TOELICHTING
1. Aanleiding
Op 20 juli 2017 heeft het Committee for Medicinal Products for Human Use (hierna:
CHMP) een positieve opinie gegeven over een markttoelating van het geneesmiddel atezolizumab
(merknaam Tecentriq) voor een tweetal behandelingen. Het betreft ten eerste de behandeling
van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd niet-kleincellig long
carcinoom na eerdere chemotherapie. Patiënten met EGFR-activerende mutaties of ALK-positieve
tumor mutaties moeten een mutatiegerichte therapie hebben gehad voordat ze in aanmerking
komen voor atezolizumab. Deze behandeling wordt hierna kortweg aangeduid als de vervolgbehandeling
van longkanker. Ten tweede is er een positieve opinie gegeven voor de behandeling
van volwassen patiënten met lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcarcinoom na
eerder platinum-bevattende chemotherapie of van volwassen patiënten met lokaal gevorderd
of gemetastaseerd urotheelcarcinoom die niet geschikt zijn voor cisplatinum. Deze
behandeling wordt hierna kortweg aangeduid als de behandeling van urotheelcarcinoom.
Atezolizumab is een intramuraal geneesmiddel en wordt enkel toegepast in het ziekenhuis
door een specialist. Het oordeel is aan de Europese Commissie voorgelegd in het kader
van toelating tot de Europese markt. Naar verwachting zal de Europese Commissie op
korte termijn een handelsvergunning voor dit geneesmiddel afgeven. EU-lidstaten bepalen
vervolgens zelf of, en zo ja op welke wijze, het geneesmiddel wordt vergoed dan wel
deel uitmaakt van verzekerde zorg. Omdat atezolizumab een geneesmiddel is dat uitsluitend
intramuraal wordt toegepast valt het onder de prestatie geneeskundige zorg in de zin
van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) en het Besluit zorgverzekering (hierna: Bzv).
Om tot het basispakket te behoren is vereist dat het geneesmiddel als effectief beschouwd
kan worden (voldoet aan de stand van de wetenschap en praktijk, artikel 2.1, tweede
lid, van het Bzv). Zodra een intramuraal toe te passen geneesmiddel aan dat vereiste
voldoet, stroomt het automatisch in het basispakket.
2. Betaalbaarheid atezolizumab
De betaalbaarheid van zogenoemde dure geneesmiddelen is een blijvend punt van zorg
voor behandelaren, voorschrijvers, zorgverzekeraars, patiëntorganisaties en overheid.
Dit geldt ook in het geval van atezolizumab.
Atezolizumab is na nivolumab en pembrolizumab het derde geneesmiddel in de therapeutische
klasse PD1/PD-L1 remmers. Vooralsnog heeft het merendeel van de potentiële uitgaven
aan atezolizumab naar verwachting betrekking op de inzet bij de vervolgbehandeling
van longkanker gezien het hoge volume van patiënten dat daar mogelijk voor in aanmerking
komt. Hoewel de prijsstelling van atezolizumab nog niet bekend is, kan op basis van
de kosten per behandeling met geneesmiddelen uit eenzelfde therapeutische klasse en
de meest recente informatie over het potentieel aantal patiënten dat in aanmerking
komt voor de vervolgbehandeling van longkanker met deze geneesmiddelen en over de
behandelduur, zoals vermeld in het advies van het Zorginstituut Nederland over pembrolizumab
van 14 december 2016, het potentiële macrokostenbeslag oplopen tot ruimschoots meer
dan € 100 miljoen per jaar, afhankelijk van de marktpenetratie de komende jaren. Bij
opname in het basispakket zouden de totale uitgaven aan atezolizumab in de komende
jaren verder stijgen door de inzet bij urotheelcarcinoom en mogelijke toekomstige
toepassingen, waaronder een bredere toepassing bij de behandeling van longkanker.
Het totale volume van patiënten dat in aanmerking komt voor atezolizumab zal dan immers
groter worden waardoor de potentiële uitgaven aan atezolizumab verder zullen toenemen.
