Regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 mei 2017, nr. WJZ/16119684, tot wijziging van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten en de Regeling nationaal autonoom geregelde meetinstrumenten in verband met de weegverplichting uit het SOLAS-verdrag

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 11 van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten wordt als volgt gewijzigd:

A

In de aanhef van artikel 10 wordt na ‘artikel 2, onderdeel e, onder 1°,’ ingevoegd: of artikel 2a.

B

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘e.’ komt te vervallen.

2. Aan de opsomming aan het eind van artikel 15 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 4° door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • 5°. het wegen van beladen containers, bedoeld in hoofdstuk VI, deel A, voorschrift 2, vierde lid, onderdeel 1, van de bijlage van het SOLAS-verdrag.

C

Aan artikel 19 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. het wegen van beladen containers, bedoeld in hoofdstuk VI, deel A, voorschrift 2, vierde lid, onderdeel 1, van de bijlage van het SOLAS-verdrag.

ARTIKEL II

Artikel 75 van de Regeling nationaal autonoom geregelde meetinstrumenten wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel c vervalt ‘of’.

2. De punt aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: ; of.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. het wegen van beladen containers, bedoeld in hoofdstuk VI, deel A, voorschrift 2, vierde lid, onderdeel 1, van de bijlage van het SOLAS-verdrag.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 4 mei 2017 tot wijziging van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers in verband met de weegverplichting uit het SOLAS-verdrag (Stb. 2017, 192) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 mei 2017

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanleiding en doel

Op grond van de op 1 juli 2016 in werking getreden wijziging (Trb. 2015, 152) van het Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157, hierna: SOLAS-verdrag), moet de massa (het gewicht) van zeecontainers worden geverifieerd alvorens deze containers aan boord van een (zee)schip mogen worden geladen. Achtergrond is een aantal incidenten met schepen, waarbij containers op zee verloren gingen. Dit werd onder meer veroorzaakt door verkeerde belading doordat de containers aanzienlijk zwaarder (of soms lichter) bleken dan opgegeven, met als gevolg risico’s voor de stabiliteit en op overbelasting van het schip.

De aanpassing van het SOLAS-verdrag geeft twee mogelijkheden om de massa van een container vast te stellen. Een mogelijkheid is het berekenen van de massa door het optellen van het gewicht van de inhoud van de container, inclusief verpakkingsmateriaal, pallets, stuwagemateriaal en dergelijke, en van het gewicht van de container zelf met gebruikmaking van een door de bevoegde autoriteit toegelaten, gecertificeerde berekeningsmethode. Deze berekeningsmethode is door middel van de regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 16 juni 2016, nr. IENM/BSK-2016/113479, tot wijziging van de Regeling veiligheid zeeschepen in verband met de vaststelling van de methode voor berekening van geverifieerde brutomassa van een beladen container ingevolge voorschrift 2, deel A, hoofdstuk VI, van het SOLAS-verdrag (Stcrt. 2016, 30677) vastgelegd in artikel 44a van de Regeling veiligheid zeeschepen. Deze gecertificeerde berekeningsmethode is echter niet voor alle soorten lading geschikt respectievelijk niet altijd de meest geëigende methode om de massa van een container te verifiëren.

Voorzien is dan ook in een andere mogelijkheid, namelijk het daadwerkelijk wegen van de beladen container om zo de massa te bepalen. Het SOLAS-verdrag bepaalt dat het wegen dient te geschieden met gebruikmaking van gekalibreerde en gecertificeerde meetinstrumenten. Met het Besluit van 4 mei 2017 tot wijziging van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers in verband met de weegverplichting uit het SOLAS-verdrag (Stb. 2017, 192) is daarom in het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers opgenomen dat voor het wegen van containers op grond van het SOLAS-verdrag een geregeld meetinstrument gebruikt moet worden. Hiervoor kunnen verschillende geregelde meetinstrumenten gebruikt worden, te weten een automatische vangweger, een niet-automatisch weeginstrument en een dynamische weegbrug. In de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten en de Regeling nationaal autonoom geregelde meetinstrumenten zijn regels opgenomen voor de gebruiksfase van die instrumenten. In deze regelingen is tevens bepaald dat de meest onnauwkeurige weeginstrumenten (voor de niet-automatische weegwerktuigen, automatische vangwegers en de dynamische weegbruggen zijn dit respectievelijk de klasse IIII, Y(b), 0,5 en 1) alleen gebruikt mogen worden voor het wegen van goederen met weinig economische waarde.

In het kader van het SOLAS-verdrag gaat het in dit geval niet om het bepalen van de economische waarde van goederen maar om het bepalen van de massa ten behoeve van het opstellen van een beladingsplan voor zeeschepen. Deskundigen die zijn geraadpleegd bij het opstellen van deze regeling, waaronder NMi Certin, onderschrijven dat een keuze van klasse IIII, Y(b) of 0,5 en 1 acceptabel kan worden geacht. Andere EU-lidstaten, waaronder België, Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, hanteren dezelfde nauwkeurigheidsklassen voor deze meettaak. Ook internationaal wordt het gebruik van deze nauwkeurigheidsklassen als voldoende beschouwd om de doelstellingen van het SOLAS-verdrag te bereiken. Strengere eisen zouden leiden tot nodeloos hoge kosten voor het bedrijfsleven.

Om mogelijk te maken dat voor het wegen van zeecontainers weeginstrumenten kunnen worden gebruikt die zijn toegesneden op eerdergenoemde onnauwkeurigheidsmarges is aanpassing nodig van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten en van de Regeling nationaal autonoom geregelde meetinstrumenten. Meer precies moet in de opsomming van meettaken waarvoor bedoelde meetinstrumenten met een lagere nauwkeurigheidsklasse mogen worden gebruikt, worden toegevoegd het bepalen van de massa van zeecontainers zoals voortvloeit uit de wijziging van het SOLAS-verdrag. Deze wijzigingsregeling voorziet hierin.

2. Regeldruk

Voor de gevolgen voor de administratieve lasten die voortvloeien uit de wijziging van het SOLAS-verdrag wordt verwezen naar de regeldrukparagraaf in het Besluit van 4 mei 2017 tot wijziging van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers in verband met de weegverplichting uit het SOLAS-verdrag.

3. Uitvoering en handhaving

Een ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de toezichthouder Agentschap Telecom. Zij acht de conceptregeling uitvoerbaar en handhaafbaar.

II. Artikelen

Artikel I, onderdeel A

In artikel 10 van de Regeling gebruik en installatie EU-meetinstrumenten zijn de eisen opgenomen waaraan automatische vangwegers die in gebruik zijn genomen, moeten voldoen. Deze eisen zijn ook van toepassing op automatische vangwegers die gebruikt worden om te voldoen aan de verplichting uit het SOLAS-verdrag. Daarom is deze meettaak hier toegevoegd.

Artikel I, onderdelen B en C, en artikel II

Met deze onderdelen is mogelijk gemaakt om voor het wegen van beladen containers als bedoeld in het SOLAS-verdrag automatische vangwegers met nauwkeurigheidsklasse Y(b), niet-automatische weegwerktuigen met nauwkeurigheidsklasse IIII en dynamische weegbruggen met nauwkeurigheidsklasse 0,5 of 1 te gebruiken.

Artikel III

Deze wijzigingsregeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit van 4 mei 2017 tot wijziging van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers in verband met de weegverplichting uit het SOLAS-verdrag in werking treedt. Met de inwerkingtredingsdatum wordt afgeweken van het beleid inzake de vaste verandermomenten. Deze afwijking is gerechtvaardigd daar het implementatie van een verdragswijziging betreft.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven