De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 124e van de Gemeentewet, artikel 2a van het Uitvoeringsbesluit Algemene
wet inkomensafhankelijke regelingen, artikel 1.57b, zevende lid, van de Wet kinderopvang,
artikel 4, eerste lid, onder a, van het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse
educatie, artikel 4, vijfde lid, van het Besluit landelijk register kinderopvang en
register buitenlandse kinderopvang, de artikelen 5, tweede lid, 6, derde lid, en 10,
derde lid, onderdeel a, van het Tijdelijk besluit experiment meertalige dagopvang,
en de artikelen 3 en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I
De Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht en deskundigen Wet kinderopvang
en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1 en 4 vervalt: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
B
In artikel 2 wordt ‘de artikelen 1.51b, eerste lid, en 2.9b, eerste lid, van de Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ vervangen door: artikel 1.51b, eerste
lid, van de Wet kinderopvang.
ARTIKEL II
In artikel 1 van de Regeling samenloop met buitenlandse tegemoetkomingen 2008, vervalt
in de begripsomschrijving van ‘kinderopvangtoeslag’: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
ARTIKEL III
De Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel a komt te luiden:
B
Het opschrift van paragraaf 3 komt te luiden:
Paragraaf 3. Regels inzake landelijk register kinderopvang en register buitenlandse
kinderopvang.
C
In de artikelen 7, eerste lid, 8, eerste lid, 9, 9a, eerste lid, 9b, eerste lid, 9c,
en 11, tweede lid, onder c, wordt ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk’
telkens vervangen door: Besluit kwaliteit kinderopvang.
D
In artikel 7, tweede lid, en 9a, derde lid, wordt ‘Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk’ vervangen door: Besluit kwaliteit kinderopvang.
E
Artikel 10c komt te luiden:
Artikel 10c
De opleidingen die voor beroepskrachten voorschoolse educatie worden genoemd in de
meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst kinderopvang en de meest
recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst welzijn en maatschappelijke dienstverlening
worden aangewezen als opleidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van
het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie.
F
Paragraaf 5b, inhoudende artikel 11g, vervalt.
G
Paragraaf 5c komt te luiden:
Paragraaf 5c. Verslag klachtenregeling kindercentra en gastouderbureaus
Artikel 11h. Verslag
De houder van een kindercentrum of een gastouderbureau stelt jaarlijks vanaf het kalenderjaar
2017 het verslag, bedoeld in artikel 1.57b, vierde lid, van de wet op, dat betrekking
heeft op het voorafgaande kalenderjaar.
H
Na artikel 11h wordt een artikel ingevoegd luidende:
Artikel 11i. Overgangsbepaling klachtenverslag
Artikel 11h zoals dat luidde de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding
van artikel I van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van 21 augustus 2017 tot wijziging van diverse regelingen in verband met de harmonisatie
van de regelgeving met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Stcrt. 2017, 49281) blijft van toepassing op het verslag dat ziet op het kalenderjaar voorafgaand aan
het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van genoemde regeling.
I
In artikel 19 vervalt: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
J
In bijlage 1 wordt ‘registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk’ vervangen door
‘landelijk register kinderopvang’, ‘De registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
zijn’ door ‘Het landelijk register kinderopvang is’, ‘Landelijk Register kinderopvang
en Peuterspeelzalen (LRKP)’ door ‘Landelijk Register Kinderopvang (LRK), ‘LRKP’ telkens
door ‘LRK’, ‘LRKP-website’ door ‘LRK-website’, ‘LRKP-registratienummer’ door ‘LRK-registratienummer’
en vervalt ‘en peuterspeelzalen’, ‘of peuterspeelzaal’ en ‘Dit is ook de reden dat
peuterspeelzalen zonder nummer in het LRKP staan: voor opvang in een peuterspeelzaal
kan nooit een toeslag worden ontvangen’.
K
In bijlage 2 wordt ‘het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP)’
vervangen door ‘het Landelijk Register Kinderopvang (LRK)’, ‘LRKP’ telkens door ‘LRK’,
‘, peuterspeelzalen en voorzieningen gastouderopvang’ door ‘en voorzieningen gastouderopvang’
en vervalt telkens: en peuterspeelzalen.