Gezien het potentieel uitzonderlijk hoge kostenbeslag van atezolizumab wordt instroom
in het basispakket voor de behandeling van longkanker en van urotheelcarcinoom alleen
dan maatschappelijk verantwoord geacht indien er waarborgen zijn dat de uitgaven aan
dit geneesmiddel op een aanvaardbaar niveau blijven. Het verwachte macrokostenbeslag
van atezolizumab is een uitzonderlijk hoog kostenbeslag voor een individueel geneesmiddel
gezien dat de totale uitgaven aan dure (add-on) intramurale geneesmiddelen jaarlijks
bijna 1,8 miljard euro bedragen (Kamerstukken II 2016/17, 29 477 nr. 408). Hierdoor treedt er een mogelijk verdringingseffect op en ontstaat er een probleem
in het licht van het pakketcriterium ‘uitvoerbaarheid’. Dit geneesmiddel valt wat
de prognoses betreft ruimschoots binnen de criteria voor toepassing van de sluis voor
dure geneesmiddelen die onlangs uiteengezet zijn in de kamerbrief van 16 maart 2017
(Kamerstukken II 2016/17, 29 477, nr. 420). Het risico van een dermate hoog kostenbeslag dient voorkomen te worden. Daarom
is besloten om atezolizumab voor de behandeling van longkanker en van urotheelcarcinoom
niet automatisch in het basispakket in te laten stromen, maar met de onderhavige regeling
uit te sluiten met als doel eerst passende maatregelen te kunnen treffen voor een
betaalbare en doelmatige opname in het basispakket. Het streven is om het middel als
verzekerde zorg toegankelijk te maken en ook op langere termijn toegankelijk te houden.
Dat kan alleen als er sprake is van een aanvaardbare prijs en kostenbeslag. Deze lijn
is onder andere gecommuniceerd aan de Tweede Kamer op 7 april 2016 en 16 maart 2017.
In die brieven zijn ook de uitsluitingen van atezolizumab voor de behandeling bij
longkanker en bij urotheelcarcinoom reeds aangekondigd.
3. Atezolizumab (voorlopig) uitgezonderd van het basispakket
3.1. De mogelijkheid om intramurale zorg van het basispakket uit te zonderen
Geneesmiddelen kunnen deel uitmaken van de prestatie farmaceutische zorg en/of de
prestatie geneeskundige zorg in de zin van de Zvw (artikelen 10, onder a en c, van
de Zvw en 2.4 van het Bzv). Op grond van artikel 11, vierde lid, onder a, van de Zvw
en artikel 2.4, tweede lid, van het Bzv kunnen bij ministeriële regeling vormen van
zorg worden uitgezonderd van het basispakket van de Zvw. In artikel 2.1 van de Regeling
zorgverzekering zijn momenteel al enkele behandelingen daadwerkelijk uitgesloten.
Wat betreft intramurale geneesmiddelen is eerder gebruik gemaakt van deze bevoegdheid.
Het Zorginstituut adviseert over de inhoud van het basispakket. Het Zorginstituut
houdt bij de advisering over het basispakket rekening met verschillende criteria,
waaronder kostenbeslag en uitvoerbaarheid, waarbij sprake is van een integrale afweging
in relatie tot andere factoren. Daarnaast gaat het Zorginstituut in haar advies in
op het gepast gebruik van de zorg. Verder kan het Zorginstituut ook de Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) adviseren om een financieel arrangement af
te sluiten als het grote financiële risico’s ziet. Dit heeft het Zorginstituut al
meerdere malen gedaan.
3.2. De wijze van uitzonderen en beschikbaarheid voor patiënten
De leverancier is geïnformeerd over het voornemen om de verstrekking van atezolizumab
in het kader van de behandeling van longkanker en van urotheelcarcinoom niet automatisch
het basispakket in te laten stromen. Na inwerkingtreding van deze regeling zal er
een beoordeling van atezolizumab worden gedaan door het Zorginstituut, waarbij getoetst
wordt aan de pakketcriteria en advies wordt gegeven over gepast gebruik met het oog
op eventuele instroom in het basispakket.
Wanneer deze beoordeling is uitgevoerd en er – voor zover van toepassing – waarborgen
zijn voor gepast gebruik en sprake is van een succesvolle prijsonderhandeling, besluit
de Minister van VWS over het alsnog opnemen van atezolizumab in het basispakket voor
de behandeling van longkanker en van urotheelcarcinoom.
Gedurende de tijd dat atezolizumab voor de behandeling van longkanker en van urotheelcarcinoom
is uitgesloten van het basispakket zal het geneesmiddel niet worden vergoed.
4. Procedurele verankering van de uitsluiting van dure (intramurale) geneesmiddelen
De uitsluiting van dure intramurale geneesmiddelen wordt nader vormgegeven met een
wijziging van het Bzv. Het ontwerp van deze algemene maatregel van bestuur is op 9 december
2016 aan het parlement voorgelegd (Kamerstukken II 2016/17, 29 477, nr. 401). Op 23 februari 2017 heeft de Tweede Kamer het verslag vastgesteld van het schriftelijk
overleg over het ontwerp (Kamerstukken II 2016/17, 29 477, nr. 418). Het streven is de wijziging van het Bzv in 2017 in werking te laten treden. Vooruitlopend
op die structurele vormgeving zullen nog meer geneesmiddelen kunnen worden uitgesloten
van het basispakket.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers