Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 februari 2017, 2017-0000022901, tot wijziging van de Arbeidsomstandighedenregeling in verband met aanpassing van bijlage XIIIa, XIIIc en XIIIe en enkele andere wijzigingen alsmede een wijziging van de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 1.5a, tweede lid, 1.5b, derde lid, 1.5f, tweede lid, 4.53c, derde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit en artikel 6d, derde lid, van het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Arbeidsomstandighedenregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4.30 wordt als volgt gewijzigd:

1. in het eerste lid wordt ‘artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel a,’ vervangen door: artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel a, van het besluit;

2. in de aanhef van het tweede lid wordt ‘artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel b,’ vervangen door: artikel 4.53c, tweede lid, onderdeel b, van het besluit.

B

Bijlage IIb, behorend bij artikel 2.8, wordt als volgt gewijzigd:

1. In hoofdstuk 6, ‘Werkveldspecifieke eisen’ onder ‘Aanvullende eisen’, onderdeel 6 ‘Communicatie met de klant (Paragraaf 7.2.3 van ISO 9001:2008)’ vervalt bij het derde bolletje: Vermoede beroepsziekten worden gemeld bij de werkgever en de medezeggenschapsvertegenwoordiging of, bij het ontbreken daarvan, bij de belanghebbende werknemers.

2. In paragraaf 7.2 ‘Ziekteverzuimbegeleiding’, onderdeel c, vervalt bij het eerste bolletje: vermoede.

C

Bijlage XIIIa, behorend bij artikel 4.27, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt ‘NEN-EN 2990: NEN-EN 2990:2012, Algemene eisen voor Lucht – Eindcontrole na asbestverwijdering, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut’ vervangen door: NEN 2990: NEN 2990:2012 inclusief de NEN Interimregeling eindcontrole na een asbestsanering in risicoklasse 2A, Algemene eisen voor Lucht – Eindcontrole na asbestverwijdering, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut.

2. Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a. het derde lid vervalt;

b. het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde lid en vierde lid.

3. Artikel 18 wordt als volgt gewijzigd:

a. onder vernummering van het derde tot en met achtste lid tot vijfde tot en met tiende lid, worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 3. Het asbestinventarisatiebedrijf meldt uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden de begintijd en de eindtijd van de asbestinventarisatie in het LAVS.

  • 4. Het asbestinventarisatiebedrijf meldt wijzigingen van de begintijd en de eindtijd van de asbestinventarisatie onmiddellijk in het LAVS.

b. het negende lid (nieuw) vervalt;

c. het tiende lid (nieuw) wordt vernummerd tot negende lid en daarin wordt in onderdeel a ‘zevende lid’ vervangen door: derde lid.

4. Artikel 20, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het asbestinventarisatiebedrijf draagt er zorg voor dat van elk aangetroffen type asbestverdacht materiaal een representatief monster wordt genomen. Deze verplichting geldt niet bij objecten waarvan uit geraadpleegde documentatie aantoonbaar blijkt:

    • a. welke soorten asbest in het object verwerkt zijn en wat de percentages asbest zijn; of

    • b. dat er asbest in het object verwerkt is en voor SMART geen analyseresultaten nodig zijn om de risicoklasse te bepalen.

5. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:

a. het derde lid vervalt;

b. het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde lid en vierde lid.

6. Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

a. in het tweede lid vervalt onderdeel e en worden de onderdelen f tot en met l geletterd e tot en met k;

b. in het derde lid wordt in onderdeel a ‘het tweede lid, onderdeel g tot en met l’ vervangen door: het tweede lid, onderdeel f tot en met k.

7. Artikel 42, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. in onderdeel a wordt de puntkomma aan het slot vervangen door ‘; en’;

b. in onderdeel b wordt aan het slot ‘; en’ vervangen door een punt;

c. onderdeel c vervalt.

8. Artikel 43 wordt als volgt gewijzigd:

a. het derde lid, onderdeel f, komt te luiden:

  • f. wanneer het containment betreedbaar is, wordt een drietraps decontaminatie-unit aan het containment gekoppeld. Indien er geen ruimte beschikbaar is voor een drietraps decontaminatie-unit, wordt een tweetraps decontaminatie-unit aan dat containment gekoppeld waarbij de schone ruimte vervalt. Als er ook geen ruimte beschikbaar is voor de plaatsing van een tweetraps decontaminatie-unit, mag gebruik worden gemaakt van een transit-sluis in combinatie met de transitprocedure. De motivatie voor gebruik van een tweetraps decontaminatie-unit of van de transit-sluis is in het werkplan vastgelegd; en.

b. het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Bij verwijdering van asbesthoudend materiaal wordt emissie van asbest zoveel mogelijk voorkomen door:

    • a. het asbesthoudende materiaal voorzichtig te behandelen;

    • b. bronmaatregelen te nemen waarbij in ieder geval:

      • 1°. daar waar mogelijk gebruik wordt gemaakt van demontage waardoor breuk van een asbesttoepassing wordt voorkomen;

      • 2°. daar waar breuk van een asbesttoepassing niet voorkomen kan worden bronafzuiging wordt toegepast, tenzij dat aantoonbaar technisch niet mogelijk is of het gebruik van bronafzuiging leidt tot grotere risico’s voor de veiligheid of de gezondheid; en

      • 3°. daar waar sprake is van niet hechtgebonden asbesttoepassingen of van ernstig verweerde hechtgebonden asbesttoepassingen de te verwijderen toepassing voorafgaand geïmpregneerd wordt met een daarvoor geschikt middel, zodanig dat dit impregneren bij een niet-hechtgebonden toepassing geschiedt totdat deze toepassing verzadigd is, tenzij het impregneren van genoemde asbesttoepassingen aantoonbaar technisch niet mogelijk is of het impregneren aantoonbaar leidt tot grotere risico’s voor de veiligheid of de gezondheid.

c. in het tiende lid wordt ‘artikel 42, tweede lid‘ vervangen door ‘het tweede lid’.

D

Bijlage XIIIc, behorende bij artikel 4.27, wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 15, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. onderdeel a en b vervallen;

b. onderdeel c tot en met f worden verletterd tot onderdeel a tot en met d;

c. in onderdeel b (nieuw) wordt ‘één jaar’ vervangen door: twaalf maanden.

2. Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

a. het eerste lid, onderdeel b en c, komen te luiden:

  • b. in het bezit is of is geweest van een DAV-2 certificaat of van een DTA-certificaat; of.

  • c. in het bezit is van een DAV-1 certificaat dat geldig is op de datum waarop het examen wordt afgelegd of op dat tijdstip niet langer dan drie maanden verlopen is, waarbij de aanvrager het praktijkservaringsdeel in een bedrijf met het procescertificaat asbestverwijdering heeft uitgevoerd en dit aantoonbaar is:

    • 1°. door middel van tijdens de asbestverwijderingswerkzaamheden verkregen logboekregistraties van ten minste 120 pakuren, waarvan ten minste 30 in containment, gewerkt in ten minste 40 dagen, waarin ten minste 1 pakuur is gewerkt; en

    • 2°. door een volledig ingevulde DAV-1 opdrachtenset.

b. in het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘één jaar’ vervangen door ‘twaalf maanden’.

3. Artikel 24, vijfde lid, vervalt.

4. In artikel 25, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘één jaar’ vervangen door: twaalf maanden.

5. In artikel 32 vervalt in de tabel de regel ‘3.2 Kan van asbestverdachte materialen in monsterpotjes op basis van materiaal, foto en omschrijving de hechtgebondenheid van het materiaal aangeven in de gradaties hechtgebonden of niet hechtgebonden’.

E

In bijlage XIIIe, behorend bij artikel 4.28, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 1 wordt ‘NEN-EN 2990: NEN-EN 2990:2012, Algemene eisen voor Lucht – Eindcontrole na asbestverwijdering, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut’ vervangen door: NEN 2990: NEN 2990:2012 inclusief de NEN Interimregeling eindcontrole na een asbestsanering in risicoklasse 2A, Algemene eisen voor Lucht – Eindcontrole na asbestverwijdering, uitgegeven door het Nederlands Normalisatie-instituut.

2. In de tabel asbestinventarisatie van bijlage 1, behorende bij artikel 23, tweede lid, van de bijlage XIIIe van de Arbeidsomstandighedenregeling:

a. vervalt in de kolom artikel ‘7.3’ en in de kolom categorie ‘II’;

b. wordt in de kolom artikel ‘7.4. a–b vervangen door ‘7.3 a–c’ en ‘7.5’ vervangen door ‘7.4’;

c. worden in de kolom artikel de onder elkaar opgenomen artikelen ‘18.4 a–c, 18.5, 18.6, 18.7 en 18.8 a–c’ vervangen door: 18.4, 18.5, 18.6 a–c, 18.7, 18.8 en 18.9. a–c;

d. wordt in de kolom categorie achter de kolom artikel 18.9.a–c ‘III’ vermeld.

3. In de tabel asbestverwijdering van bijlage 1, behorende bij artikel 23, tweede lid, van de bijlage XIIIe van de Arbeidsomstandighedenregeling:

a. wordt in de kolom artikel ’25.3’ vervangen door ’25.3 a–c’ en wordt ’25.4 a–c’ vervangen door ‘25.4’;

b. vervalt in de kolom artikel ’25.5’ en in de kolom categorie ‘II’;

c. vervalt in de kolom artikel ’32.2.e’ en in de kolom categorie ‘IV’;

d. wordt in de kolom artikel ‘32.2.f, 32.2g, 32.2.h, 32.2i, 32.2j, 32.2k respectievelijk 32.2l’ vervangen door: 32,2.e, 32.2.f, 32.2g, 32.2.h, 32.2i, 32.2j respectievelijk 32.2k;

e. wordt in de kolom artikel ’40.4’ en de kolom categorie ‘II’ vervangen door ‘40.4’ in de kolom artikel en ‘III’ in de kolom categorie;

f. wordt in de kolom artikel ’42.3 a–c’ vervangen door ’42.3 a–b’ en wordt in de kolom artikel ’43.4 a–c’ vervangen door ’43.4 a–b’.

ARTIKEL II

De bijlage behorend bij artikel 2 van de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

In paragraaf 3.2 ‘Risico analyse’ wordt bij het eerste, derde en vijfde bolletje ‘NEN-EN-ISO/IEC 17021:2011’ vervangen door: NEN-EN-ISO/IEC 17021-1:2015.

B

In paragraaf 4 ‘Eisen ten behoeve van de aanwijzing’ wordt in onderdeel 2 ‘NEN-EN-ISO/IEC 17021:2011’ vervangen door: NEN-EN-ISO/IEC 17021-1:2015.

C

In paragraaf 4.1 ‘Algemeen kader’ wordt in onderdeel 3, onder b, ‘NEN-EN-ISO/IEC 17021:2011’ vervangen door: NEN-EN-ISO/IEC 17021-1:2015.

ARTIKEL III

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 maart 2017, met uitzondering van artikel I, onderdelen A en B, en artikel II.

  • 2. Artikel I, onderdelen A en B, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.

  • 3. Artikel II treedt in werking met ingang van 8 juli 2017.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 februari 2017

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

De herziening van de asbestprocescertificaten die als bijlage XIIIa en XIIIb zijn opgenomen bij de Arbeidsomstandighedenregeling is op 30 november 2016 gepubliceerd (Stcrt. 2016, 64906) en zal met ingang van 1 maart 2017 in werking treden. Tevens zijn in verband hiermee enkele wijzigingen doorgevoerd in de bijlagen XIIIc en XIIIe. Bijlage XIIIc was met ingang van 1 maart 2016 al aanzienlijk aangepast (Stcrt. 2016, 6137). Inmiddels is gebleken dat nog enkele wijzigingen van genoemde bijlagen noodzakelijk of wenselijk zijn. Dit betreft technische wijzigingen zoals de correctie van een verwijzing en de aanpassing van een definitie, maar ook enkele meer inhoudelijke aanpassingen die door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van beheerstichting certificatie asbest, Ascert, zijn ingebracht. Deze wijzigingen zijn nader toegelicht in de artikelsgewijze toelichting.

Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om enkele technische wijzigingen aan te brengen in de Arbeidsomstandighedenregeling, bijlage IIb en de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen.

2. Administratieve lasten en nalevingskosten

Naar verwachting leiden de onderhavige wijzigingen niet tot meer of minder administratieve lasten en nalevingskosten in vergelijking met de wijzigingsregeling die op 30 november jl. is gepubliceerd. De aanpassingen in de onderhavige wijzigingregeling betreffen met name technische wijzigingen of verduidelijking van de tekst.

3. Ontvangen commentaren

Voor de wijzigingen in de onderhavige regeling is inbreng geleverd door de Inspectie SZW en het Centraal College van Deskundigen van Ascert. Deze reacties zijn zo veel mogelijk verwerkt.

4. Inwerkingtreding

De wijzigingen die betrekking hebben op aanpassing van bijlage XIIIa, XIIIc en XIIIe bij de Arbeidsomstandighedenregeling moeten met ingang van 1 maart 2017 in werking treden zodat zij aansluiten bij de al eerder gepubliceerde wijzigingen van die bijlagen (Stcrt. 2016, 64906).

De wijziging van bijlage IIb betreft correcties en moet daarom zo spoedig mogelijk in werking treden.

De aanpassing van de Warenwetregeling persoonlijke beschermingsmiddelen moet aansluiten bij de wijziging van de genoemde NEN-norm die met ingang van 8 juli 2017 gewijzigd wordt.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De wijziging van artikel 4.30 betreft een correctie van het per 1 januari 2017 geldende artikel (Stcrt. 2016, 67085) waarin wordt verwezen naar artikel 4.53c. Het gaat daarbij om artikel 4.53c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, niet van de Arbeidsomstandighedenregeling.

Artikel I, onderdeel B (Bijlage IIb)

Geconstateerd is dat aanpassing van deze bepaling nodig is omdat die zich niet goed verhoudt tot artikel 9, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. Het woord ‘vermoede’ moet worden geschrapt omdat de verplichting om ‘vermoede’ beroepsziekten te melden al lange tijd niet meer de Arbeidsomstandighedenwet staat.

Artikel I, onderdeel C (Bijlage XIIIa)

Artikel 1

De aanpassing in artikel 1 van NEN 2990 is noodzakelijk omdat NEN 2990 de correcte aanduiding is, en dus niet NEN-EN 2990. Tevens is de tekst aangepast omdat er voor NEN 2990 eind 2016 een interimregeling was opgesteld, vooruitlopend op de aanpassing die naar verwachting in 2017 zal plaatsvinden.

Artikel 7

Het derde lid kan bij nader inzien vervallen omdat het niet noodzakelijk is om op concernniveau een dergelijke relatie tussen aandeelhouders of bestuurders te verbieden. Het is voldoende als dat op projectniveau verboden is (zie het derde lid (nieuw), onderdeel b). Dat is ook conform paragraaf 7.1.2 van de oude bijlage XIIIa. Een vergelijkbare wijziging is doorgevoerd in artikel 25.

Artikel 18

Met de onderhavige wijziging wordt de tekst zoveel in lijn gebracht met de formulering van artikel 40, eerste en tweede lid, met dien verstande dat anders dan bij asbestverwijdering bij asbestinventarisatie de werktijden niet relevant zijn. Bij asbestverwijdering zijn de werktijden wel relevant omdat tijdens het project de werkzaamheden soms tijdelijk stilliggen.

Artikel 20

De tekst van het eerste lid is herzien omdat een object waarbij asbest is ingesloten kan worden verwijderd zonder emissie. Monstername is dan niet nodig. Daarom is onderdeel b toegevoegd en geldt dat ook SMART resultaten kan opleveren die het nemen van een monster overbodig maken.

Artikel 25

Het derde lid kan bij nader inzien vervallen omdat het niet noodzakelijk is om op concernniveau een dergelijke relatie tussen aandeelhouders of bestuurders te verbieden. Het is voldoende als dat op projectniveau verboden is (zie het derde lid (nieuw), onderdeel b en c). Dat is ook conform paragraaf 7.2.1 en 7.2.2 van de oude bijlage XIIIb. Een vergelijkbare wijziging is doorgevoerd in artikel 7.