ARTIKEL IV
Artikel 1 van de Subsidieregeling kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen h en i vervalt: en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
2. De onderdelen j en k vervallen onder verlettering van de onderdelen l tot en met
n tot j tot en met l.
ARTIKEL V
De Tijdelijke regeling experiment meertalige dagopvang en meertalig peuterspeelzaalwerk
wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, 3 en 5 vervalt: en meertalig peuterspeelzaalwerk.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt: of peuterspeelzalen.
2. In onderdeel c vervalt: of van de peuterspeelzaal.
ARTIKEL VI
De Tijdelijke subsidieregeling versterking taal- en interactievaardigheden beroepskrachten
en gastouders in de kinderopvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt al volgt gewijzigd:
1. In de definitie van ‘beroepskracht’ vervalt: of een peuterspeelzaal.
2. In de definitie van ‘gastouder’, ‘gastouderbureau’ en ‘kindercentrum’ vervalt: en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
3. In de definitie van ‘houder’ vervalt: , een peuterspeelzaal.
4. De definitie ‘peuterspeelzaal’ met de omschrijving vervalt.
B
In artikel 3, tweede lid, onder b, vervalt ‘of een peuterspeelzaal’ en: of die peuterspeelzaal.
C
In artikel 7, eerste lid, vervalt: , een peuterspeelzaal.
ARTIKEL VII
-
1. Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel III, onderdeel D, in werking met
ingang van 1 januari 2018, nadat artikel I van de Regeling van de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017 tot wijziging van de Regeling kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 en de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming van het Besluit kwaliteit kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk en de nadere uitwerking van enige kwaliteitseisen (Stcrt. 2017, 49278) in werking is getreden.
-
2. Artikel III, onderdeel D, van deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari
2019, nadat artikel II, onderdeel B, voor zover het betreft de artikelen 7, tweede
lid, en 9a, derde lid, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
van 21 augustus 2017 tot wijziging van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen
2012 en de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband
met de totstandkoming van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk
en de nadere uitwerking van enige kwaliteitseisen (Stcrt. 2017, 49278) in werking is getreden.
TOELICHTING
I. Algemeen
Hoofdstuk 1. Hoofdlijnen van de regeling
Met de Wet van 31 mei 2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen en enkele andere wetten in verband met de harmonisatie van de regelgeving
met betrekking tot kindercentra en peuterspeelzalen (Wet harmonisatie kinderopvang
en peuterspeelzaalwerk) (Stb. 2017, 252) is het peuterspeelzaalwerk omgevormd tot kinderopvang. Het gevolg daarvan is dat
de bepalingen in lagere regelgeving die gelden voor kinderopvang automatisch van toepassing
zijn geworden op het tot kinderopvang omgevormde peuterspeelzaalwerk.
Nu peuterspeelzaalwerk niet langer voorkomt in de Wet kinderopvang wordt in deze regeling
het volgende geregeld:
-
• Verwijzingen naar peuterspeelzalen en peuterspeelzaalwerk worden gewijzigd in verwijzingen
naar kindercentra en kinderopvang.
-
• Verwijzingen naar (hoofdstuk 2 ‘Kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ van) de Wet kinderopvang
en kwaliteitseisen peuterspeelzalen worden gewijzigd in verwijzingen naar (hoofdstuk
1 'Kinderopvang' van) de Wet kinderopvang.
-
• Verwijzingen naar het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen worden gewijzigd
in verwijzingen naar het landelijk register kinderopvang.
Hoofdstuk 2. Gevolgen
De onderhavige regeling heeft geen gevolgen voor de regeldruk.
Hoofdstuk 3. Resultaten uitvoeringstoetsen
DUO, de VNG, GGD GHOR Nederland en Belastingdienst/Toeslagen hebben een uitvoeringstoets
uitgevoerd. Alle partijen hebben aangegeven dat zij de regeling uitvoerbaar achten
per 1 januari 2018. De opmerkingen die partijen hebben meegegeven in de uitvoeringstoets
hebben geen betrekking op de onderhavige regeling. Deze opmerkingen zullen daarom
worden meegenomen in de trajecten waar deze opmerkingen betrekking op hebben.
