De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Gelet op artikel 7, vierde lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Besluit:
ARTIKEL I
Artikel 1, onderdeel b, van de Regeling aanwijzing TMG-functies wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede ‘plaatsvervangend secretaris-generaal van het Ministerie bij Volksgezondheid,
Welzijn en Sport’ wordt vervangen door: plaatsvervangend secretaris-generaal bij het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
2. In de opsomming wordt onder ‘plaatsvervangend secretaris-generaal bij het Ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport’ ingevoegd: plaatsvervangend secretaris-generaal
bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
ARTIKEL II
De regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk
TOELICHTING
1. Algemeen
De topmanagementgroep bij de Rijksoverheid (TMG) omvatte tot 1 januari 2017 de functies
van secretaris-generaal, directeur-generaal, inspecteur-generaal, thesaurier-generaal,
de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, ABDTOPconsultant en
de directeuren van de planbureaus (het Centraal Planbureau, het Sociaal en Cultureel
Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving). Op 1 januari 2017 zijn alle functies
op salarisschaal 18-niveau aan de TMG toegevoegd, tenzij:
-
• het een plaatsvervangend directeur-generaal of plaatsvervangend inspecteur-generaal
betreft,
-
• de functionaris een formatieve functie op salarisschaal 18 uitoefent maar geen lid
is van de Bestuursraad, of
-
• de functionaris een formatieve functie op salarisschaal 18 uitoefent maar niet eindverantwoordelijk
is voor een ambtelijke dienst.
Deze uitbreiding is geformaliseerd in de Regeling aanwijzing TMG-functies (Stcrt. 2016, 61103) bij gelijktijdige wijziging van artikel 7, vierde lid, Algemeen Rijksambtenarenreglement
(hierna: ARAR.1
Per 1 juli 2017 maken de functies van secretaris-generaal en directeur-generaal bij
het ministerie van Buitenlandse Zaken deel uit van de topmanagementgroep.2 Het toevoegen van deze functies aan de TMG komt voort uit het Regeerakkoord 2012.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken kent eveneens de functie van plaatsvervangend
secretaris-generaal. Deze functie wordt thans toegevoegd aangezien de functie voldoet
aan de criteria op grond waarvan de functies op salarisschaal 18-niveau aan de TMG
worden toegevoegd. Daarmee zijn alle leden van de bestuursraad van het ministerie
van Buitenlandse Zaken aangewezen als TMG-lid. Het is niet nodig om in de regeling
de functies van secretaris-generaal en directeur-generaal bij het ministerie van Buitenlandse
Zaken op te nemen omdat zij in generieke zin zijn opgenomen onder artikel 1, onderdeel
a, van de regeling.
Vanaf het moment van inwerkingtreding van de onderhavige regeling valt de plaatsvervangend
secretaris-generaal bij het ministerie van Buitenlandse zaken niet langer onder het
Reglement Dienst Buitenlandse Zaken, maar onder het ARAR). Overeenkomstig de bestaande
situatie voor de huidige TMG-leden, komt het werkgeverschap voor de plaatsvervangend
secretaris-generaal bij het ministerie van Buitenlandse Zaken te liggen bij de minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Voorts wordt in de Regeling aanwijzing TMG-functies een wijziging van technische aard
doorgevoerd. De TMG-functie van plaatsvervangend secretaris-generaal bij het ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is per abuis beschreven als plaatsvervangend
secretaris-generaal van het ministerie bij Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit
wordt thans gecorrigeerd.
2. Gevolgen voor de regeldruk
Deze regeling brengt geen regeldrukeffecten met zich.
3. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2017. Hiermee is voldaan aan
de systematiek van de vaste verandermomenten bij invoering of wijziging van wet- en
regelgeving. Wel is afgeweken van de daarbij gebruikelijk gehanteerde minimale invoeringstermijn
van twee maanden, omdat de bekrachtiging van het Besluit van 30 mei 2017, houdende
wijziging van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken en het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke
Rijksambtenaren 1984 in verband met de toetreding van de ambtelijke leiding van het
Ministerie van Buitenlandse Zaken tot de topmanagementgroep (Stb. 2017, 277) moest worden afgewacht.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.H.A. Plasterk