Artikel 32

Het tweede lid, onderdeel e, kan vervallen. Dit onderdeel is alleen relevant bij de combinatie van een asbestinventarisatiebedrijf en een inspectie-instelling. Het is op grond van artikel 25 al niet is toegestaan dat er binnen één concern een inspectie-instelling en een asbestverwijderingsbedrijf actief zijn. Dergelijke combinaties waren al uitgezonderd op basis van paragraaf 7.2.1 van de oude bijlage XIIIb.

Artikel 42

In het derde lid is onderdeel c geschrapt omdat de melding in het LAVS pas aan de orde zijn wanneer besloten is om tot verwijdering van het asbesthoudende materiaal over te gaan, na aanpassing van het inventarisatierapport en het werkplan.

Artikel 43

De tekst van het derde lid, onderdeel f, is herzien omdat het noodzakelijk onderscheid te maken tussen een containment dat zodanig groot is dat het betreden kan worden en een containment dat daarvoor te klein is. Bij dat laatste kan gedacht worden aan een containment dat bijvoorbeeld over een vensterbank wordt geplaatst.

De tekst van het vierde lid is herzien omdat bronafzuiging en impregneren niet altijd mogelijk zijn. In verband hiermee is de aanhef van het vierde lid aangepast en is een nieuw onderdeel a toegevoegd. Tevens is onderdeel b herzien. Daarmee is beoogd praktijken waarin men bijvoorbeeld asbest van een dak laat glijden te voorkomen. Hierdoor zouden immers onnodig asbestvezels kunnen vrijkomen.

Onderdeel a (oud) is nu opgenomen als subonderdeel 1°. De tekst van onderdeel b (oud) en c (oud) is nu in gewijzigde vorm opgenomen in subonderdeel 2° en 3° en houdt nu rekening met de mogelijkheid dat bronafzuiging technisch niet mogelijk is of de risico’s vergroot respectievelijk met de situatie dat impregneren technisch niet mogelijk is of door impregneren de risico’s groter worden.

Voorwaarde is wel dat die technische onmogelijkheid wordt aangetoond.

Op grond van onderdeel b, onder 3°, geldt dat zowel bij niet-hechtgebonden als ernstig verweerde hechtgebonden toepassingen dat er geïmpregneerd moet worden. Omdat hechtgebonden materiaal in de kern van het materiaal geen impregneermiddel opneemt, geldt de eis van ‘verzadiging’ alleen voor niet-hechtgebonden toepassingen.

In de toelichting die was opgenomen bij dit artikel (Stcrt. 2016, 64906) was aangegeven dat bronafzuiging op een asbestdak niet verplicht is. Bij nader inzien behoeft dat aanpassing. Wanneer het technisch wel mogelijk is om bronafzuiging toe te passen, dient dat ook te gebeuren, tenzij dat technisch niet mogelijk is of door gebruik van bronafzuiging de veiligheidsrisico’s groter worden.

In het tiende lid werd per abuis verwezen naar artikel 42, tweede lid, maar dat moet artikel 43, tweede lid, zijn.

Artikel I, onderdeel D (bijlage XIIIc)

Artikel 15

Onderdeel a kan bij nader inzien vervallen omdat het eigenlijk niet mogelijk is om aan te tonen dat iemand basisonderwijs of gelijkwaardig onderwijs gevolgd heeft. De in onderdeel b opgenomen eis inzake de Nederlandse taal is overbodig gezien de eis dat het examen in de Nederlandse taal wordt afgenomen (zie de artikelen 6 en 8, tweede lid). Hierdoor wordt de taalvaardigheid met betrekking tot de asbestpraktijk al getoetst.

In onderdeel b (nieuw) is de termijn van één jaar vervangen door twaalf maanden om te voorkomen dat dit in de praktijk tot discussie zou kunnen leiden. Voorbeeld: wanneer iemand examen doet op 13 april 2017, mag de facefittest uiterlijk 13 april 2016 zijn uitgevoerd. In de praktijk wordt soms ten onrechte verondersteld dat een facefittest in 2016, dus in de periode van 1 januari 2016 tot 31 december 2016 in dat geval voldoende zou zijn.

