De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op artikel 1.5b, vijfde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit;
Besluit:
TOELICHTING
Met deze regeling wordt het mogelijk de aanvraag voor aanwijzing van een certificerende
instelling op het werkveld van de dienstverlening door arbodiensten tijdelijk niet
te doen vergezellen van een beoordeling door de Stichting Raad voor Accreditatie,
maar door een beoordeling door de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk
onderzoek (TNO).
Op het werkterrein arbodiensten zijn op dit moment twee instellingen aangewezen als
certificerende instellingen waarvan de aanwijzing vervalt met ingang van 1 juli 2017.
Het gaat om DNV GL Business Assurance B.V. en om Lloyd’s Register Nederland B.V. (zie
voor de publicatie van de aanwijzingen Staatscourant van 26 juni 2015, nr. 17334 en van 30 juni 2015, nr. 17850). Deze instellingen zijn in 2015 aangewezen op basis van beoordelingen door TNO voor
een periode van twee jaar, waarbij was bepaald dat de aanwijzing voor vier jaar zou
gelden (dus tot 1 juli 2019) ervan uitgaande dat de bijlagen IIa en IIb bij de Arbeidsomstandighedenregeling
vóór 1 juli 2017 zouden zijn gewijzigd en in werking getreden. Omdat genoemde bijlagen
niet vóór 1 juli 2017 zullen zijn gewijzigd, eindigt de aanwijzing van de beide instellingen
met ingang van 1 juli 2017.
Bij de aanwijzing van beide instellingen is in 2015 (net als nu) gebruik gemaakt van
de mogelijkheid op basis van artikel 1.5b, vijfde lid, van het besluit om beoordelingen
van de certificerende instellingen op een bepaald werkterrein ten behoeve van hun
aanwijzingen door een andere organisatie te laten uitvoeren dan door de Raad voor
Accreditatie (RvA). Daartoe was de Arbeidsomstandighedenregeling tijdelijk gewijzigd
door de opname daarin van artikel 9.2b (Staatscourant van 31 maart 2015, nr. 8497).
In 2015 werd verwacht dat een ingrijpende wijziging van de bijlagen IIa en IIb vóór
1 juli 2017 gerealiseerd zou kunnen worden en dat de aanwijzing van beide instellingen
vanaf 1 juli 2017 weer zou kunnen worden gebaseerd op beoordelingen door de RvA. Het
wijzigen van genoemde bijlagen gebeurt op basis van een voorstel van de beheerstichting
die daarvoor aanzienlijk meer tijd nodig heeft dan destijds werd voorzien.
Nu de aanpassing van de bijlagen IIa en IIb nog niet gereed is en de aanwijzing van
beide genoemde instellingen met ingang van 1 juli 2017 eindigt, is besloten om hun
aanwijzing opnieuw te baseren op beoordelingen door TNO.
TNO is gevraagd om de beoordelingen van beide certificerende instellingen uit te voeren.
TNO zal deze beoordelingen naar verwachting in juni 2017 uitvoeren en op zijn vroegst
begin juli 2017 vaststellen. Omdat ook de Inspectie SZW enige tijd nodig heeft voor
de procedurele afwikkeling van de aanwijzing van de certificerende instellingen op
basis van positieve beoordelingsadviezen van TNO is het niet mogelijk om de certificerende
instellingen nog met ingang van 1 juli 2017 aan te wijzen op basis van deze nieuwe
beoordelingen van TNO. Daarom is in het eerste lid, onder a, van artikel 9.2c geregeld
dat de aanwijzingen van de bedoelde certificerende instellingen tijdelijk nog kunnen
worden gebaseerd op de door TNO in 2015 uitgevoerde beoordelingen. Het gaat hier om
een tijdelijke aanwijzingsmogelijkheid voor een beperkte periode, namelijk tot 1 december
2017, zodat de continuïteit van de certificatie op het terrein van de arbodiensten
kan worden gewaarborgd. Dit wordt verantwoord geacht omdat er geen aanwijzingen bestaan
dat de beide certificerende instellingen hun taken niet goed uitvoeren en doorgaans
certificerende instellingen op grond van een positieve beoordeling voor vier jaar
worden aangewezen.
In de periode tot 1 december 2017 zal TNO de nieuwe beoordelingen van de beide aangewezen
instellingen afronden op basis waarvan de beide instellingen vervolgens voor een langere
periode zullen kunnen worden aangewezen (ervan uitgaande dat de TNO-beoordelingen
leiden tot een positieve beoordeling).
Daarnaast is het nodig dat tot en met 30 juni 2018 ook nog niet eerder aangewezen
instellingen de mogelijkheid hebben zich te laten beoordelen door TNO. Dat is verwoord
in de tekst van artikel 9.2c, eerste lid, onder b. Na deze datum kan de RvA weer beoordelingen
uitvoeren op basis van te wijzigen bijlagen bij de Arbeidsomstandighedenregeling.
Doorgaans wordt, zoals hiervoor is aangegeven, een certificerende instelling voor
vier jaar aangewezen, maar in verband met voorgenomen overgang van beoordeling door
de RvA naar accreditatie door de RvA per 1 januari 2020 zullen deze aanwijzingen op
basis van artikel 9.2c, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenregeling niet voor
de volledige termijn van vier jaar worden gedaan, maar zullen deze uiterlijk vervallen
met ingang van 1 januari 2020. Vanaf 1 januari 2020 dienen de instellingen te zijn
aangewezen op grond van een accreditatie door de RvA.
De Inspectie SZW heeft aangegeven dat zij geen uitvoerings- of handhavingsproblemen
ziet op grond van deze regeling en heeft verder enkele redactionele verbeteringen
voorgesteld die zijn overgenomen.
Aangezien het hier spoed- of noodwetgeving betreft wordt afgeweken van de toepassing
van de vaste verandermomenten.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
L.F. Asscher