II. Artikelsgewijs
Artikel I tot en met VI
Met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk is het peuterspeelzaalwerk
omgevormd tot kinderopvang. De citeertitel van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen
peuterspeelzalen is gewijzigd in ‘Wet kinderopvang’ en de bepalingen uit hoofdstuk
1 van de Wet kinderopvang zijn ook gaan gelden voor het voormalige peuterspeelzaalwerk.
In verband met de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk zijn met de
onderhavige artikelen verschillende ministeriële regelingen gewijzigd. De ministeriële
regelingen zijn zodanig aangepast dat niet langer wordt verwezen naar (bepalingen
uit hoofdstuk 2 van) de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, maar
naar (bepalingen uit hoofdstuk 1 van) de Wet kinderopvang. Tevens zijn verwijzingen
naar peuterspeelzalen dan wel peuterspeelzaalwerk komen te vervallen. Met artikel
III, onderdeel E, is artikel 10c van de Regeling Wet kinderopvang opnieuw vastgesteld.
Voor beroepskrachten voorschoolse educatie geldt op grond van artikel 4 van het Besluit
basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie dat specifieke scholing vereist is
voor het verzorgen van voorschoolse educatie. In artikel 10c van de Regeling Wet kinderopvang
worden de opleidingen aangewezen die worden aangemerkt als opleidingen voor beroepskrachten
voorschoolse educatie als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder a, van het Besluit
basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. In artikel 10c is geen verwijzing
meer opgenomen naar een beroepskracht voorschoolse educatie in een peuterspeelzaal.
De verwijzing naar de opleidingen die worden aangewezen is vormgegeven conform de
verwijzing naar de opleidingseisen van beroepskrachten zoals opgenomen in de Regeling
van de Minster van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017 tot wijziging
van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 en de Regeling Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming
van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de nadere uitwerking
van enige kwaliteitseisen (Stcrt. 2017, 49278). In vorenvermelde regeling is toegelicht dat in overleg met de betrokken sectorpartijen
is besloten om voor de beroepskwalificatie-eisen van beroepskrachten met ingang van
1 januari 2018 zowel naar de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst
kinderopvang als naar de meest recent aangevangen collectieve arbeidsovereenkomst
welzijn en maatschappelijke dienstverlening te verwijzen. Met cao-partijen is afgesproken
dat zij tijdig voor 1 januari 2018 afspraken maken over de gelijkschakeling van de
lijsten met kwalificerende opleidingen. De bepalingen omtrent de kwalificerende opleidingen
voor beroepskrachten voorschoolse educatie zijn momenteel in beide cao’s hetzelfde
geformuleerd.
Artikel VII
Zowel de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk als de Wet van 31 mei
2017 tot wijziging van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in
verband met de herijking en harmonisatie van enige kwaliteitseisen voor kindercentra
en peuterspeelzalen, de innovatie van die kwaliteitseisen en het aanpassen van enige
eisen aan de kwaliteit van voorschoolse educatie (Wet innovatie en kwaliteit kinderopvang)
(Stb. 2017, 251) treedt in werking met ingang van 1 januari 2018, waarbij in de volgorde de Wet innovatie
en kwaliteit kinderopvang eerst in werking treedt. Ook in het kader van de Wet innovatie
en kwaliteit kinderopvang is een ministeriële regeling opgesteld. In verband hiermee
regelt artikel VII, eerste lid, dat de onderhavige regeling, met uitzondering van
artikel III, onderdeel D, met ingang van 1 januari 2018 in werking treedt nadat artikel
I van de Regeling van de Minster van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus
2017 tot wijziging van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012
en de Regeling Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met
de totstandkoming van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en
de nadere uitwerking van enige kwaliteitseisen (Stcrt. 2017, 49278) in werking is getreden. Met artikel III, onderdeel D, van de onderhavige regeling
worden wijzigingen aangebracht in de artikelen 7, tweede lid, en 9a, derde lid, van
de Regeling Wet kinderopvang. Artikel VII, tweede lid, regelt dat artikel III, onderdeel
D, in werking treedt met ingang van 1 januari 2019, nadat artikel II, onderdeel B,
voor zover het betreft de artikelen 7, tweede lid, en 9a, derde lid, van de Regeling
van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 augustus 2017 tot wijziging
van de Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen 2012 en de Regeling Wet
kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen in verband met de totstandkoming
van het Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de nadere uitwerking
van enige kwaliteitseisen (Stcrt. 2017, 49278) in werking is getreden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher