Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 27 juni 2017, nr. IENM/BSK/265757, tot toelating van militair luchthavenluchtverkeer op luchthaven Lelystad (Regeling militair luchthavenluchtverkeer luchthaven Lelystad)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gelet op artikel 8.78 in samenhang met artikel 8.24a, derde lid, van de Wet luchtvaart;

BESLUIT:

Artikel 1

  • 1. Als gevallen waarin de exploitant van de luchthaven Lelystad luchthavenluchtverkeer ten behoeve van de militaire luchtvaart moet toelaten op de luchthaven Lelystad, worden aangewezen:

    • a. regeringsvluchten;

    • b. humanitair noodzakelijke vluchten;

    • c. operationeel noodzakelijke vluchten;

    • d. vluchten uit hoofde van een algemeen maatschappelijk belang.

  • 2. Uitgezonderd van het in het eerste lid bedoelde luchthavenluchtverkeer is het luchthavenluchtverkeer met aan boord gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 2, onder 1°, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht.

Artikel 2

Het Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling militair luchthavenluchtverkeer luchthaven Lelystad.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

TOELICHTING

Inleiding

Het Luchthavenbesluit Lelystad is met ingang van 1 april 2015 in werking getreden. Met dit luchthavenbesluit wordt de uitbreiding van luchthaven Lelystad mogelijk gemaakt. In het luchthavenbesluit zijn grenswaarden en regels opgenomen voor het gebruik van de luchthaven door het luchthavenluchtverkeer. Ten aanzien van de ruimtelijke ordening vanwege de luchthaven bevat het luchthavenbesluit de aanduiding van het luchthavengebied en de bestemmingen die daarin gelden en de aanduiding van de beperkingengebieden met de daarin geldende ruimtelijke regels.

Voordat het luchthavenbesluit op grond van de Wet luchtvaart in werking trad, was op luchthaven Lelystad het stelsel van de Luchtvaartwet van toepassing. Dit hield onder andere in dat aanwijzingsbesluiten werden vastgesteld om het gebruik van de luchthaven te reguleren. Tevens werd op grond van de Luchtvaartwet het militair medegebruik van luchthaven Lelystad geregeld. Met de overgang van het stelsel van de Luchtvaartwet naar de Wet luchtvaart vanwege de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens; Stb. 2008, 561) is in de Wet luchtvaart een grondslag opgenomen om het mogelijke gebruik van burgerluchthavens door militair luchthavenluchtverkeer te regelen. Ten aanzien van luchthaven Lelystad bevat artikel 8.78 in samenhang met artikel 8.24a, derde lid, van de Wet luchtvaart de grondslag om in overeenstemming met de Minister van Defensie de exploitant te verplichten militair luchthavenluchtverkeer in aangewezen gevallen op de luchthaven toe te laten. Deze gevallen worden in de onderhavige regeling aangewezen. Deze regeling betreft materieel een voortzetting van het militaire medegebruik dat voor de inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad al mogelijk was, maar toen op basis van een ontheffing van het aanwijzingsbesluit. Het militair medegebruik betreft het gebruik door zowel Nederlandse als buitenlandse militaire luchtvaartuigen.

Militair luchthavenluchtverkeer

Onder militair luchthavenluchtverkeer wordt al het luchthavenluchtverkeer verstaan dat plaatsvindt met toestellen die zijn voorzien van een militaire registratie. Daarbij kan het gaan om vliegtuigen die naar hun aard zijn bestemd voor militair gebruik, maar ook om vliegtuigen die geschikt zijn voor gebruik in de burgerluchtvaart. Zo kunnen toestellen die in gebruik zijn als regeringsvliegtuig, militair geregistreerd zijn.

Het militair medegebruik dat van luchthaven Lelystad wordt gemaakt, telt in het kader van de handhaving mee bij de berekening van de grenswaarden, zoals die in het Luchthavenbesluit Lelystad zijn vastgelegd. Het medegebruik dient tevens door te werken in alle bestaande procedures zoals de alarmregeling en het bedrijfsnoodplan. Het feit dat het militair medegebruik van zeer beperkte omvang is, brengt mee dat dit onderdeel van het reguliere operationele gebruik van luchthaven Lelystad zal uitmaken. Daarbij is ook van belang dat op grond van artikel 1, tweede lid, van de onderhavige regeling de exploitant geen militair luchthavenluchtverkeer op luchthaven Lelystad mag toelaten dat voorzien is van munitie. Op het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht door de krijgsmacht zijn de ingevolge de Wet luchtvaart geldende regels van toepassing. Luchthaven Lelystad is er niet voor uitgerust om dergelijke lading op een veilige manier af te handelen.

Uit schattingen van het Ministerie van Defensie zal het militair medegebruik circa 170 vliegtuigbewegingen per jaar betreffen. Gebruik zal worden gemaakt van transporthelikopters, aanvalshelikopters, transportvliegtuigen en opleidingsvliegtuigen.

