en concurrentienadelen voor Nederlandse inwoners die daar in dienstbetrekking werkzaam zijn.

2. Verdeling heffingsbevoegdheid onder de verdragen

Inwoners van Nederland zijn voor inkomsten uit dienstbetrekking onderworpen aan de Nederlandse belastingheffing. Dat geldt evenzeer voor inkomsten uit dienstbetrekking in verband met in de Golfstaten verichtte werkzaamheden. Indien evenwel aan de daarvoor in de verdragen gestelde voorwaarden is voldaan, komt ook aan een Golfstaat een heffingsrecht toe over dergelijke inkomsten uit dienstbetrekking.Voor die situatie voorzien de verdragen in een door Nederland te verlenen vermindering ter vermijding van dubbele belasting.

3. Wijze waarop de vermindering ter vermijding van dubbele belasting wordt verleend onder de verdragen

De door Nederland gesloten belastingverdragen bevatten steeds een afzonderlijke bepaling waarin de wijze van het verlenen van een vermindering ter vermijding van dubbele belasting voor inwoners is geregeld. De technische vormgeving hiervan kan per verdrag verschillen. In de regel wordt in Nederlandse belastingverdragen voor het verlenen van de vermindering ter vermijding van dubbele belasting op inkomsten uit dienstbetrekking door Nederland uitgegaan van de vrijstellingsmethode. Maar in de verdragen met de Golfststaten wordt in enkele gevallen waarvoor in de regel de vrijstellingsmethode geldt daarentegen een belastingvermindering ter vermijding van dubbele belasting volgens de verrekeningsmethode verleend. Daarbij verschillen de verdragen op dit punt ook onderling. In de verdragen met Bahrein en Oman is voor niet zelfstandige arbeid de verrekeningsmethode opgenomen, in de verdragen met Qatar, Saoedie-Arabie en de VAE geldt in het algemeen de vrijstellingsmethode maar ontbreekt een methode ter vermijding van dubbele belasting voor inkomsten verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd. Daarnaast wordt op grond van de verdragen met Bahrein, Koeweit en de VAE geen belastingvermindering ter vermijding van dubbele belasting verleend voor salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking in verband met werkzaamheden buitengaats indien niet wordt aangetoond dat in deze landen belasting is betaald over deze inkomsten.

Bij toepassing van de verrekeningsmethode is de te verlenen vermindering beperkt tot de in een Golfstaat over deze inkomsten betaalde belasting. Aangezien voor zowel inwoners als niet-inwoners inkomsten uit dienstbetrekking in de Golfststaten niet zijn onderworpen aan belasting ontvangt een inwoner van Nederland volgens de in de verdragen opgenomen verrekeningsmethode geen vermindering op de in Nederland verschuldigde belasting. Het gevolg hiervan is dat de belastingdruk voor inwoners van Nederland die inkomsten uit dienstbetrekking ontvangen die betrekking hebben op werkzaamheden in een Golfstaat en waarvoor onder het desbetreffende belastingverdrag het heffingsrecht is toegewezen aan die Golfstaat, hoger is dan voor lokale werknemers aldaar.

Zoals in paragraaf 1.3.2. van Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 7) is aangegeven, is het Nederlandse verdragsbeleid er met het oog op de concurrentiepositie van Nederlandse werknemers op gericht zoveel mogelijk volgens het principe van kapitaalimportneutraliteit voor actieve inkomsten zoals inkomsten uit dienstbetrekking uit te gaan van het niveau van de lokale belastingheffing en derhalve een vermindering ter vermijding van dubbele belasting te verlenen door middel van de vrijstellingsmethode.

Tegen deze achtergrond, en met het oogmerk om de verschillen in de methoden van vermijding van dubbele belasting voor bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking in de verdragen op te heffen, acht ik het wenselijk goed te keuren dat voor de bepaalde inkomsten uit dienstbetrekking waarvoor onder de verdragen het heffingsrecht aan een Golfstaat is toegewezen een vermindering ter vermijding van dubbele belasting wordt verleend volgens de vrijstellingsmethode.

4. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Den Haag, 7 september 2017.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes

Naar boven