Wijziging Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport

15 februari 2000

Nr. DGRLD/JBZ/L 20.210009

Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport wordt als volgt gewijzigd:

A. Artikel 3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel b wordt de punt vervangen door een puntkomma.

2. Na onderdeel b wordt een nieuw onderdeel c toegevoegd, luidende:

c. vluchten in de periode 18.00 tot 23.00 uur en in de periode 07.00 tot 08.00 uur plaatselijke tijd, met een hoofdstuk 2 of hoofdstuk 3 vliegtuig met een maximaal toegelaten totaalmassa van ten hoogste 34 ton, waarvan de maximale binnenruimte waarvoor het bepaalde type vliegtuig toestemming is verleend ten hoogste 19 passagiersstoelen bevat, de stoelen voor de bemanning niet meegerekend.

B. De artikelen 4 en 5 vervallen.

C. In artikel 6, eerste lid, komt de zinsnede ‘en artikel 5, eerste lid,’ te vervallen.

D. In artikel 6, tweede lid, komt de zinsnede ‘en artikel 5, tweede lid, onderdeel a tot en met f’ te vervallen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,
T. Netelenbos.

Bezwaar

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift, gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, indienen bij:

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Directoraat-Generaal Rijksluchtvaartdienst

Afdeling Juridische en Bestuurlijke Zaken

Postbus 90771

2509 LT Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en moet tenminste bevatten:

a. de naam en het adres van de indiener;

b. de dagtekening;

c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

d. de gronden van het bezwaar.

Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de President van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden gepubliceerd. Een afschrift van dit besluit met de toelichting en de bijlage wordt ter inzage gelegd op de volgende locaties en kan gedurende de reguliere openingstijden worden ingezien bij:

- de gemeentehuizen van Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs, Rotterdam en Schiedam;

- de secretarieën van de deelgemeenten Hilligersberg-Schiebroek en Overschie;

- de hoofdvestigingen van de openbare bibliotheken in bovengenoemde (deel)gemeenten;

- het provinciehuis van de Provincie Zuid-Holland in Den Haag;

- de informatiebalie van Rotterdam Airport op de luchthaven;

- het Informatie- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (Plesmanweg 1-6) en in het Bibliotheek & Informatiecentrum van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Rijnstraat 8), beide in Den Haag.

Toelichting

Met het onderhavige besluit wordt het Besluit gebruiksbeperkingen Rotterdam Airport (Stcrt. 1999, 207), hierna te noemen ‘het Besluit’, gewijzigd.

Aanleiding hiervoor is een op 6 december 1999 bij de Minister van Verkeer en Waterstaat ingediend verzoek door een tweetal bedrijven (hierna: verzoekers) om het verbod van artikel 2 van het Besluit in te perken, in die zin dat het verbod niet van toepassing is op vluchten in de periode 18.00 uur tot 23.00 uur en 07.00 uur tot 08.00 uur met Hoofdstuk 2 vliegtuigen die ten hoogste 34 ton wegen en ten hoogste 19 passagiersstoelen bevatten.

De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft, in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, besloten aan dit verzoek tegemoet te komen.

Daarbij is overwogen dat de categorie vliegtuigen waar het in het onderhavige geval om gaat (Hoofdstuk 2 vliegtuigen met een maximaal toegelaten totaalmassa van 34 ton en geschikt voor maximaal 19 passagiersstoelen) qua geluidscertificering weliswaar Hoofdstuk 2 vliegtuigen zijn en derhalve relatief gezien meer geluid produceren dan een Hoofdstuk 3 vliegtuig, doch dat deze vliegtuigen qua feitelijke geluidsprestaties gezien hun geringe gewicht absoluut gezien weinig geluid produceren. Mede om die reden is ook in Richtlijn nr. 92/14/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 maart 1992, betreffende de beperking van de exploitatie van vliegtuigen van bijlage 16 van het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart, Boekdeel I, deel 2, hoofdstuk 2, en in de Regeling ter beperking van de exploitatie van niet-Hoofdstuk 3 vliegtuigen (Stcrt. 1992, 94, laatstelijk gewijzigd Stcrt. 1998, 61) deze categorie vliegtuigen uitgezonderd. Daarnaast hebben de Ministers overwogen dat voor wat betreft dezelfde categorie Hoofdstuk 3 vliegtuigen eveneens een uitzondering dient te worden gemaakt: deze categorie maakt immers (ook absoluut genomen) minder geluid dan voornoemde categorie Hoofdstuk 2 vliegtuigen.

Vrij vertaald houdt een en ander in dat voor kleine Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 vliegtuigen een nachtelijke beperking gaat gelden van 23.00 uur tot 07.00 uur. Voor grote Hoofdstuk 2 vliegtuigen en luidruchtige (grote) Hoofdstuk 3 vliegtuigen blijft de beperking van 18.00 uur tot 08.00 uur in stand.

De artikelen 4 en 5 van het Besluit vervallen naar aanleiding van het vonnis in kort-geding van de President van de arrondissementsrechtbank te Haarlem van 5 november 1999 (nr. 60456/KG ZA 99-652).

Naar boven