Consultatie

Bij de voorbereidingen van deze regeling is een concept toegestuurd aan de exploitant van luchthaven Lelystad. Lelystad Airport heeft aangegeven positief tegenover het concept te staan.

Artikelsgewijs

Artikel 1, eerste lid, onderdeel a

Voor situaties waarbij het niet mogelijk is dat militair geregistreerde regeringsvliegtuigen op militaire luchthavens kunnen landen, is het nodig om te regelen dat deze op luchthaven Lelystad kunnen landen.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel b

Met ‘humanitair noodzakelijke vluchten’ wordt met name gedoeld op vluchten ten behoeve van het bieden van humanitaire noodhulp. Gedacht moet worden aan vluchten ten behoeve van noodhulp bij rampen zoals hongersnood. Voorts kan het voorkomen dat voor vluchten ten behoeve van het vervoer van gewonden gebruik moet worden gemaakt van luchthaven Lelystad, bijvoorbeeld als gevolg van de weersomstandigheden.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel c

Bij ‘operationeel noodzakelijke vluchten’ gaat het bijvoorbeeld om gevallen waarin een militair luchtvaartuig moet worden bijgetankt of nader onderhoud moet ondergaan. Indien het gebruik van een militaire luchthaven niet tot de mogelijkheden behoort, kan het gebruik van luchthaven Lelystad voor deze categorie vluchten noodzakelijk zijn.

Ook worden onder deze categorie vluchten verstaan die zien op opleiding en trainen van noodzakelijke vaardigheden voor het vliegen van en naar burgerluchthavens. Het betreft enerzijds luchthavenoriëntatie zodat militaire vliegers getraind worden en zij zodoende bij daadwerkelijke inzet op luchthaven Lelystad veilig gebruik kunnen maken van deze luchthaven. Anderzijds betreft het proceduretraining. Burgerluchthavens van nationale betekenis beschikken over aan- en uitvliegprocedures die niet of nauwelijks voor militaire luchthavens gelden en daardoor onvoldoende kunnen worden beoefend op militaire luchthavens.

Artikel 1, eerste lid, onderdeel d

De gevallen van vluchten ten behoeve van ‘een algemeen maatschappelijk belang’ kunnen uiteenlopend van aard zijn. Gedacht kan worden aan vluchten in het kader van 5 mei-vieringen, Koningsdag, militaire bijstand op basis van de Politiewet 2012 of de Wet veiligheidsregio’s zoals in het geval van (bos)brandbestrijding, alsmede steunverlening in het openbaar belang.

Artikel 1, tweede lid

Op het vervoer, waaronder begrepen het laden en lossen, van gevaarlijke stoffen door de lucht met militaire luchtvaartuigen zijn de ingevolge de Wet luchtvaart geldende regels van toepassing. Van de onderhavige regeling is het verkeer met luchtvaartuigen met aan boord gevaarlijke stoffen van de klasse 1 (Class 1 Explosives) in de zin van artikel 2, onder 1°, van het Besluit vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht en de zogenaamde Technische Voorschriften, zijnde de ingevolge een mededeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu gepubliceerd in de Staatscourant van kracht zijnde versie van de bij Annex 18 behorende ‘Technical Instructions for the Safe Transport of Dangerous goods by Air’, Doc 9284-AN/905, inclusief het Supplement, zoals ter inzage gelegd op de bij die mededeling aangegeven locatie, uitgesloten. Onder Annex 18 wordt verstaan de ingevolge een mededeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu gepubliceerd in de Staatscourant van kracht zijnde versie van de op grond van de artikelen 37, 54 en 90 van het op 7 december 1944 te Chicago gesloten Verdrag inzake de Burgerluchtvaart (Trb. 1973, 109) door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie vastgestelde Annex 18 (The Safe Transport of Dangerous Goods by Air), zoals ter inzage gelegd op de bij die mededeling aangegeven locatie.

De luchthaven Lelystad is er niet voor uitgerust om dergelijke stoffen op een veilige manier af te handelen. De onderhavige beperking geldt derhalve zowel voor de munitie voor het wapensysteem als voor de onderdelen van de operationele uitrusting, bedoeld voor zelfverdediging, zoals chaff en flares, en voor de lading van het luchtvaartuig.

Artikel 2

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om het Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport (Stcrt. 1999, 207 en gewijzigd bij Stcrt. 2000, 34) in te trekken. In dit besluit is geregeld dat luchthaven Rotterdam tussen bepaalde tijdstippen gesloten is voor veel geluidhinder veroorzakende vliegtuigen. Met ingang van 1 mei 2013 is op grond van het overgangsrecht bij de Wet RBML de Omzettingsregeling luchthaven Rotterdam The Hague Airport in werking getreden. In deze regeling zijn dergelijke bepalingen ook opgenomen (artikel 4). Het Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport is hiermee overbodig geworden.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Naar boven