Artikel 20

Onderdeel b is aangepast omdat iemand die eerder een DAV-2 certificaat of een DTA-certificaat heeft verkregen, ook als dat certificaat inmiddels verlopen, is over voldoende basiskennis beschikt en het niet nodig is dat zo iemand weer een DAV-1 leertraject moet volgen.

Onderdeel c is aangepast en daarmee is de eis dat iemand op het moment waarop hij examen doet voor het DAV-2 certificaat een geldig DAV-1 certificaat moet hebben, iets versoepeld. Het DAV-1 certificaat mag op dat moment maximaal drie maanden verlopen zijn. Dit is aangepast omdat in de praktijk de periode om aan de eisen te voldoen soms te kort bleek.

De eisen in het kader van het praktijkervaringsdeel zijn aangepast omdat in de praktijk ook is gebleken dat bij ‘dagklussen’ waarbij de DAV-1er veel ervaring opdoet het behalen van 240 pakuren moeilijk is omdat vaak slechts één of twee uur in containment wordt gewerkt. Een DAV-1 er daarentegen die voornamelijk daken verwijdert kan gemakkelijk 240 pakuren maken, maar leert daarvan veel minder omdat die werkzaamheden veel minder gevarieerd zullen zijn. Door als eis te stellen dat een minimum aantal uur is gewerkt in containment, wordt zeker gesteld dat voldoende veelzijdige ervaring is opgedaan.

In het tweede lid is de termijn van één jaar vervangen door twaalf maanden (zie ook artikel 15, eerste lid).

Artikel 24

Het vijfde lid kan vervallen, deze bepaling heeft geen betekenis meer heeft omdat in artikel 20, eerste lid, onderdeel c, nu is vastgelegd dat een DAV-1 certificaat maximaal 3 maanden verlopen mag zijn en er daardoor niet per definitie sprake hoeft te zijn van een geldig DAV-1 persoonscertificaat.

Artikel 25

In het tweede lid is de termijn van één jaar vervangen door twaalf maanden, evenals in artikel 15, eerste lid, onderdeel b (nieuw) en artikel 20, tweede lid, onderdeel a.

Artikel 32

In de tabel van artikel 32 is de bij 3.2 geformuleerde toetsterm geschrapt. Het al of niet hechtgebonden zijn van een asbesthoudende toepassing is een inschatting die niet gemaakt kan worden op basis van een monsterpotje, een omschrijving en een foto. De staat waarin het materiaal zich bevindt, bijvoorbeeld veroorzaakt door beschadigingen en verwering, is hiervoor medebepalend. Het bepalen van de hechtgebondenheid geschiedt bij een asbestinventarisatie door een DIA.

Artikel I, onderdeel E (bijlage XIIIe)

Artikel 1

De aanpassing in artikel 1 van NEN 2990 is noodzakelijk omdat NEN 2990 de correcte aanduiding is, en dus niet NEN-EN 2990. Tevens is de tekst aangepast omdat er voor NEN 2990 eind 2016 een interimregeling is opgesteld, vooruitlopend op de aanpassing die naar verwachting in 2017 zal plaatsvinden.

Bijlage 1

De wijzigingen van de artikelen 7 en 18 in bijlage XIIIa leiden ook tot aanpassing van de tabel Asbestinventarisatie.

De wijzigingen van de artikelen 25, 32, 42 en 43 in Bijlage XIIIa leiden tot aanpassing van de tabel Asbestverwijdering.

De aanpassingen zijn noodzakelijk omdat er artikelleden of onderdelen worden toegevoegd of geschrapt.

Tevens is in de tabel Asbestverwijdering de categorie II, behorende bij artikel 40, vierde lid, aangepast door die te wijzigen in categorie III. Bij nader inzien wordt categorie II te zwaar geacht omdat aan administratieve afwijkingen in de regel een categorie III wordt verbonden.

Artikel II

Met ingang van 8 juli 2017 wordt de geharmoniseerde norm NEN-EN-ISO 17021:2011 vervangen door NEN-EN-ISO/IEC 17021-1:2015. Op de website van de Raad voor de Accreditatie worden de wijzigingen tussen de oude en de nieuwe geharmoniseerde norm toegelicht, zie https://www.rva.nl/document/download/T032.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven